WDM blijft maar brandjes blussen
'De communicatie komt pas op gang als je je agressief opstelt'
ZATERDAG 5 DECEMBER 1987
PAGINA 21
In scène gezette foto uit het WDM-archief met als titel 'Geweld, tegen
soldaten'. Het gekozen voorbeeld betreft de oefening 'knevelen van een
krijgsgevangene'.
Beefrht aan alle moeders
„Mevrouw, als uw zoon in dienst is of nog moet, kunt u trots op hem zijn. Zo'n
goeie baas heeft hij nog nooit gehad. Wij kleden hem voor u in fraai olijfgroen,
geven hem een paar degelijke schoenen en een exquise stropdas. Om de spoor
wegen wat retidabeler te laten draaien en om hem alvast te laten wennen aan
het land dat hij moet verdedigen, sturen wij hem zo ver mogelijk van huis. Als
uw zoon nog niet rookt of drinkt, geen nood, dat brengen wij hem ook nog wel
bij. We leren hem nog allerlei nuttige zaken, zoals het precies in de pas lopen
met tientallen anderen, het schieten op hardhouten borden en het wandelen in
groepsverband. We leren hem ook een heleboel dingen af, zoals het handelen op
eigen initiatief, het wandelen met de handen in de zakken en het nadenken in
het algemeen. Ja mevrouw, uw zoon wordt bij ons een echte vent. U moest hem
eens zien boenen, poetsen, dweilen en vegen, knopen aanzetten, waslabels in
naaien. U gaf ons uw jongen, wij geven er een man voor terug. En daar bent u
blij mee, begrepen!"
Uit: 'Opkomstkrant', extra uitgave van het WDM-maandblad 'Twintig'.
De instructeur
„Deze is (in elk geval veel te vaak) jong. Soms nog jonger dan de dienstplich
tige zelf. Soms ook heeft de instructeur een lagere schoolopleiding dan menige
recruut. Zijn leidinggevende functie waarmaken leidt veelal tot grote psychi
sche druk; twijfelen is een teken van zwakte en uit den boze. Een uitstraling
van zekerheid is een vereiste, hetgeen niet zelden leidt tot ridicuul rolgedrag,
waarbij een piepjong kaderlid een borst opzet alsof hij de oorlog zelf heeft
uitgevonden".
Uit: 'EGO', maandblad van de Humanistische Geestelijke Verzorging bij
de Krijgsmacht.
Recruut
„Kenmerk van een recruut is zijn volstrekte onwetendheid (vooral met be
trekking tot rechten en plichten), zijn naïveteit (mede als gevolg van zijn onbe
kendheid met wat hoort en wat niet, heeft hij de neiging alles aan te nemen),
zijn angst (durft niets te ondernemen uit angst voor represailles) en zijn ont
worteling (is al het vertrouwde van eigen milieu op slag kwijt). Van deze
jongens kan nauwelijks verwacht worden dat zij weten hoe onbedreigd hun
recht te halen. De positie van de recruut is die van volstrekte afhankelijkheid.
Binnen de kortste keren weet de recruut één ding heel zeker, namelijk dat het
voor zijn lijfsbehoud absoluut noodzakelijk is zich aan groep en kader volledig
over te geven".
Uit: EGO, maandblad van de humanistische, geestelijk verzorging bij de
krijgsmacht.
Woensdag 7 november
„Adjudant S., die de supervisie over zijn instructie-setheeft, maakt het de
week daarna erg bont. Als slot-les houdt hij een toespraak waarin wordt ge
waarschuwd voor alle studenten, vooral voor hen die iets studeren dat eindigt
op -oog. Voor die mensen moetje uitkijken, die zijn niet te vertrouwen. Die zijn
gevaarlijk, die zijn bovendien allemaal homofiel".
Het dagboek van de oefening 'Pantserstorm', het eerste zwartboek van de
WDM.
Grote mond
„Samen met drie andere Surinaamse jongens liep infanterist S. wat te klet
sen. De vier jongens waren met 23 andere boordschutters voor een opleiding
gedetacheerd in Veldhoven. De sergeant viel grof uit naar S. „Ik kan niet
begrijpen dat je een grote mond hebt in een land waar je niet bent geboren. Doe
dat maar thuis. S: „Ik werd agressief en gaf een grote mond terug". Hij kreeg
vervolgens vier dagen licht arrest. Nadat de sergeant ook nog opmerkte dat het
„een schande is voor het Nederlandse leger dat er buitenlanders in zitten"
stapte S. naar WDM-bestuurder Willem-Jan Bloem. Deze raadde hem aan een
klacht in te dienen bij de marechaussee. Dat heeft S. inmiddels gedaan.
Uit: 'Twintig' (augustus 1985), maandblad WDM.
De Vereniging van
Dienstplichtige Militairen
(WDM) bereikte onlangs de
eerbiedwaardige leeftijd van
21 jaar. Ruimschoots
volwassen dus, maar indachtig
de tijdgeest niet meer zo het
radicalisme van de jaren
zeventig uitstralend. Al zijn er
nog genoeg 'brandjes' te
blussen, zoals de afgelopen
weken nog in kazernes te
Oirschot en Ermelo. De balans
van een reeks conflicten
tussen legerkader en
soldatenvakbond anno nu.
door Peter Heerkens
Het was de Vereniging van Dienst
plichtige Militairen (WDM) niet ge
gund lang te genieten van een ver
rassende decoratie, behaald aan het
front waar nu alweer 21 jaar wordt
gestreden voor 'vermaatschappelij
king' van het leger.
Vreugde en tevredenheid bij de solda
tenvakbond, toen op 15 oktober de
Stichting Maatschappij en Krijgsmacht
bij gelegenheid van haar zilveren jubi
leum uit waardering een legpenning toe
kende aan de WDM. De onderschei
ding werd in het bijzijn van minister
Van Eekelen van defensie uitgereikt aan
de oprichter en eerste voorzitter van de
WDM, Loebas Oosterbeek (40 jaar nu,
en directeur van een reclamebureautje
in Amsterdam).
Drie weken later stonden de gezichten
bij de WDM-bestuurders alweer grim
mig en schoten ze met scherp: een pers
bericht onder <je kop 'Wantoestanden in
Den Bosch. Soldaten als honden behan
deld'. Het communiqué werd verspreid
via het Algemeen Nederlands Persbu
reau (ANP), dat er een gekuiste versie
ygn maakte
Robotten
Enkele passages die de krantenlezers
niet bereikten:
„Soldaten lopen rond als robotten met
holle, levenloze ogen waaruit elke eigen
wil en persoonlijkheid is verdreven. Ze
leven niet, ze worden geleefd".
„Deze vormen van hersenspoelen van
gezonde Hollandse jongens die voor hun
nummer opkomen is ontoelaatbaar en
schokkend".
„Hoe is het in godsnaam mogelijk dat
dit soort wantoestanden anno 1987 nog
voorkomen in het Nederlandse leger?"
Pittige taal, de WDM eigen. In een in
terview met het dagblad TYouw zei deze
zomer de toenmalige voorzitter Piet de
Vey Mestdag: „Het lukt bijna nooit een
kazerne-commandant te pakken te krij
gen. Je merkt dat de communicatie pas
op gang komt als je je agressief opstelt.
Dat is een foute zaak, maar het is niet
anders".
Secretaris André Krul omschrijft de
WDM als „een vakbond die meer haar
kop durft uit te steken". Dat 'meer'
houdt verband met de positie van de an
dere soldatenbelangengroep, de Alge
mene Vereniging Nederlandse Militai
ren (AVNM), die in 1972 werd opgericht
uit onvrede over wat dienstplichtigen er-
vaarden als een te radicale en te linkse
koers van de WDM.
De afscheidingsbeweging en de moe
derorganisatie leven in een haat-liefde
verhouding. In belangrijke zaken, zoals
gesprekken op het ministerie over ar
beidsvoorwaarden, is er samenwerking
op bestuursniveau. Zo goed als het dan
gaat, zo fel concurrerend kan het zijn bij
de ledenwerving.
Schrikbewind
Indirect is het optreden van de AVNM
(21.000 leden) bij de lichting '87-6 in de
Koning Willem I kazerne te Den Bosch
aanleiding geweest voor de WDM
(14.000 leden) om de publiciteit te zoe
ken. Toen de WDM daar aan het werk
ging, overeenkomstig de geldende bepa
lingen dat voor ledenwerving de solda-
tenkamers na 21.00 uur bezocht kunnen
worden, bleek de AVNM er al geweest te
zijn.
WDM-secretaris Krul: „De kapitein
van de Bravo-compagnie, Vlijm, had op
eigen houtje diensttijd afgestaan aan de
AVNM voor voorlichting en het inschrij
ven van recruten als lid. We voelden ons
zo bedonderd dat we er geen enkele be
hoefte aan hadden om de misstanden
waar de soldaten ons op attendeerden,
intern te houden.
De letterlijke tekst van het WDM-
persbericht: „Het schrikbewind van ka
pitein Vlijm en zijn kader ziet er als volgt
uit: om zes uur opstaan (half zeven is
normaal); verplicht douchen: met vier
man tegelijk onder de douche want an
ders duurt het te lang; in looppas naar de
eetzaal om verplicht te ontbijten en in
looppas terug om de kamers te poetsen
en te boenen; verplicht avondeten op de
kazerne (dat is niemand verplicht)".
"Na het dagprogramma mag iedere
Nederlandse soldaat zijn burgerkleren
aandoen, naar de kantine gaan, telefone
ren en van de kazerne af. Kapitein Vlijm
hanteert zijn eigen regeltjes: niemand de
kazerne af, niemand naar de kantine en
burgerkleren zijn uit den boze. Soldaten
worden gedreigd met straffen als ze dat
toch zouden proberen".
"Alles gebeurt groepsgewijs, zoals ver
plicht voetbal kijken of een feestavond
bijwonen. Even naar huis of naar vrien
din bellen is er niet bij".
"Orders worden door kaderleden niet
met de stem gegeven, maar met behulp
van fluitjes waarop de soldaten als hon
den reageren".
"Normaal gaan soldaten om 12 uur 's
avonds slapen, nu worden ze gecontro
leerd of ze om 11 uur slapen, want an
ders
"Alle vakantiedagen worden verplicht
opgelegd, iets wat volstrekt tegen de re
gels is. De soldaten moeten op zondag
om 12 uur binnen zijn terwijl maandag
morgen normaal is".
Structureel
Behalve de ergernis over de bevoorde
ling van de concurrerende Algemene
Vereniging Nederlandse Militairen was
er voor de WDM nóg een reden om de
ze punten in de openbaarheid te bren
gen. Secretaris André Krul: „In Den
Haag zegt men al gauw dat het inciden
tele voorvallen zijn, maar het is structu
reel. Ik herken dezelfde problemen; ze
komen op veel kazernes in het land voor.
Wat wij doorsturen naar het klachtenbu
reau van de landmacht behandelen ze
daar wel, maar verder doet men er niets
mee. De organisatie voorziet niet in con
trole om herhalingen te voorkomen. Op
de bijeenkomst van de Stichting Maat
schappij en Krijgsraad waar we die leg
penning kregen, werd lovend gesproken
over de signaalfunctie die de WDM
heeft. Maar als je er dan zo'n geval als
Den Bosch overheen krijgt denk je: wat
schieten we daar nou mee op als er geen
voorzieningen zijn om de langere ter
mijn te bewaken? Wat we nu in Den
Bosch meemaken is in variaten daarop
vaak door ons aangekaart. Dan kun je
toch niet anders dan constateren dat er
structureel iets fout zit?"
Krul zegt per week gemiddeld tien
klachten te ontvangen over het kader.
„Met name misdragingen van instruc
teurs ten opzichte van recruten. Het
staat voor ons vast dat het er per maand
tientallen meer zouden zijn als alle jon
gens hun mond durfden opendoen. Uit
de gesprekken op de soldatenkamers
weten we dat er angst heerst voor maat
regelen. De intimidatie is groot. We ma
ken vaak mee dat ons advies om aangifte
te doen bij de marechaussee niet wordt
overgenomen omdat men bang is voor
de gevolgen. Ik durf te stellen dat de
ruim 500 klachten die wij per jaar bin
nenkrijgen slechts het topje zijn van de
ijsberg".
Paniekreactie
Uit de inventarisatie van de WDM
blijken de klachten zich voornamelijk af
te spelen bij de infanterie, in soldatenjar-
gon aangeduid met 'de zandhazen' en
'het kanonnenvoer'. Er werden twee
zwartboeken uitgebracht die zich con-1
centreren op dit onderdeel. In oktober
1980 het zwartboek 'Pantserstorm', in
september 1985 het zwartboek 'Het is
geen mens, het is geen dier, het is een
pantsergrenadier'. De WDM heeft een
derde zwartboek in voorbereiding waar
van de titel nog niet vaststaat, maar wel
de verschijningsperiode: eerste helft '88.
En weer zal het over de infanterie gaan.
WDM-secretaris André Krul: „In te
genstelling tot de meeste andere onder
delen heeft de infanterie geen specifieke
recrutenopleiding. De instructie gaat
daar uit van het gevechtsklare militaris
me; de parate troepen dus. Zo gauw er
een ervaren groep afzwaait ontstaat er
blijkbaar een soort paniekreactie bij het
kader. In de sfeer van: we zijn gerouti
neerde mannen kwijt, ons onderdeel
wankelt. Ze gaan er dan met man-en-
macht tegenaan om de nieuwkomers -
zij spreken overigens over 'die burgers' -
op niveau te brengen. Dan uit zich die
oude landmacht-instelling van: niet lul
len maar doen, en laat het denken maar
In het tweede zwartboek vatte de
WDM dat samen met: „Ondergeschikt
heid is, volgens het Reglement Krijgs
tucht, nog steeds de ziel van de militaire
dienst. De krijgsmachtmens moet het
als gewoon gaan beleven geen eigen oor
deel te vormen om daaruit consequen
ties te trekken voor eigen handelen".
André Krul: „Er is sinds dat laatste
zwartboek weinig of niets veranderd, zo
moeten we concluderen uit de klachten
die ons bereiken. Hooguit kunnen we
zeggen dat na de affaire-Oirschot, die in
1985 aan het licht kwam, het aantal mis
handelingen is afgenomen".
In het zwartboek 'Het is geen mens,
het is geen dier, het is een pantsergrena
dier' schreef WDM's vertrouwensarts
Kees Hertog: „Het lagere kader is over
wegend politiek rechts geörienreerd en,
bij gebrek aan Russen in de tuin, vaak
op zoek naar een vijand in de keuken:
Onkruit, WDM-ers, linksen, studen
ten".
Bloot op de hei
De basis voor de zwartboeken waren
steeds publicaties in het WDM-maand
blad 'Twintig'. Om een indruk te geven:
drie klachten van verschillende strek
king uit genoemd blad gedurende de af
gelopen twee jaar (het tijdvak dat de
WDM thans inventariseert) en die een
goede kans maken in het derde zwart
boek te komen:
- „De soldaat (J.D, gelegerd te
Schaarsbergen) verhaalde van een oefe
ning van zijn peloton waarbij twee ver
kenners 'om niet herkend te worden'
omstreeks middernacht op een koude,
mistige hei van hun sergeant het bevel
kregen zich, op hun kistjes en sokken
na, volledig uit te kleden en met koppel,
gasmasker en wapen het bos in te krui
pen en terug. Toen D. bij zijn sergeant
kenbaar maakte dit soort zaken niet te
zien zitten antwoordde deze dat „het
geen zin heeft om in beklag te gaan,
want hij zou toch van boven af gedekt
worden". Bovendien, zo vervolgde de
sergeant volgens D., was dit nog niks
vergeleken bij de pantserstorm in Roo
sendaal, want daar ligt iedereen op zijn
blote gat in de hei te kruipen. Ook de
vaandrig verzekerde D. dat dit soort
praktijken normaal zijn bij de pantserin
fanteristen en „in Duitsland zou het alle
maal nog erger worden".
Het beklag werd bij de kapitein per
soonlijk ingediend. Uit ooggetuigen-
verklaringen werd duidelijk dat het
bloot door de hei kruipen niet het enige
staaltje van machtsmisbruik van de be
treffende sergeant was. De recruten
moesten ook bomen groeten en een sol
daat, die zijn wapen verloor, kreeg het
pas terug nadat de sergeant het ding
zorgvuldig met zand had bewerkt
('Twintig', september 1986).
- „De opper van A.V. in Ede heeft een
opmerkelijke manier van straffen uitde
len. Het noodlot bepaalt wat voor corvee
je moet doen als straf voor een kleinig
heid. „Wij noemen het PSU-bingo, zegt
V. Hij vervolgt: „Als er bij de kamerin
spectie iets niet in orde is moet je later
bij de opper Van E. komen. Die heeft
een grote beker op zijn bureau staan met
een aantal opgevouwen papiertjes erin.
Daar staan allemaal corveewerkzaamhe
den op. Tussen de lootjes zitten twee
briefjes met het opschrift 'je hebt geluk'.
Dat betekent dat je geen corvee hoeft te
doen ('Twintig', juli 1986).
- „Op de Palm-kazerne in Bussum
heeft de instructiecompagnie toch wel
rare tijden beleefd. Daar moesten de sol
daten met een 'klef-nek-steen' op bivak.
Deze grote straatsteen moest iemand die
een fout had gemaakt tijdens de mars
meesjouwen. Het idee was afkomstig
van sergeant Van Haan die zei dat het
eigelijk een grote eer was om de klef-
nek-steen te dragen omdat ze nadien
hun naam erin mochten zetten ('Twin
tig', september 1987).
Geen publiciteit
Voor de WDM waren de klachten uit
Den Bosch, zoals die begin deze maand
werden gesignaleerd, het derde ernstige
voorval binnen een half jaar op een ka
zerne. Daaraan vooraf gingen Zuidlaren
(„de koploper op onze lijst van pro
bleemkazernes", zegt de WDM) en Arn
hem (Saxen Weimar-kazerne).
De problemen daar zijn door de
WDM uit de publiciteit gehouden. Se
cretaris Krul:,, Wij hebben de naam tuk
te zijn op persberichten. Dat is niet waar.
In de zaken Zuidlaren en Arnhem wil
den we die openbaarheid vermijden ten
einde kansen te scheppen de situaties op
te lossen. Dat is niet gebeurd, en toen
kwam er ook nog eens Den Bosch over
heen. Aan Zuidlaren en Arnhen zouden
we een weektaak kunnen hebben. Het is
daar dweilen met de kraan open. We we
ten het wat in te dammen door de boel
daar goed in de gaten te houden; dat ma
tigt het kader. Het werkt als ze weten dat
we weer opletten. Daarom ook vonden
we het met Den Bosch weer tijd om de
pers in te seinen. Een waarschuwing dus
voor alle commandanten in het land.
Iets van: denk erom, de WDM slaapt
niet".
De klachtenlijst die Krul nu alsnog
prijsgeeft toont veel overeenkomsten
met 'Den Bosch': beperkende maatrege
len die niet overeenstemmen met de
voorschriften. Een voorval in Zuidlaren
springt er overigens sterk uit. Krol kwa
lificeert dat als een van de meest opmer
kelijke feiten die hem ooit zijn gemeld.
„Buiten diensttijd belde een soldaat met
zijn vriendin. Een sergeant trok hem uit
de telefooncel en nam het gesprek over.
Hij vroeg de vriendin naar haar leeftijd,
naar haar gewicht en hoe ze er uitzag.
Tot slot vroeg hij haar of ze die vriend
niet beter kon opvoeden".
In Arnhem spande een incident aan
gaande wc-deuren de kroon. Krul: „Er
zou op gekrast zijn, waarna een com
mandant de deuren uit de sponningen
liet tillen. Soldaten die het toilet wilden
bezoeken moesten eerst een deur opha
len, daarvoor tekenen, en na afloop te
rugbrengen". Eerder gebeurde hetzelfde
in Hollandse Rading.
Gespierde taal
De chef van het 'klachtenbureau' in
Den Haag (gevestigde in de Prinses
Juliana-kazerne) waar misstanden als
deze dienen te worden gemeld, is luite
nant-kolonel (overste) P.L. de Haan.
Heel officieel: hoofd sectie rechtspositie
en overleg, onderdeel van de afdeling
personeel van de landmachtstaf; kort
weg RPO. De sectie telt zes militairen,
onder wie een jurist en een bedrijfskun
dige. Het behandelen van klachten is
slechts één facet van het totale werk
waarbij overste De Haan optreedt na
mens de bevelhebber landmacht. Drie
kernpunten voorgelegd aan overste De
Haan.
- Het klachtenbeeld zoals de WDM
dat schetst ziet er alarmerend uit.
„Mijn indruk is anders. Ik vind dat het
meevalt. Daarmee wil ik wat de WDM
aanbrengt niet bagatelliseren, want ie
dere klacht is er een te veel. U moet ech
ter bedenken dat de WDM een vak
bond is die het conflictmodel heeft ge
kozen. Dat levert gespierde taal op en
een houding die meer gericht is op actie
voeren dan op praten, zoals die andere
bond doet".
De Haan: "Als ik naga hoe omvangrijk
de militaire organisatie is (permanent
49.000 dienstplichtigen onder de wape
nen en 56.000 beroeps - red.), hoe inge
wikkeld ook, en met welke hoeveelheid
regeltjes men in dienst te maken heeft,
dan ligt het aantal keren dat comman
danten verkeerd handelen relatief laag.
Hoe vaak gemiddeld per jaar? Daarvan
houden we geen statistieken bij. In elk
geval zijn lang niet alle klachten van de
WDM gegrond".
Nog geen balans
- De WDM richt een ernstige aan
klacht tegen de kaderleden, met name
die van de infanterie.
De Haan: „De militaire organisatie is
er een waar in oorlog-nabootsende om
standigheden snel gehandeld moet wor
den. Dan ontbreekt de tijd om te praten.
Men kan en mag dat niet vergelijken met
de overlegstructuren in de burgermaat
schappij. Van de andere kant vind ik dat
commandanten in vredestijd-situaties
de nodige ruimte moeten laten voor in
spraak. En ik ben eerlijk genoeg om te
zeggen: die balans is nog niet overal ge
vonden. Op dat punt wringt het wel
eens. Enerzijds omdat de regels niet al
tijd uitblinken door duidelijkheid, an
derzijds omdat jonge commandanten
hun eigen opleiding nabootsen en verge
ten dat de tijden veranderen. Kapitein
Vlijm in Den Bosch bijvoorbeeld, heeft
een commando-opleiding gehad en
daarbij ging alles in looppas, om de con
ditie op te voeren. Hij trok die lijn door
en daar hebben we hem op gewezen. In
z'n algemeenheid was de klacht van de
WDM over de situatie in Den Bosch
niet onterecht. Dat geldt ook voor die
kwestie van de wc-deuren in Arnhem en
Hollandse Rading. Wij zijn daarbij corri
gerend opgetreden. Ik vond het ook on
juist dat die deuren waren weggehaald.
De militaire maatschappij zal moeten
wennen aan het gegeven dat er zaken uit
de burgermaatschappij overkomen die
niet meer te bestrijden zijn zoals ze vroe
ger te bestrijden waren. Waarmee ik niet
wil zeggen dat we moeten berusten in
het vandalisme, maar als we wc-deuren
gaan verwijderen zijn we niet goed be
zig. Dat durf ik best toe te geven. Mijn
stelling is dat we niet te beroerd moeten
zijn om door kaderleden gemaakte fou
ten te erkennen. Als je die misstappen
gaat verdoezelen verlies je je geloof
waardigheid".
Geen doen
- Wat de WDM mist is een structurele
aanpak van de incidenten. De klachten
herhalen zich.
„Wanneer wij meerdere malen dezelf
de problemen tegenkomen is er wel de
gelijk sprake van een landelijk beleid.
Enige tijd geleden bleken op nogal wat
kazernes misverstanden te bestaan over
het verlenen van toegang aan vertegen
woordigers van de soldatenbonden en
de vrijheid die ze hebben om actie te
voeren. Daar is toen door de bevelheb
ber een brief over gestuurd naar alle
commandanten. Maar om als systeem ie
dereen in alle gevallen te informeren
over de aard van ingediende klachen en
de behandeling daarvan, dat is om prak
tische redenen geen doen. Ook al zou het
landelijk wel gebeuren, dan garandeert
dat niet dat die klachten nooit meer
voorkomen. Commandanten en kaderle
den wisselen zo vaak van positie dat een
aanpak zoals de WDM die wenst onuit
voerbaar is. Er vond overigens een ge
sprek plaats tussen kazerne-comman
dant majoor Matser, compagnie-com
mandant kapitein Vlijm en een WDM-
bestuursdelegatie. In het belang van de
herstelde relatie spraken de partijen af
geen mededelingen aan de pers te ver
strekken over het besprokene.
De orders waarop de WDM kritiefc
uitoefende zijn (volgens kazerne-waar
nemers van genoemde soldatenvak
bond) intussen allemaal teruggedraaid.
WDM-posters en -stickers die door de Krijgsraad als 'krijgstucht ondermijnende afbeeldingen' werden verboden voor de soldatenkamers.