'Als je alleen feiten noemt
ben je toch objectief bezig?'
Eén miljoen gulden aan auteursrechten voor 'Beeldrecht'
Romantiek en virtuositeit
bij pianist Steven Mayer
Operaldas onderhoudend
Maria Callas
onuitwisbaar
KLASSIEK
ZATERDAG 10 OKTOBER 1
Journaal-correspondent Joop van Os:
AMSTERDAM (ANP) - De Stich
ting Beeldrecht verwacht dit jaar
voor de eerste keer vooi* ongeveer
een miljoen gulden aan auteurs
rechtelijke vergoedingen te incas
seren. Het sluiten van vaste vergoe
dingsregelingen met "grote afne
mers" blijft een belangrijk doel van
deze instelling. Dat bleek gisteren
in het Amsterdamse Artis tijdens
een informatiedag van de stichting.
Beeldrecht bestaat tien jaar. De
Stichting begon in 1977 met 35
kunstenaars als leden. Nu hebben
zich duizend Nederlandse beelden
de kunstenaars aangesloten. Daar
naast worden de auteursrechtelij
ke belangen in ons land van circa
17.000 buitenlandse kunstenaars
behartigd.
Kunstenaars hebben volgens de
auteurswet het recht om al dan niet
toestemming te geven voor het ge
bruik of de reproductie van hun
werk.
Beeldrecht hecht veel waarde
aan goede contacten met instellin
gen, die veel werk van kunstenaars
reproduceren. Het gaat dan vooral
om musea, uitgeverijen en omroe
pen, maar bijvoorbeeld ook om be
drijven, die het werk van een kun
stenaar willen gebruiken voor een
verjaardagskalender.
bij een grote krant. Stad en land
heb ik afgelopen om een baantje
als redacteur te vinden, maar alles
zat al vol. Na ongeveer een halfjaar
wachten kon ik als leerling-journa
list beginnen bij Het Parool. Dat
was een prachtig blad in die tijd -
rond 1950. Simon Carmiggelt
werkte er en Friso Endt".
Op een gegeen moment werd
Van Os naar Den Haag gestuurd als
parlementair verslaggever. "Blijk
baar deed ik dat naar tevredenheid,
want al snel vroeg de hoofdredac
teur van de Nieuwe Rotterdamse
Courant (het tegenwoordige NRC
Handelsblad) of ik voor hem wilde
komen werken".
„Elke dag schreef ik, heel objec
tief, een verslag van wat er tijdens
de kamervergaderingen was be
sproken. Als er wat te doen was zat
ik van één uur 's middags tot één
uur 's nachts op het Binnenhof. Ik
heb er vaak nachtmerries over ge
had. Verschrikkelijk, steeds weer
een halve tot driekwart pagina vol
schrijven over gecompliceerde za
ken". Hij meent dat je best objec
tief kunt schrijven. "Als je alleen
de feiten noemt, zoals ik voor de
NRC deed, dan ben je toch objec
tief? Het commentaar op de kamer
debatten schreef iemand anders.
Dat werd strikt gescheiden. Eerst
de feiten, de harde gegevens, dan
het commentaar".
Over de hedendaagse parlemen
taire journalistiek, waarin feiten en
commentaren nogal eens verm
engd worden, is hij dan ook niet zo
te spreken. Hij vindt dat er zo hel
der en feitelijk mogelijk moet wor
den geschreven, zodat een lezer de
gelegenheid krijgt zijn of haar ei
gen conclusies te trekken. "Ik heb
het idee dat er te jonge mensen op
de politiek worden gezet, terwijl ik
denk dat politiek juist door heel er
varen journalisten gevolgd moet
worden. Een aantal jaren ervaring
heb je echt wel nodig om een goed
stuk te kunnen maken. Daarbij
komt dat het verloop onder de par
lementaire journalisten erg groot
is. Ik denk dat je journalisten de
kans moet geven om langere tijd
met parlementaire journalistiek
bezig te zijn. Dat snelle bevordert
niet de kwaliteit".
Televisie
Van de schrijvende pers stapte
van Os in 1962 over naar de televi
sie. "Televisiewerk leek me leuk;
een nieuwe uitdaging. Na tien jaar
hetzelfde werk, had ik wel zin in
verandering. Het was met omdat ik
genoeg had van politieke zaken,
want daar ben ik gewoon mee door
gegaan. Ik heb de VARA geschre
ven, omdat zij geen parlementair
journalist in dienst had. Twee jaar -
tot eind '64 - heb ik vanuit een piep
klein kamertje in Nieuwspoort po
litiek nieuws gepresenteerd voor
Achter Het Nieuws".
Toen de Partij van de Arbeid
hem vroeg het voorlichtingswerk
voor de partij te verzorgen, verliet
hij de journalistiek. "Vier jaar lang
heb ik partij bestuursvergaderin
gen gevolgd, partijfilmpjes ge
maakt. de public-relations en de
voorlichting verzorgd. Die PvdA-
periode. had ik - achteraf gezien -
voor geen goud willen missen. Tot
in de finesses heb ik kunnen zien
hoe een partij functioneert. Daar
heb ik in de rest van mijn loopbaan
erg veel aan gehad".
In 1968 werd hij ingelijfd bij de
NOS, de toenmalige NTS. Die be
gon op 1 oktober van dat jaar met
een nieuwe parlementaire rubriek:
'Den Haag Vandaag'. Van Os werd
wederom presentator. Hij bracht
anderhalf jaar lang, elke dag dat de
Kamer vergaderde, een politieke
analyse van de gebeurtenissen.
"Politiek is boeiend. Eigenlijk
houdt de politiek zich met alles be
zig, of zou met alles bezig móéten
zijn. Mijn vader - die zilversmid
was - werd werkloos, doordat hal
verwege de jaren vijftig de Newy-
orkse zilverbeurs in elkaar donder
de. Plotseling kon niemand zich
meer een zilveren servies veroorlo
ven, dat was veel te duur. Sinds die
gebeurtenis is politiek bij mij thuis
heel belangrijk geworden. Politiek
veroorzaakte bij ons een prettig ge
voel, gaf hoop. Ér waren doelen om
naar te streven. Overtuigd lid zijn
van de SDAP was voor mijn vader
'het enige middel' tegen werkloos
heid. Het idee dat een heleboel
mensen tegelijkertijd voor hetzelf
de vochten, gaf moed".
EG-politiek
Terug naar zijn laatste post m
Brussel. De EG-politiek wordt vol
gens Van Os steeds belangrijker,
maar verdringt de nationale poli
tiek nog niet. "Geen land is bereid
zijn eigen belang volledig prijs te
geven ten bate van het groter ge
heel. Maar de EG heeft toch al veel
bereikt. Er is een staalakkoord ge
sloten, een internationale visserij
overeenkomst en noem maar op
Dat zijn toch belangrijke dingen".
Joop van Os heeft, zo zegt hij, een
goede tijd in Belgiè gehad "Maar
ik vind het fijn om weer in Neder
land te wonen. Ik heb bewondering
voor de manier waarop sommige
dingen in Belgie georganiseerd
zijn. Aan andere dingen heb ik
nooit echt goed kunnen wennen
Met die rare rivaliteit tussen Frans
en Vlaamstaligen en met de instel
ling van 'Ach, morgen is er weer
een dag' heb ik altijd wat moeite
gehad".
Pianorecital door Steven Mayer,
met composities en bewerkingen
van Liszt en Thalberg. Gehoord in
de kapelzaal van K&O op 9 oktober.
LEIDEN - Hoe verliep zo'n an
derhalve eeuw geleden een pian
oconcours? Om dat te weten en
vooral te horen kon men gister
avond terecht in de kapelzaal,
waar de Amerikaanse pianist
Steven Mayer na een korte uitleg
vuurwerk liet horen. Eens, in
1836, dongen twee pianisten van
25 jaar naar de gunst van het pu
bliek: De Duitser Sigismund
Thalberg en, u allen welbekend,
Franz Liszt. De laatste werd als
de beste beschouwd terwijl Thal
berg gezien werd als... de enige!
Dat beiden konden componeren
vooral pianospelen bleek dui
delijk in hun creatieve kunsten
die ze toentertijd vertoonden en
die 151 jaar later weer werden ge
demonstreerd, nu door één pia
nist die dus eigenlijk dubbel
werk had. Dit was wel toever
trouwd aan Steven Mayer, die
vorig jaar al eerder met succes in
Leiden optrad met een ander
programma. Niet alleen heeft hij
de technische bagage in huis om
al het virtuoos geweld in enorm
temop met speels gemak ten
toon te spreiden, ook het senti
ment van die tijd weet hij met
;en zingende toon op te roepen.
Men kan bezwaar hebben te
gen de muzikale vorm van som
mige stukken of juist het gebrek
eraan, maar anno 1836 keken de
mensen anders dan nu tegen de
muziek aan. Het was een menge
ling van sentiment, avontuur,
circuskunsten en humor. Dit was
al meteen te horen in het Kon-
zertstück opus 67 van Carl Maria
von Weber, dat oorspronkelijk
een pianoconcert met orkest is.
Liszt-bewerkte dat voor piano so
lo en voegde virtuoze tierlantij
nen toe. Soms leek het op top
sport met zijn etudeachtige pas
sages zoals twee chromatische
toonladders tegelijkertijd in te
genbeweging.
Meer muzikale inhoud hadden
de volgende stukken, zoals het
divertissement van Liszt over
een thema uit de opera "Niobe"
van Pacini. Zoetgevooisde melo-
dieén werden afgewisseld met
sportieve hoogstandjes. Dit was
ook het geval in Thalberg's fanta
sie over "God save the Queen",
waarin de melodie in de midden
stem fraai werd omlijst met guir
landes in de rechterhand. Een
andere fantasie van Thalberg
ging over Rossini-thema's en
hierin werden de omspelingen
steeds virtuozer tot de grens van
het (on)mogelijke. Ook Liszt kon
hier wat van, getuige zijn Rakóc-
zy-mars (bewerkt door Horowitz)
die Steven Mayer met vaart voor
droeg. Het meest poëtische stuk
was vlak hiervoor geweest, na
melijk "Bénédiction de Dieu
dans la solitude" met zijn prach
tige twee keer voorkomende cli-
Toentertij d moesten de men
sen, om de wedstrijd te horen,
een veelvoud aan entreegled be
talen van wat een avondje Horo
witz in het Concertgebouw kost.
Tegenwoordig is het mogelijk
om voor een luttel bedrag een
avond te genieten, met als toegift
net als vorig jaar: jazz!
FRANK DEN HERDER
Voorstelling door de operaklas van
het Koninklijk conservatorium te 's
Gravenhage met "Mavra" van Stra
vinsky en een fragment uit "Die
Zaubcrflöte" van Mozart. Gezien in
het LAK-thcater op 9 oktober. Her
haling: zaterdag 10 oktober, aan-
yanjr_20.30 uur.
LEIDEN - Nu Amsterdam geen
Opera Studio meer heeft en nieu-
i plannen om jonge operazan
gers te begeleiden kennelijk nog
niet verder zijn gekomen dan de
bureaulade, is het zaak dat de
conservatoria zelf naar mogelijk
heden zoeken om hun pupillen
enige theaterervaring te ver
schaffen. Het Haags conservato-
m, waar aan initiatieven en
vindingrijkheid nooit gebrek
schijnt te zijn, weet al sinds jaar
en dag dankbaar gebruik te ma
ken van de traditionele school- of
examenuitvoeringen en de resul
taten zijn in veel gevallen waard
i ook buiten de eigen kring ge
toond te worden.
Niet onverwacht leverde de
gisteravond in het LAK-th'eater
getoonde combinatie van de be
ginscènes uit "Die Zauberflöte"
met een operaatje van Stravins
ky dan ook een korte maar ui
terst onderhoudende voorstel
ling op. Het Mozart-deel, door
Carl van der Plas sober en met
het accent op de aanwezige ac-
teermogelijkheden in scene ge
zet, had soms inderdaad nog iets
weg van een schoolvoorstelling,
maar dat was deels het gevolg
van het gekozen fragment. Als
overbekende operamuziek met
begeleiding van een enkele pia
no ten gehore wordt gebracht,
dreigt immers snel het gevaar
dat een solist(e) die vocaal nog
niet al te stevig in de schoenen
staat, door de mand lijkt te val
len.
Onmiskenbaar operatalent,
waarvan de aanwezigheid in het
eerste deel al bij vlagen gede
monstreerd was, manifesteerde
zich echter ten volle in Stravins
ky's "Mavra". Deze door Ton
Lutz met een perfect gevoel voor
kluchtwerk ingestudeerde farce
werd door een soms veelbelo
vend solistenkwartet met zwier
en uitbundigheid op de planken
gezet zonder dat de timing of de
muzikale afwerking in het ge
drang kwamen. Bovendien werd
er effectief gebruik gemaakt van
de mogelijkheid om het publiek
middels de projectie van be
knopte Nederlandse vertalingen
op de hoogte te houden van de op
het toneel gedane ontboezemin
gen, gezien het absurde van som
mige situaties geen overbodige
luxe.
PAUL KORENHOF
De operawereld herdacht in sep
tember de tiende sterfdag van de
sopraan Maria Callas (1923-1977)
die een onuitwisbaar stempel op
de operageschiedenis van de
twintigste eeuw heeft gedrukt,
maar die ook als geen ander tot
de verbeelding van het grote pu
bliek heeft gesproken.
Een reeks artikelen in kranten
en tijdschriften en zelfs twee uit
gebreide documentaires op de
Nederlandse televisie waren
daarvan het gevolg (die van de
Engelse filmer Tony Palmer he
laas in dezelfde opgeklopte en
onzorgvulde sensatiestijl, die
Callas' priveleven soms tot een
hel moet hebben gemaakt). Tege
lijkertijd bracht EMI vrijwel al
haar officiële opnamen op de
markt in opgefriste, gedigitali
seerde versies (op lp en cd) en
verschenen er talloze cd-uitga-
ven van kleinere labels met zgn.
"privé-opnamen", die - tech
nisch minder mooi - de stem van
Callas laten horen tijdens con
certen en uitvoeringen in het the
ater, waar haar interpretatie ver
mogen nog beter tot uiting kwam
dan tijdens opnamen in de pla-
tenstudio. Uit dit woud van uit
gaven hieronder een kleine se
lectie van recitalplaten.
"The Unknown Recordings"
Aria's van Wagner, Bellini, Ros
sini en Verdi met het Atheens
Festival Orkest o.l.v. Antonino
Votto, het Philharmonia Or
chestra o.l.v. Antonio Tonini,
het Concertgebouworkest en
het orkest van de Parijse Opéra
o.l.v. Nicola Rescigno. EMI CDC
7494282 (cd), 7494281 (lp) (mono
en stereo).
De grootste belangstelling zal
ongetwijfeld uitgaan naar de
nieuwe uitgave 'The Unknown
Recordings', waarop wederom
een aantal ongepubliceerde uit
gaven op de markt werd ge
bracht. Daarbij gaat het nu niet
uitsluitend om studio-opnamen,
maar ook om een drietal live-re
gistraties van concerten die zij
aan het einde van de jaren vijftig
heeft gegeven. De eerste band.
de Liebestod uit 'Tristan und
Isolde' (in het Italiaans), is een
opname van een concert in Athe
ne op 5 augustus 1957.
Afgezien van de hoogst indivi
duele vertolking is de uitgave er
van vooral interessant omdat het
een van de weinige representa
tieve opnamen van Callas is in
muziek van Wagner, een compo
nist die zij in het begin van haar
loopbaan regelmatig gezongen
heeft. Zo mogelijk nog boeiender
wordt het meteen daarna met
twee aria's die zij op 11 juli 1959
tijdens haar optreden in het Am
sterdamse Concertgebouw te ho
ren bracht: een monumentaal ge
zongen aria uit 'Don Carlos' en
de slotscène uit Bellini's "II Pi-
rata" met - ondanks een niet he-
AMSTERDAM - Concertmeester Jaap van Zweden van het Concertge
bouworkest (eerste van rechtsvolgt de aanwijzingen van de Amerikaan
se dirigent Leonard Bernstein tijdens een repetitie in het Amsterdamse
Concertgebouw. Bernstein dirigeert vier concerten en gaat dan met het or
kest op toernee naar Oost-Duitsland en later volgt nog een concert in West-
Berlijn. (f0to ANP>
door Paul Korenhof
Maria Callas.
lemaal gelukte slotnoot - Callas
op een van haar waarlijk grootse
momenten en in de muziek van
een componist met wie zij zich
bijzonder verwant voelde.
Drie fragmenten uit opera's
van Rossini dateren uit het begin
van de jaren zestig en laten de
zangeres onder iets minder gun
stige omstandigheden horen, ter
wijl we ons van drie Verdi-aria's
uit 1969 kunnen afvragen of de
publikatie ervan nog wel ethisch
verantwoord is. De tragische
strijd met een stem die "niet
meer wil" noopt niet tot enthou
siasme, maar voor de ware Cal-
las-fan is dit echter een uitgave
die onder geen voorwaarde in
zijn verzameling mag ontbreken.
Aria's van Puccini en Bellini
met het Philharmonia Or
chestra en het orkest van de
Scala te Milaan o.l.v. Tullio Se-
rafin. EMI CDC 7479662 (cd - mo
no).
Waanzinscènes en bel-canto-
aria's met div. solisten, koor,
het Philharmonia Orchestra en
het orkest van de Societe des
Concerts du Conservatoire
o.l.v. Nicola Rescigno en Anto
nio Tonini. EMI CDC 7472832
(cd - stereo).
Wie nog niet alles van Callas
heeft, is beter uit met twee ande
re uitgaven. De eerste laat Callas
horen in de jaren waarin zij vo
caal op haar hoogtepunt stond.
1954-55, en in een repertoire dat
gemakshalve als "populair" om
schreven kan worden. Hoewel
niet elke rol even goed bij haar
past, ontzenuwt deze plaat de be
weringen dat haar stem niet
"mooi" zou zijn en lijken overbe
kende aria's uit 'Manon Lescaut'.
'La Bohème', 'Madama Butter
fly', 'Suor Angelica', 'Gianni
Schicchi' en 'Turandot' hier een
nieuwe inhoud te krijgen.
Constant maakt zij de luiste
raar ervan bewust, dat een opera-
aria behalve een mooie melodie
ook een brok "drama" is, maar
wat zij in Puccini doet, wordt
nog overtroffen in twee grote de
len uit Bellini's 'La Sonnambu-
la'. Daar weet zij zoet(elijk) vloei
ende cantilenen met een bijna
magische bezieling tot leven te
brengen en wordt een schijnbaar
bordpapieren personages op-
(archleffoto)
eens een driedemensionale vrou
wenfiguur.
Als we die lijn doortrekken,
komen we uit bij de plaat die als
haar visitekaartje beschouwd
kan worden met fragmenten uit
opera's die zy helaas geen van al
le compleet heeft opgenomende
waanzinscènes uit Donizetti's
'Anna Bolena', 'Thomas' 'Ham
let', Bellini's 'II Pirata' en aria's
uit Donizetti's 'La fille du régi
ment', 'Lucrezia Borgia' en 'L'eii-
sir d'amore'. Deze opnamen uit
de jaren 1958-64 vormen het
neusje van de zalm, niet omdat
zij vocaal beter vertolkt worden
dan bijvoorbeeld de hierboven
gesignaleerde aria's van Puccini,
maar omdat deze muziek en het
karakter van de daarin geteken
de vrouwenfiguren Callas op het
lijf geschreven was, terwijl de
omvang van sommige scenes (10
tot 20 minuten) haar ook binnen
het kader van een studio-recital
in staat stelde tot een grotere
schakering aan dramatische en
psychologische details.
"II canto assoluto". Fragmen
ten uit opera's van diverse com
ponisten. Live-opnamen 1949-
1963. Rodolphe RPC 32484/7 (4
cd's - mono).
Een bijzonderheid is een door
Rodolphe uitgebracht doosje
met vier cd's (totale speelduur 4 j
uur en 44 min.!), dat aan de hand
van live-opnamen een vrijwel
volledig portret geeft van zowel
Callas' repertoire als haar carnè
re. Het eerste fragment is zelfs
een zeldzaamheid waarvan de
waarde ruimschoots opweegt te
gen de belabberde geluidskwali
teit: een Turandot-ana uit 1949
(Buenos Aires), die pas onlangs
boven water is gekomen.
De klank wordt daarna geluk
kig snel beter (al staan live-opna
men natuurlijk niet op het ni-
veau van studio-opnamen) en dat
betekent voor de liefhebber bij
na vijf uur lang genieten van rela
tief onbekende opnamen van
Callas op een aantal van de groot
ste momenten uit haar carrière.
De bijgeleverde documentatie is
schaars en niet altijd foutloos
(slechts twee van de hier opgeno
men aria's werden in Amsterdam
gezongen en niet zeven, zoals het
boekje beweert), maar aan de
waarde van het materiaal zelf
doet dat niets af. A
AMSTELVEEN - Joop van
Os leunt ontspannen tegen
een extreem hoge stoelleu
ning. Zo kennen de kijkers
de voormalige NOS-corres-
pondent in Brussel niet. Het
traditioneel grijze pak dat
hij draagt, contrasteert met
zijn moderne interieur. Hij
heeft zij n post in Brussel on
langs opgegeven: vrijwillig
vervroegd uitgetreden om
het op z'n 61e wat rustiger
aan te gaan doen en een jon
gere collega een kans te
gunnen.
door
Anita Baars
"Mijn hele leven, maar vooral de
laatste tien jaar, heb ik heel agen
da-matig geleefd. Elke dag zat vol,
vaak ook de weekends. Het is een
heel raar gevoel om nu 's morgens
wakker te worden en een lege
agenda op het bureau te vinden.
Lekker rustig natuurlijk, maar ik
verveel me ook wel eens".
Over zijn correspondentsschap
voor de NOS en zijn dagindeling in
Brussel zegt Van Os: "Ik heb nooit
speciaal naar Brussel gewild. Pas
toen, Hans van der Werf die post
zou verlaten, ben ik erover gaan
denken. België, de Europese Ge
meenschap en de NAVO, die drie
zaken samen, dat leek me bijzon
der boeiend, 's Morgens belde ik zo
vroeg mogelijk vanuit Brussel naar
Hilversum om te vertellen wat er
die dag, met name bij de EG, zou
gebeuren. We bespraken welk on
derwerp het belangrijkst zou zijn
voor het Journaal en wie ik daar
over het beste zou kunnen onder
vragen. Veel mensen zijn moeilijk
bereikbaar, omdat ze continu in
verschillende vergaderingen zit
ten. Als het dan gelukt was, lichtte
ik Hilversum in. Dan bleek soms
een ander onderwerp urgenter te
zijn geworden en kon ik weer van
voren af aan beginnen"
"In de middag, en 's ochtends
trouwens ook, las ik veel, liep ik
vergaderingen af en sprak ik met
andere correspondenten. Goede
contacten met andere journalisten
zijn echt heel belangrijk. Als ik bij
voorbeeld uiterlijk om zeven uur 's
avonds mijn onderwerp af moest
hebben, maar geen afspraak voor
dat tijdstip had kunnen organise
ren omdat een ander me voor was
geweest, zocht ik die journalist op
om te regelen dat ik snel even voor
hem zou mogen".
"Voor of na het interview be
dacht ik een presentatietekstje.
Het was zaak je onderwerp voor
het Journaal van acht uur klaar te
hebben. Lukte dat niet, dan nam
het half-elf-journaal het mee, maar
,had je minder kijkers. Ook voor het
journaal van zeven uur en het
Jeugdjournaal probeerde ik wat te
maken".
Joop van Os is toevallig in de
journalistiek beland. Na de kweek
school, moest hij als dienstplichtig
militair drie jaar naar Indië. Daar
kon hij op plaatsen komen, die
voor journalisten verboden gebied
waren. Zijn eerste journalistieke
bijdragen dateren uit die tijd. Van
Os: "Iemand had me gevraagd om
af en toe een bericht te schrijven
voor zijn krantje. Dat deed ik, het
ging om van die kleine correspon
dentenstukjes, niets diepgravends,
geen echte journalistiek hoor".
"Terug in Nederland wilde ik er
mee doorgegaan. Journalistiek
leek me een heel aardig vak, vooral
Joop van Os:
'Met de instelling
'Ach, morgen is er
weer een dag' heb
ik altijd wat
moeite gehad'.
Eerste concert
van Haitink
in Londen
alom geprezen
LONDEN (AP) - Bernard Haitink
heeft met zijn eerste optreden als
muzikaal directeur van de Londen-
se Royal Opera in Covent Garden
zeer veel succes geoogst. Zijn vuur
doop was de uitvoering van Mo-
zarts ,de Bruiloft van Figaro'.
Zowel de verrichtingen van diri
gent Haitink als de gedegen inter
nationale rolbezetting en de voor
treffelijke produktie, onder leiding
van de Westduitser Johannes
Schaaf, werden alom geprezefi.
De hoofdrol werd gezongen door
de Italiaanse bariton Claudio Des-
deri. Ook voor hem was dit het eer
ste optreden in Covent Garden.
Voorts bestond de rolbezetting
onder anderen uit de Schotse so
praan Marie McLaughlin, de En
gelse bariton Thomas Allen, de
Finse sopraan Karita Mattila en de
Westduitse mezzo-sopraan Stella
Kleindienst.
De premiere was al wekenlang
uitverkocht en ook voor de volgen
de negen voorstellingen zijn geen
kaartjes meer te krijgen. Voor
kaartjes voor de twee beste rangen
hebben de liefhebbers bedragen
neergeteld van 60 en 70 pond (om
streeks 210 en 250 gulden).
Haitink volgde vorige maand
muzikaal directeur sir Colin Davis
op, die de Royal Opera sinds 1971
had geleid. Diens jongste produk-
ties stuitten echter op veel weer
stand; met name Beethovens ,Fide-
lio' werd zeer slecht ontvangen.
Schaaf, als regisseur betrokken
geweest bij opera-produkties in
Wenen, Geneve, Bremen, Salzburg
en Amsterdam, heeft zich nu voor
het eerst op de produktie van ,de
Bruiloft van Figaro' gestort. Hij
had ook nog niet eerder in Londen
gewerkt.