Kapot harmonium vormde basis van Yamaha-concern Visum blijft probleem in Sovjet-staat Zoeken naar nieuwe wegen is altijd het hoofddoel geweest De Japanse onderneming Nippon Gakki Co. Ltd., beter bekend als Yamaha, bestaat honderd jaar. In 1887 repareerde ene Torakusu Yamaha, die aanvankelijk meer van horloges afwist dan van muziekinstrumenten, een Amerikaans harmonium dat eigendom was van een lagere school in Hamamatsu. Hij raakte zo in verrukking van het orgeltje dat hij besloot er zelf een te bouwen. En daar bleef het niet bij. door Nol van Bennekom De derde zoon van Takanosuke Ya maha, een welgestelde samurai in het Japanse Kishu van rond 1850, bleek een ondernemend ventje. De oude krijgsadel waarvan zijn vader een gezien lid was, trok de jonge To rakusu minder dan de sterrenkunde waarmee diezelfde Takanosuke zijn dagen vulde. Torakusu Yamaha werd op 20 april 1851 geboren. Als kind legde hij een opmer kelijke belangstelling aan de dag voor astrologische boeken. Maar nog meer in teresse toonde hij voor de instrumenten waarmee zijn vader de sterren gadesloeg en hun stand berekende. Hoe ouder hij werd, des te meer groei de zijn nieuwsgierigheid naar techni sche dingen. De meest voorkomende .technische apparatuur' omvatte in het Japan van de negentiende eeuw voorna melijk het horloge en de stoommachine. Die waren bovendien van buitenlandse makelij. Vooruitgang Het horloge was voor Torakusu de meest in het oog springende zegening van de moderne tijd. Sinds 1868 was de Meiji-regering aan het bewind, die na driehonderd jaar Japans isolement de poorten naar de rest van de wereld open stelde. Daardoor overspoelde een golf van vooruitgang het land van de Rijzen de Zon. De Japanse overheid wierf drie duizend buitenlandse deskundigen, die in de meest uiteenlopende bedrijfstak ken aan het werk gingen. Met hen kwa men ook buitenlandse muziekinstru menten naar Japan, zonder dat de Ja panse bevolking daar aanvankelijk ove rigens veel van merkte. De Amerikaanse vlootvoogd commo dore Perry, die onder president Franklin Pierce China en Japan openstelde voor de Amerikanen, bracht vrijwel ieder westers produkt naar Azië, ook muziek instrumenten. In sommige huizen van de buitenlandse ontwikkelingswerkers stond een Amerikaans harmonium, meestal bestemd voor stichtelijk gebruik binnen het gezin. De Japanse muzikan ten bedienden zich toen nog liever van traditionele Japanse instrumenten als de driesnarige shamisen. De muziek ging in die tijd aan de tech nisch geïnteresseerde Torakusu Yamaha voorbij. Hij was veel meer gefascineerd door het zakhorloge, dat hij een wonder van techniek vond. Hij ging in 1871 in de leer bij een Britse horlogemaker in Na gasaki met het doel zelf ooit een werk plaats voor fabrikage en reparatie te be ginnen. Dat plan liep door geldgebrek op niets uit. Jammer, maar Torakusu was er aller minst door uit het veld geslagen. In Na gasaki bevond zich Japans eerste op westerse leest geschoeide medische fa culteit en Torakusu verzette de bakens naar het repareren van medische appara tuur. Hij kon een baantje krijgen bij een bedrijf in medische apparaten in Osaka en wierp zich met veel inzet op zijn nieu we dagtaak. Nauwgezet bestudeerde hij de techniek van de medische hulpmid delen, en zo verwierf hij zich de nodige kennis die in Japan zeer schaars was. Basis In 1884 gebeurde er iets in het zieken huis van Hamamatsu. Op zekere dag raakte de apparatuur in de operatieka mer onklaar en niemand wist wat te doen. De ziekenhuisdirectie ontbood To rakusu Yamaha. Hij onderzocht het ap paraat en maakte een lijst van noodzake lijke nieuwe onderdelen. Nog steeds had Torakusu geen kennis gemaakt met westerse muziekinstru menten, maar dat zou niet lang meer du ren. Niemand kon vermoeden dat de in eenstorting van het Amerikaanss harmo nium op een lagere school in Hama matsu de basis zou vormen voor het we reldwijde Yamaha-imperium. Het orgel tje van het merkMason and Hamlin' was ooit aan de school geschonken door een welgestelde familie, en het hoofd der school was er buitengewoon zuinig op. Het harmonium ging na dienst te hebben gedaan in de muzieklessen telkens stee vast achter slot en grendel. Maar alle zorgzaamheid ten spijt, gaf het instru ment toch in 1887 de geest. Goede raad was duur. Navraag leerde dat ene Torakusu Yamaha zulk goed werk had gedaan in de operatiekamer van het ziekenhuis van Hamamatsu. De schoolleiding ging er van uit dat iemand die knap genoeg was om medische appa ratuur te repararen vast ook wel een har monium aan de praat kon krijgen. Torak usu kwam, zag het orgel, en raakte in op perste staat van verrukking. Hij haalde het ding volledig uit elkaar en doorzag de werking ervan. Terwijl hij het orgel repa reerde rijpte bij hem Jiet plan om zelf zo'n ding te maken. Hij zag duidelijk een gat in de markt. Immers, muziekonder wijs werd op iedere lagere school in Ja pan gegeven. Ondernemend als hij was bouwde hij naar het voorbeeld van de Mason and Hamlin' een soort orgelmeubel. Met na me was hij zeer onder de indruk van het meubel. Enig verstand van de stemton gen, het hart van het instrument, had hij niet. Het produceerde toen het klaar was dan ook de meest afgrijselijke klanken. Torakusu liet zich er niet door uit het veld slaan. Hij meende dat hij een orgel kon bouwen voor niet meer dan 2 of 3 yen, omgerekend naar de munt van van daag 20.000 tot 30.000 yen oftewel 175 dollar. Klaarheid Torakusu versleepte zijn instrument van Hamamutsu naar Tokyo per traditio nele Japanse handkar. Hij had hulp van enkele getrouwen en samen trokken zij het eerste Yamahaorgel over het Ha- nongebergte. Het doel was het instru ment te verkopen aan de nationale mu ziekacademie in Beno. Deze academie werd geleid door directeur Shuij Izawa, een briljant musicus die muziekpedago- gie had gestudeerd aan de Bridgewater School en de Harvard Universiteit in de Verenigde Staten. Izawa was een beminnelijk mens. Be leefd legde hij aan Torakusu uit wat er mis was met zijn orgel en hij stelde de fa brikant in spe voor om de grondbeginse len van de westerse muziek te bestude ren. Hij voorzag daarvan veel nut. De leergierige jonge Yamaha bestudeerde aan de academie de stemmingen en de harmonieën van orgels en dat verschafte de technicus meer klaarheid in het we zen van de muziek. Hij keerde korte tijd later terug naar Hamamutsu waar hij zijn tweede harmo nium in elkaar zette. Die was heel wat be ter, en kostte minder dan de helft van een import-orgel. Een zekere Raichi Shirai van de uitgeverij Kyoeki Shosha was vooral van die prijs zeer onder de indruk. Hij importeerde behalve boeken en land kaarten voor scholen ook harmoniums en piano's. Hij stelde voor de orgels van Torakusu Yamaha exclusief in Noord- Japan en in Tokio te vertegenwoordigen en hij had een zakenvriendje in het zui den, Sasuke Miki, dig daar wellicht Ya- maha-agent wilde worden. Wereldindustrie Nu was de teerling pas echt geworpen. Yamaha bestond. Torakusu bediende zelf de centrale markt in Japan. De on derneming ging Nippon Gakki Co. Ltd. heten en onder die naam werd het een gi gantische wereldindustrie. Torakusu Ya maha werd de eerste president van de company. Ooit begonnen als knutselaar vulde nu de muziek het leven van de technicus. Twee jaar nadat hij zijn eerste valse har monium had getimmerd, reisde hij als lid van een Japanse commissie van het mi nisterie van onderwijs naar de Verenigde Staten. Zijn doel was om de fabricage van piano's te bestuderen en met de daar opgedane kennis een pianofabriek voor de binnenlandse markt te stichten. Driejaar later, we schrijven dan inmid dels 1902, leverde Yamaha zijn eerste concertvleugel af. Sinds twee jaar had hij al rechtopstaande piano's gefabriceerd. De jaarproduktie bedroeg in 1900 nog 2 piano's, maar een jaar later waren het er 4, en in 1903 groeide de produktie naar 21. De kwaliteit was goed. Zo goed zelfs dat Yamaha op de Wereldtentoonstelling van 1904 in St. Louis de Honorary Grand Prize in de wacht sleepte. Het bedrijf groeide. Er werden voort durend nieuwe initiatieven ontplooid en in april 1914 wierp Yamaha zich op de fa bricage van harmonica's. De bedoeling was te concurreren met Duitsland, van oudsher de belangrijkste producent van trekhamonica's. Toen in datzelfde jaar de Eerste Wereldoorlog uitbrak werd de import van Duitse produkten (inclusief harmonica's) opgeschort en werd Ya maha als gevolg daarvan de enige leve rancier van deze instrumenten in Japan. In 1915 begon Nippon Gakki al met de export van accordeons. In 1917 kreeg de onderneming een zware klap te verduren. Torakusu Ya maha overleed op 68-jarige leeftijd. Dat verlies kwam hoogst ongelegen, want de stichter was tot zijn dood de drijvende kracht achter het bedrijf geweest. Torak usu liet echter een kerngezonde onder neming achter, zo gezond dat zij de eco nomische recessie van 1920 en de Japan se beurscrash met gemak overleefde. Toch zouden er nog lelijke tegenslagen volgen. Het geluk weigerde de fabriek nog langer toe te lachen toen in 1922 de pas geopende vestiging in Nakazawa tot de grond toe afbrandde. Een jaar later vloog ook de fabriek in Itaya-cho in brand, en in datzelfde jaar werd het be drijf in Tokio getroffen door Torakusu Yamaha, de grondleg ger van het concern. (archieffoto) aardbeving. Het gebouw werd volkomen verwoest. Ook gedeelten van de fabriek in Yokohama zakten tijdens de aardbe ving in elkaar. De opsomming van ram pen toont overigens wel aan hoe snel het concern in korte tijd was gegroeid. Risico De ramp was nu echter niet meer te overzien, te meer omdat er in 1926 hoog lopend arbeidsconflict onstond dat het zakelijk herstel lelijk verstoorde. De sta king voor betere arbeidsvoorwaarden duurde maar liefst 105 dagen. Nippon Gakki Co.Ltd. maakte zijn grootste fi nanciële crisis door. President Chiyomaru Amano, die To rakusu was opgevolgd, vertrok en Kaichi Kawakami kwam. Hij nam een groot per soonlijk risico door een uitstekende car rière als directeur van de Sumitomo Electric Wire Co. op te geven voor een baan bij het nu noodlijdende Nippon Gakkiconcern. Toch betekende zijn komst de redding van de onderneming. Hij voerde belangrijke hervormingen door en werkte hard aan het herstel van de goede naam van de Yamaha-instru menten. Hij saneerde de onderneming en eiste meer discipline van iedereen. Veel aan dacht werd besteed aan marktonder zoek, training van personeel, en de schul den werden weer regelmatig afgelost. Nippon Gakki kroop uit het dal. Maar een nieuw onheil kondigde zich aan. De Tweede Wereldoorlog. Japan verzette de bakens. Wi^ vroeg nog naar muziekinstrumenten? De oorlogszuchti ge overheid vorderde in 1941 de fabrie ken en Nippon Gakki werd een fabriek van vliegtuigpropellers, vleugelbenzine tanks en andere vliegtuigonderdelen. Toen de oorlog in 1944 op zijn hevigst woedde werd de leiding van de fabriek gedwongen de produktie van muziekin strumenten, die hier en daar nog op een laag pitje doorging, geheel te staken. Nippon Gakki was nu geheel oorlogsin dustrie geworden. School In 1945, na de Japanse overgave, was er van het ooit zo bloeiende klaviercon cern slechts een ruine over. Maar een kostbaar element was gebleven: de vast beslotenheid van directie en personeel om de fabricage van muziekinstrumen ten nieuw leven in te blazen. Alles op al les werd gezet om de terugkeer in het ou de ambacht te verwezenlijken. Dat leid de ertoe dat er amper twee maanden na de beëindiging van de oorlog alweer har a's en xylofoons werden gefabri ceerd. Eenvoudig te maken instrumen ten om mee te beginnen. Nog altijd was Kaichi Kawakami aan het bewind. Hij bracht de firma terug op de markt, maar begon te tobben met zijn gezondheid. Toen hij in 1950 vijfenzestig jaar werd in 1950 trad hij terug en be noemde hij zijn oudste zoon Gen'ichi tot zijn opvolger. Door de jaren heen bleef het hoofddoel van de onderneming het zoeken naar nieuwe wegen en nieuwe produkten. Om de belangstelling voor het muziekinstru ment reeds op jeugdige leeftijd aan te wakkeren werd in 1957 begonnen met de eerste Yamaha Music School. Deze acti viteit nam een grote vlucht en beperkte zich niet alleen tot Japan. In de loop der jaren hebben 3,5 miljoen studenten over de hele wereld hun muziekopleiding aan deze instituten genoten. Onder auspiciën van de Yamaha Mu sic Foundation, gesticht in 1966, vinden allerlei evenementen plaats zoals con coursen en festivals. Een daarvan is het ,World Popular Song Festival' waarvoor dit jaar uit Nederland de Hilversumse groep Frizzle Sizzle, ex-Pussycat-zange- res Toni Wille en Nadieh hebben inge schreven. Belang Van groot belang is thans het aandeel van Yamaha op de markt voor de elektro nische instrumenten als synthesizers en de daarbij horende randapparatuur zoals versterkers, drumcomputers enzovoort. De elektronische muziekwereld biedt tot voor kort onvermoede mogelijkheden. Een klavierspeler kan alle in de synthesi zer opgeslagen muziekinstrumenten .be spelen', van gitaar tot hobo. De laatste ontwikkeling is de komst van een elek tronische saxofoon. Dit instrument wordt als een saxofoon bespeeld, maar produceert zelf geen toon. Daartoe moet het snoer ervan worden aangesloten op een synthesizer. Zo kan een saxofonist elk instrument in de synthesizer, bij voorbeeld een gitaar of een spinet, letter lijk .aanblazen'. Overigens heeft Nippon Gakki het as sortiment niet beperkt tot muziekinstru menten. De onderneming produceert ook motorfietsen, sneeuwscooters, zeil en motorjachten, buitenboordmotoren, maaimachines, sportartikelen en com plete keukeninstallaties. Dat had Torakusu Yamaha honderd jaar geleden nooit kunnen voorspellen. Om hem te eren wordt met het honderd jarig bestaan van de onderneming de naam Nippon Gakki officieel omgedoopt in Yamaha, de naam overigens waarmee de produkten al sinds jaar en dag be kendheid genieten. Een van de belangrijkste redenen waarom Sovjet-burgers hun land niet mogen verlaten betreft de kennis van staatsgeheimen. Hoewel dat nooit duidelijk op schrift is gesteld gelden daar toch regels voor. Een ingenieur die op een technisch instituut heeft gewerkt kan er al gauw op rekenen dat hij zeker vijfjaar moet wachten al vorens de hem bekende geheimen zo danig verouderd zijn dat hij zonder de veiligheid van de Sovjetstaat in ge vaar te brengen naar het westen kan afreizen. En al snel worden die termij nen langer. door Alexander Münninghoff Heel wat joodse 'refuseniks' hebben het feit dat zij ooit iets met computers te maken hebben gehad bijvoorbeeld moeten bekopen met een wachttijd van tien jaar of langer voordat zij het begeerde uitreisvisum konden opha len. De klacht dat hun kennis sowieso al verouderd was, omdat de Sovjetu nie nu eenmaal achter ligt bij de wes terse technologische ontwikkelingen, mocht niet baten. Er heerst in dit land een zekere mate van 'sekretomanie' oftwel geheimhoudingsdrift. Voordat we ons daarover vrolijk maken moeten we wel bedenken dat de tekst van het Wilhelmus in ons 'Handboek Soldaat' nog niet zo lang geleden onder de categorie 'dienstge- heim' werd gerangschikt. Elk soeve rein land doet nu eenmaal ingewik keld over de eigen verworvenheden. Maar dat gaat niet op voor de vol gende regeling die ze in de Sovjetunie hebben bedacht. Iedereen die er weg wil moet, naast een vracht overige do cumenten, ook een papiertje kunnen inleveren dat zijn achterblijvende ver wanten geen financiële claims meer op hem hebben. Wie dat niet kan aan tonen wordt onherroepelijk afgewe- Vooral in kringen van joodse emi granten in spe speelt dit een belangrij ke rol. Niet zelden wordt na lang touwtrekken aan een joods gezin een uitreisvisum voor Israël verleend. Maar dan blijkt opeens dat de schoon dochter, een Russin, van haar ouders niet zo'n financiële vrijbrief krijgt. Vaak is de reden ervan dat die ouders het hele huwelijk met een jood al niet zagen zitten, en nog vaker dat ze niets te maken willen hebben met alles wat met de joodse emigratiepolitiek ver band houdt. Het betreft hier veelal mensen van een vooroorlogse generatie, gewend aan het gezag van partij en staat, en uitgerust met op lijfsbehoud gerichte voelhoorns die meteen op tilt geraken als er een delicaat probleem aan de horizon opduikt. Ze weten van horen zeggen dat het de autoriteiten niet lekker zit, en dus kiezen ze het zekere voor het onzekere: ze ondertekenen niets dat de emigratie van hun ver wanten kan bevorderen en dat het Kremlin boos kan maken. Als potentiële emigrant in de Sov jetunie sta je dan machteloos. Er is na melijk geen wet die je verwanten ver plicht om toe geven dat je niet meer bij hen in het krijt staat. En niemand die ze zo'n document kan afdwingen. Maar het visumbureau Uvir blijft on verbiddelijk: zonder die verldaring geen visum. Er zijn momenteel zo'n zeventig joodse Sovjet-burgers die zich in deze bureaucratisch gesproken strikt ho peloze situatie bevinden en zich vere nigd hebben in de club van de Bjed- nyje Rodstvenniki, de 'arme verwan ten'. Sommigen van hen wachten al vele jaren en zien de beste tijd van hun leven verloren gaan. „Wij moeten eigenlijk wachten op de dood van mijn kerngezonde schoonouders voordat wij een visum kunnen krij gen", zegt Alja, een van de activisten. Anderen geloven in een nieuwe tijd onder partijsecretaris Michail Gor- batsjov en willen deze gang van zaken in de openbaarheid brengen door de monstraties. Een klein groepje onder hen probeert dat origineel te doen. Men gaat niet op het Rode Plein staan (waar trouwens een demonstratiever bod geldt), maar begeeft zich met spandoeken naar de kantoren waar de onwillige verwanten werken. Een betoging eerder deze week in een buitenwijk van Moskou, bij het rayonkantoor van de militia, had be paald een spookachtig verloop. Zeker vijftig agenten hadden zich, duidelijk gewaarschuwd, op de binnenplaats van het gebouw verzameld. Het liep tegen zessen en het was dus al zeer donker. Lopend door het park naar de demonstratieplek kwamen de wester se verslaggevers talrijke duistere ge daanten tussen het geboomte tegen, die zorgvuldig een andere kant uitke ken. Bij het militia-kantoor, waar een schoonmoeder van een van de 'refu seniks' werkt en die absoluut niets met welke emigratieplannen dan ook te maken wil hebben, werden aan de lopende band foto's gemaakt van de aanwezigen. Niemand sprak een woord het was compleet Kafka. De Sovjet-autoriteiten verklaren zich machteloos tegenover het fami lierecht en geven voorrang aan de in zichten van de ouders. In hoeverre die strijdig zijn met het ook door de Sov jetunie erkende recht op uitreizen, wordt niet onderzocht. Het papiertje, daar gaat het om. Wettelijke mogelijk heden tot verkrijging van een schul denvrij-verklaring zijn er niet. Tal van voorstellen, waaronder een garant- verklaring van de staat Israël voor mogelijke nagekomen claims uit de Sovjetunie, worden verworpen. Het leidt tot dramatische gevallen. Een vrouw wier hele familie van acht personen een uitreisvisum heeft, vreest te moeten achterblijven omdat haar ex-man, die inmiddels een nieuw gezin heeft, geen enkel document in verband met haar vertrek naar Israël wil tekenen omdat hij zijn carrière niet wil schaden. „Dus ik moet met mijn twee kinderen achterblijven in de Sovjetunie, terwijl hij zich nooit om ons bekommerd heeft", zegt ze, haar tranen met moeite inhoudend. Een concertvleugel uit de serie 'Grand Pianos'. Inzet: een digitaal keyboard met alles erop en eraan. (foto-s pri

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 27