Overleven in een tjokvolle metropool DE BIJNA NIET TE KEREN PROBLEMEN VAN MEXICO-STAD Superbarrio verlicht enigszins de alledaagse zorgen van de armen in de krottenwijken door symbolisch op de vuist te gaan met huisjesmelkers. Vrouwen wier families uit hun woningen zijn gezet protesteren bij het parlementsgebouw in Mexico-stad. (foto's Nicole Lucas/Paul Daniels) overheid maar zeer beperkte steun is te verwachten". Positief effect Die heeft namelijk als eerste prioriteit de afbetaling van de buitenlandse schuld van 110 miljard dollar. Jaarlijks moet 12 miljard aan aflossing en rente worden betaald, wat de financiële ruimte om an dere dingen te doen drastisch beperkt. Palomo: „De ramp heeft als positief ef fect gehad dat overal in de stad allerlei initiatieven zijn genomen om buurtbe woners bij te staan". Een van de meest curieuze is die van de figuur Superbarrio. Deze in het rood geel geklede man is sinds de vorige zo mer een opmerkelijke verschijning in de krottenwijken van Mexico-stad. Hij is een vondst van de Asamblea de los Bar rios. een organisatie die de belangen van de sloppenwijkbewoners behartigt. Su perbarrio is een vrij worstelaar, ge- creeërd naar het voorbeeld van Mexi caanse filmhelden als El Santo en Blue Demon, die de strijd voor het goede, het rechtvaardige symboliseren. Superbarrio gaat regelmatig op de vuist met Catalino Creel, een figuur ont leend aan een Mexicaanse Dallas-serie waar hij de personificatie is van het slechte. Palomo: „Catalino Creel is het symbool van de de huisjesmelkers, Su perbarrio vertegenwoordigt de bewo- Wanneer ze in de ring tegen elkaar vechten gaat het er vaak echt bloedig aan toe. Het is uiteindelijk echter Superbar rio die overwint. „Doel is om de bewo ners een soort hart onder de riem te ste ken, ze het idee te geven dat ze niet vol komen machteloos zijn tegenover hun huisbazen". Behalve in 'gevechten' doet hij dat ook door onder meer te proberen ontruimin gen te voorkomen en over huurprijzen te onderhandelen. Zijn optreden heeft suc ces, in de krottenwijken is hij een gezie ne figuur. „Echt iets doen kan hij natuur lijk niet", stelt Palomo, „maar als het er toe leidt dat mensen hun lot wat minder lijdzaam ondergaan, heeft Superbarrio zijn doel bereikt". Geen haast Je moetje armen gebruiken, is me ver teld. En dat blijkt inderdaad geen over bodige luxe. Haringen in een ton moeten zich beter voelen dan de honderden die tegelijk met mij op het idee zijn gekomen gebruik te maken van de overigens zeer moderne metro van Mexico-stad. Zelfs buiten de spits blijkt een ritje met de on dergrondse een continu gevecht: om bin nen te komen, om bij de juiste halte uit te stappen en om intussen te blijven adem halen. In de spits is het allemaal nog veel er ger. Dan zijn er aparte rijen voor vrou wen en kinderen, om de laatsten ervoor te behoeden onder de voet te worden ge lopen en de eersten te beschermen tegen 'ongewenste intimiteiten'. Ook hoef je je dan niet met een rugzak of een grote kof fer op het platform te vertonen, want dan word je zonder pardon gesommeerd maar te gaan lopen of een taxi te nemen. Niet dat dat laatste zo'n onverdeeld ge noegen is. Haast moetje in elk geval niet hebben. Want dan zit je je voortdurend op te vreten als je in een file - en die is er op bepaalde plaatsen bijna ieder uur van de dag - rijdt met een gemiddelde snel heid van pakweg 20 kilometer per uur. En omdat de chauffeur meestal zijn raam heeft openstaan om zijn ongenoegen met het rijgedrag van andere weggebruikers terstond kenbaar te kunnen maken, loop je de kans het nog aardig benauwd te krijgen ook. De luchtverontreiniging in Mexico- stad neemt regelmatig levensbedreigen de vormen aan. Meer dan 3,5 miljoen au to's en 7000 dieselbussen jagen dagelijks samen met duizenden fabrieken 11.000 ton giftige gassen de lucht in. Een dag rondlopen in Mexico-stad staat gelijk aan het roken van 2 pakjes sigaretten, zo is berekend. Ooit moeten de Azteken deze plek, Mexico-stad ligt in een vallei, hebben ge kozen om de mooie windstille ligging. Nu werkt dat echter alleen maar nadelig. De luchtverontreiniging blijft in het dal hangen en heeft door de ijle lucht (de stad ligt op 2000 meter hoogte) een nog vernietigender effect dan elders. Vol gens milieudeskundigen worden jaar lijks 100.000 mensen geveld door aantas ting van ademshalingsorganen en inge wanden en worden duizenden kinderen geboren met afwijkingen aan de lucht wegen. Zuigkracht Toch trekken dagelijks zo'n 2000 men sen naar deze overvolle en vuile stad in de hoop er een beter bestaan te kunnen opbouwen. De nieuwelingen komen me rendeels van het platteland, waar de le vensomstandigheden slecht en de voor uitzichten op verbetering minimaal zijn. Het ontbreekt aan goede voorzieningen op het gebied van onderwijs en gezond heidszorg, en vooral aan werk. De land bouw is zo'n beetje de enige bron van werkgelegenheid, maar door de zeer on gelijke verdeling van het grondbezit zijn maar weinigen in staat een bestaan als boer op te bouwen. In zo'n situatie krijgt de stad voor ve len een geweldige aantrekkingskracht. Jarenlang heeft de Mexicaanse overheid de meeste aandacht op de hoofdstad ge richt en daar onder meer de industriële ontwikkeling gestimuleerd. In de stad is de kans op een baantje daarom nog altijd iets groter dan in grote delen van het platteland. Bovendien is de meeste dienstverlening (onderwijs en gezond heidszorg) in de stad geconcentreerd. Vaak wordt eerst een ondernemende jonge zoon of dochter gestuurd die werk hoopt te vinden als vuilverzamelaar, schoenpoetser, dienstmeisje of prostitu ee. Wanneer die eenmaal een 'plaatsje' heeft gevonden, hoe schamel ook, volgt de rest van de familie. Ritjes in een taxi kunnen ook wat dat betreft veel illustre ren over het leven in deze miljoenenstad: vraag de chauffeur waar hij is geboren en het antwoord is 99 van de 100 keer niét Mexico-stad. Zelfwerkzaamheid Werk en onderdak is de grootste zorg van de mensen die in de stad arriveren. Veel nieuwkomers proberen in of nabij het centrum te wonen omdat dat het zoe ken naar werk vergemakkelijkt. Ze ko men terecht in zogenaamde vecindades, huurkazernes, overbevolkte, slechte wo ningen waar relatief hoge huren moeten worden betaald. Zoals in Guerrero, een wijk met 80.000 inwoners, een aantal dat te vergelijken is met het inwonertal van een middelgrote stad in Nederland. Sinds 11 jaar is in deze buurt de Unión de Vecinos de la Colonia Guerrero, kort weg de Unión, actief, die probeert de buurtbewoners te stimuleren hun (woon)situatie te verbeteren. Ze doet dat ondermeer door de bouw van goedkope huizen te financieren, die dan aan leden van de organisatie worden verkocht. „We gaan uit van het principe van zelf werkzaamheid van de bewoners", vertelt Palomo. "Wie voor een huis in aanmer king wil komen moet zelf meehelpen bij de bouw". Om de woningen zo goedkoop moge lijk te houden worden ze heel kaal afgele verd. De muren zijn bijvoorbeeld niet be pleisterd en kasten en deuren ontbreken. De verfraaiing wordt aan de bewoners zelf overgelaten. En dat kan, afhankelijk van het inkomen en de waarde die de be woners aan een goed onderkomen hech ten, tot zeer verschillende resultaten lei den. De huizen hebben beneden één grote kamer met een klein hokje voor de wc en boven nog een kleine slaapkamer. Op een oppervlakte van nog geen 50 vier kante meter wonen soms gezinnen met 4 of 5 kinderen. Voor velen is het echter een enorme vooruitgang vergeleken met hoe ze vroe ger woonden. Dat geldt bijvoorbeeld voor mevrouw Berta, die sinds een half jaar met haar drie volwassen kinderen een huis van de Unión bewoont. „We hebben eerst een tijd in een huis in Guer rero gewoond, waar we het toilet met tien andere families moesten delen en de douche met nog meer mensen. Totdat de huisbaas de huur opzegde, toen stonden we van de ene op de andere dag op straat. We hebben toen een tijd met z'n allen in een hotel in één kamer gebivakkeerd". Vuurpijlen Huisuitzettingen zijn niets uitzonder lijks. Het gebeurt in deze wijk om de ha verklap. De buurtbewoners hebben di verse methoden ontwikkeld om dat te voorkomen. Wanneer bijvoorbeeld er gens een familie op straat dreigt te wor den gezet worden er drie vuurpijlen afge schoten om de rest van de wijk te waar schuwen. Die snelt dan toe om zich met hand en tand tegen de uitzetting te ver dedigen. De bewoners van de Unión-woningen hoeven daarvoor niet te vrezen. Hun huis is namelijk privé-eigendom. Palomo: „Wij bouwen de huizen voor 2 miljoen pesos en verkopen ze voor 1 miljoen pe sos aan onze leden". Dat kan onder meer doordat de Unión financiële steun krijgt van buitenlandse organisaties, waaron der de Novib. Twintig procent van hun salaris moe ten de bewoners maandelijks afbetalen aan hypotheek. Voor mevrouw Berta be tekent dat 20.000 pesos per maand. „Het was wel lastig om niet alleen haar inko men, maar ook dat van de meeste andere bewoners vast te stellen", aldus Palomo. Een vaste baan is veelal een ongekende luxe. De meesten verdienen een onregel matig inkomen in de informele sector als schoenpoetser, wasvrouw, naaister of bouwvakker. Het wettelijk vastgestelde minimumloon van 180.000 pesos is slechts weggelegd voor een bevoorrech te elite. Alleen die groep kan de door de overheid gebouwde woningen in deze wijk betalen. De regering vraagt name lijk, ongeacht het inkomen, dertig pro cent van het officiële minimumloon als huur of afbetaling. Voor de meesten zijn die huizen dus onbetaalbaar. Maar omdat ook het werk van de Union en vele soortgelijke organisaties uiteindelijk niet meer is dan een druppel op een gloeiende plaat, is voor de meeste migranten een verblijf in het centrum niet weggelegd. Velen trekken daarom naar de buitenwijken. Om Mexico-stad ligt een hele gordel van armzalige krot tenwijken waar mensen onder erbarme lijke omstandigheden leven. Gekraakt Los Hornos in het zuiden van Mexico- stad is zo'n wijk. Officieel bestaat ze niet, de bewoners hebben de grond twintig jaar geleden 'gekraakt'. Dat wil zeggen dat ze op een nacht simpelweg een stuk land hebben bezet zonder toestemming van wie dan ook. Het is een gebruikelijke 'procedure' in vrijwel alle grote steden in Een woninkje zoals er tienduizenden zijn in de krottenwijken rond Mexico-stad. Haast moet je in Mexico-stad niet hebben. Files zijn er altijd en overal. De zwaar overbevolkte hoofdstad van Mexico, met ruim 20 miljoen inwoners, mag de aardbeving van twee jaar geleden dan enigszins te boven zijn gekomen, dat betekent niet dat de zorgen voorbij zijn. De immer wassende gordel van krottenwijken rond Mexico- stad illustreert de immense problemen van deze metropool. Problemen die nagenoeg niet meer zijn te keren. door Nicole Lucas Toen de Spanjaarden in 1519 Techo- chtitlan - zoals het toen nog heette - binnentrokken troffen ze een wel varende, mooie stad met 300.000 in woners. Het huidige Mexico-stad was daarmee toen al dichter bevolkt dan welke Westeuropese stad dan ook. De Azteken hadden hun hoofdstad ge bouwd op een moerassig eiland midden in een meer, met uitzicht op besneeuwde vulkanen. Nu is daarvan weinig meer te zien. Het meer is verdwenen - volge bouwd - en het uitzicht op de bergen wordt meestal belemmerd door een grijsgele walm. De metropool die in de jaren vijftig nog gold als het Parijs van Latijns Amerika, is anno 1987 overbe volkt en sterk vervuild. Woonden er in 1951 zo'n 3 miljoen mensen, inmiddels is dat aantal bijna verzevenvoudigd. Vol gens de voorzichtigste schattingen zul len in het jaar 2000 meer dan 26 miljoen mensen in de Mexicaanse hoofdstad ver blijven. Twee jaar geleden werd het tekort aan woningen in Mexico-stad al geschat op 1,6 miljoen. Die situatie werd in de nacht van 19 op 20 september 1985 nog eens verergerd. De aardbeving deed moderne gebouwen als kaartenhuizen in elkaar storten en duizenden mensen vonden de dood. Naar schatting 300.000 mensen kwamen zonder woning te zitten en de ravage was enorm. Inmiddels is daar nog maar weinig van te zien. Op sommige plaatsen zijn park jes aangelegd en er is een groot aantal fel gekleurde nieuwe woningen gebouwd. Veel hoofdstedelijke bewoners zijn de ramp echter nog lang niet vergeten. "Veel mensen", aldus Armando Palo mo, medewerker van een volkswijkorga nisatie, "ook degenen die niet recht streeks door de aardbeving werden ge troffen, zijn zich toen pas echt bewust ge worden van de letterlijke kwetsbaarheid van hun bestaan. Bovendien hebben ze toen ook gezien dat van de kant van de de Derde Wereld, waar het de aan de middelen ontbreekt om de groei ervan in goede banen te leiden. In Los Hornos wonen nu meer dan 8000 families merendeels in huisjes met stenen muren en een golfplaten dak. De wegen in de buurt zijn van zand. „In de regentijd is het hier één grote modder poel", aldus Maijan Verwoerd, een Ne derlandse die in Los Hornos alfabetise ringscursussen geeft. Omdat de wijk te gen een heuvel is gebouwd en een goed afwateringssysteem ontbreekt, ko men in die tijd ook veel huizen blank te staan. Elektriciteit wordt illegaal afgetapt en er is geen stromend water. Drie keer per week komen er zogenaamde pipa's (tankwagens) met water dat in grote ton nen wordt gegoten. Vandaaruit vervoe ren de bewoners het met emmers naar hun huis. De wijk is vergeven van de steenbakkerijen die kriskras tussen de huizen staan en wanneer ze in werking zijn dikke zwarte walmen produceren. Mannen, vrouwen en kinderen werken samen in het bedrijf. Inmiddels heeft een aantal bewoners zich georganiseerd om hun bestaan ter plaatse de nodige garanties te geven. Ze verblijven hier immers illegaal en lopen daarmee steeds weer het risico te worden verdreven. En in het geval van de steen bakkers betekent dat dan niet alleen ver lies van onderdak, maar ook van werk. „Ongeveer 70 families hebben nu een soort erkenning van de gemeentelijke autoriteiten dat een bepaald stuk grond van hen is. Daarvoor moeten ze dan wel 200.000 pesos betalen en, bijvoorbeeld aan de hand van geboorte-akten van de kinderen, kunnen aantonen dat ze al minstens vijfjaar in Los Hornos wonen", vertelt Verwoerd. Afwachten Of daarmee hun verblijf is zeker ge steld is nog maar de vraag. Op nog geen 500 meter afstand wordt sinds kort druk gebouwd aan grote torenflats, bestemd voor de middenklasse. En het zou niet de eerste keer zijn dat de overheid uiteinde lijk zwicht voor de bezwaren die deze groep ongetwijfeld zal hebben tegen het weinig fraaie uitzicht dat een krotten wijk nu eenmaal biedt. „Er is verzekerd dat de bewoners van Los Hornos ner gens bang voor hoeven te zijn", aldus Verwoerd. Ze verwoordt echter de ge voelens van veel bewoners als ze daar on middellijk aan toevoegt: „Maar je moet het natuurlijk nog maar afwachten". Ze waarschuwt me ervoor te zorgen dat ik vóór het donker de wijk heb verla ten. „Er zijn hier allerlei bendes actief en die hebben zeker geen medelijden met mensen die naar hun idee hier niet ho- In feite betekent dit dat de overheid haar greep op de stad heeft verloren. Een beangstigende, maar bijna niet meer te keren ontwikkeling. Dit is de tweede en laatste reportage over Mexi co. De vorige stond in Extra van vorige week.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 31