Duitse wijnbranche vecht voor beter imago
21 NOVEMBER 1987
PAGINA 25
Wijn en Duitsland, een bijna
onontwarbare knoop van
eigenbelangen, wetgeving,
gerommel en natuurlijk
romantiek. In elf gebieden
zorgen 100.000 wijnboeren
voor tienduizenden soorten
wijn. De deelstaat Rijnland
Pfalz neemt 70 procent van de
gemiddelde jaarproduktie van
85 miljoen hectoliter voor haar
rekening. Het
Mosel-Saar-Ruwer-gebied is
hier een van de grootste
wijngebieden. Twee jaar na
het glycolschandaal, dat
weliswaar op het conto van
Oostenrijk kwam maar waarbij
toch ook de Westduitse
wijnbranche was betrokken, is
de sfeer er redelijk
optimistisch, maar de
verdeeldheid nog altijd even
groot. "Dat verdomde
Moselblümchen van 1,99 heeft
het imago van de Duitse wijn
kapot gemaakt".
Bullay aan de Moezel. Tien uur op
een fraaie novemberochtend. Een
flauw zonnetje doet zijn uiterste
best de najaarsnevels te verdrijven.
Overal hangen mannen en vrouwen
tegen de vochtige, steile hellingen.
De oogst van de Riesling, in het gebied
rond de Moezel veruit de belangrijkste
wijndruif, is in volle gang. Grijze haren
domineren op de Steïlhangede jonge
ren doen niet meer mee. Bij een aantal
wijngaarden staan kleine Fiat-Polski's,
want menige wijnboer heeft enkele Po
len aangeworven die met een vakantie
visum op zak in vier weken tijd heel wat
harde marken bij elkaar plukken. Ze
werken hard, minstens acht uur per dag,
zes dagen in de week. En dat voor maar
acht mark per uur. Het mag niet, maar
de controle is laks.
Baantje erbij
Het wordt een redelijk wijnjaar, zeg
gen de wijnboeren. De kwaliteit is beter
dan vorig jaar, maar de hoeveelheid is
een stuk minder. Het zijn bijna allemaal
kleine wijnboeren daar aan de Moezel.
Ongeveer 9000 van de 11.000 beplante
stukjes grond die niet groter zijn dan
twee hectare. Veruit de meesten hebben
er dan ook een baantje bij. Vader op de
wijnhelling, moeder in de keuken voor
de toeristen. Een bord aan de deur: Zim-
merfrei - Weinprobe. Duizenden van die
kleintjes verkopen hun wijn direct aan
de klant. Eigen etiket en eigen klanten.
Zo is het altijd gegaan en waarom zouden
ze het na het glycolschandaal van 1985
anders doen?
Rudiger Steek, de bedrijfsleider van
het wijngoed 'Sonneck', waar de wijn zo
wel wordt beproefd als geproefd en wijn
boeren worden opgeleid, doet het niet
anders: „De schok van de glycol-affaire
heeft de kleintjes weinig schade berok
kend. Integendeel, veel wijnkopers zijn
teruggekomen naar hun eigen teler, in de
vaste overtuiging dat hij niet rommelt.
Er is een nieuwe trend: koopt bij de wijn
boer".
Rudiger Steek maakt de eerste fles
open, vertelt kort over het jaar en de spe
cifieke eigenschappen van deze wijn. De
glazen worden geheven. Eerst de kleur
bekijken, dan de wijn laten walsen in het
glas, de neus erin, een slokje, lucht naar
binnen zuigen, de wijn door de mond
spoelen, kauwen en doorslikken. Steek
vertelt met gepaste trots dat zijn negen
maanden jonge dochter al een lieblich
van een trocken kan onderscheiden.
Vol vuur zingt hij dé lof van de licht
verteerbare, onovertroffen Riesling. En
iedereen is het met hem eens, alleen kan
de schoorsteen nauwelijks roken zolang
er geen behoorlijke prijs voor de wijn
wordt betaald. Het gemiddelde inkomen
uit de druiven bedraagt voor de wijn
boer aan de Moezel ongeveer 20.000
mark.
Veel werk
En daarvoor moet ontzettend veel
werk worden verricht. De meeste per
ceeltjes aan de Moezel zijn zogenaamde
'Steilhange', hellingen met een stijgings
percentage tussen de 15 en 25 procent.
Machinaal plukken is er niet bij, en daar
om liggen de produktiekosten ruim dub
bel zo hoog als in andere Duitse wijnge
bieden, waar de boeren op hun beurt
weer veel meer werk aan de produktie
hebben dan de telers in de warmere lan
den.
Er wordt dus enorm geklaagd. Het
werk is zwaarder, de opbrengst minder.
De wijnboeren weten dat alleen bunde
ling van krachten hogere prijzen ople
vert en dus het overleven mogelijk
maakt. Maar het is onbegonnen werk om
al die individueel ingestelde boeren op
één lijn te brengen.
Toch heeft de gifklap iets in beweging
gebracht: de duizenden eenlingen, coö
peratieve telers en de groothandel moe
ten elkaar vinden om de 'milde, zuivere,
Mosellandwijnen' te verkopen. Daar
over is iedereen het eens, maar dan
scheiden zich de geesten. De bedaagde
Steek is er sceptisch over: „Zelfs over de
etiketten kunnen ze het niet eens wor
den. Hier is het nog altijd zo dat de wijn
bouwers meer tegen elkaar dan met el
kaar strijden". Wat somber staart hij in
zijn glas Merler Sonneck Kabinett Ries
ling.
Ruim 40 kilometer verder stroomop
waarts op de hellingen achter Bern-
kastel 'boert' Klaus Melsheimer. Samen
met zijn broer bewerkt hij ongeveer tien
hectare. Het is een groot wijngoed met
een traditie die teruggaat tot in de elfde
eeuw. Bijna 150 jaar geleden kocht de
familie Melsheimer het Klosterhof Sie-
benborn. Melsheimer is een man vol
vooruitstrevende ideeën. Vier jaar gele
den richtte hij met 25 collega's een zoge
naamde Erzeugergemeinschaft op. Het
doel was hun wijn via persoonlijke con
tacten te verkopen aan de betere wijn
huizen in Duitsland en de rest van de
wereld. Elk jaar zochten ze wijnen uit
die het best bij elkaar pasten en gingen
daarmee de boer op. Hun doelgroep: de
klant met de beter gevulde portemon-
Obstructie
Het experiment mislukte jammerlijk.
Natuurlijk speelde het glycol-schandaal
een rol, maar volgens Melsheimer was er
ook sprake van obstructie door bepaalde
belangengroepen. Hij is niet bij de pak
ken neer gaan zitten. Met vier getrouwen
probeert hij het opnieuw. In ons land zet
hij een derde van zijn jaarlijkse produk
tie van ongeveer 120.000 flessen af. „Het
gaat beter. Ik zie weer toekomstkansen
doordat er vraag is naar kwaliteit. We
kunnen dan ook hogere prijzen krijgen".
Melsheimer ziet een goede markt voor
de nieuwe kwaliteitswijn die onder de
naam Riesling-Hochgewachs op de
markt is gebracht. Een prima wijn die
volgens hem bij de slijter tussen de tien
en elf mark per fles moet gaan kosten.
„Mijn filosofie is dat geen van onze kwa
liteitswijnen in de schappen van de su
permarkt mag belanden". Met zijn Hoch-
gewachs, een Duitse 'Grand Cru', willen
Melsheimer en zijn collega's vooral de
jongere generatie met een hoger inko
men aanspreken: „We zakken absoluut
niet met de prijs voor deze wijn". Intus
sen vult hij de glazen nog een keer.
De grootste bedreiging voor de plan
nen van Melsheimer vormt echter de na
bijgelegen Kellerei Moselland. Directeur
Rudolf Rinck ziet namelijk ook kansen
voor de 'Hochgewachs': „In het begin
waren we wat sceptisch. Maar toen
dachten we: waarom niet?". En dus
biedt de Kellerei Moselland nu deze ty
pische Moezelwijn de supermarkten
aan, guldens goedkoper dan Meishei-
Verwijt
En dus vliegen de verwijten over en
weer. Maar de kleintjes zullen weer ver
liezen, want de coöperatie in Bernkastel
verwerkt 25 procent van alle druiven en
is dus veel machtiger. In 17 jaar is het
aantal leden gegroeid van 1500 tot 5500.
Directeur Rinck heeft een ledenstop
moeten afkondigen. De gigant verwerkt
al naar gelang de oogst tot 35 miljoen ki
lo druiven per jaar, de opslagcapaciteit
is 65 miljoen liter.
Rinck verweert zich ook tegen het ver
wijt van de zelfstandige wijnboeren dat
de Kellerei oneerlijke concurrentie be
drijft. Een van de klachten is dat veel
leden van de coöperatie hun druiven in
feite onder de prijs kunnen verkopen
doordat ze naast hun wijnberg nog een
baan hebben.
Verder wordt de coöperatie verweten
onder het juk van de grote supermarkt
ketens door te gaan. Rinck: „In dit ge
bied geeft iedereen altijd de schuld aan
een ander. Een derde van onze leden
leeft volledig van de wijnbouw en wij
betalen behoorlijke prijzen". Hij bena
drukt dat hij een groot voorstander is
van het voortbestaan van onafhankelij
ke wijnboeren, die hun klanten vooral
kunnen vinden door de nadruk te leggen
op het exclusieve van hun produkten.
„Maar de hele wijnhandel is een vicieuze
cirkel. Als je gedwongen bent op de
markt van grote levensmiddelencon
cerns te verkopen, dan moet je wel eens
prijsconcessies doen
houden".
Binnen en buiten draait de verwer
king op volle toeren. De oogst is in volle
gang. Overal trekkers met bakken vol
druiven op weg naar een van de 20 ver
laadplaatsen. Daar worden de druiven in
bakken gegooid, het suikergehalte ge
meten en de kwaliteit aangeduid. De
wijnboer ziet zijn druiven niet meer te
rug. Hooguit in een fles van de coöpera
tie. Weg romantiek. Maar veel coöpera
tieleden leveren niet alles af aan de Kel
lerei. Honderden houden rond een
kwart achter om toch nog eigen wijn te
kunnen maken, die dan aan huis wordt
verkocht aan vrienden en toeristen.
En natuurlijk om zelf te drinken, want
traditie is een groot goed in de dorpjes
aan de Saar en de Moezel. En ieder stuk
je grond heeft zijn aparte eigenschappen
en dus zijn eigen karakteristieke wijn.
En tracht daar maar eens een eenheid in
te brengen.
je klanten te Standaardwijn
Ze proberen het wel, daar in het mooie
Moezeldal. Er moet een standaardwijn
komen, makkelijk te herkennen aan de
groene fles. Op het speciale Mosellander
etiket een rode vermelding voor 'lie
blich', groen voor 'half droog' en geel
voor 'droog'. Tot zo ver is iedereen het
eens, maar dan. De kleine boer met zijn
steile hellingen eist een aparte Massifi
catie voor zijn produkt, een hogere prijs
en een toevoeging op het etiket. Ande
ren hebben weer hun eigen verlangens.
Verder staat er op het etiket nu al de
naam van de bottelarij, een heel lang
ambtelijk keuringsnummer, de drui-
vensoort, het jaar, het wijngebied en een
eventueel gewonnen prijs. Kortom, de
consument heeft een heel boekwerk no
dig om er achter te komen wat hij nu ei
genlijk drinkt, als hij het al zou willen
weten.
De regering heeft uitvoerige studies
laten verrichten om enige orde in de cha
os te brengen, maar de staatssecretaris
voor wijnbouw in Rijnland Pfalz, profes
sor Wolfgang Rumpf, kan alleen maar
verzuchten dat zulks onbegonnen werk
is in een land dat drie miljoen verschil
lende wijnetiketten kent.
Toch weet hij dat er iets moet gebeu
ren: „Het glycol-drama heeft in elk geval
de consument duidelijk gemaakt dat het
uitgesloten is een 'Spatlese' of 'Auslese'
te produceren voor DM 1,98. Mijn voor
naamste taak is het image van de Duitse
wijn te verbeteren en dat kan alleen door
een strikte kwaliteitscontrole. Reclame
is belangrijk, maar standaardisatie is
van levensbelang. We moeten de consu
menten beter voorlichten. Het is toch
belachelijk dat 90 procent van de wijn
drinkers niet weet dat de wijn, ook al
komt hij uit dezelfde streek, elk jaar an
ders smaakt. Wat dat betreft hebben de
wijnboeren in de zonnige wijnlanden
het veel makkelijker. Daar zorgt het con
stante weer voor een constante wijn. Dal
verschil moeten wij benadrukken"
Rumpf beseft heel goed dat de staat
niet de machtsmiddelen heeft om de
wijnboeren op een lijn te brengen: „We
kunnen alleen maar aanbevelingen
doen, bevelen kunnen wij niemand
iets".
Tegenhanger
Het dorp Winningen haakt in op een nieuwe trend: koopt bij de wijn
boer. (foto GPD)
Rumpf en zijn collega's uit de andere
Duitse wijnbouwgebieden proberen wel
iets. Zo is er sinds kort in navolging van
de Franse 'Beaujolais primeur' een Duit
se tegenhanger. Onder de naam 'Dc
nieuwe 1987' wordt een vrij vlakke, witte
tafelwijn op de markt gebracht. Een
groot succes is het nog niet. Een ander
vermoedelijk succesvoller experiment
ging dank zij de EG de mist in. Direct na
de oogst is in heel Duitsland de zoge
naamde Federweisser te koop, een nog
gistende, bloedjonge wijn, die in combi
natie met warme Zwiebelkuchen on
weerstaanbaar is. Bonn probeerde de
'Federweisser' exclusief op de Europese
markt te brengen, maar daar stak Brus
sel een stokje voor: jonge gistende wijn
is er ook in andere EG-landen en dus
dient er op de fles te staan: 'Federweis
ser' en daaronder 'uit EG-landen'. Daar
mee is volgens Rumpf het exclusieve al
weer verloren gegaan.
De deelstaat Rijnland Pfalz heeft het
moeilijk met zijn wijnboeren. Bij de ver-
Mezingen een halfjaar geleden bleef bij
voorbeeld in het district Bernkastel 30
procent van de traditionele CDU-stem-
mers thuis uit protest. Dat leverde
Rumpf overigens zijn staatssecretariaat
op, want de CDU kan niet meer alleen
regeren en Rumpfs liberale FDP was
graag bereid een coalitie aan te gaan.
Maar veel geld hoeven de wijnboeren
niet van hem te verwachten: „De menta
liteit onder veel wijnboeren is slecht. Ve
len zijn aartsconservatief en wentelen
elk risico op de staat af. Zelfs voor slecht
weer moeten wij opdraaien. Het wordt
de hoogste tijd dat voor hen het presta
tieprincipe wordt gehanteerd".
Wolfgang Rumpf ziet echter nog toe
komstkansen voor de Duitse wijn, maar
dan alleen als er wordt samengewerkt,
de produktie wordt beperkt en conse
quent wordt gestreefd naar een stabiele,
hoge kwaliteit. „Dat verdomde Mosel
blümchen van 1,99 heeft het imago van
de Duitse wijn kapot gemaakt".
De wijnboeren willen wel, benadrukt
de woordvoerder van de Westduitse
wijnbouw. Een groothandelaar consta
teert tevreden dat ook de Japanners
weer Duitse wijn drinken: „Op onze fles
sen hoeft gelukMg nu niet meer de stic
ker 'gifvrij' te worden geplakt".
Romantiek
Aan de Moezel kunnen veel zelfstandi
ge wijnboeren daar alleen maar om la
chen. Zij hebben nooit gerommeld en
vol goede moed laten ze een bus vol Ne
derlandse toeristen hun proeflokaal bin
nenstromen. Een echte 'Weinprobe'. Op
de kaart variëren de prijzen van vijf
mark voor een 'Kabinett' tot 120 voor
een exclusieve 'Eiswein'.
En wat is er leuker dan na een uurtje
proeven als een bijna-kenner weer in de
bus te stappen, een doos met zes flessen
onder de arm, voor speciale gelegenhe
den. De Westduitse wijnbouw mag dan
wel aan onderlinge rivaliteit ten onder
dreigen te gaan, voor de toerist bieden
de honderden lokalen aan de oevers van
de Moezel een stukje onbedorven
romantiek.