Wet alternatieve geneeswijzen blijft vaag
Denkwijzer
Hertrouwen
Onze taal
Veel serieuze hulpverleners blijven alsnog in strijd met beunhazen verwikkeld
eu.
ij-
oe
ZATERDAG 5 DECEMBER 1987
EXTRA
PAGINA 23
De Tweede Kamer behandelt volgende maand het wetsvoorstel
Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG). Omstreden
daarvan is het hoofdstuk over alternatieve geneeswijzen. De wet
moet er komen om de alternatieve hulpverlening uit de duistere
sfeer van de illegaliteit te halen en om er een adequate
vergoedingsregeling voor te treffen. Het eerste is niet zo'n
probleem, het tweede daarentegen wel. De problematiek in een
notedop, alsmede gesprekken met enkele therapeuten die
buiten de nieuwe wet zullen vallen.
Jos de Miranda: "Er zou een overgangsregeling moeten komen voor men
sen zoals ik". ifoto s gpd)
UI.
DOOR JOOP VAN DER HORST
Enkele weken geleden kon iedereen in
de krant lezen wat een röntgenlaser is:
een getemde kernbom die zijn energie
in de vorm van een gerichte bundel rönt
genstraling afgeeft. Het werd verteld
naar aanleiding van het bericht waarin
stond dat de onderzoekers die ermee
bezig zijn, Reagan leugens verteld heb
ben over hoe gauw ze klaar zijn. Die
röntgenlaser was nogal belangrijk,
stond erbij, want deze 'was aanvankelijk
het veelbelovendste project van het
ruimtedefensiesysteem SDI'. Zo stond
het er.
Het veelbelovendste? Ik moest even
nadenken om te beseffen wat er stond.
Het veelbelovendste project is het pro
ject dat meer dan anderen projecten
veelbelovend is. Hoe moet men zoiets
zeggen? Ik zou kiezen voor het meest
belovende project, liever dan veelbelo
vendste. Voor mij is de overtreffende
trap van veelbelovend: meest belovend.
Veelbelovendste kwam op mij over als
de veelgehoordste mening, de weinig-
kostendste oplossing, de hoogaange-
schrevendste kandidaat, het laagge-
waardeerdste werk of het veelbekeken-
ste programma (voor: meest gehoorde
opvatting, minst kostende oplossing,
hoogst aangeschreven kandidaat,
laagst gewaardeerde werk en meest be
keken programma).
Dat veelgehoordste en weinigkos-
tendste verzin ik maar om te laten zien
hoe vreemd veelbelovendste mij in de
oren klonk. Ondertussen stond veelbe
lovendste dan toch maar in de krant. De
journalist die dat schreef probeerde al
lerminst grappig te zijn. Voor hem of
haar was het blijkbaar een gewoon
woord. We kunnen het een fout of een
vergissing noemen, maar laten we niet
te vlug veroordelen. Het is interessanter
om je af te vragen waarom iemand zo
iets doet. En waarom vermoedelijk heel
veel lezers niet bijzonders zien.
Het antwoord ligt voor de hand. De
schrijver van dat artikel moet veelbelo
vend als één woord hebben opgevat.
Oorspronkelijk waren het er natuurlijk
twee: veelbelovend is hij die veel be
looft. Maar veelbelovend heeft er gaan
deweg een andere betekenis bij gekre
gen. Die twee betekenissen kunnen we
zien in een uitspraak van Arthur James
Balfour, de Engelse politicus die leefde
van 1848 tot 193C. Hij moet eens ge
zegd hebben: 'Vroeger beschouwde ik
Churchill als een veelbelovende jonge
man. Nu constateer ik dat hij slechts een
jongeman is die veel belooft'. Als we
veelbelovend gebruiken met de beteke
nis 'die veel doet verwachten', dan is die
betekenis meer. of iets anders, dan we
uit de losse woorden veel en belovend
kunnen afleiden. Het is de combinatie
veelbelovend die die betekenis draagt.
En omdat veel en belovend in dat geval
alleen samen die betekenis hebben, valt
er veel voor te zeggen om veelbelovend
in die betekenis één woord te noemen
Veelbelovend ondergaat in onze tijd
waarschijnlijk net zoiets als wat goed
koop vroeger overkomen is. Ook dat
waren eerst twee losse woorden. Men
sprak van beter koop en best koop (Mijn
schoenen zijn beter koop dan die van
jou). Maar toen die twee samen een ei
gen betekenis kregen ('weinig geld kos
tend'). ging men de delen aaneen schrij
ven. Ook de trappen van vergelijking
werden anders: goedkoper en goed
koopst. Honderd jaar geleden heeft men
dat heel rare woorden gevonden.
Die eigen betekenis van veelbelo
vend is er dus waarschijnlijk de oorzaak
van dat veelbelovendste wel voorkomt
maar veelbekekenste of weinigkostend-
ste niet. Daar zeggen we meest beke-
ken en minst kostende, want de losse
woorden drukken al precies uit wat we
zeggen willen.
Alternatieve behandelingswijzen op
medisch, para-medisch en psycho
therapeutisch vlak worden dank zij
de nieuwe wet weliswaar allemaal
gelegaliseerd, maar er bestaat een
dermate veelheid aan stromingen in
die sectoren dat het onmogelijk is
een antwoord geven op de vraag hoe
het toezicht op deze beroepsuitoefe
ning is te regelen. En dus ook op de
vraag welke kosten ziektekosten
verzekeraars wel en welke zij niet
zullen vergoeden. Terwijl daarvoor
nu juist vijf jaar geleden tot invoe
ring van de wet werd besloten.
door Jos van der Meer
„We beseften toen dat het medisch
handelen volgens de oude wet van Thor-
becke uit 1865 ten onrechte geheel wordt
voorbehouden aan mensen met een uni
versitaire opleiding", zegt Floris Haak,
persoonlijk adviseur alternatieve ge
neeswijzen van de directeur-generaal
voor de volksgezondheid bij het ministe
rie van wvc.
Haak: „Wat voorlopig alleen in de wet
wordt opgenomen is enerzijds het me
disch handelen op basis van de wet-
Thorbecke van mensen die aan een uni
versiteit zijn opgeleid, zoals huisartsen
en psychiaters. Anderzijds worden de
therapievormen uit de Wet Paramedi
sche Beroepen erin ondergebracht, zoals
fysiotherapie en logopedie (spraakles).
De twee oude wetten komen daarmee te
vervallen".
Kort samengevat wordt het woord 'be
voegd' uit de wet geschrapt. Alleen het -
zoals Haak het noemt - „prikken met
naalden en snijden met messen" blijft
gebonden aan strenge regels en voorbe
houden aan mensen met een erkende,
dus meestal universitaire opleiding.
„De serieuze alternatieve hulpverle
ners, voor wie de nieuwe wet eigenlijk
was bedoeld, vallen al met al straks toch
weer buiten de wet en blijven in feite on
beschermd", aldus Haak. „Dat betekent
dat zij alsnog in een strijd met beunhazen
en charlatans verwikkeld kunnen blij
ven. Immers, de nieuwe wet is bedoeld
om meer vrijheid te scheppen, waardoor
bij het publiek een grotere verantwoor
delijkheid wordt gelegd bij het vinden
van een betrouwbare behandelaar".
Plus-pakketten
In sommige gevallen zal de keuze voor
de hand liggen, omdat verschillende ver
zekeraars, zowel particuliere als zieken
fondsen, al een beperkt aantal alternatie
ve behandelingen voor hun rekening ne
men, doorgaans via zogeheten 'plus-pak
ketten'. Eenvormigheid zit daar niet in.
„Meestal gaat het om homeopathie, ma
nuele therapie of natuurgeneeskunde;
bij paranormale geneeswijzen zijn er ook
drie of vier vormen die geregeld terugko
men. De verzekeraars weten ook niet
precies wie ze moeten erkennen, maar
soms denk ik: ze hadden beter een ande
re therapie kunnen vergoeden".
Haak verwacht bovendien dat een
paar alternatieve genezers, mensen van
wie de bezigheden nu oogluikend wor
den toegestaan, vrij snel na de invoering
van de nieuwe wet alsnog daarin zullen
worden opgenomen. Hij denkt aan acu
puncturisten, manueel therapeuten, chi-
ropraktoren (ruggewervel-krakers) en
podo-orthesiologen (die met behulp van
op maat gemaakte inlegzolen in schoe
nen de houding van een cliënt verbete
ren, waardoor allerlei pijnklachten kun
nen verdwijnen). „Die zitten dicht tegen
erkenning aan, maar vallen nog niet on
der een wet omdat de minister daarmee
wil wachten tot de wet is ingevoerd", al
dus Haak.
Het opvallende van de nieuwe situatie
is volgens hem dat straks vooral allerlei
dure ingrepen in het vaste deel van het
pakket van verzekeraars zullen zitten.
Voor alternatieve behandelingen zal een
heel systeem van aanvullende verzeke
ringen ontstaan, zo voorspelt hij. „Ter
wijl je die dure zaken volgens de alterna
tieve genezers nu juist niet nodig hebt,
mits je verstandig leeft. Deze hulpverle
ners claimen goedkoper te zijn dan ae re
guliere genezers en dat komt doordat ze
een ander mensbeeld hebben. Een speci
alist kijkt, als er een patiënt met een
klacht komt, welk onderdeeltje stuk is
en maakt dat, doorgaans een kostbare
grap. Angst, hoop en wil, het onderbe
wuste en stress worden meestal niet be
trokken in zijn behandeling. Terwijl de
alternatieve genezer dat wel doet; die
kijkt naar heel de mens, zoekt uit op wel
ke manier de harmonie in een mens is
verstoord. Ik neem aan dat de invloed
van de geest op genezingsprocessen in
derdaad wel eens veel groter kan zijn dan
wij nu denken. Kijk maar eens naar de
wonderbaarlijke genezingen van kan
kerpatiënten na alternatieve behandelin
gen".
Ervaring
Deze uitspraken roepen de vraag op
hoe behandelaars die nu 'buiten de wet'
vallen, hun zaken aanpakken en in welke
mate hun mensbeeld anders is. Jos de
Miranda uit Utrecht geeft relatie- en psy
chotherapie, individueel of in groepen.
En hij doet intensieve zevendaagse
groepstrainingen. Maar afgestudeerd
psycholoog is hij niet. Zodat geen enkele
verzekering de 65 tot 95 gulden (afhanke
lijk van het inkomen) vergoedt die hij
vraagt voor een individueel gesprek van
anderhalf uur. En de 875 gulden maxi
maal voor de therapieweek evenmin.
Geen passende vooropleiding? De Mi
randa: „De vaardigheden die ik bezit heb
ik meer te danken aan een ruime en bre
de praktische ervaring dan aan oplei
ding. Ik ben al twintig jaar bezig met het
begeleiden van mensen, heb in erkende
instellingen gewerkt. Toch ziet het er
niet naar uit dat ik onder de regels van de
wet zal komen te vallen, en mensen met
veel minder ervaring maar met het goede
papiertje wel. Dat is een kwalijke zaak.
Er zou een overgangsregeling moeten
komen voor mensen zoals ik, waarbij
niet alleen naar opleiding, maar ook naar
ervaring en vaardigheden wordt geke
ken".
Volgens Floris Haak (wvc) zit zo'n re
geling er niet in. „En dan is niet eens het
aspect van ervaring doorslaggevend, of
van opleiding, ook al hoeft een hulpver
lener geen universiteit te hebben om
goed te zijn. Dit soort hulpverleners zal,
zo voorspel ik, om praktische redenen
worden uitgesloten. Want als deze groep
in de wét wordt opgenomen zullen er di
rect tien andere bij de minister op de
stoep staan die dat ook willen".
„De ellende is dat er tussen de vijftig1
en honderd verenigingen van alternatie
ve behandelaars bestaan en dat, waar je
de grens voor toelating ook trekt, vlak
daarbuiten altijd problemen ontstaan.
Daar wordt het moeilijk voor het publiek
om onderscheid te maken tussen serieu
ze en niet-serieuze hulpverleners. De
Tweede Kamer vindt overigens dat dit
soort groepen zelf dan maar voor een
streng toelatingsbeleid, een duidelijke
herkenbaarheid en een eigen tuchtrecht
moeten zorgen".
Begrip
-Jos de Miranda heeft een achtergrond
die op een zekere vaardigheid zou kun
nen duiden. „Ik heb een cursus kinder
bescherming gevolgd, heb hbo inrich
tingswerk en deed een driejarige oplei
ding bij het toenmalige Nederlands Ge-
stalt Instituut; tot slot volgde ik diverse
trainingen en cursussen, in Nederland
en het buitenland, op het gebied van psy-
cho-drama en Gestalt".
Sinds 1984 leidt De Miranda zijn 'Leer
huis voor Zoekenden'. Vóór die tijd
werkte hij achtereenvolgens in tehuizen
voor jongeren, in de psychiatrie, bij een
bureau voor levens- en gezinsmoeilijkhe
den en gedurende acht jaar in een eigen
praktijk te Beverwijk.
De Miranda: „Ook al moeten de men
sen die zich hier melden dat zelf betalen,
toch komen ze zelfs van ver naar me toe.
Dat heeft, denk ik, te maken met mijn
specifieke persoonlijke benadering en
met wie ik ben. Ik toon begrip, zorg voor
een sfeer van veiligheid en acceptatie. De
mensen hoeven niet te doen alsof, zowel
naar mij toe als naar- zichzelf. Ze zeggen
vaak: jij vindt ook niks gek".
„Bovendien behandel ik de hele mens.
Niet alleen symptomen, maar evengoed
factoren die ogenschijnlijk niets met een
klacht te maken hebben. Verder spreek
ik de mensen hier vanaf het eerste mo
ment aan op de eigen bronnen in plaats
van dat er een therapeut zit die zegt wat
ze moeten doen en laten".
„Natuurlijk zit er een kern van waar
heid in wanneer u zegt dat ik commercie
bedrijf met de onlustgevoelens van een
ander. Maar ik gebruik liever andere ter
men. Zoals persoonlijke groei van cliën
ten; mijn therapieën richten zich op be
wustwording. In iedereen zit zo veel
meer dan waarvan hij of zij gebruik
maakt; de mensen moeten contact zien
te krijgen met de eigen rol die ze spelen
in het leven. Ik help ze verantwoordelijk
heid te leren dragen en onvrij makende
Zo'n drie jaar geleden ontmoette ik op
een feestje een goede kennis die pas ge
scheiden was en met haar twee kinderen
alleen woonde. Ze vertelde me een aardi
ge vent te hebben ontmoet en van plan te
zijn met hem een gooi naar een nieuwe
relatie te doen. Kort geleden kwam- ik
haar opnieuw tegen. De relatie had geen
stand gehouden. Niet omdat het tussen
hen beiden zo slecht was gegaan, maar
omdat het tussen hem en de kinderen niet
klikte.
In tweede instantie de liefde te vinden
"tot de dood ons scheidt" is iets dat steeds
gebruikelijker wordt. In één op de vier
huwelijken die worden gesloten is er
minstens één partner die al eerder ge
trouwd is geweest. Maar al te veel reden
voor optimisme is er niet. Tweede huwe
lijken lopen tweemaal zo vaak en twee
keer zo snel stuk. Waaraan ligt dat? Is
het zo dat mensen die voor de tweede
keer trouwen figuren zijn die er sneller
de brui aan geven als een relatie niet zo
goed gaat? Of komen er onder de mensen
die hertrouwen meer probleemfiguren
voor. Personen, die moeilijk zijn in de
omgang met anderen en met zichzelf? Of
is het misschien zo dat mensen die her
trouwen veel meer spanningen hebben
dan 'eerstgetrouwden'vanwege de rela
tie met hun 'ex', met ex-schoonouders, fa
milieleden, kennissen en vrienden? Vol
gens twee onderzoekers van de Universi
teit van Nebraska in de Verenigde Sta
ten ligt een belangrijke oorzaak van de
mislukking van tweede huwelijken in
kinderen. In 1980 interviewden zij 1700
getrouwde volwassenen en drie jaar la
ter spraken ze hen nog eens. Tweede hu
welijken waren in de tussenliggende pe
riode meer dan tweemaal zo vaak op de
klippen gelopen dan eerste. Maar uit de
talloze gegevens die de onderzoekers ver
zamelden kwam één feit heel duidelijk
factoren om te buigen in vrij makende
krachten. Dat leidt naar vermindering
van stress, want hoe meer iemand laat
uitkomen wat er in hem zit, des te pretti
ger hij zich zal voelen in het bestaan".
Aanraking
Leo de Vetten doet aan Touch for
Health, vrij vertaald: aanraking ten be
hoeve van gezondheid. „Het is geen the
rapie, maar het heeft wel een helende
werking", legt hij uit. De behandeling
heeft in de verte iets weg van fysiothera
pie. De verzekering vergoedt de eerste
'vorm echter niet, de tweede wel. En dat
zal zo blijven, meent wvc-woordvoerder
Floris Haak: „De opstellers van de wet
willen het aantal behandelingswijzen dat
in de wet wordt genoemd nu eenmaal be
perken, in elk geval voorlopig".
De Vetten over 'zijn' hulpverlening:
naar voren: het grotere aantal scheidin
gen in tweede huwelijken hangt vooral
samen met de aanwezigheid van stief
kinderen.
Want de relatie tussen partners in-
tweede huwelijken is in andere opzich
ten beslist niet onbevredigender. Het sa
men doen van dingen en het genieten
daarvan - zoals samen eten, inkopen
doen, huishouden doen, vrienden bezoe
ken, samen uitgaan, samen praten en
seksualiteit - is in het algemeen minstens
zo positief als in eerste huwelijken. Ook
komt het niet vaker tot ruzies of grote
spanningen tenzij dan over kinderen).
Het is ook niet zo dat na een tweede 'ja
woord' een scheiding gemakkelijker valt.
Dit vooroordeel wordt door de resultaten
van het onderzoek krachtig ondergra
ven. Dat bleek bijvoorbeeld uit de ant
woorden op de volgende uitspraken:
"Men kan beter met de instelling trou
wen: als het niet gaat kunnen we altijd
weer uit elkaar gaan" - "Persoonlijk ge
luk is belangrijker dan een slecht huwe
lijk overeind houden" - "Voor kinderen
is het 't beste als ouders, die voortdurend
met elkaar overhoop liggen, gaan schei
den" - "Een huwelijk wordt voor het le
ven gesloten" - "Wanneer een van de
partners invalide wordt moet de ander
bij hem of haar blijven en zich daarop
instellen".
Hertrouwden verschilden niet van
voor de eerste maal getrouwden in hun
oordeel over deze uitspraken. Behalve
dan die 10 procent hertrouwden bij wie
er kinderen - voor de ene partner 'echte'
en voor de andere partner 'stiefkinderen'
- in de gemeenschappelijke huishouding
waren. Die bleken wat gemakkelijker
over scheiding te denken, hoewel ook zij
de partnerrelatie verder niet minder be
vredigend vonden. Wat ondermijnt die
huwelijken dan? Het antwoord op die
„Die gaat ervan uit dat bepaalde spieren
corresponderen met een orgaan in het li
chaam en daar hoort dan weer een ener-
giebaan, een meridiaan, bij. Een sterke
spier staat als een blok beton. Is-ie uit ba
lans, dan merkje dat doordat de cliënt op
die plek beverig is. Zoiets heeft zijn
weerslag op het bijbehorende orgaan en
de meridiaan. Door aanraking kan ik
zo'n spier isoleren, waarna ik de cliënt
vraag 'm vast te houden. Ik oefen er lich
te druk op uit door zenuwvatpunten aan
te raken en de lymfepunten diep te mas
seren. Dat geeft een versterking van de
spier en een verlichting voor het orgaan
dat daarbij past".
„Ik moet een hele cyclus van spieren
afwerken om te weten te komen waar de
blokkade zit die een spier uit balans
brengt. Op die manier hou ik mensen een
spiegel voor van hun lichamelijke condi-
vraag lijkt gevonden te moeten worden
in het gezinsleven, en vooral in de ge
spannen verhouding tot kinderen uit een
eerder huwelijk. Dat bleek duidelijk uit
antwoorden op vragen als: "Soms heb
ben ouders het gevoel dat het hun relatie
goed zou doen als ze zonder kinderen
zouden leven. Hoe vaak denkt u er ook zo
over?" "Hebt u veel, tamelijk veel, wei
nig of helemaal geen moeilijkheden met
uw kinderen (gehad)?" "Bent u blij met
hoe het tussen uw partner en uw kind(e-
ren) gaat?" "Heeft uw huwelijk uw ver
houding tot uw kind eerder positief of
negatief beïnvloed?" "Als u het nog eens
kon overdoen, zou u dan uw huidige
partner weer kiezen, iemand anders, of
helemaal geen partner?"
Op elk van deze vragen antwoordden
hertrouwden met stiefkinderen, en alleen
zij, beslist negatiever dan eerstgetrouw
den. Het feit dat ze daarnaast nog even
tueel natuurlijke kinderen bij elkaar
hadden veranderde aan die negatieve
instelling weinig of niets. Deze gegevens
laten volgens de onderzoekers maar één
conclusie toe: tweede huwelijken zouden
even stabiel zijn als andere als er geen
stiefkinderen in het spel zouden zijn. On
danks de aanwezigheid van stiefkinde-
tie. Waar ze trillen zit een probleem. Dat
kan slechte voeding zijn, wantje voelt je
zoals je eet. Maar vaker wordt een geeste
lijk probleem m het lichaam weerspie
geld; wie niet in een harmonieuze omge
ving leeft, verkrampt. Als ik het voor el
kaar krijg dat iemand weer in balans
raakt, dan zucht of geeuwt-ie. Dat is een
ontlading, dan weetje datje goed zit".
Een voorbeeld: „Bij mensen die erg
bezorgd zijn of met emotionele spannin
gen kampen is nogal eens sprake van
overbelaste hersenen. Zoiets kan zijn
weerslag hebben op diverse spieren: de
grote borstspieren, de trapezius, spieren
in de knieholtes, het onderste deel van de
monnikskapsspier. Door die te behande
len, worden de spanningen minder. Zo
dra iemand aan iets anders kan denken
dan alleen maar aan z'n eigen ellende
richt-ie zich naar buiten en treedt er een
verdere verbetering op".
Luxe problemen
Ook al zijn Nicoline Hoog Antink en
Mart van Dijk afgestudeerde psycholo
gen en verwijzen huisartsen, urologen,
seksuologen of de NVSH geregeld cliën
ten naar hen door, toch betaalt de verze
kering ook niet voor hun praktijk voor
relatie- en/of seksuologische klachten.
„Ziektekostenverzekeraars en het minis
terie van wvc vinden verstoorde relaties
en seksualiteit luxe problemen", aldus
Van Dijk. „Hoe rot iemand zich er ook
door kan voelen".
Floris Haak van het ministerie van wvc
zegt dat therapeuten als Van Dijk en
Hoog Antink voorlopig op een wachtlijst
komen te staan. „En dat zal de serieuze
lijst zijn, met hulpverleners waarvan de
minister een eventuele vermelding in de
wet ook.echt wil laten behandelen omdat
ze een goed herkenbare opleiding heb
ben. Voor anderen komt er een minder
serieuze wachtlijst".
In de eerste gesprekken van een cliënt
met Van Dijk of Hoog Antink duikt
meestal de vraag op hoe lang 'het' gaat
duren. Vanwege de kosten. Die liggen,
afhankelijk van het inkomen, tussen 20
en 130 gulden per consult. Hij: „De duur
van de therapie hangt af van de bereid
heid van de cliënt zelf om aan problemen
te werken".
Op welke manier de psycholoog ie
mand daarbij helpt ligt aan het type
klacht. Bij moeilijkheden met een seksu
ele voorkeur - exhibitionisme, pedofilie,
homoseksualiteit - is gesprekstherapie
de aangewezen weg, meent Van Dijk.
Gaat het om mannen met erectie- of
zaadlozingsproblemen dan wel om vrou
wen met vaginisme (zogeheten disfunc
ties), dan geeft hij opdrachten mee naar
huis om de moeilijkheid stapsgewijs aan
te pakken. De vorderingen worden we
kelijks besproken.
Zelfvertrouwen
Van Dijk: „Ligt er een relatieprobleem
ten grondslag aan een disfunctie, dan
werken die opdrachten niet. Dan moet ik
eerst de relatieproblematiek aanpakken.
En ook dan kan blijken dat er weer een
ander probleem vóór zit. Mensen kun
nen in een relatie desastreus op elkaar re
ageren doordat een van de partners een
slechte jeugd heeft gehad; ouders die
constant te hoge eisen hebben gesteld
bijvoorbeeld. De andere partner heeft
ook weer gedrag ontwikkeld, als reactie
op dat van de ander. Met zulke paren
voer ik gesprekken, waarbij ik probeer
ze zelf te laten ontdekken op welke ma
nier ze hun relatie beter kunnen aanpak
ken".
„Iemand kan ook een ontstellend ge
brek aan zelfvertrouwen hebben, mis
schien zelfs zelfhaat, waardoor-ie op een
vernietigende manier met de eigen ge
dachten omgaat. Zoiets pak ik aan met
'rationele emotieve therapie'. De cliënt
leert rationeel te denken, zodat-ie onge
wenste gevoelens kan vermijden. Bij
voorbeeld: een bedrijf gaat failliet en ie
dereen krijgt ontslag. Een van hen wordt
depressief en denkt vervolgens dat 't
door het ontslag komt. 'Nee', zegt die the
rapie, het komt doordat die man ver
keerd, vol zelfverwijt wellicht, op dat
ontslag reageert. De therapie laat zo ie
mand inzien dat het irreëel is zo'n ontslag
aan zichzelf te wijten".
ren lukt het de partners toch betrekkelijk
gelukkig met elkaar te zijn. Alleen van
wege problemen met kinderen zijn ze
gauwer geneigd te scheiden.
Door deze problemen zoeken nogal wat
hertrouwden naar een dubieuze oplos
sing. En die is: het stiefkind te verdrij
ven. Terug naar de ex-partner, of met
materiële ondersteuning naar vroegtij
dige zelfstandigheid. Dit vermoeden
werd bevestigd toen de onderzoekers de
ruim 600 kinderen tussen de 16 en 19
jaar, die in 1980 nog bij hun hertrouwde
ouder woonden, eens nader bekeken.
Binnen drie jaar had ruim de helft van
de stiefkinderen de gemeenschappelijke
huishouding verlaten tegen nog niet één
op de drie 'natuurlijke' kinderen.
De problemen tussen hertrouwden en
hun eventuele stiefkind of -kinderen kun
nen verschillende oorzaken hebben. Net
als degenen die voor de eerste keer een
huwelijk aangaan, is het partners die
hertrouwen op de eerste plaats om de re
latie met elkaar te doen. Het opbouwen
en bestendigen van een liefdesrelatie be
tekent veel met elkaar bezig zijn, veel
tijd en energie in de relatie investeren,
vooral in het begin. Wanneer er geen kin
deren in het spel zijn is dat meestal geen
probleem want men heeft dan 'de tijd
aan zichzelf. Maar zijn er wel kinderen,
dan moet hun tijd en aandacht verdeeld
worden. En niet zelden vragen kinderen
nou net de tijd die gereserveerd was om
samen door te brengen. De spanningen
die daaruit voortvloeien kunnen soms
heel hoog oplopen. Zo hoog dat degene
die de kinderen 'inbrengt' zich soms ge
steld voelt voor de keuze tussen kind en
nieuwe partner.
Daar komt bij dat kinderen die een
scheiding achter de rug hebben zelf met
allerlei emotionele problemen kunnen
zitten en daardoor toch al extra aan
dacht vragen, wil het bijvoorbeeld op
school niet mislopen. Een nieuwe ouder,
terwijl je ergens anders al een eigen va
der of moeder hebt, is voor een kind bo
vendien niet zo gemakkelijk te accepte
ren. Het kan daarom snel in een loyali
teitsconflict terechtkomen. Zelfs als het
de nieuwe vader of moeder in feite aar
dig vindt, kan het kind zich er toch tegen
verzetten dat toe te geven of te laten blij
ken. Vanuit het idee verraad te plegen
aan de eigen vader of moeder. En voor de
nieuwe ouder kan het moeilijk te verte
ren zijn dat hij of zij nooit de enige of de
echte vader of moeder van het kind zal
zijn. Als zich herhaaldelijk conflicten
voordoen leidt dit op den duur nogal
eens tot een houding van: "Waarom zou
ik me eigenlijk uitsloven voor een kind
dat niet eens van mij is en waarvan ik
toch alleen maar
Voor iemand die een relatie aangaat
met een ander die reeds eerder getrouwd
is geweest en een gezin heeft, is het dus
heel belangrijk te beseffen dat hij in feite
met een heel systeem moet kunnen op
schieten. Niet alleen met de partner of de
kinderen, maar ook min of meer met al
lerlei mensen die relaties met het kind
onderhouden, tot de ouders van de 'ex'
soms toe. Voor een systeem geldt meestal
dat je het als individu maar beter niet
naar je hand moet proberen te zetten.
Dat leidt meestal alleen maar tot een
machtsstrijd met uitsluitend verliezers.
In een systeem moet je je invoegen.
door Rerié Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden