'Betrokkenheid is er echt'
Ron Brandsteder over in glitter verpakte tv-actie
Harrison pakt
verrassend uit
Harde klappen
komen niet aan
De slippers aan
voor luie bui
Kippevel van
een prachtplaat
Verkeerde gok 'Hedda Gabler'
Fraaie raadsels Brandtheater
LEST met mooie Pinter
POP
ZATERDAG 5 DECEMBER iy«7
KUNST
PAGINA 33
Ronnie-honey wordt hij al
gekscherend genoemd. Mr.
Showbizz, Ron Brandsteder
(37) is spraakmakend bezig
met zijn Honeymoonkwis.
Hij wordt getipt als de
kandidaat voor de
Televizierring met zijn
nieuwste spelprogramma,
dat zich wekelijks mag
verheugen in een hoge
kijkdichtheid.
Mr. Showbizz en zegt
dezelfde zorgen te hebbeb
als miljoenen andere
Nederlanders. Centraal
staat zijn gezin, dat alles
voor hem betekent en
waaraan hij graag zijn
carrière ondergeschikt
maakt.
door
Peter Contant
HILVERSUM (GPD) - De asbak
wordt gestaag voller in het kleine
werkvertrek van Ron Brandsteder
in de Aalsmeerse studio van Joop
van den Ende. De inrichting is
summier: een paar stoelen en een
bankje, alsmede een bureau.
Brandsteder zit op z'n praatstoel.
Uitgebreid zoekend naar woorden;
bij vlagen is hij filosofisch, vooral
als het gaat om de liefdadigsheids-
actie, waaraan zijn Honymoonkwis
gekoppeld is. Minutenlang praat
hij erover. Het uitbundige gescha
ter, op de buis veelvuldig te horen,
blijft achterwege.
Mr. Showbizz wrijft zich af en toe
uitgebreid in de ogen. De prijs van
te weinig slaap en te lange dagen.
Werkuren van 's ochtends zeven
tot twaalf uur 's nachts zijn niet uit
zonderlijk bij de zelfstandig produ
cent. In het kielzog van de Van den
Ende-dynamiek wordt Brandste
der meegesleept. Hij merkt dan
ook subtiel op: „Als je er gevoelig
voor bent, kun je hier behoorlijk
mesjogge worden."
Zelf heeft hij daar weinig last
van. Want de persoon Van den En-
de en de sfeer daar omheen spre
ken hem aan. „De laatste tien jaar
heb ik een vak geleerd, maar uit
eindelijk heb ik de laatste twee jaar
bij Joop van den Ende het meest
opgestoken." In dat gedreven Van
den Ende-stramien draait het idool
mee. Naar volle tevredenheid.
Want zoveel ambities heeft hij niet.
En hij hoeft ook niet zonodig naar
het buitenland. Een goede, positie
ve werksfeer en een fijne club men
sen om mee te werken vindt hij
veel belangrijker. „En," zegt
George Harrison
'Cloud nine' - (Dark Horse Re
cords).
Weten die lui dan nooit van op
houden? Terwijl Paul McCart
ney druk doende is met een uit
gekookte kerstsingle de jeugd
van acht tot tachtig in te pakken,
lanceert George Harrisori na een
bezinningsperiode van vijf jaar
een doorrijpt album dat tot de
beste solo-verrichtingen uit het
post-Beatles-oeuvre mag wor
den gerekend.
In de hoogtijdagen van de Fab
Four hing hij er ogenschijnlijk
een beetje bij. Maar menigeen
wist wel beter. Zijn smaakvolle,
bijzonder goed uitgewerkte, en
bovenal to the point gearrangeer
de gitaarsoli hebben van meet af
aan een zeer nadrukkelijk stem
pel gedrukt op The Beatles. Har
risons gitaarwerk in 'All my lo
ving' en 'Something' zijn - om
een breed tijdsbestek te over
bruggen - slechts enkele, maar
treffende voorbeelden van zijn
muzikale inzicht.
Eenmaal weer op eigen benen
heeft het hem nooit zo willen luk
ken. Hij was niet zo'n werkbijtje
als McCartney en miste de gedre
venheid van Lennon. Maar zie,
een min of meer toevallige ont
moeting met ELO-voorman Jeff
Lynne heeft geleid tot een boei
end samenwerkingsverband
waarvan we in de nabije toe
komst stellig meer zullen horen.
'Cloud nine' is allereerst een
subliem geproduceerde plaat
(dat is dus dubbel smullen op
CD) vol pakkende melodielijnen
en doordacht songmateriaal dat
weliswaar nergens echt geniaal
is, maar wel vrijwel zonder uit
zondering een dikke acht ver
dient. En daarbij komen dan nog
de sierlijke gitaarduels die hij
beurtelings uitvecht met mede
producent Jeff Lynne en boe
zemvriend Eric Clapton. Om nog
maar te zwijgen van de talrijke
stijlvarianten die deze lp ken
merkt: stevige rock, ingetogen
ballades, een hit ('Got my mind
set on you'), en als klap op de
vuurpijl een geslaagde grap die
verwijst naar zijn BeatleS-perio-
de ('When we was fab'), compleet
met Tm the Walrus'-drumlijnen
(Ringo Starr) en 'Strawberry
Fields'-strijkers.
Brandsteder met nadruk, „ik heb
daarom ook helemaal niet zo de be
hoefte om voor vol te worden aan
gezien."
Maar wat doet Brandsteder met
een opmerking als zou z'n Honey-
moonkwis bij vlagen veel weg heb
ben van de laatste reeks shows, die
wijlen Willem Ruis maakte?
Brandsteden „Er zijn eigenlijk
maar tien basisspelletjes in de we
reld van spel- en kwisshows. Elk
programma, dat zogenaamd een ei
gen profiel heeft, is hiervan afge
leid. Vandaar, dat al die spelpro-
gramma's erg veel op elkaar lijken.
Het draait om kandidaten, prijzen
en tijd. Alles is eigenlijk al uitge
probeerd. Het blijft daarom altijd
zoeken naar een formule, waarin
een specifieke sfeer en een op zich
zelf staande spanning zit, zonder
nu meteen naar een ander spelpro
gramma te kijken."
Acties
Amusement koppelen aan een ac
tie, zoals nu gebeurt ten behoeve
van Jantje Beton; in hoeverre kan
dat? En doet dat de presentator
persoonlijk nog watof ontbreekt
elke affiniteit hiermee?
Brandsteder: „In TROS-Aktua
zou je natuurlijk uitgebreider aan
dacht kunnen vragen voor de pro
blematiek van die kinderen dan in
dit amusementsprogramma. Feit
is, dat daar minder mensen naar
kijken. En als je er van uit gaat, dat
het doel de middelen heiligt, is het
gerechtvaardigd een dergelijke ac
tie te ondersteunen op wijze zoals
het nu gebeurt. Maar we zouden de
fout ingaan als we die actie zo beet
zouden pakken, dat het doel mid
del zou worden."
„Die betrokkenheid van mij, die
Kortom, een plaat waarvan je
langzaamaan steeds meer gaat
houden. De gedachte dringt zich
overigens op wat de mensheid te
wachten zou hebben gestaan als
het roemruchte viertal op dit ni
veau nog steeds actief zou zijn. Ik
waag een conclusie: alle verering
van de Princen en de Madonna's
zou tot haar juiste proporties zijn
teruggebracht.
W.S.
Dalbello
•She' (EMI)
Drie jaar geleden passeerde
'Whomenfoursays' vrijwel onop
gemerkt ons land. Dat was de
tweede plaat van de Canadese
Lisa Dalbello, die daarmee op
slag geen tienersterretje meer
was. Samen met ex-Bowie gita
rist Mick Ronson deed ze alles
is er echt. Ik heb mezelf als vader
van twee kinderen bewust in deze
kwestie verdiept. Ik heb kinderen
gezien en gesproken voor wie de
actie gevoerd wordt. Je stuit bij die
jeugdigen dan op een soort geeste
lijke armoede. Kinderen, die het
materieel wel goed gaat; ze hebben
allemaal Nike-schoenen... Voor de
rest is er niks. Op wezenlijke basi
selementen stoelt hun leven niet.
Het is ook een armoede waarvoor
veel van deze kinderen zich scha
men. Je zou de brieven eens moe
ten lezen, die wij ontvangen heb
ben. Dossiers vol ellende."
„Het is misschien wel ongebrui-
kelijk, dat dit soort maatschappe
lijke ontwikkelingen in een amuse
mentsprogramma naar buiten
moeten komen. Maar het zou mij
enorm veel plezier doen, als dank
zij die show iets voor deze groep
kinderen gerealiseerd wordt. Het
geeft mij in elk geval een extra sti
mulans om me juist daarvoor in te
zetten."
Brandsteder spreekt de taal van
alle maatschappelijke lagen en ge
draagt zich in elke vaderlandse so
ciale cultuur naar de daar geldende
zeden en gewoonten.
Het imago van de snelle jongen,
met de sexy look, de romantische
uitstraling, die het idool is van zo
wel moeder als dochter, roept zelfs
enige kriegeligheid bij hem op.
„Dat zogenaamde idool-zijn vind ik
niet zo verheffend. Het is een uit
vloeisel van mijn werk. Vergelijk
baar met een arts die wel eens
weekenddienst heeft of met een
boer, die nooit met vakantie kan.
Iets anders is, dat je altijd met je
werk geconfronteerd wordt. Of je
nou in de file staat of ergens een
pakje sigaretten haalt. Je komt
nooit meer ergens anoniem bin
nen. Ik loop hier de deur uit, naar
zelf: musiceren, arrangeren en
produceren.. Het resultaat was
zeer overtuigend.
De opvolger liet heel lang op
zich wachten. Als Dalbello al iets
van zich liet horen, dan waren
dat dubieuze berichten: ze ver
taalde voor het Duitse zangeresje
Nena liedjes in het Engels,
schreef muziek voor de film '9'/^
weeks' en Queensryche en Heart
zetten songs van haar op de
plaat. Twee jaar geleden kwam
ze naar ons land voor een paar
optredens, bijgestaan door een
bende huurlingen, vier rauwdou
wers die haar muziek vakkundig
om zeep hielpen.
Waren de verwachtingen niet
temin te hoog gespannen? Hoe
dan ook: 'She' valt tegen. Het re
cept ervan vertoont veel over
eenkomsten met dat van de voor
ganger. Ze zingt met sensuele
stem haar teksten over de onaf
hankelijke vrouw, maar
schroomt niet om soms een flin
ke keel op te zetten. Ook instru
mentaal heeft ze weer zo veel mo
gelijk de touwtjes in eigen hand
m'n auto toe en daar staan drie ke
rels aan de weg te werken. „Je kan
wel zien waar de centen blijven bij
de omroep," merkt er één op. Die
man weet niet eens, dat die auto he
lemaal niet van mij is; dat ik die in
bruikleen heb. Mijn werk ligt dus
voor de volle honderd procent in
de openbaarheid.
In het begin is zoiets leuk. Je ge
niet ervan. De populariteit. Later is
het niet zo leuk meer. Dan moét je
er voor waken dat je niet te geiso-
leeerd gaat leven. Aan de andere
kant: het is leuker als de mensen
roepen: „Hé Ronnie, wat gaat-ie
lekker" dan „waardeloos
Brandsteder".
„Ik zit nog niet aan m'n plafond.
Ik wil me daarom ook niet te veel
vastleggen aan het vak kwismas-
ter, al bevalt me dat op het ogen
blik prima. Ik ben een vrije vogel,
die van veelzijdigheid houd. Mis
schien ga ik me in de toekomst
meer richten op produkties; tek
sten schrijven vind ik ook leuk;
liedjes maken.
Ik ben zeer gelukkig nu. Ik hoef
niet koste wat het kost vooraan te
staan. Die ambitie heb ik niet meer.
Ik woon leuk in Breukelen. Casi
no's, daar hoef ik niet naar toe en
dure cruises daarvan houd ik ook
niet. Een beetje lachen en een goed
boek, dat vind ik veel belangrijker.
Alles hoeft ook niet te wijken om
de status die ik nu heb te behou
den. Financieel zou ik die kunnen
uitbuiten door in het weekend op
tredens in het land te verzorgen.
Maar dat doe ik niet. Ik treed liever
thuis op, bij m'n eigen gezin. Con
creet betekent het dat zo'n avondje
thuis me duizend gulden aan in
komsten scheelt. Maar dat geeft
aan, dat de carrousel voor mensen
in mijn positie veel te snel gaat
draaien."
gehouden: ze arrangeerde, pro
duceerde, speelde drums en toet
sen. Dat bepaalt voor een belang
rijk deel de aantrekkelijkheid
van de muziek. Ze kan zelf de
contrasten bepalen en deelt als
dat nodig is harde klappen uit.
Toch mist 'She' het raffine
ment van 'Whomenfoursays'. De
suggestie van diepgang gaat ver
loren in de meer gelikte instru
mentatie. Kennelijk was de in
breng van Ronson destijds van
veel belang en verkeert ze nu in
verkeerd gezelschap. Boven
dien: alle liedjes zijn minstens
een jaar oud en "Black on Black'
en 'Baby Doll' kennen we al van
een single, zij het in mindere uit
voeringen. Als er toch zo lang
over deze plaat is gedacht, waar
om dan niet meer tijd aan de af
werking besteed? Dalbello ver
dient het.
A.K.
Helen Watson
'Blue Slipper' (EMI)
Helen Watson is een vrouwelijke
debutant van boven de dertig, en
dat is een zeldzaamheid in de
popmuziek vandaag de dag. Ze
ker wanneer je in aanmerking
neemt dat haar grootste talent
schuilt in het songschrijven, en
dat ze - getuige de foto's op de
binnenhoes - aan de volslanke
kant is.
Het kan niet anders of het gaat
bij haar om de muziek, en ner
gens anders om. Diezelfde foto's
moeten duidelijk maken dat het
tijdens de opnamen in Los Ange
les een gezellige boel was. Tal
van Amerikaanse prominenten
droegen hun steentje bij, zoals
Bernie Leadon van de Eagles,
Steve Lukather van Toto en Bill
Payne, Paul Barrère en Richard
Hayward van het legendarische
Little Feat. Niemand minder dan
Glyn Johns deed de produktie.
Temidden van zoveel grote na
men mag het een klein wonder
heten dat het vakmanschap van
Helen Watson nog hoorbaar is.
Ze schrijft zeer verdienstelijke
songs, die soms een tikje naïef
klinken. Vocaal komt ze in het
tragere, jazzy repertoire het best
uit de voeten, maar de rockende
nummers klinken aanzienlijk
lekkerder. Dat is mede te danken
aan het hechte en sfeervolle mu
siceren. 'Rock myself to sleep'
heeft de onovertroffen Feats-
wing, het titelnummer modu-
LEIDEN - Livin' Blues is eigen
lijk bij toeval weer terug van weg
geweest. Na meer dan een decenni
um succesvol te zijn geweest, viel
de band een jaar of wat geleden ui-
telkaar. De verschillende leden be
sloten hun geluk bij andere bands
te beproeven. Of legden zich toe op
het spelen van sessies, zoals zan
ger/gitarist Nico Christiansen. En
dat leidde uiteindelijk tot de niet
meer verwachte heroprichting van
de groep. Zij het in een andere sa
menstelling, want van de oorspron
kelijke bezetting is, naast de al eer
der genoemde Christiansen, alleen
John Lagrand (mondharmonica)
door
Herman Joustra
Eén van de nieuwe gezichten in
de zesmansformatie is Joop van
Nimwegen, voormalig gitarist van
de Haagse symfo-groep Finch: "Ni
co belde mij een keertje op of ik zin
had op losse basis wat met hem te
spelen. Dat was een jaar of twee ge
leden. Aad van Pijlen, John La-
grand en Willem van der Wall kwa
men erbij, de Free Lance Band
waar ze in speelden kapte ermee".
Drummer Art Bausch comple
teerde het sextet: "Het lag eerst he
lemaal niet in de bedoeling de band
weer op te richten. We speelden
wel vrij veel nummers van vroeger,
het publiek vroeg daar ook steeds
om. Het begon als een aardigheid
je, maar na een tijdje werden we af
en toe zelfs ongewild aangekon
digd als Livin' Blues".
Dat leidde er ten slotte toe dat de
heren onderdak vonden bij Boun
ce Records. Voor de zomer van dit
jaar werden de opnames voor een
lp afgerond. De schijf, getiteld
'Now', ligt binnenkort in de platen-
5. Nico Christiansen: "Het is
Wim Koevoet
Bijdragen: Ariejan Korteweg
Willem Schrama
leert op een manier die aan An
nette Peacock doet denken en
'I'm jealous dear' wordt mooi
zweverig gezongen.
Voor een luie bui is 'Blue Slip
per' lang geen slechte keus. De
plaat is met liefde voor de mu
ziek gemaakt, en dat is al heel
wat.
A.K.
Fischer Z
'Reveal' (Ariola)
Fischer Z is heropgericht. Ei
genlijk is het allemaal een beetje
nep, want van de leden van het
eerste uur doet behalve aanvoer
der John Watts alleen Steve
Skolnik (toetsen) weer mee en
dat alleen nog maar sporadisch.
Watts solo-carrière liep voor
geen meter. Vreemd genoeg,
want zeker 'The iceberg model'
maakte diepe indruk op de criti
ci. Het heeft er dus alle schijn van
dat we hier te maken hebben met
een door de commerciële jon
gens geregelde stunt.
'Reveal' is niettemin een
prachtplaat, boordevol variatie,
humor èn ontroering. Opmerke
lijk is de vooruitgang die Watts
zangtechnisch heeft doorge
maakt. Zijn uit duizenden her
kenbare snerpst^m is volgroeid,
heeft meer kleur gekregen, 's
Mans uithalen bezorgen me nog
dikker kippevel.
Flink cynisch pakt hij uit in
een lied over de jonge zakenman
nen. Laat het aan hen over om
onze toekomst te bepalen, zingt
Watts. Èn om jong te sterven,
voegt hij er bijtend aan toe.
Watts heeft altijd het patent ge
had op wat ik maar thrilling
songs zal noemen. Vooral 'The
iceberg model' stond daar vol
van. Ook op 'Reveal' zijn ze weer
te vinden. Zoals het ontroerende
'Fighting back the tears' over de
onbereikbare liefde en het ver
borgen verdriet daarover. Zeer
fraai is ook het nummer over de
oude vrouw die al een paar dagen
dood zit te zijn in haar huisje.
Een beetje moeite heb ik met
de laatste twee stukken. Volop
lol hebben de musici hieraan be
leefd, da's duidelijk, maar van dit
soort probeerseltjes moet niet te
veel op vinyl komen. Ze passen
ook niet bij de andere stukken
die juist zo serieus getoonzet
zijn.
W.K.j
wel moeilijk te vergelijken, maar ik
geloof dat we muzikaal beter zijn
dan vroeger. De nadruk ligt niet
meer zo op de heavy stukken, er zit
ten meer jazz- en funk-invloeden
in. Dat geldt ook voor onze optre
dens. We hoeven niet net als vroe
ger zoveel mogelijk eigen num
mers te spelen om maar per se ori
gineel te zijn. Want wat is origineel,
popmuziek heeft ook haar invloe
den, ook dat is allemaal al eens eer
der gedaan. We steken de wat ou
dere bekende nummers in een
nieuw jasje. Je moet spelen wat je
goed vindt, als je maar een eigen
geluid hebt".
Het ligt ook in de bedoeling dat
er een single van de lp getrokken
wordt, nog onduidelijk is welk
nummer. Christiansen: "Een sin
gle is noodzakelijk, al zijn we geen
top-40 bandje. Maar pas als je een
hit hebt mag het weer, want de
naam van de band wordt nu door
sommigen tegen ons gebruikt. Ze
zeggen dan: leven ze nog, die ouwe
zakken?"
'Hedda Gabler' van Henrik Ibsen door Rei
zend Volkstheater, Antwerpen. Met: Pleuni
Touw, Dimitri Dupont, Hugo Metsers, Anita
Koninckx, Carry Goossens, Madeleine
Snijders en Alice de Graef. Regie: Dirk
Buyse. Decor: Frank Maieu. Gezien op 4
december in de Leidsche Schouwburg
LEIDEN - Terwijl haar man
zeer gehecht is aan een paar -
door zijn tantes geborduurde -
pantoffels, koestert Hedda
Gabler twee pistolen uit de nala
tenschap van haar vader. Pisto
len tegenover pantoffels; duide
lijker kan de incompatibilité
d'humeur, het uiteenlopen van
hun beider karakters niet tot uit
drukking komen. Hun huwelijk
is van meet af aan uitzichtloos.
Andere perspectieven bieden
zich niet aan. Voor Hedda is na
een mislukte intrige zelfmoord
door de kogel een onontkoomba
re vanzelfsprekendheid.
Dat Freud hier om de hoek
komt kijken, wordt door de voor
stelling wel heel erg benadrukt.
Diens omvangrijke portret hangt
gedurende een groot deel van de
voorstelling achter Hedda's pia
no en wordt steeds zichtbaar, als
de achterwand van de kamer als
een rotswand uiteensplijt. Overi
gens is dat laatste een nauwelijks
mis te verstane knipoog naar
Freudiaanse symboliek.
Uiteensplijtende muren vor
men slechts één van de foefjes in
het allesbehalve naturalistisch
ingerichte decor. Eén handge
baar, en de draaideur zwaait
open of de lichtsterkte veran
dert. De muren zijn bunkerach
tig grauw; de meubels (zoals een
fauteuil van steigermateriaal)
zijn hypermodern, of misschien
moet je het toverwoord 'postmo
dern' gebruiken, wat dat dan ook
mag betekenen.
Aanvankelijk roept de elektro
nische trucendoos enkele lache
rige reacties op. Aan de visie op
Hedda Gabler voegt het niets toe
- hoogstens de combinatie van de
historische kleding (behalve Hu-
go Metsers, die Rob de Nijs-kle-
ren draagt) en de futuristische
ruimte kan wijzen op de tijdloos
heid van Hedda's emancipatie
streven.
In het acteren zelf valt van de
alternatieve aanpak vrij weinig
te bespeuren. Pleuni Touw als
Hedda kiest in het begin voor
een soort hautaine verontwaardi
ging. Als dat geleidelijk ver
dwijnt, komt daar helaas niet iets
overtuigends voor terug, al be
schikt ze altijd nog over genoeg
uitstraling om als Hedda Gabler
overeind te blijven. 'Hedda
Gabler' is een alleszins redelijke
voorstelling, die gokte op de ex
centrieke vormgeving, maar het
uiteindelijk toch van de normale
spelprestaties moet hebben.
WIJNAND ZEILSTRA
Bert Brouwer en Emit
Kruk, kostuums: Sanneke Visser en Ma
rian Vijsma, spelers: Anita van der Hulst,
Raymonde de Kuyper, Hugo van Riet en
Ruud Wessels.
LEIDEN - 'Rode Kruis' en
'Stemmen' zijn twee eenacters
van de Amerikaanse toneel
schrijver die in Nederland nau
welijks meer introductie be
hoeft: Sam Shepard. In Neder
land heeft Shepard het stempel
gekregen van de gepassioneerde,
romantische familietragedie-
schrijver. De beide eenacters la
ten Shepards avantgardezijde
zien. Makkelijke teksten zijn het
zeker niet. Eigenlijk zijn het twee
raadsels die het Brandtheater het
publiek voorschotelt.
Hoewel Shepard 'Stemmen'
(1978) twaalf jaar na 'Rode Kruis'
(1986) schreef, hebben de stuk
ken toch veel gemeen. Bij
Shepard staan "beelden" cen
traal. In 'Rode Kruis' bestaat het
toneelbeeld uit twee bedden met
witte lakens. Op de witte lakens
converseren en bekvechten een
man en een kamermeisje over
luizen, teken en platjes. Er vindt
een discussie plaats over het wel
of hiet verschonen van het bed.
Ook de personages zijn door het
ongedierte vervuild. In hun fan
tasie proberen het kamermeisje
en de man de vervuiling met
"nachtzwemmen" van zich af te
spoelen. Shepards personages
drukken zich fysiek en vaak heel
kinderlijk uit. Het beredeneerde
antwoord ontbreekt volkomen.
In de eenacter 'stemmen' staat
ook weer het lichamelijke cen
traal, nu vooral gesymboliseerd
door het zintuig van het gehoor.
Tussen uiterst curieuze geluiden
klinken keer op keer de rauwe
kreet en de kinderstem op. Mooi
is het beeld van de fluitende Hu-
go van Riet, die als een soort een
zame cowboy een telefoon met
stekker (een tot zwijgen gebrach
te stem) achter zich aansleept.
In tegenstelling tot gewone
raadsels zijn literaire raadsels
nooit definitief op te lossen. Er
zijn slechts interpretaties. Het
moet gezegd dat het Brandthea
ter de toeschouwer met een zwa
re taak opzadelt. Niettemin wa
ren het zeer fraai vormgegeven
raadsels. Ook het acteren, het
had weliswaar scherper gekund,
was uitstekend verzorgd. Mooie
monologen van Anita van der
Hulst, mooi fysiek spel van Ruud
Wessels, grappig varieté-werk
van Hugo van Riet en een glans
rol van Raymonde de Kuyper.
RADBOUD ENGBERSEN
The Collection' door het Leiden English
Speaking Theatre. Tekst: Harold Pinter, re
gie: Jane Milne en Carlo Scheldwacht, spe
lers: Rene Wernars, Joost Walter, Greet
Hooymans en Christopher Buck. Gezien
op 3 december in Leiden. In Leiden nog te
LEIDEN - Het Leiden English
Speaking Theatre (LEST) is een
theaterinstituut van standing
aan het worden, een oude dame
die een voorkeur heeft voor de
klassieke toneeltekst. Het is een
groep die zich weinig kopzorgen
maakt over de plaats van het to
neel in het huidige tijdsgewricht.
Men kiest een mooie tekst en
brengt die geen verantwoorde
wijze op de planken. En de toe
schouwer, die de mooi uitgespro
ken Engelse volzinnen in zich
hoort doorresoneren, verlaat het
theater met weer wat nieuwe cul
turele bagage.
Toch moet het LEST uitkijken
voor establishment-toneel, iets
meer straatrumoer, puberale
driften en onrust lijken gewenst.
Dit gold ook voor de voorstelling
The Collection'. Zeker, het was
een mooie, trage voorstelling,
waarin de spelers afgewogen
hun dialogen voerden. Geamu
seerd luister je naar Pinters tek
sten en langzaam maar zeker
krijgt de voorstelling het karak
ter van een vredig wiegeliedje.
Het effect is dat te veel stekelig
heid en venijn uit het stuk ver
dwijnt. Want hoe simpel en licht
voetig Pinters tekst ook is er gaat
- in de eigen woorden van het
LEST - een gevaarlijke wereld
achter schuil. Die gevaarlijke we
reld is te weinig aan bod geko-
In Pinters 'The Collection'
(1961) staat eigenlijk een verhaal
dat de ronde doet centraal. Men
probeert er achter te komen of
het verhaal klopt. Het verhaal
wordt verteld, bijgesteld en ont
kend. Aan het einde van het stuk
is nog steeds niet duidelijk of het
verhaal waar is en als het verhaal
onwaar is aan wiens fantasie het
is ontsproten. Het verhaal leidt,
evenals de waarheid, zijn eigen
grillige leven. Elk van de perso
nages heeft een eigen versie en
dat is een bedreigend inzicht.
Er werd op simpele wijze doel
treffend geacteerd. De tekstbe
handeling was uitstekend en
men wist goed in de dialogen de
spanning te vinden. Een mooie
voorstelling derhalve, maar wat
een rust en vredigheid.
RADBOUD ENGBERSEN
Ron Brandsteder met het script van zijn Honey moon-show.
(foto and winke
George Harrison.