'Iedereen heeft baat bij de sauna' Misdaad-analyse wordt steeds belangrijker Rijnsburgse arts verrichtte jarenlang onderzoek naar effecten bij sporters Tal van verdachte criminele groepen schematisch in kaart gebracht ZATERDAG 9 JANUARI 1988 EXTRA PAGINA 31 Cholesterol, alcohol, vet en sigaret ten belagen dagelijks onze gezond heid. Menigeen is er het slachtoffer van. Vet selecteert niet op leeftijd, uiterlijk of sociale omstandigheden, maar slaat onverbiddelijk toe. Niet alleen in de vorm van overtollige ki lo's maar ook onzichtbaar in de vorm van dichtgeslibde aderen. Voeg daarbij nog eens te weinig bewe ging en de welvaartsziekte stress aan toe, en je schept een ideaal klimaat voor hart infarcten en vaatziekten. Vrijwel dage lijks worden we aan deze bedreigingen voor onze gezondheid herinnerd, maar we staan niet in de rij bij de diëtist of de sportarts om daadwerkelijk iets aan ons lichaam te verbeteren. Trends als aero bic en body-building doen daar niets aan af. Een paar uur in de week onderwerpen we ons aan het regime van de halters en buikspierbankjes, maar we veranderen niets wezenlijks aan onze leefwijze. En dat is in deze tijd van bezuinigingen in de gezondheidszorg een probleem dat steeds nijpender wordt. Maar wat is nu gezond. Wie is er ge zond. Sporters? Trimmers? Beroeps- voetballers? Dr. G. Burer kan over gezondheid uren doorpraten, maar weet de omschrijving treffend te vervatten in één zin: „Ge zondheid is dat je lichamelijke conditie en je geestelijke en sociale situatie zo zijn dat je datgene kunt doen wat je op dat moment wilt doen, zonder daarbij be lemmeringen te hebben. Kijk, als ik nu bijvoorbeeld 25 kilometer wil gaan hard lopen dan kan ik dat ook. Want ik heb geen fysieke belemmeringen. Ik ben ge zond. De enige beperking die ik nu heb is dat ik geen sportschoenen bij me heb". Analyses Burer is ruim twintig jaar werkzaam als arts. Gespecialiseerd in arbeids- en bedrijfsgeneeskunde en hij geeft sinds 1967 sportadviezen. Gedurende een pe riode van acht jaar verrichtte hij voor di verse instellingen in binnen- en buiten land sauna/sport-analyses. In totaal heeft hij daarbij zo'n 20.000 personen onder zijn hoede gehad. Daarnaast geeft Burer college aan diëtetiekstudenten en maat schappelijk werkers. De arts is sinds kort lid van de medische commissie van de onlangs opgerichte Sauna Alliance Ne derland, waarbij ongeveer dertig van de betere sauna's zijn aangesloten. Het zal dan ook niemand verbazen dat hij zelf sinds 1969 zo'n twee keer per week een sauna bezoekt, in combinatie met sport. En daar veel baat bij heeft. „Want", zo zegt hij „ik loop nu zo'n een entwintig jaar mee in de medische we reld en ik heb nauwelijks gezonde men sen gezien. Dat kan natuurlijk ook liggen aan de eisen die ik daarvoor stel. Maar ik vind mezelf wel gezond. Ik ken geen fy siologische beperkingen. Je moet na tuurlijk niet overdrijven en in uitersten vervallen. Ik kan nu niet zeggen: ik wil de Himalaya beklimmen dus dat ga ik onmiddellijk doen. Die berg staat hier trouwens niet eens". Heteluchtbad Sauna en sport: een combinatie die in ons land niet echt populair is. Burer is er een vurig pleitbezorger van. Hij stelde in de afgelopen twintig jaar de trainings programma's van een groot aantal spor ters op. Het nemen van saunabaden na afloop van die training was een vast on derdeel. Dr. Burer: Hele ploegen hartpatiënten heb ik tot nu toe begeleid. Ze kun nen allemaal in de sau-na terecht". (foto gpd> Natuurlijk vinden niet alleen sporters baat bij de saunabaden. Sauna biedt ont spanning en verhoogt de weerstand. Dr. Burer: "Mijn filosofie is dat iedereen kan verbeteren. Iedereen kan de kwaliteit van zijn leven verbeteren door aan zijn li chaam te werken. Er zijn staatjes waarin de effecten van roken, alcohol en vet ver werkt zijn. Een soort kansberekening waaruit je kunt aflezen: op die leeftijd kan ik een hartinfarct krijgen. Ik laat die staatjes aan de mensen zien en dan kun nen zij zelf kiezen of zij dat ook zo willen, of dat ze aan hun lichaam willen werken. Gedurende de periode dat Burer zijn sauna/sport-analyses deed bezochten ook veel 'zieken' zijn instituten. Hart-, long- en nierpatiënten vormden daarbij de hoofdgroep, naast patiënten die net een operatie van wat voor aard dan ook hadden ondergaan. "Hele ploegen hartpatiënten heb ik tot nu toe begeleid. Mensen met infarcten, met dubbele infarcten, van alles. Maar ze kunnen allemaal in de sauna terecht. Als ze maar weten hoe, en mits ze voorzichtig zijn met afkoelen. Een van de grootste problemen van een hartpatiënt is de angst die zijn leven beheerst. Hij heeft het eind gezien, maar heeft toch over leefd. Hij weet dat hij zijn regime moet veranderen, maar hij weet niet hoe. Het eerste dat ik met zo'n patiënt doe is hem leren ademen. Gewoon in een zwembad. Hoofd onder water en hem leren zijn ademhalingstechniek te verbeteren. Zor gen dat zijn hart weer luistert naar zijn longen. Met behulp van die ademha lingstechniek geeft je zo'n patiënt zijn rust terug. En dat is van wezenlijk be lang". Voorzichtigheid "Sauna geeft ook die rust en ontspan ning. Alleen het afkoelen vergt voorzich tigheid. Met de juiste techniek kun je zelfs het effect van het 'pilletje onder de tong' nabootsen. Dat pilletje zorgt voor het samenknijpen van de onderste bloedvaten. Door de juiste afkoelings- methode kun je datzelfde effect verkrij gen. Alleen, zo'n pilletje werkt pas in je lichaam, je moet ermee leven. Afkoeling na sauna zorgt alleen voor zenuwprik kels die door je lichaam vertaald worden. Het heeft verder geen bijwerking. Mijn ervaring leert dat de hartpatiënten die ik heb begeleid in de sauna eerder herstel len en vlugger in hun normale leefsitua tie kunnen terugkeren". "Nierpatiënten vinden ook baat bij een goede saunagang. Er zijn in ons land veel nierpatiënten. Onder meer door veelvul dig medicijngebruik, met name te veel aspirine. Bij bepaalde nierpatiënten ma ken de nieren minder urine. Daardoor wordt vocht in het lichaam vastgehou den. Ik heb vastgesteld dat nierpatiënten die intensief van de sauna gebruik maak ten ook daadwerkelijk verbeterden. Eén dialyse kon bij drie keer per week sauna bezoek worden overgeslagen, en één niertransplantatie kon worden uitge steld". Hoewel uit verschillende onderzoeken de gunstige werking ervan geconclu deerd kan worden, is de sauna in ons land niet echt populair. Uit een recent onderzoek van het NIPO en het Bureau Kontrast Research bleek dat 71 procent van de ondervraagden nooit een sauna had bezocht en 29 procent 'wel eens in zijn of haar leven'. Van die 29 procent gaat 6 procent nooit meer. Oorzaak daar van is, volgens het NIPO, gebrek aan be geleiding en voorlichting. En dat wordt bewezen door het feit dat ruim 62 pro cent van de regelmatige saunabezoekers bij de eerste keer goed is begeleid. Overi gens bleek dat van de regelmatige bezoe kers aan de sauna 82 procent tevreden is over de begeleiding in de sauna. Stijgende lijn Naast behoefte aan goede begeleiding blijkt er ook veel prijs gesteld te worden op goede hygiënische omstandigheden en goede faciliteiten. Slechts vier pro cent van de Nederlandse bevolking neemt minimaal één keer per maand een saunabad en 1.7 procent bezoekt de sau na eenmaal per week. Dat lijkt een gering percentage, maar volgens de onlangs op gerichte Sauna Alliance Nederland zit er toch een stijgende lijn in het saunabe zoek in ons land. Burer: „Sauna is geschikt voor ieder een, mits er verstandig gebruikvan wordt gemaakt. Sauna is niet eng of le vensbedreigend. Het biedt warmte en ontspanning en werkt preventief. Het zou eigenlijk in het ziekenfondspakket moeten worden opgenomen, want regel matige saunabezoekers zijn minder vaak ziek. En dat werkt kostenbesparend bij de volksgezondheid". Tijdens de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn ontstond enige opschudding toen de Finse delegatie de aanwezigheid van een sauna eiste in het Olympisch dorp. Die sauna kwam er, en uiteindelijk maakten niet alleen de Finse sporters daarvan dankbaar gebruik. Sauna en sport, een uitstekende combinatie maar in Nederland vrijwel onbekend. Een vurig pleitbezorger van het saunagebruik, al dan niet in combinatie met sporttraining, is de Rijnsburgse arts dr. G. Burer (49). Hij geeft sinds 1967 sportadviezen en -begeleiding en verrichtte acht jaar lang sauna/sport-analyses. Daarnaast onderzocht hij het effect van saunabaden op hart-, long- en nierpatiënten. door Annemarie Zevenbergen In het kort even iets over het begrip sauna. Heel eenvoudig gezegd is de sau na een heteluchtbad. Het lichaam wordt opgewarmd in hete droge lucht en ver volgens afgekoeld in de buitenlucht en/of in koud water. Omdat het om een hete luchtbad gaat waar de vochtigheids graad laag is, kan het lichaam het verdra gen. Droge lucht geleidt namelijk niet. De temperatuur in een saunacabine kan oplopen van 60 naar 100 graden. Af hankelijk van waar de saunabader zit. In de cabine bevinden zich doorgaans drie banken op verschillende hoogten. Op de eerste bank wordt een temperatuur van rond de 60 graden bereikt, op de tweede zo'n 70 en op de hoogste bank kan de temperatuur oplopen tot 100 graden. Voorafgaand aan het saunabad wordt het lichaam eerst gereinigd door bijvoor beeld een douche. Vervolgens wordt een warm voetenbad genomen om het li chaam voor te bereiden, waarna men de cabine in kan. De gemiddelde duur van een verblijf in de cabine bedraagt zo'n 10 tot 15 minuten, afhankelijk van de per soon zelf. Nadat de cabine verlaten is wordt het lichaam afgekoeld. Dat kan door in de buitenlucht rustig rond te lo pen en/of het lichaam met koud water af te spoelen. Na die afkoeling wordt opnieuw een warm voetenbad genomen om de laatste overtollige warmte uit het lichaam af te voeren. Hierna moet een tijd gerust wor den alvorens een nieuwe saunabad kan worden genomen. Sneller herstel Tijdens de zit in de saunacabine ge beurt er het een en ander in het lichaam. Burer: „De lichaamstemperatuur loopt op met zo'n halve tot anderhalve graad. Het hart gaat sneller kloppen en het bloed wordt uit gebieden gehaald waar het niet nodig is - het darmstelsel, de nieren, de spieren - en gaat naar de huid. De bloeddruk verandert ook. De boven- druk loopt over het algemeen iets op. De onderdruk zal bij de één oplopen, bij de ander gelijk blijven en bij weer een ander licht dalen". Over het effect van sauna op sporters is de afgelopen jaren het een en ander aan onderzoek gedaan. Burer heeft geduren de de acht jaar van zijn sauna/sport-ana lyses duizenden sporters begeleid. Een algemene conclusie uit die analyses is dat sporters sneller herstellen na het ge bruik van sauna. „Een topsporter die na een fysieke inspanning een saunabad neemt kan diezelfde inspanning de vol gende dag ook weer verrichten". Burer is niet de enige arts die zich be zighoudt met onderzoek naar de effecten van sauna op sporters. De Weense pro fessor dr. L. Prokop is ook een autoriteit op dit gebied. Volgens zijn onderzoekin gen worden in de sauna de herstel-, de af weer- en de stofwisselingsprocessen ge ïntensiveerd door de hoge temperatuur. Hij is dan ook van mening dat bijvoor beeld de daardoorontstane vermindering van melkzuur in de spieren na grote be lasting, een zeer waardevolle ondersteu ning vormen op het herstel van sportlie den. Prokop plaatst hierbij wel duidelijk de kanttekening dat de stijging van de ener gie-omzet geen invloed heeft op de ver mindering van vet. Bij een verhoging van de energie-omzet in de sauna, die na twee tot drie uur over is, zal bij een atleet die ongeveer 70 kilo weegt maximaal ge rekend kunnen worden op een extra ver bruik van zo'n 30 tot 40 kilocalorieën, wat ongeveer gelijk staat aan een appeltje. Het effect van de sauna op het lichaams gewicht blijft dus beperkt tot een tijde lijk verlies aan vocht, dat door het drin ken van water onmiddellijk weer kan worden aangevuld. Uit zijn onderzoek bleek voorts dat na de sauna het ademhalingvolume duide lijk verhoogd was, en dat is voor duur- prestaties een waardevolle ondersteu ning. Bij een aantal verwondingen, waar bij sprake is van opeenhoping van bloed, is het genezingseffect sneller te bereiken door verbetering van de doorbloeding die door de sauna ontstaat. De verbete ring van de doorbloeding van de spieren is volgens de Weense arts ook een vast staand feit. En dat heeft niet alleen een gunstige weerslag op het vermijden van spierpijn, maar ook op het voorkomen van spierverwondingen. Voor iedereen Hoewel uit verschillende onderzoeken de gunstige, preventieve werking ervan geconcludeerd kan worden, is de sau na in Nederland nog steeds niet populair. (archieffoto) Niet alleen in de ontvoeringszaak- Heijn, maar ook bij het opsporen van de meer 'dagelijkse' criminaliteit begint misdaad-analyse een steeds belangrijker rol te spelen. De Amsterdamse politie is daarmee op dit moment het verst en boekt er regelmatig succesjes mee. Het rechercheteam in de ontvoerings- zaak-Heijn heeft diverse verdachte cri minele groepjes volledig in kaart ge bracht. Op grond van alle beschikbare gegevens is van iedere bende een sche matisch overzicht gemaakt. In één oog opslag is duidelijk welke mensen een groep vormen en waarmee die groep zich bezighoudt. De schema's laten verder zien welk verband er bestaat met andere criminele activiteiten. Voor het begrijpelijk houden van de informatie zijn de gevisualiseerde over zichten van groot belang. Het bespaart de rechercheurs veel lees- en naslag werk. Dank zij een dergelijke schemati sche voorstelling vallen ook de ontbre kende of onderbelichte gegevens sneller op. Dan weten de speurders meteen wel ke aanvullende informatie ze nog moe ten zien te achterhalen. In de zaak-Heijn houden vier recher cheurs zich onophoudelijk met dit werk bezig. Ze lezen alle rapporten, proces sen-verbaal en tipformulieren. Vervol gens sorteren ze de gegevens en zetten die keurig op een rij. Samen met gedragsdeskundigen, psy chologen en neerlandici hebben de mis daad-analisten van het', rechercheteam een profiel gemaakt van de mogelijke ontvoerders van Gerrit Jan Heijn. Zo kon uit een aantal dingen die de ontvoer ders deden of juist nalieten, worden ge concludeerd dat zij zich eerder schuldig moeten hebben gemaakt aan roofover vallen of andere vermogensdelicten. Betrouwbaar Het overzichtelijk maken van gege vens gebeurt niet alleen in een groot en gecompliceerd recherche-onderzoek. Juist bij de bestrijding van de meer 'da gelijkse' vormen van criminaliteit spelen de analisten een belangrijke rol. Als in een buurt of streek veel straatroof voor komt, zijn ze op een gegeven moment in staat een betrouwbare voorspelling te doen over de dag, het tijdstip en de plaats waarop het weer raak zal zijn. De korps chef kan dan passende maatregelen ne- Misdaad-analyse is in ons land een ta melijk nieuw verschijnsel. De gemeente politie van Amsterdam is momenteel het verst gevorderd. Op het hoofdbureau is een snel groeiende afdeling actief, die nu al uit dertien man bestaat. Het werk ter ondersteuning van de recherche blijkt steeds waardevoller. Dat wordt ook lan delijk onderkend. Na een cursus van de Amsterdamse politie op de recherche school in Zutphen gaan binnenkort de politiekorpsen van Rotterdam, Utrecht en Arnhem over tot oprichting van een bureau misdaad-analyse. Hoofdinspecteur Peter Slort en in specteur Peter Holla zeggen dat er tegen woordig zoveel werk op de politie af komt dat ze niet meer achter iedere tas jesdief kan aangaan. En er worden op de verschillende bureaus zoveel aangiften gedaan dat vaak de politie door de bo men het bos niet meer ziet. Maar doordat wij alle aangiften uit heel Amsterdam on der ogen krijgen, de gegevens uitsplitsen en met elkaar proberen te koppelen, kan ineens blijken dat op een bepaalde plek steeds weer opnieuw een overval plaats vindt. Dan kan je met een speciaal team wel achter de tasjesdieven aangaan". Succes Het bureau misdaadanalyse had daar mee onlangs succes in de rosse buurt van Amsterdam. Op grond van analyses wer den rechercheurs 's middags op pad ge stuurd om te posten in een klein straatje. Ze konden op heterdaad drie mannen pakken die onder bedreiging van een wa pen wandelaars wilden beroven. Slort: „Zie je, we zijn in staat om genuanceerde uitspraken te doen over de kans dat er iets gaat gebeuren. Dat bespaart de poli tie een hoop tijd". Holla voegt er aan toe dat meestal al leen kan worden voorspeld wat waar te gebeuren staat. „Het is dus niet zo dat een dader een vast patroon heeft. Een straatrover uit een heel ander deel van de stad kan zich plotseling op de door ons aangewezen plaats vertonen. Die heeft dus pech". Het bureau misdaad-analyse wil er ook voor zorgen dat politiediensten niet langs elkaar heen werken. „Een moord in de Bijlmer kan heel goed te maken hebben met drugshandel elders. Het is onze taak om die verbanden te leggen en de betrokken politie-afdelingen met el kaar in contact te brengen". Als het goed is, zouden met behulp van het bureau misdaad-analyse meer delic ten en misdrijven opgelost kunnen wor den. Maar cijfers die dat aangeven, zijn niet beschikbaar. Slort en Holla doen ook geen moeite te verhullen dat het sys teem nog lang niet perfect werkt. Het is nog maar in de opbouwfase. Preventie Slort: „Veel hangt ook af van de be reidheid van de mensen om aangifte te doen. En dan moet je ook nog maar af wachten of het waar is wat de getuigen zeggen. Het is bijvoorbeeld ontzettend moeilijk, zelfs voor politiemensen, om een goed signalement te geven. Je moet niet gek opkijken als de ene getuige zegt: de dader was blank, terwijl de andere volhoudt dat het om een neger ging. We hebben meegemaakt dat we na het horen van de getuigen moesten kiezen uit twaalf verschillende hoofddeksels die de dader zou hebben gedragen". Maar de ervaring leert dat mensen be reid zijn aangifte te doen als ze merken dat de politie serieus bezig is een pro bleem aan te pakken. Een 'beroverspro- ject' in de Bijlmermeer kon op die ma nier met succes worden afgerond. De da ders werden gearresteerd. Slort en Holla stellen dat door hun werk ook beter aan misdaadpreventie kan worden gedaan. „We kunnen bij voorbeeld winkeliers waarschuwen voor de een of andere trend in overvallen. Soms blijkt dat het al voldoende is om de verlichting in een straat te verbeteren, waardoor daar minder gemakkelijk een straatroof kan worden gepleegd". Ze zeggen niet de illusie te hebben dat door hun arbeid de misdaad wordt terug gedrongen. „Misdaad is een sociaal ver schijnsel. Excessen in bepaalde gebie den kan je te lijf gaan, maar vroeg of laat komt het ergens anders weer boven. En je krijgt ook steeds meer verschuiving. Als ze zwaar beveiligde banken niet meer binnenkomen, zoeken de crimine len minder beveiligde bedrijven". Slort en Holla werken niettemin en thousiast aan de opbouw van hun afde ling. „Wij werken puur voor Amsterdam. Maar we merken nu al dat iets dergelijks ook landelijk moet worden opgezet. Het ligt voor de hand dat sommige dader- sgroepen door het hele land werken. Door de informatie te bundelen en te analyseren zijn die criminelen sneller te pakken". WEERT SCHENK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 31