'Als je alleen feiten noemt ben je toch objectief bezig?' Eén miljoen gulden aan auteursrechten voor 'Beeldrecht' Romantiek en virtuositeit bij pianist Steven Mayer Operaldas onderhoudend Maria Callas onuitwisbaar KLASSIEK ZATERDAG 10 OKTOBER 1 Journaal-correspondent Joop van Os: AMSTERDAM (ANP) - De Stich ting Beeldrecht verwacht dit jaar voor de eerste keer vooi* ongeveer een miljoen gulden aan auteurs rechtelijke vergoedingen te incas seren. Het sluiten van vaste vergoe dingsregelingen met "grote afne mers" blijft een belangrijk doel van deze instelling. Dat bleek gisteren in het Amsterdamse Artis tijdens een informatiedag van de stichting. Beeldrecht bestaat tien jaar. De Stichting begon in 1977 met 35 kunstenaars als leden. Nu hebben zich duizend Nederlandse beelden de kunstenaars aangesloten. Daar naast worden de auteursrechtelij ke belangen in ons land van circa 17.000 buitenlandse kunstenaars behartigd. Kunstenaars hebben volgens de auteurswet het recht om al dan niet toestemming te geven voor het ge bruik of de reproductie van hun werk. Beeldrecht hecht veel waarde aan goede contacten met instellin gen, die veel werk van kunstenaars reproduceren. Het gaat dan vooral om musea, uitgeverijen en omroe pen, maar bijvoorbeeld ook om be drijven, die het werk van een kun stenaar willen gebruiken voor een verjaardagskalender. bij een grote krant. Stad en land heb ik afgelopen om een baantje als redacteur te vinden, maar alles zat al vol. Na ongeveer een halfjaar wachten kon ik als leerling-journa list beginnen bij Het Parool. Dat was een prachtig blad in die tijd - rond 1950. Simon Carmiggelt werkte er en Friso Endt". Op een gegeen moment werd Van Os naar Den Haag gestuurd als parlementair verslaggever. "Blijk baar deed ik dat naar tevredenheid, want al snel vroeg de hoofdredac teur van de Nieuwe Rotterdamse Courant (het tegenwoordige NRC Handelsblad) of ik voor hem wilde komen werken". „Elke dag schreef ik, heel objec tief, een verslag van wat er tijdens de kamervergaderingen was be sproken. Als er wat te doen was zat ik van één uur 's middags tot één uur 's nachts op het Binnenhof. Ik heb er vaak nachtmerries over ge had. Verschrikkelijk, steeds weer een halve tot driekwart pagina vol schrijven over gecompliceerde za ken". Hij meent dat je best objec tief kunt schrijven. "Als je alleen de feiten noemt, zoals ik voor de NRC deed, dan ben je toch objec tief? Het commentaar op de kamer debatten schreef iemand anders. Dat werd strikt gescheiden. Eerst de feiten, de harde gegevens, dan het commentaar". Over de hedendaagse parlemen taire journalistiek, waarin feiten en commentaren nogal eens verm engd worden, is hij dan ook niet zo te spreken. Hij vindt dat er zo hel der en feitelijk mogelijk moet wor den geschreven, zodat een lezer de gelegenheid krijgt zijn of haar ei gen conclusies te trekken. "Ik heb het idee dat er te jonge mensen op de politiek worden gezet, terwijl ik denk dat politiek juist door heel er varen journalisten gevolgd moet worden. Een aantal jaren ervaring heb je echt wel nodig om een goed stuk te kunnen maken. Daarbij komt dat het verloop onder de par lementaire journalisten erg groot is. Ik denk dat je journalisten de kans moet geven om langere tijd met parlementaire journalistiek bezig te zijn. Dat snelle bevordert niet de kwaliteit". Televisie Van de schrijvende pers stapte van Os in 1962 over naar de televi sie. "Televisiewerk leek me leuk; een nieuwe uitdaging. Na tien jaar hetzelfde werk, had ik wel zin in verandering. Het was met omdat ik genoeg had van politieke zaken, want daar ben ik gewoon mee door gegaan. Ik heb de VARA geschre ven, omdat zij geen parlementair journalist in dienst had. Twee jaar - tot eind '64 - heb ik vanuit een piep klein kamertje in Nieuwspoort po litiek nieuws gepresenteerd voor Achter Het Nieuws". Toen de Partij van de Arbeid hem vroeg het voorlichtingswerk voor de partij te verzorgen, verliet hij de journalistiek. "Vier jaar lang heb ik partij bestuursvergaderin gen gevolgd, partijfilmpjes ge maakt. de public-relations en de voorlichting verzorgd. Die PvdA- periode. had ik - achteraf gezien - voor geen goud willen missen. Tot in de finesses heb ik kunnen zien hoe een partij functioneert. Daar heb ik in de rest van mijn loopbaan erg veel aan gehad". In 1968 werd hij ingelijfd bij de NOS, de toenmalige NTS. Die be gon op 1 oktober van dat jaar met een nieuwe parlementaire rubriek: 'Den Haag Vandaag'. Van Os werd wederom presentator. Hij bracht anderhalf jaar lang, elke dag dat de Kamer vergaderde, een politieke analyse van de gebeurtenissen. "Politiek is boeiend. Eigenlijk houdt de politiek zich met alles be zig, of zou met alles bezig móéten zijn. Mijn vader - die zilversmid was - werd werkloos, doordat hal verwege de jaren vijftig de Newy- orkse zilverbeurs in elkaar donder de. Plotseling kon niemand zich meer een zilveren servies veroorlo ven, dat was veel te duur. Sinds die gebeurtenis is politiek bij mij thuis heel belangrijk geworden. Politiek veroorzaakte bij ons een prettig ge voel, gaf hoop. Ér waren doelen om naar te streven. Overtuigd lid zijn van de SDAP was voor mijn vader 'het enige middel' tegen werkloos heid. Het idee dat een heleboel mensen tegelijkertijd voor hetzelf de vochten, gaf moed". EG-politiek Terug naar zijn laatste post m Brussel. De EG-politiek wordt vol gens Van Os steeds belangrijker, maar verdringt de nationale poli tiek nog niet. "Geen land is bereid zijn eigen belang volledig prijs te geven ten bate van het groter ge heel. Maar de EG heeft toch al veel bereikt. Er is een staalakkoord ge sloten, een internationale visserij overeenkomst en noem maar op Dat zijn toch belangrijke dingen". Joop van Os heeft, zo zegt hij, een goede tijd in Belgiè gehad "Maar ik vind het fijn om weer in Neder land te wonen. Ik heb bewondering voor de manier waarop sommige dingen in Belgie georganiseerd zijn. Aan andere dingen heb ik nooit echt goed kunnen wennen Met die rare rivaliteit tussen Frans en Vlaamstaligen en met de instel ling van 'Ach, morgen is er weer een dag' heb ik altijd wat moeite gehad". Pianorecital door Steven Mayer, met composities en bewerkingen van Liszt en Thalberg. Gehoord in de kapelzaal van K&O op 9 oktober. LEIDEN - Hoe verliep zo'n an derhalve eeuw geleden een pian oconcours? Om dat te weten en vooral te horen kon men gister avond terecht in de kapelzaal, waar de Amerikaanse pianist Steven Mayer na een korte uitleg vuurwerk liet horen. Eens, in 1836, dongen twee pianisten van 25 jaar naar de gunst van het pu bliek: De Duitser Sigismund Thalberg en, u allen welbekend, Franz Liszt. De laatste werd als de beste beschouwd terwijl Thal berg gezien werd als... de enige! Dat beiden konden componeren vooral pianospelen bleek dui delijk in hun creatieve kunsten die ze toentertijd vertoonden en die 151 jaar later weer werden ge demonstreerd, nu door één pia nist die dus eigenlijk dubbel werk had. Dit was wel toever trouwd aan Steven Mayer, die vorig jaar al eerder met succes in Leiden optrad met een ander programma. Niet alleen heeft hij de technische bagage in huis om al het virtuoos geweld in enorm temop met speels gemak ten toon te spreiden, ook het senti ment van die tijd weet hij met ;en zingende toon op te roepen. Men kan bezwaar hebben te gen de muzikale vorm van som mige stukken of juist het gebrek eraan, maar anno 1836 keken de mensen anders dan nu tegen de muziek aan. Het was een menge ling van sentiment, avontuur, circuskunsten en humor. Dit was al meteen te horen in het Kon- zertstück opus 67 van Carl Maria von Weber, dat oorspronkelijk een pianoconcert met orkest is. Liszt-bewerkte dat voor piano so lo en voegde virtuoze tierlantij nen toe. Soms leek het op top sport met zijn etudeachtige pas sages zoals twee chromatische toonladders tegelijkertijd in te genbeweging. Meer muzikale inhoud hadden de volgende stukken, zoals het divertissement van Liszt over een thema uit de opera "Niobe" van Pacini. Zoetgevooisde melo- dieén werden afgewisseld met sportieve hoogstandjes. Dit was ook het geval in Thalberg's fanta sie over "God save the Queen", waarin de melodie in de midden stem fraai werd omlijst met guir landes in de rechterhand. Een andere fantasie van Thalberg ging over Rossini-thema's en hierin werden de omspelingen steeds virtuozer tot de grens van het (on)mogelijke. Ook Liszt kon hier wat van, getuige zijn Rakóc- zy-mars (bewerkt door Horowitz) die Steven Mayer met vaart voor droeg. Het meest poëtische stuk was vlak hiervoor geweest, na melijk "Bénédiction de Dieu dans la solitude" met zijn prach tige twee keer voorkomende cli- Toentertij d moesten de men sen, om de wedstrijd te horen, een veelvoud aan entreegled be talen van wat een avondje Horo witz in het Concertgebouw kost. Tegenwoordig is het mogelijk om voor een luttel bedrag een avond te genieten, met als toegift net als vorig jaar: jazz! FRANK DEN HERDER Voorstelling door de operaklas van het Koninklijk conservatorium te 's Gravenhage met "Mavra" van Stra vinsky en een fragment uit "Die Zaubcrflöte" van Mozart. Gezien in het LAK-thcater op 9 oktober. Her haling: zaterdag 10 oktober, aan- yanjr_20.30 uur. LEIDEN - Nu Amsterdam geen Opera Studio meer heeft en nieu- i plannen om jonge operazan gers te begeleiden kennelijk nog niet verder zijn gekomen dan de bureaulade, is het zaak dat de conservatoria zelf naar mogelijk heden zoeken om hun pupillen enige theaterervaring te ver schaffen. Het Haags conservato- m, waar aan initiatieven en vindingrijkheid nooit gebrek schijnt te zijn, weet al sinds jaar en dag dankbaar gebruik te ma ken van de traditionele school- of examenuitvoeringen en de resul taten zijn in veel gevallen waard i ook buiten de eigen kring ge toond te worden. Niet onverwacht leverde de gisteravond in het LAK-th'eater getoonde combinatie van de be ginscènes uit "Die Zauberflöte" met een operaatje van Stravins ky dan ook een korte maar ui terst onderhoudende voorstel ling op. Het Mozart-deel, door Carl van der Plas sober en met het accent op de aanwezige ac- teermogelijkheden in scene ge zet, had soms inderdaad nog iets weg van een schoolvoorstelling, maar dat was deels het gevolg van het gekozen fragment. Als overbekende operamuziek met begeleiding van een enkele pia no ten gehore wordt gebracht, dreigt immers snel het gevaar dat een solist(e) die vocaal nog niet al te stevig in de schoenen staat, door de mand lijkt te val len. Onmiskenbaar operatalent, waarvan de aanwezigheid in het eerste deel al bij vlagen gede monstreerd was, manifesteerde zich echter ten volle in Stravins ky's "Mavra". Deze door Ton Lutz met een perfect gevoel voor kluchtwerk ingestudeerde farce werd door een soms veelbelo vend solistenkwartet met zwier en uitbundigheid op de planken gezet zonder dat de timing of de muzikale afwerking in het ge drang kwamen. Bovendien werd er effectief gebruik gemaakt van de mogelijkheid om het publiek middels de projectie van be knopte Nederlandse vertalingen op de hoogte te houden van de op het toneel gedane ontboezemin gen, gezien het absurde van som mige situaties geen overbodige luxe. PAUL KORENHOF De operawereld herdacht in sep tember de tiende sterfdag van de sopraan Maria Callas (1923-1977) die een onuitwisbaar stempel op de operageschiedenis van de twintigste eeuw heeft gedrukt, maar die ook als geen ander tot de verbeelding van het grote pu bliek heeft gesproken. Een reeks artikelen in kranten en tijdschriften en zelfs twee uit gebreide documentaires op de Nederlandse televisie waren daarvan het gevolg (die van de Engelse filmer Tony Palmer he laas in dezelfde opgeklopte en onzorgvulde sensatiestijl, die Callas' priveleven soms tot een hel moet hebben gemaakt). Tege lijkertijd bracht EMI vrijwel al haar officiële opnamen op de markt in opgefriste, gedigitali seerde versies (op lp en cd) en verschenen er talloze cd-uitga- ven van kleinere labels met zgn. "privé-opnamen", die - tech nisch minder mooi - de stem van Callas laten horen tijdens con certen en uitvoeringen in het the ater, waar haar interpretatie ver mogen nog beter tot uiting kwam dan tijdens opnamen in de pla- tenstudio. Uit dit woud van uit gaven hieronder een kleine se lectie van recitalplaten. "The Unknown Recordings" Aria's van Wagner, Bellini, Ros sini en Verdi met het Atheens Festival Orkest o.l.v. Antonino Votto, het Philharmonia Or chestra o.l.v. Antonio Tonini, het Concertgebouworkest en het orkest van de Parijse Opéra o.l.v. Nicola Rescigno. EMI CDC 7494282 (cd), 7494281 (lp) (mono en stereo). De grootste belangstelling zal ongetwijfeld uitgaan naar de nieuwe uitgave 'The Unknown Recordings', waarop wederom een aantal ongepubliceerde uit gaven op de markt werd ge bracht. Daarbij gaat het nu niet uitsluitend om studio-opnamen, maar ook om een drietal live-re gistraties van concerten die zij aan het einde van de jaren vijftig heeft gegeven. De eerste band. de Liebestod uit 'Tristan und Isolde' (in het Italiaans), is een opname van een concert in Athe ne op 5 augustus 1957. Afgezien van de hoogst indivi duele vertolking is de uitgave er van vooral interessant omdat het een van de weinige representa tieve opnamen van Callas is in muziek van Wagner, een compo nist die zij in het begin van haar loopbaan regelmatig gezongen heeft. Zo mogelijk nog boeiender wordt het meteen daarna met twee aria's die zij op 11 juli 1959 tijdens haar optreden in het Am sterdamse Concertgebouw te ho ren bracht: een monumentaal ge zongen aria uit 'Don Carlos' en de slotscène uit Bellini's "II Pi- rata" met - ondanks een niet he- AMSTERDAM - Concertmeester Jaap van Zweden van het Concertge bouworkest (eerste van rechtsvolgt de aanwijzingen van de Amerikaan se dirigent Leonard Bernstein tijdens een repetitie in het Amsterdamse Concertgebouw. Bernstein dirigeert vier concerten en gaat dan met het or kest op toernee naar Oost-Duitsland en later volgt nog een concert in West- Berlijn. (f0to ANP> door Paul Korenhof Maria Callas. lemaal gelukte slotnoot - Callas op een van haar waarlijk grootse momenten en in de muziek van een componist met wie zij zich bijzonder verwant voelde. Drie fragmenten uit opera's van Rossini dateren uit het begin van de jaren zestig en laten de zangeres onder iets minder gun stige omstandigheden horen, ter wijl we ons van drie Verdi-aria's uit 1969 kunnen afvragen of de publikatie ervan nog wel ethisch verantwoord is. De tragische strijd met een stem die "niet meer wil" noopt niet tot enthou siasme, maar voor de ware Cal- las-fan is dit echter een uitgave die onder geen voorwaarde in zijn verzameling mag ontbreken. Aria's van Puccini en Bellini met het Philharmonia Or chestra en het orkest van de Scala te Milaan o.l.v. Tullio Se- rafin. EMI CDC 7479662 (cd - mo no). Waanzinscènes en bel-canto- aria's met div. solisten, koor, het Philharmonia Orchestra en het orkest van de Societe des Concerts du Conservatoire o.l.v. Nicola Rescigno en Anto nio Tonini. EMI CDC 7472832 (cd - stereo). Wie nog niet alles van Callas heeft, is beter uit met twee ande re uitgaven. De eerste laat Callas horen in de jaren waarin zij vo caal op haar hoogtepunt stond. 1954-55, en in een repertoire dat gemakshalve als "populair" om schreven kan worden. Hoewel niet elke rol even goed bij haar past, ontzenuwt deze plaat de be weringen dat haar stem niet "mooi" zou zijn en lijken overbe kende aria's uit 'Manon Lescaut'. 'La Bohème', 'Madama Butter fly', 'Suor Angelica', 'Gianni Schicchi' en 'Turandot' hier een nieuwe inhoud te krijgen. Constant maakt zij de luiste raar ervan bewust, dat een opera- aria behalve een mooie melodie ook een brok "drama" is, maar wat zij in Puccini doet, wordt nog overtroffen in twee grote de len uit Bellini's 'La Sonnambu- la'. Daar weet zij zoet(elijk) vloei ende cantilenen met een bijna magische bezieling tot leven te brengen en wordt een schijnbaar bordpapieren personages op- (archleffoto) eens een driedemensionale vrou wenfiguur. Als we die lijn doortrekken, komen we uit bij de plaat die als haar visitekaartje beschouwd kan worden met fragmenten uit opera's die zy helaas geen van al le compleet heeft opgenomende waanzinscènes uit Donizetti's 'Anna Bolena', 'Thomas' 'Ham let', Bellini's 'II Pirata' en aria's uit Donizetti's 'La fille du régi ment', 'Lucrezia Borgia' en 'L'eii- sir d'amore'. Deze opnamen uit de jaren 1958-64 vormen het neusje van de zalm, niet omdat zij vocaal beter vertolkt worden dan bijvoorbeeld de hierboven gesignaleerde aria's van Puccini, maar omdat deze muziek en het karakter van de daarin geteken de vrouwenfiguren Callas op het lijf geschreven was, terwijl de omvang van sommige scenes (10 tot 20 minuten) haar ook binnen het kader van een studio-recital in staat stelde tot een grotere schakering aan dramatische en psychologische details. "II canto assoluto". Fragmen ten uit opera's van diverse com ponisten. Live-opnamen 1949- 1963. Rodolphe RPC 32484/7 (4 cd's - mono). Een bijzonderheid is een door Rodolphe uitgebracht doosje met vier cd's (totale speelduur 4 j uur en 44 min.!), dat aan de hand van live-opnamen een vrijwel volledig portret geeft van zowel Callas' repertoire als haar carnè re. Het eerste fragment is zelfs een zeldzaamheid waarvan de waarde ruimschoots opweegt te gen de belabberde geluidskwali teit: een Turandot-ana uit 1949 (Buenos Aires), die pas onlangs boven water is gekomen. De klank wordt daarna geluk kig snel beter (al staan live-opna men natuurlijk niet op het ni- veau van studio-opnamen) en dat betekent voor de liefhebber bij na vijf uur lang genieten van rela tief onbekende opnamen van Callas op een aantal van de groot ste momenten uit haar carrière. De bijgeleverde documentatie is schaars en niet altijd foutloos (slechts twee van de hier opgeno men aria's werden in Amsterdam gezongen en niet zeven, zoals het boekje beweert), maar aan de waarde van het materiaal zelf doet dat niets af. A AMSTELVEEN - Joop van Os leunt ontspannen tegen een extreem hoge stoelleu ning. Zo kennen de kijkers de voormalige NOS-corres- pondent in Brussel niet. Het traditioneel grijze pak dat hij draagt, contrasteert met zijn moderne interieur. Hij heeft zij n post in Brussel on langs opgegeven: vrijwillig vervroegd uitgetreden om het op z'n 61e wat rustiger aan te gaan doen en een jon gere collega een kans te gunnen. door Anita Baars "Mijn hele leven, maar vooral de laatste tien jaar, heb ik heel agen da-matig geleefd. Elke dag zat vol, vaak ook de weekends. Het is een heel raar gevoel om nu 's morgens wakker te worden en een lege agenda op het bureau te vinden. Lekker rustig natuurlijk, maar ik verveel me ook wel eens". Over zijn correspondentsschap voor de NOS en zijn dagindeling in Brussel zegt Van Os: "Ik heb nooit speciaal naar Brussel gewild. Pas toen, Hans van der Werf die post zou verlaten, ben ik erover gaan denken. België, de Europese Ge meenschap en de NAVO, die drie zaken samen, dat leek me bijzon der boeiend, 's Morgens belde ik zo vroeg mogelijk vanuit Brussel naar Hilversum om te vertellen wat er die dag, met name bij de EG, zou gebeuren. We bespraken welk on derwerp het belangrijkst zou zijn voor het Journaal en wie ik daar over het beste zou kunnen onder vragen. Veel mensen zijn moeilijk bereikbaar, omdat ze continu in verschillende vergaderingen zit ten. Als het dan gelukt was, lichtte ik Hilversum in. Dan bleek soms een ander onderwerp urgenter te zijn geworden en kon ik weer van voren af aan beginnen" "In de middag, en 's ochtends trouwens ook, las ik veel, liep ik vergaderingen af en sprak ik met andere correspondenten. Goede contacten met andere journalisten zijn echt heel belangrijk. Als ik bij voorbeeld uiterlijk om zeven uur 's avonds mijn onderwerp af moest hebben, maar geen afspraak voor dat tijdstip had kunnen organise ren omdat een ander me voor was geweest, zocht ik die journalist op om te regelen dat ik snel even voor hem zou mogen". "Voor of na het interview be dacht ik een presentatietekstje. Het was zaak je onderwerp voor het Journaal van acht uur klaar te hebben. Lukte dat niet, dan nam het half-elf-journaal het mee, maar ,had je minder kijkers. Ook voor het journaal van zeven uur en het Jeugdjournaal probeerde ik wat te maken". Joop van Os is toevallig in de journalistiek beland. Na de kweek school, moest hij als dienstplichtig militair drie jaar naar Indië. Daar kon hij op plaatsen komen, die voor journalisten verboden gebied waren. Zijn eerste journalistieke bijdragen dateren uit die tijd. Van Os: "Iemand had me gevraagd om af en toe een bericht te schrijven voor zijn krantje. Dat deed ik, het ging om van die kleine correspon dentenstukjes, niets diepgravends, geen echte journalistiek hoor". "Terug in Nederland wilde ik er mee doorgegaan. Journalistiek leek me een heel aardig vak, vooral Joop van Os: 'Met de instelling 'Ach, morgen is er weer een dag' heb ik altijd wat moeite gehad'. Eerste concert van Haitink in Londen alom geprezen LONDEN (AP) - Bernard Haitink heeft met zijn eerste optreden als muzikaal directeur van de Londen- se Royal Opera in Covent Garden zeer veel succes geoogst. Zijn vuur doop was de uitvoering van Mo- zarts ,de Bruiloft van Figaro'. Zowel de verrichtingen van diri gent Haitink als de gedegen inter nationale rolbezetting en de voor treffelijke produktie, onder leiding van de Westduitser Johannes Schaaf, werden alom geprezefi. De hoofdrol werd gezongen door de Italiaanse bariton Claudio Des- deri. Ook voor hem was dit het eer ste optreden in Covent Garden. Voorts bestond de rolbezetting onder anderen uit de Schotse so praan Marie McLaughlin, de En gelse bariton Thomas Allen, de Finse sopraan Karita Mattila en de Westduitse mezzo-sopraan Stella Kleindienst. De premiere was al wekenlang uitverkocht en ook voor de volgen de negen voorstellingen zijn geen kaartjes meer te krijgen. Voor kaartjes voor de twee beste rangen hebben de liefhebbers bedragen neergeteld van 60 en 70 pond (om streeks 210 en 250 gulden). Haitink volgde vorige maand muzikaal directeur sir Colin Davis op, die de Royal Opera sinds 1971 had geleid. Diens jongste produk- ties stuitten echter op veel weer stand; met name Beethovens ,Fide- lio' werd zeer slecht ontvangen. Schaaf, als regisseur betrokken geweest bij opera-produkties in Wenen, Geneve, Bremen, Salzburg en Amsterdam, heeft zich nu voor het eerst op de produktie van ,de Bruiloft van Figaro' gestort. Hij had ook nog niet eerder in Londen gewerkt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 33