Een kwijnende erfenis van de crisisjaren
De houten koffietent verdwijnt langzaam uit het Leidse straatbeeld
Ooit telde Leiden er een stuk of twintig, nu zijn er nog maar drie
overgebleven. In deze tijd lijkt er geen plaats meer voor de
aloude houten koffietenten, die merkwaardige pleisterplaatsen
waar de vaste (mannelijke) klanten dicht opeengepakt in een
kleine ruimte de wereldpolitiek en het voetbalgebeuren richting
plegen te geven. Bij een bak leut en een sprits of een eitje, een
bal gehakt en een kop soep, de enige etenswaren die te koop zijn
in die bejaarde optrekjes op de hoek van de straat.
Ontstaan in de crisistijd, leek dit
brokje neringdrijverij lange tijd niet
kapot te krijgen, maar gaandeweg
werden de doorgaans verplicht
groene stulpjes verbouwd of ge
sloopt als gevolg van de veranderde
economische omstandigheden.
door Paul de Tombe
Pas nog viel 'De Koepoort' aan de Jan
van Houtkade onder de hamer, waarmee
weer een stukje traditie in de binnenstad
werd verbrijzeld. Moderne koffieshops
zijn er genoeg, van de echte ouderwetse
koffietenten met de sobere eenvoud van
de voltooid verleden tijd blijven er in
Leiden steeds minder over.
De toegenomen welvaart en het veran
derde sociale verkeer hebben in veel ge
vallen de bestaansreden van een koffie
tent weggenomen. "Vroeger kwamen de
arbeiders er een bakkie doen voordat ze
naar werk gingen, maar er zijn veel fa
brieken verdwenen en tegenwoordig
heeft ieder bedrijf wat dat betreft zijn ei
gen voorzieningen", zo schetsen Jan
Oudshoorn en Joop Wijsman los van el
kaar de belangrijkste reden voor het ver
dwijnen van zoveel oude koffietenten.
Snoeptent
Joop Wijsman heeft de zijne (De Post-
hof aan de Rijnsburgerweg, daterend uit.
1934) veranderd in een snoeptentje en is
vijftien geleden aan de overkant een res
taurant "met een koffietent-gedeelte"
onder dezelfde naam begonnen. Jan
Oudshoorn runt daarentegen samen met
zijn vrouw Trees al 23 jaar het koffiehuis
'Kanaalzicht' bij de Lammebrug. Met
'De Valk' aan de Rijnsburgersingel, te
genwoordig gedreven door de huis
vrouw El Regeer, en 'Mariton' van Aad
Overdevest aan de Burggravenlaan zet
hij de traditie voort.
"Op een plek waar al dik zestig jaar een
koffietent staat", zoals Oudshoorn zelf
weet. "En die staat er nu nog steeds om
dat ik 'm tien jaar geleden heb laten ver
bouwen. Nu is-ie twee keer zo groot. En
dat moest ook wel, want vroeger was er
geen enkel comfort. Anders dan de
meeste andere tentjes had ik wel een te
lefoon en een toilet, maar in een aange
bouwd schuurtje, en dat kan in deze tijd
natuurlijk niet meer. Ik denk dat ook dat
een van de redenen is waarom er zoveel
van die oude zaakjes zijn verdwenen: het
gebrek aan de noodzakelijke voorzienin
gen. Plus natuurlijk het feit dat de mees
te in de binnenstad nauwelijks parkeer
gelegenheid boden. Die waren ingericht
op voetgangers en fietsers, niet op men
sen met auto's".
Met een groot terrein voor de deur kent
hij wat dat betreft geen problemen, het
geen blijkt uit de aanloop in zijn zaak die
om zes uur 's ochtends opengaat en waar
de hele dag mensen binnenlopen. "Voor
de koffie, om te eten, om de krant te lezen
en om een spelletje te kaarten. Ik krijg
hier de meest uiteenlopende figuren bin
nen. Van zakenmensen tot werknemers
van allerlei bedrijven. En bejaarden die
een praatje komen maken. Er komt van
alles wat, maar de meesten zijn toch vas
te klanten. Daar draai ik voor tachtig pro
cent op", zegt hij, "en daar draaiden al
die tentjes op. Elk had zijn eigen vaste
kern die werd gevormd door mensen die
er al jaren kwamen en er elke dag zaten.
Als zo'n tentje dan verdwijnt zijn die
mensen hun stekkie kwijt, want een kof
fietent had en heeft natuurlijk ook een
sociale functie".
Restaurant
Hoe groot die vaak was en is, wordt
nog altijd bewezen. Joop Wijsman trekt
in zijn restaurant heel wat klanten die al
in de koffietent bij hem kwamen, en op
zoek naar een ander stekkie kwam in de
week na de sloop de ene na de andere
stamgast van De Koepoort bij Kanaal-
zicht binnenlopen.
Onwennig vaak, "want vergeleken met
dat tentje daar is het hier een restaurant',
zo schildert een van hen het verschil met
het verdwenen koffiehuisje van nauwe
lijks drie bij vier meter aan de Jan van
Houtkade. Dat werd gedreven door Jan
Slingerland, die gebruik maakte van een
regeling voor bedrijfsbeëindiging en die
met stille trom wenste te vertrekken. Tot
groot leedwezen van zijn cliéntèle.
"Begrijpen kan ik het wel, toejuichen
niet", verkondigt een van zijn vroegere
vaste klanten. "En ik weet ook zeker dat
ik de enige niet ben. Er zijn heel wat
mensen die er hoofdpijn aan hebben
overgehouden. Niet alleen omdat de
Koepoort nu weg is, maar ook omdat de
deur daar zo laag was en de vloer zo hoog.
Dat mocht allemaal niet zomaar veran
derd worden, maar het bepaalde juist de
sfeer. Het was klein, er was weinig com
fort, maar het was er gezellig. De klanten
vormden er een homogene groep. Ik
denk dat sommige van de ouderen die er
kwamen het nu heel moeilijk hebben.
Die hadden voor een habbekrats de hele
dag een dak boven hun hoofd en een ge
zellig onderkomen om een kaartje te leg
gen, en die moeten nu op zoek naar iets
anders. En zoveel is er op dit gebied niet
meer, dus die hebben het nu echt moei
lijk".
Sloper
Henk Binnendijk (79) moet het wel
beamen. Het is hem echt aan het hart ge
gaan dat De Koepoort is gesloopt. "Dat
deed me wel wat, want het was mijn
tweede huis, meneer", zegt de vroegere
sloper die vooral na zijn pensionering
een speciale relatie opbouwde met het
houten keetje. "De laatste veertien jaar
zat ik er soms wel zes, zeven uur per dag.
Ik was er kind aan huis. Ik nam waar
voor Slingerland als hij even wegmoest
en ik ontmoette er al mijn oude kamera
den, want het was echt een zakie van
kennissen en vrienden. Het was elke dag
mijn vaste loop. Die ben ik nu kwijt",
zegt hij, zonder er overigens dramatisch
over te doen. "Want ach, alles verandert,
meneer. Ik vind het alleen jammer, om
dat ik nu veel zal moeten missen. Met een
kluppie uit de koffietent gingen we vaak
naar het voetbal toe en Slingerland orga
niseerde ook klaveijas- en viswedstrij
den, dus u begrijpt dat ik het jammer
vind dat het nu weg is. Vooral omdat ik
er al zolang kwam. Al vijftig jaar, me-
Hij heeft dan ook nog meegemaakt dat
de klanten met de handwagen aankwa
men bij de koffietent. "Waar de sfeer in
die tijd nog veel gemoedelijker was. Om-
datje allemaal niks had en blij was datje
'Kanaalzicht' op het Lammenschansplein: geen parkeerproblemen.
Het voormalige koffiehuis 'De Sport' aan de Zoeterwoudsesingel.
Een volle bak bij 'Mariton' aan de Burggravenlaan in Leiden: koffie, soep, een balletje, maar ook een sociale functie.
nogal eens de woede opwekten van de
bewoners van de buurt waarin ze werden
neergezet. "Het publiek dat deze tenten
pleegt te bezoeken met aanhang (fietsen,
bakfietsen, vrachtauto's, paard en wa
gen, handwagens) brengt geen aangena
me afwisseling van het straatbeeld mee",
zo luidde de klachten van de omwonen
den. Ze lieten niet na er op te wijzen dat
die tentjes niet pasten in de buurt, dan
wel het uitzicht belemmerden of ver
keersobstakels vormden. "Niet alleen
door de bloote aanwezigheid, ook omdat
de wagens e.d. maar worden neergezet".
Kortom, de koffietenten waren heel
lang mikpunt van kritiek, maar hun aan
tal groeide in de jaren dertig tegen de
verdrukking in. Het werden pleister
plaatsen waar sommige klanten langdu
rig bijeen waren. Passages uit een poli
tierapport bewijzen het. Omdat het voor
jonge personen (loopjongens, slagers
knechten) zo verleidelijk was om daar
aan mee te doen, drong de toenmalige
politiecommissaris er op aan "alle spe
len" in koffietenten te verbieden. "De
oorspronkelijke opzet dier tenten was
toch dat zijn eene gelegenheid zouden
zijn voor menschen die hun brood langs
den weg verdienen om even uit te rusten,
hun boterham te eten en daarbij een
drankje te nuttigen. Nu maken er velen
gebruik van om er urenlang te zitten.
Veel dier tenten zijn eene gezellige plaats
van bijeenkomst waar de menschen te
lang blijven vertoeven".
Zwarte handel
Een hoofdwachtmeester van politie bij
de afdeling economische dienst en bij
zondere wetten pleitte in de oorlogsjaren
zelfs voor opheffing van alle Leidse kof
fietenten, vanwege de zwarte handel die
er door de klanten werd bedreven. Dat
ging niet door, maar van de vele klachten
waren de koffietenthouders nog lang
niet verschoond. Zo protesteerde het
hoofd van de school aan de Rijnsburger
singel tegen de aanwezigheid van 'De
Valk' ("kinderen worden erdoor verleid
snoep te gaan eten") en ook De Posthof
kreeg zo'n schoolse behandeling.
"De scholieren van de HBS die erach
ter lag mochten er niet komen. De Post
hof was te min", herinnert Joop Wijsman
zich nog. Hij spreekt dan over de jaren
vijftig waarin hij de koffietent samen
dreef met zijn vader die in 1934 aan de
Braassemerstraat (een inhammetje van
de Rijnsburgerweg) was begonnen met
een koffiewagen op wielen. "Op het uit-
pad van het weiland van mijn opa, dat er
achter lag. Mijn vader wilde ook wel boer
worden, maar daar was in die tijd geen
droog brood mee te verdienen. Hij is toen
op de gok begonnen met die koffiekar,
en in de eerste de beste week verdiende
hij al tien keer zoveel als bij zijn vader.
Vlak voor de oorlog heeft hij er een hou
ten tent neergezet. Die moest groen zijn,
wantje mocht niet opvallen in de omge
ving, en daar werd toen nog heel sterk op
gelet. Had maar niet het lef een raampost
rood te schilderen, want dan stonden de
controleurs van de markt- en haven
dienst meteen op de stoep. Je mocht ei
genlijk niks", weet hij nog.
"Het was echt een ding voor arbeiders
en dat waren de meeste van die tenten
wel", zegt hij. "Af en toe kwam er een
verdwaalde intelectueel om mee te luis
teren, maar in hoofdzaak waren het toch
werklui. Het was een ontmoetingsplaats
vanwaaruit ze naar hun werk gingen.'
Daarom konden die tenten ook niet ge
rieflijk worden ingericht, want er kwa
men mensen binnen die onder de verf of
onder het pek zaten, of zo uit het weiland
kwamen. Later mochten de scholieren er
ook komen, maar de afspraak was dat ze
plaats moesten maken als de arbeiders
kwamen eten. Aan de ene kant was het
daar dus erg gezellig, want je kende ie
dereen, aan de andere kant was het toch
ook zo gezellig weer niet als je die scho
lieren moest wegjagen".
Veel wrok veroorzaakte dat overigens
niet, want toen De Posthof in het begin
van de jaren zeventig werd geconfron
teerd met een parkeerverbod voerden
juist scholieren actie om de zaak te be
houden. Via ingezonden brieven en peti
ties werkten ze er aan mee dat Wijsman
een vergunning kreeg om aan de over
kant een nieuwe zaak op te bouwen. "Ik
zou ook niet meer terug willen naar de
oude situatie. Natuurlijk, voor mezelf
mis ik wel de gezelligheid. In de koffie
tent kende je iedereen en werd je betrok
ken bij de gesprekken. Je was een soort
sociaal werker. Watje hoorde bleef bij je
en werd niet doorverteld. Maar de werk
omstandigheden waren er natuurlijk
niet best. Met z'n tweeen op een houten
vlonder van anderhalve vierkante meter
verkocht je een kop koffie, balletjes ge
hakt, pensees, warme appelflappen en
cider. Toen ik erin stapte werd er nog ge
koeld met een staaf ijs. Die haalde je in
de Nieuwsteeg en die hakte je doormid
den. De helft gebruikte je, en de andere
helft werd in dekens en kranten gewik
keld en in de grond gestopt om de vol
gende dag weer te gebruiken. Het mocht
allemaal niks kosten en je mocht ook
niks veranderen".
Misschien dat er ook daarom zoveel
verdwenen. Aan de Morsweg, aan de
Steenstraat (bij Zomerzorg), aan de He
rensingel, aan de Lage Rijndijk, bij de Zijl
poort, aan de Zoeterwoudseweg, aan de
Korevaarstraat en aan de Jan van Hout
kade, waar er twee stonden. Alleen de
tentjes die zijn verbouwd of aangepast
zijn overgebleven. Zoals 'De Valk' die
sinds een jaar wordt bestierd door El Re
geer. Eigenlijk wilde ze er een bloemen
kiosk van maken. "Maar omdat alles er
nog inzat en het nog zo goed loopt", zette
ze de koffietent voort Ze gaat 's mor
gens om zes uur open: "En dan zit er een
man of twaalf, dertien. Die keken aan
vankelijk trouwens wel raar op dat er een
vrouw in stond, maar daar zijn ze heel
snel aan gewend. En het voordeel is dat
er nu ook moeders met kinderen komen.
Die durfden vroeger niet naar binnen, nu
ik er sta wel".
Afgeschaft
Er staat wel een speelautomaat in de
kleine ruimte ("Speelgeld wordt niet
meer voorgeschoten", zo vermeldt een
bordje erboven), maar het kaarten heeft
ze afgeschaft. "Daarbij werd niet alleen
nogal eens geschreeuwd, maar je kreeg
er ook plakkers mee binnen en dan kon
den anderen er niet in".
Om die laatste reden komen ook bij
Aad Overdevest in Mariton de kaarten
niet op die ene tafel die er staat. Overde
vest runt het sfeervolle zaakje, waarin hij
zijn vader opvolgde, nu dertien jaar. Hij
opent om tien voor half zes. "Voor men
sen die naar hun werk gaan en mensen
die nachtdienst hebben gehad". Hij heeft
het naar zijn zin en is niet van plan zijn
zaak op te doeken. Evenmin als Jan
Oudshoorn, die zegt 'Kanaalzicht' nooit
weg te zullen doen. In zijn tent mag wel
worden gekaart en bij hem leeft de oude
traditie misschien nog wel het beste
voort, want hij heeft een hechte band
met zijn klanten. Hij drukt het zelf zo uit:
"Als ik iemand die hier normaal altijd
komt drie maanden niet zie bel ik 'm op
om te vragen of hij niet ziek is".
Het zijn de enige drie zaakjes waar de
sfeer van het oude koffiehuis nog te proe
ven is, want het voormalige koffiehuis
De Sport aan de Zoeterwoudse Singel
staat er nog wel, maar is veranderd in een
snackbar. Alle andere zijn zijn lang
zaamaan en eigenlijk onopgemerkt ver
dwenen uit het Leidse straatbeeld. Ge
vloerd door de economische logica. "En
hoeveel koffieshops er ook bij zullen ko
men, daar is geen alternatief voor", ver
zuchten de klanten van De Koepoort.
Het is te merken aan de wereldpoli
tiek.
een kop koffie kon kopen". Daarmee
geeft hij onbewust aan hoe het verschijn
sel koffietent is ontstaan. In de crisistijd,
uit de straathandel.
In de jaren twintig was die handel als
gevolg van de heersende werkloosheid
in Nederland zo schrikbarend toegeno
men dat een en ander schreeuwde om re
gels. Die kwamen er dan ook. "In 1924
werden in Leiden vaste ventersplaatsen
in het leven geroepen. Uit overwegingen-
van concurrentie, welstand der omge
ving en verkeer mocht aanvankelijk nie
mand met een vaste kraam of tent zo'n
standplaats innemen, maar alleen met
een wagen of een mand", zo wordt ge
meld in rapporten van de Markt- en Ha
vendienst, die bewaard zijn op het ge
meente-archief. "Maar als gevolg van
een zekere consolidatie behoefde deze
eisch aan de verkopers van dranken e.d.
niet meer te worden gesteld en hierdoor
zijn de zogenaamde koffietenten ont
staan".
Terloops
"In 1925", zo gaan de rapporten verder,
"werden voor het eerst in Leiden wagens
geplaatst, alwaar het passeerend publiek
terloops een kop koffie, thee, limonade of
cider kon gebruiken en waar tevens koek,
chocolade en andere snoeperijen alsmede
consumptieijs werd verkocht. Die eerste
wagens waren primitief. Zij waren voor
zien van een afdekking om de exploitant
en zijn waren te beschermen tegen regen
en wind. Het publiek was genoodzaakt
deze waren, staande op den openbaren
weg te gebruiken. In de loop der tijden
ondergingen deze primitieve inrichtin
gen een verandering. De wagens werden
van een zogenaamde ombouw voorzien,
bestaande uit enige losse houten schotten
met dak, waaronder de kopers de waren
kondig nuttigen. Het bezoek van het pu
bliek aan deze wagens werd zo groot dat
steeds meer personen koffiewagens gin
gen exploiteren. Zij gingen verder dan de
exploitanten die er al waren. Zij plaats-
ten een wagen en bouwden daarom heen
een houten gebouw, aan alle zijden afge
sloten".
Daarmee was de koffietent echt gebo
ren en de belangstelling daarvoor steeg
zo snel dat er steeds meer vergunningen
werden aangevraagd. Daarbij werd gere
geld gunstig beschikt omdat het nogal
eens "een laatste poging betrof om bui
ten eenige overheids- of liefdadigheids-
kas te blijven en het streven is om zoveel
mogelijk menschen in de gelegenheid te
stellen door het exploiteren van een kof
fietent wat te verdienen". Het gevolg was
dat er in 1935 verspreid over de stad al
twintig van die 'consumptietenten" (elf
buiten de singels) waren, die zich in een
toenemende populariteit mochten ver
heugen. Althans: bij de loopjongens, de
slagersknechten, de chauffeurs en de
fruit- en bloemenventers die volgens de
rapporten tot de cliëntèle behoorde.
Omstreden
Bij anderen bleek het nieuwe ver
schijnsel omstreden. Zo was de koffie
tent door de jaren heen nogal eens onder
werp van felle protesten. Van de plaatse
lijke bond van hotel-, café- en restaurant
houders bijvoorbeeld. Die vond dat er
vanwege de concurrentie een halt moest
worden toegeroepen aan de groei van het
aantal koffietenten, die en passant ook
De oude 'Posthof aan de Rijnsburgerweg: thans snoeptent.
'De Valk' (Morssingel): niet kaarten, want dan zit de tent meteen vol.