De missie van de 'rode' Dior Op zoek naar de tiende planeet Gevoel voor schoonheid, daar heeft het in Rusland jaren aan ontbroken Pluto heeft poolkappen EXTRA op maandag "De Russische vrouw heeft van nature een mooi gezicht. Open. eerlijk, met volle wenkbrauwen. Maar ze heeft helaas niet geleerd om er iets mee te doen. Het begrip schoonheid, een gevoel voor estetiek, dat heeft hier veie, vele jaren ontbroken in dit land. Om dat besef, dat een vrouw in haar totaliteit verandert als ze een mooie jurk met smaak weet te dragen, bij de mensen te laten doordringen besta ik op deze aarde. Het is niet meer en niet minder dan een missie." door Alexander Munninghoff Zajtsev laat zich vooral inspireren door de Russische folklore en dan kan hij nog wel enkele jaren vooruit. (foto anp> "En omdat ik daar mijn hele leven naar heb gestreefd, kun je zeggen dat ik abnormaal ben. Een ander zou eraan kapot gegaan zijn: al die tegenwerking van de bureaucra ten, dat gevoel datje nooit een stap verder komt. Maar ik heb vijfen twintig jaar geleden, toen ik van het instituut afkwam, met mezelf afgesproken dat ik hoe dan ook mijn doel zou bereiken. En nu, in deze nieuwe tijd, is het dan einde lijk zover. Ik houd drie shows per week, de mensen komen erop af, praten erover en overschrijden die drempel naar het accepteren van schoonheid. En uiteindelijk, daar ben ik van overtuigd, zal dat tot een betere wereld leiden". De man die zo gedreven spreekt is Vjatsjeslav Zajtsev, Slava voor zijn vele vrienden in de Sovjetunie en sinds kort ook in het Westen. Druk bewegend, meer huppelend dan lopend, razendsnel sprekend en gezegend met een verfrissende bonhomie is deze onbetwiste mo dekoning van Moskou een van de meest overtuigende ambassadeurs van Perestrojka-land. Dat hij dezer dagen vijftig wordt is hem bepaald niet aan te zien: in zijn dynamiek en zijn aanstekelijk enthousiasme is hij hartverwarmend kinderlijk. En zijn shows, die vaak een menge ling zijn van slapstick, cabaret en modedemonstratie, ademen ook die geest. Het gesprek heeft plaats in de be- hagelijke koffiebar van het geheel door Zajtsev zelf opgeknapte „Dom Mody" aan de Vredespros- pekt in het noorden van Moskou. Het gebouw geeft al aan waar het bij Zajtsev om gaat: fris, kleurrijk, aantrekkelijk. Hij vertelt me, dat hij vijf jaar geleden, toen hij hier begon, een soort grauwe fabrieks hal aantrof. Dat geloof ik graag: een huis verder op de Vredespros- pekt begint die smoezeligheid al immers weer. Het „Dom Mody" springt er in het straatbeeld werkelijk uit. En dat geldt ook voor de vrouwen die het atelier van de „rode Dior", zoals Slava wel wordt genoemd, verlaten. Zijn creaties zijn veelzijdig: niet echt avant-gardistisch (dat laat hij aan zijn zoon Igor over), maar soms toch wel gedurfd en in elk geval qua kleur in het oog springend. Hij heeft een passie voor wit - de kleur van het feest, zoals hij zegt. Jam mer, dat je na de volgende straat hoek al niets meer merkt van al die mooie kleren van u, zeg ik. Russische Burda „Onze vrouwen zijn nog huive rig", geeft Zajtsev toe, ,je moet niet vergeten, dat wij pas sinds re latief korte tijd een objectieve si tuatie -hebben, zoals Lenin dat noemde, die de aandacht voor het uiterlijk in dit land mogelijk maakt. Wie honger heeft bekom mert zich niet om kleren, maar om brood. En die situatie is nu veran derd. De meeste mensen hier heb - Maar die Burda is nauwelijks te krijgen. En is het niet zo, dat u ei genlijk voor een elite werkt? Hoe kan een Sovjet-vrouw die 160 roe bel per maand verdient bij u een jurk van honderd roebel kopen? Zajtsev veert geagiteerd op: „Het is hier geen elite. Nee, echt niet. Dat wordt steeds geschreven, maar het is beslist niet zo en het is ook nooit zo geweest. Wat ik maak is voor iedereen. Ik ben geen Courrè- ges of Paco Rabane die alleen maar in een artistiek idee geïnteresseerd is, dat hooguit door een enkele ex travagant gedragen zal worden. Voor die houding is er in deze Sov jet-maatschappij geen plaats. Ik ben iemand die vrouwen aankleedt en daarbij wel degelijk rekening houdt met de beurs van de Sovjet vrouw. Ik zeg ook altijd: koop een paar klassieke modellen van goede kwaliteit en een mooie kleur en probeer daar dan met kleine acces ben nu een woning, ze leven nor maal en gaan met vakantie. En dus krijgen ze het besef, dat hun leven nog aangenamer kan worden als ze ook wat aan hun kleren gaan doen. Daarbij komt, dat de kennis om trent mode aan het verbreden is. Er is meer contact met buitenlanders, er zijn films, er komt meer infor matie. Een blad als Burda, dat sinds kort op de Sovjet-markt in een Russische uitgave verschijnt, draagt sterk bij tot het ontwikke len van het modebewustzijn van onze „Het is waar, ik ben duurder dan het warenhuis aan de overkant. Maar ik lever kwaliteit die vele ja ren bruikbaar blijft. En de vrou wen beginnen dat te beseffen en leggen er geld voor opzij. Inder daad, er komt hier publiek uit de sfeer van de partijtop. Maar ik heb ook vrouwen uit de fabrieken en de Sovchozen onder mijn klanten. En mannen niet te vergeten. Voor al de beoefenaars van beroepen waarin veel omgang met andere mensen vereist is hebben mij nu ontdekt: artiesten, advocaten, dok toren, geleerden. Het besef dat het hele leven, onze maatschappij in haar totaliteit, aan kwaliteit wint als mensen hun uiterlijk verzorgen begint nu post te vatten, omdat ik daar steeds over spreek. En echt, de mensen worden er gelukkiger door". Erkenning „Vooral de vrouwen, onze hard werkende Russische vrouwen met al hun zorgen die veel groter zijn dan in het Westen. Ik heb enorme achting voor ze, ik houd van ze en ik wil ze helpen. En zij begrijpen me. In de metro - ik heb geen auto, geen privileges, geen valuta, ik ga gewoon voor vijf kopeken met de metro naar huis - in de metro dus, word ik geregeld herkend en staan de gehouden. 'Bedankt dat u be staat', zei gisteren nog een vrouw tegen me. En even later een al wat oudere man: 'Kameraad Zegtsev, hartelijk dank voor alles wat u doet'. Dat is voor mij een geweldi ge beloning, want erkenning, dat is met geen geld te koop". Zajtsev laat met enige trots een sjiek, zwart kaartje zien dat met sierlijke gouden letters meldt, dat het 'House of Zaitsev' vestigingen heeft in New York, Moskou en San Francisco. „Ik heb me ruim twintig jaar lang nooit voor de commercië le kant van mijn werk geïnteres seerd", zegt hij, „maar dat gaat nu veranderen. Ik ga nu zaken doen met de Amerikanen. Het moest er eens van komen. Al in het begin van de jaren '70 schreef de vakpers in het Westen, dat ik van de leiders van de wereldmode was. De Ame rikanen kochten mijn ideeën op voor harde valuta - ikzelf kom niet actief op de wereldmarkt optreden. Ik ben toen naar het Kremlin ge Ter gelegenheid van het verschijnen van de Russische Burda werd in Moskou een grote modeshow gegeven. Het modeblad is echter maar mondjesmaat verkrijgbaar, zodat het nog een hele tijd zal duren voordat het gemeen goed is onder de zelfmaaksters. (foto ap> gaan en heb daar tegen Kosygin gezegd, dat ik mijn talent in dienst van het land wilde stellen en dat het goed zou zijn voor het image van de Sovjetunie als ik naar bui ten kon. Hij zegde me zijn steun toe, maar door het getraineer van de ambtelijke subtop is daar ten slotte niets van terecht gekomen". Nodeloze problemen „De bureaucraten hielden, toen puntje bij paaltje kwam, de boot af. En misschien was de tijd er ook nog niet rijp voor, misschien was die objectieve situatie waarover ik zoëven sprak er nog niet. U moet zich voorstellen, dat alles door de ambtelijke molen de nek werd om gedraaid. Bijvoorbeeld: ik hoor als couturier bij de dienstverlenende sector. De textielfabriek, waar ik mijn stoffen betrek, hoort evenwel bij de afdeling lichte industrie. Dat betekende, dat ik nooit ter plekke in de fabriek de kwaliteit van de door mij bestelde stoffen mocht controleren, want die twee secto ren hadden niets met elkaar te ma ken. Een volstrekt kunstmatige, willekeurig bedachte bureaucrati sche hinderpaal die mij evenwel een hoop nodeloze problemen heeft opgeleverd. Maar nu is dat voorbij. Gorbatsjov wil dat gehan nes doorbreken en al zal hij er nog wat tijd voor nodig hebben, het zal hem wel lukken, ik ben nu een maal een optimist. En in mijn ei gen werk merk ik al, dat ik steun van bovenaf krijg. Ik ga nu zelf naar de Oktjabr-fabriek en zoek de stof uit die voor wat ik wil maken het meest geschikt is". Voor zijn komende concurrenten op de internationale markt is Zajt sev niet bang. „Ik ken die wereld nog niet goed. Per slot van reke ning ben ik nu pas voor het eerst in het Westen geweest, vorig jaar in Amerika nu in München. Ik spreek geen Engels of Frans, en ik heb geen behoorlijke informatie over wat zich elders op de wereld op modegebied afspeelt. Abonnemen ten op de Westerse modebladen heb ik niet, ik krijg af en toe via reizigers wat in handen, meer niet. Dat betekent automatisch, dat ik niet met argusogen volg wat de concurrentie doet. Ja, ik heb wel mijn voorkeuren: Valentino, St. Laurent, Dior, Cardin, Claude Montana, Sonia Rykiel. Maar ik houd me gewoon bij mijn eigen stijl. Inspiratie put ik voor een groot deel uit de Russische folklo re. Een rijke, gevarieerde bron. En u merkt, het slaat aan in het Wes ten. Ja, ik weet wel, dat sommigen zeggen dat het maar voorbijgaand is, dat er nu even een snobistische belangstelling bestaat voor die eer ste exotische Sovjet-couturier en dat dat snel over zal zijn. Maar ik denk dat het anders zal lopen. Want er is niemand zoals ik, op de hele wereld niet". WETENSCHAP Voor zover we thans weten telt ons zonnestelsel negen planeten waarvan er zes duidelijk met het blote oog zichtbaar zijn. Die zes - Mercurius, Venus, Aarde Mars, Jupiter en Saturnus - waren dan ook al in de oudheid bekend. In 1781 werd de zevende planeet, Uranus, gevonden en in 1846 ontdekte de Duitse astronoom Galle op aanwijzingen van de geniale Franse wiskundige Leverrier Neptunus. Het zou tot 1930 duren voordat de negende planeet, Pluto, werd gevonden. door Ben Apeldoorn Sedert die tijd vraagt men zich af of er buiten Pluto's in het zonne stelsel nogal merkwaardig gelegen baan niet nóg een planeet voor komt. De ontdekking van Pluto was al een monnikenwerk op zich want het planeetje is bijna 10.000 maal zwakker dan een nog maar net met het blote oog zichtbare ster. Dat was dus met recht zoeken naar een naald in een hooiberg. Met een eventueel bestaande tiende planeet zal dat in nog veel sterkere mate het geval zijn. De enige hoop van de sterrenkundi gen is dat de kandidaat groter is dan Pluto en dus meer licht van de zon zal terugkaatsen. Maar aange zien hij op een minstens tweemaal grotere afstand als Pluto van de zon moet staan zal de tiende pla neet waarschijnlijk toch een nog zwakker hemeliichtje zijn dan Plu to. Pluto staat op een gemiddelde afstand van zes miljard kilometer van de zon, wat 40 maal zo groot is als de afstand aarde-zon. De tiende planeet zou zich dus op zo'n twaalf miljard kilometer afstand van de zon moeten bevinden. Plutobaan Maar al is de tiende planeet nog nooit gezien, er zijn wel aanwijzin gen dat er 'iets' buiten de Pluto baan moet zitten. Aanwijzingen die men meent te hebben gevonden aan de hand van de bewegingen van Uranus en Neptunus sedert hun ontdekkingen in 1781 en 1846. Die aanwijzingen liggen besloten in het simpele feit dat iets dat mas sa heeft ook zwaartekracht, gravi- tatiekracht, heeft. De gravitatie- kracht van de zon dwingt de plane ten in een baan om diezelfde zon, maar de bewegingen van de plane ten zelf zijn voortdurend onderhe vig aan onderlinge storingen van eikaars gravitatiekrachten. Storin gen die overigens alleen maar te meten zijn met heel precieze meet- instrumentjes in grote telescopen. Door dergelijke storingen in re kening te brengen, een enorm in gewikkeld wiskundig proces, kan men precies voorspellen waar een bepaalde planeet zich over bijvoor beeld tien of vijftig jaar bevindt. Zo bepaalde Leverrier uit de afwijkin gen in de Uranusbaan waar Neptu nus op zekere nacht moest staan; voor die tijd een ongehoorde pres tatie! Het opsporen van de tiende pla neet lijkt dus eenvoudig: ga de sto ringen die de planeet Pluto onder vindt na en voorspel daaruit waar de tiende planeet aan de hemel moet staan. De moeilijkheid is ech De negende planeet van ons zonnestelsel, Pluto, heeft zoals al werd ver moed poolkappen van methaanijs en een zeer ijle atmosfeer. Dit blijkt uit bewerking van de gegevens van de IRAS die in 1983 metingen deed in het infrarode licht. In het Amerikaanse tijdschrift Science doen onderzoe kers van de universiteit van Arizona verslag van hun bevindingen. Al eerder speculeerden de deskundigen dat de geleidelijke teruggang in helderheid van Pluto als hij de zon nadert, zou kunnen worden veroor zaakt door smeltende poolkappen. Pluto staat maximaal 7375 kilometer van de zon en minimaal 4425 miljoen. Het verschil in ontvangen warmte gedurende de omloopstijd van bijna 248 jaar is dus aanmerkelijk. De IRAS, waarmee temperaturen kunnen worden gemeten, bevestigt het vermoeden. Pluto heeft twee heldere poolkappen en een donkere band langs de evenaar. Het effect is ook vanaf de aarde zichtbaar doordat de planeet „op zijn kant" ligt: de evenaar maakt een bijna rechte hoek met het baanvlak. De dichtheid van de methaanatmosfeer is zeer gering - overgebracht op aardse omstandigheden zou het betekenen dat wij hier slechts tien meter lucht boven ons hadden in plaats van enkele tientallen kilometers. De atmosfeer van Pluto is eveneens van methaan ("aardgas"). (foto gpoi ter dat Pluto pas 57 jaar geleden ontdekt is en in die tijd nog geen kwart van zijn 250 jaar durende baan om de zon heeft afgelegd. Het is dus nog te vroeg om een be trouwbare uitspraak te doen hoe Pluto precies wordt gestoord door een verder weg gelegen hemelli chaam. Met de planeten Uranus en Nep tunus die sedert hun ontdekking al ruim 200 jaar (Uranus) en 140 jaar (Neptunus) worden waargenomen is dat wat anders. Sedert zijn ont dekking heeft Uranus al bijna drie volledige omlopen rond de zon vol bracht (Neptunus bijna één) en dat is voldoende om storingen nauw keurig in kaart te brengen. Te weinig massa Het blijkt inderdaad dat beide planeten onregelmatigheden in hun beweging vertonen die alleen maar verklaarbaar zijn door aan te nemen dat er 'iets zwaars' buiten de Plutobaan staat. Pluto zelf heeft, zo leerde recent onderzoek, veel te weinig massa om de waar genomen storingen te kunnen ver oorzaken. Behalve het bestaan van een tiende planeet hebben onderzoe kers nog twee alternatieven aange dragen waarmee de waargenomen storingen kunnen worden ver klaard. De eerste is al jaren geleden ter sprake gekomen: de zon zou een verre sterachtige begeleider hebben die eens in de zes, dertien of 26 miljoen jaar een langgerekte baan beschrijft waarin hij relatief dicht bij de planeten kan komen. Die sterachtige begeleider, 'doemster' of ook wel Nemesis (de godin van het onheil) genoemd, zou volgens sommige geologen en paleontologen verantwoordelijk zijn voor het regelmatig en massaal uitsterven van flora en fauna op onze planeet. Nemesis brengt bij elke omloop steeds zulke storingen teweeg in de kometenwolk die ons zonnestelsel omgeeft dat de kans op botsingen met planeten groter is dan normaal. Het tweede alternatief is de al ge noemde kometenwolk waarvan de aanwezigheid al een hele tijd gele den is voorspeld door de Leidse sterrenkundige prof. dr. J.H. Oort. Volgens Oort wordt ons zonnestel sel door een uitgestrekte 'wolk' ko- metenkoppen ('Oort's Cloud' is voor elke sterrenkundige over de gehele wereld een overbekend be grip) omgeven, zoiets als een zwerm bijen om een korf, en zo af en toe raakt zo'n komeet in de buurt van de planeten waar hij met telescopen of zelfs met het blote oog vanaf de aarde zichtbaar kan worden. Komeetkoppen Zolang al die kometen betrekke lijk regelmatig verdeeld zijn zullen storingen welhaast miniem zijn. Als er echter ergens zoiets als een klomp kometen zit, dus veel meer kometenkoppen bij elkaar dan el ders, dan kunnen meetbare storin gen in de banen van onze buiten planeten daarvan een gevolg zijn. Een tiende planeet, een doem ster of een kometenklomp; zeker heid voor één van de drie is er niet. Maar hoe dan ook, ergens moeten toch die storingen in de bewegin gen van Uranus en Neptunus van daan komen. John Anderson, verbonden aan NASA's Jet Propulsion Laborato ry, is echter heel sceptisch over het bestaan van één van de drie moge lijke oorzaken van de storingen. Hij zoekt de storingen dan ook niet niet bij planeten. Hij maakt dank baar gebruik van het feit dat NASA nog steeds luistert naar de in 1972 en 1973 gelanceerde ruimtevaart tuigjes Pioneer-10 en -11. De Pio neer-10 was de eerste aardse sonde die de reuzeplaneet Jupiter van na bij fotografeerde; Pioneer-11 foto grafeerde zowel Jupiter als Satur nus van 'nabij'. Omdat beide ruimtesondes nog steeds functioneren en metingen van het ijle gas in de ruimte en van magnetische velden overseinen naar de aarde, wordt nog steeds ge luisterd naar dat haast niet meer te horen 'gefluister' waarmee gemeld wordt hoe de omstandigheden zijn daar in die ongekende verte. Pio neer-10 is nu verder van ons ver wijderd dan de planeet Pluto en zou zo langzamerhand onder dë in vloed moeten komen van die sto rende en nog steeds onzichtbare massa in de verte. Radiogolven John Anderson kijkt daarom of de Pioneers langzaam versneld worden in de richting van een eventueel objekt en hij gebruikt daarbij het door de Pioneers uitge zonden signaal dat een heel precie ze frequentie heeft. Zouden de Pio neers ook maar heel weinig door een onbekend objekt worden aan getrokken, dan zou dat onmiddel lijk blijken uit de binnenkomende radiogolven die daardoor iets 'langgerekter' tot ons zouden ko men (dit verschijnsel staat bekend als het Doppler-effekt). Ofschoon Anderson vijf jaar ge leden met dit werk is begonnen, heeft hij nog steeds geen invloed van een ver onbekend objekt op beide ruimtevaartuigen kunnen vinden. Dat lijkt de doodsteek voor de tiende planeet, de doemster of de komeetklont. Dit fotopaar vormde zevenenvijftig jaar geleden de eventuele tiende planeet kunnen worden gevonden. Bob Harrington van het U.S. Na val Observatory laat zich hierdoor niet uit het veld slaan: „De storin gen in de beweging van Uranus en Neptunus hebben betrekking op een lange periode vóór 1910. De tiende planeet zou dus heel goed enkele malen zwaarder kunnen zijn dan de aarde en een baan door lopen die onder een grote hoek met het vlak van de planeten staat. De omlooptijd zou ongeveer 800 jaar bedragen, dus eens in de zo veel tijd staat hij betrekkelijk dicht bij Uranus en Neptunus. De laatste keer dat dat gebeurde was in die periode vóór 1910. Zijn invloed is nu niet meer merkbaar, ook niet voor de Pioneers.' Harrington heeft zelfs al ruwe berekeningen gemaakt waar de tiende planeet zou moeten staan, maar de resultaten houdt hij nog geheim. Wel wil hij kwijt dat de tiende planeet nu alleen maar van af het zuidelijk halfrond zichtbaar is, als je tenminste weet waar je, met een grote telescoop, moet zoe ken. Pluto. Op dezelfde wijze i Bob Harrington heeft zoveel ver trouwen in zijn beweringen dat hij een privé-telescoop op een heuvel in Nieuw-Zeeland heeft gestatio neerd. Het vorige jaar maakte hij daarmee vier foto's met lange be lichtingstijden van dat deel van de hemel waarin de tiende planeet, volgens Harrington, zich zou moe ten bevinden. Er waren honderd duizenden sterren op de negatie ven te zien, maar geen tiende pla neet. Harrington is echter optimis tisch; dit jaar vervolgt hij zijn speurtocht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 7