Door een muur van onbegrip Leidse amateurbandjes komen maar moeilijk aan de bak ZATERDAG 10 OKTOBER 1987 EXTRA PAGINA 27 De grote animator van het geheel is Artur Schouten. "Wij zijn een echte ama teurvereniging, maar dat vind ik geen scheldwoord. Het wil alleen rnaar zeg gen dat de bij ons aangesloten bandjes niet hun brood verdienen met de mu ziek. Ik schat dat er in Leiden en omge ving v/el honderd amateurbandjes zijn. Bij de LVP zitten er zo'n zestig, waarvan er een stuk of twintig geregeld optreden. Er zitten echt hele goede-tussen. Ze kun nen bij ons repeteren in De Witte Poort aan het Noordeinde, we huren dat ge bouw van de gemeente. Helemaal lekker gaat het nog niet, want er staan groepen op de wachtlijst. De oefenruimten zijn voortdurend volgeboekt. Het geld voor de huur krijgen we weer terug door zelf huur te vragen aan de bands, en uit con tributie. Subsidie krijgen we niet, al komt daar volgend jaar verandering in. Binnenkort gaat De Witte Poort dicht, we betrekken dan het voormalige post- verdeelcentrum van de PTT tussen de Middelste- en Uiterstegracht, met finan ciële steun van de gemeente. Daar komt dan een nieuwe studio, met zestien spo ren en drie oefencabines. Nu zijn dat er nog twee. En we leggen steeds meer con tacten met zaaleigenaren". Solo-lp's Spike Wolters (34), gitarist van Head hunter, doet zijn voordeel met de activi teiten van de LVP. Wolters is al jaren lang actief in de Leidse muziekwereld. Hij maakte in z'n eentje vijf solo-lp's in eigen beheer ("kostendekkend, dat was al heel wat") en speelde in verschillende bandjes. Sinds kort probeert hij met Headhunter aan de bak te komen. "Het is nu makkelijker voor ons om optre dens te krijgen, de LVP heeft daar een hoop aan gedaan. Maar het komt denk ik ook wel door ons repertoire. We spelen hard-rock covers uit de jaren '60 en '70 - Led Zeppelin, Deep Purple - en dat gaat erin als koek. Geen heavy metal, dat is echt wat anders, maar gewoon stevige muziek in een niet al te hoog tempo. We zijn geen headbangers, de muziek moet het bij ons doen. Natuurlijk steken we af en toe de gitaren wat naar voren en ren nen wat over het podium heen en weer, maar daar blijft het dan ook bij. We heb ben geen gigantische lichtshow. Dat zou ook vreselijk veel geld kosten. Als je een PA (Public Adress het geheel van ver sterkers, boxen en mengtafel - red.) huurt is dat al de helft van de gage, zo veel verdien je niet als beginnende band. Je bent al lang blij als het licht gedimd kan worden". Eenmaal de schuifdeuren ontgroeid, ligt het succes voor beginnende amateurbandjes nog niet voor het grijpen. De gouden tijden - de jaren zestig en zeventig - zijn voorbij, daar is iedereen het over eens. Vandaag de dag moet je wel heel gemotiveerd zijn om aan de bak te komen, want zowel het publiek als de zaaleigenaren staan niet te trappelen. De zorgen van de Leidse 'popscene' in kaart gebracht. Over 'bierhaalnummers' en 'package-deals'. "Het is nu heel anders om in een band te spelen, de sfeer is zo veran derd", verzucht Henk Doove jr. De l3-jarige amateurmuzikant weet waarover hij praat. Al sinds 1962 treedt hij op, de laatste twintig jaar lis drummer bij The Fellows. door Herman Joustra Doove vindt het tegenwoordig een jtuk minder leuk dan vroeger. "Maar dat komt ook omdat ik al veel heb meege maakt. Als ik nu voor duizend man speel Is dat gewoon. Maar toch. De hele entou rage is een stuk minder. Vroeger werd je öog verwend. Je kreeg wat soep en een biefstukje als je nog een lange reis terug moest maken. Nu is dat niet meer zo. Je hebt zelfs bijna geen kleedruimte meer. Een band is vandaag de dag de sluitpost ?oor een zaaleigenaar, het mag niet te teel kosten". "Er zijn ook veel minder zalen, vroe- jer had je er op elke hoek van de straat vel een. Als band moet je ook nog eens neer presteren. Ze vergelijken je steeds het al die dure videoclips. Wij spelen jog van die oude nummers van The Sha- lows en treden gelukkig nog vrij vaak )p, al is dat minder dan vroeger. Maar het is nu ook veel moeilijker om aan de hak te komen, zeker voor een nieuw tandje". Op zeker Dat vindt ook Art Bausch (36), drum mer van de Ram Jam Band en Livin' Blues, en al bijna twintig jaar actiefin de popmuziek. "Vroeger had je nog van die echte clubhuizen in Leiden. In de Kooi, Zuid-West, de Haarlemmerstraat, noem tnaar op. 'Het Kreatief zat toen ook van vrijdag tot en met zondag hartstikke vol, het maakte niet uit wat er speelde. Maar je hebt nu veel minder zalen. De eigena ren gaan ook veel meer op zeker, ze ha len alleen nog maar de bekende bands. Hetzelfde geldt voor de platenmaat schappijen. De mogelijkheden om door te breken voor een band waren vroeger veel groter. We speelden met 'Blue Pla net' een keer in het voorprogramma van de Golden Earring. In de pauze komt hun manager Freddy Haayen op ons af en zei dat hij een plaai met ons ging ma ken. Nu moet je eerst met ritsen banden komen, en dan helpt het meestal nog niet. Daarom wordt er nu steeds vaker in eigen beheer een plaat uitgebracht. Het publiek is ook verbrokkeld, je hebt nu veel meer verschillende scenes. Van hard-rock tot new-wave. En een hard rocker gaat niet naar een wave-band kij ken. Ik ken geen nieuwe bandjes in Lei den. maar ze zullen het vast moeilijk hebben". Tot de nieuwste lichting popmuzikan ten behoort de amateurband After the Silence. De groep maakt sinds haar op richting in 1984 new-wave muziek, en heeft het moeilijk. Optreden is er nauwe lijks bij, en het repeteren levert ook de nodige problemen op. Pieter van Adri- chem (22), zanger en gitarist: "Omdat we lid zijn van Augustinus, een jongeren vereniging, kunnen we daar gratis repe teren. Dat is wel mooi natuurlijk, maar vaak is de ruimte waarin we spelen bezet wegens andere activiteiten binnen de vereniging. We spelen dan ook wel eens op de streekmuziekschool. Maar om een optreden los te krijgen is voor ons ont zettend moeilijk. Er zijn een hoop band jes in Leiden. Tenten zijn er genoeg, maar die nemen liever een bandje dat covers of gewoon het wat commerciële re werk speelt". Moeilijker "Ik heb wel eens een aanbieding ge kregen van een top-40 orkestje om op de boulevard in Scheveningen te spelen. Heb ik niet gedaan. Ik speel toch liever m'n eigen muziek dan nummers van Ma donna, ook al levert dat minder op. Maar ja, geld is ook niet alles. Als je, zoals wij, een eigen repertoire hebt, Ügt het alle maal wat moeilijker. De zaaleigenaren vragen dan eerst waar het op lijkt en dat moet dus commercieel zijn. Boekings kantoren willen ons ook niet hebben, die zien daar geen brood in. Wil je toch een optreden krijgen, dan moet je een hoop drukte vooraf maken. Ze moeten je naam Kennen, dus je stuurt een bandje, een biografietje, en je belt steeds maar wéér. Ook stuur je berichtjes naar de dagbladen en de periodiekjes, in de hoop dat ze het plaatsen. Wij proberen nu met een in eigen beheer uitgebrachte cassette wat meer aandacht te krijgen". TT Togs is ook een wat nieuwere band uit Leiden, en net als After the Silence heeft de groep met de nodige problemen te kampen. Toetseniste Karin Klebe (29): "Ik heb het idee dat er nu veel meer bandjes zijn. Het is dus veel moeilijker om live aan de bak te komen omdat het aanbod groter is. Maar dat is natuurlijk niet het enige, alles is veel commerci'ëler geworden. Wij kunnen dan ook niet te recht bij een boekingsbureau, want ze kunnen te weinig verdienen aan ons. We regelen de optredens daarom vaak zelf. Soms treden we samen op met de groep Immortal, of krijgen we een optreden via de Leidse Vereniging voor Popmuzi kanten. Maar toch staan we jammer ge noeg niet zo vaak op het podium, mis schien één keer per maand, soms twee keer. Het publiek blijft ook vaak weg". Uit hun bol "Zo speelden we een keer in De Linde hoeve in Voorschoten voor elf man. Ge lukkig voor ons gingen ze nog uit hun bol. Maar het valt toch tegen. Meestal staan we in de repetitieruimte te spelen. In een hal van de groenteveiling, in plaats van op een podium. Het is eigen lijk een vicieuze cirkel: als je veel wilt optreden moet je je aanpassen aan de smaak van het publiek. Maar er is na tuurlijk een grens, je wilt toch de muziek spelen die je zelf leuk vindt". De Leidse Vereniging voor Popmuzi kanten (LVP) werd zo'n zeven jaar gele den opgericht. De vereniging verhuurt oefenruimten aan haar leden, amateur muzikanten uit de regio, en heeft een studio waar de bands hun muziek kun nen laten opnemen. Daarnaast heeft de LVP een eigen boekingsbureau ('Gigs') dat optredens probeert te regelen. j* Het bestuur van de Leidse Vereniging voor Popmuzikanten (v.l.n.r. Artur Schouten, Michael van der Putten, Peter Vermeulen, Hans Siemerink en Alex Sellink): "Er zitten echt hele goede bandjes tussen". (foto Holvast) After the Silence' tijdens een repetitie: "Als je eigen repertoire hebt ligt het allemaal wat moeilijker" Take 5, opgericht in 1985, is ook bij de LVP aangesloten. Deze groep speelt een mengeling van pop en jazz. Martin Jan-' sen (24), toetsenist, heeft over optredens niet te klagen. "Als je wat flexibel bent in je repertoire word je vaker gevraagd voor een optreden. Bovendien speel ik nog in andere bands, dat is ook een ma nier om op het podium te komen. Ik zit bijvoorbeeld in Sagitarios, een latin- groep. Dat is prima live-muziek. Het swingt als een trein en zelf staan we niet stil. En dan zit ik ook nog in TBC, het Tom Bavelaar Collectief, een soort caba ret. Ik ben eigenlijk overal al doorheen gefietst, van hard-rock tot jazz, meestal in meerdere bandjes tegelijk. Maar in grote zalen speel ik bijna niet, het zijn voornamelijk kroegen. Gezellig, maar wel gevaarlijk voor een muzikant met al dat bier". Lauw Of ze nu vaak of zelden op het podium staan, geen van de popmuzikanten is te spreken over het publiek. Dat blijft mas saal weg of reageert lauw. Volgens Henk Doove jr. van The Fellows is dat te wij ten aan een veranderde jeugdcultuur. "Het publiek is zo veranderd. Het uit- gaanspatroon is heel anders geworden. Hoe de jeugd zich vandaag de dag ver maakt, ik weet het niet hoor. Al die dis cotheken verpesten het voor de live-mu ziek. De tv gaat ook veel langer door dan vroeger, als er een goed programma op de buis is merk je dat meteen. Veel min der publiek. Ze zijn ook zo verwend, te genwoordig gaan ze iedere dag naar de kroeg. Dat wordt een sleur. Ik ging nooit zo vaak naar een bar, voor mij was een avond in het toenmalige 'Zeepaardje' in Leiden vroeger echt een uitje. Een pop concert is ook al de gewoonste zaak van de wereld geworden. Je merkt het ook dat ze verwend zijn. Vroeger was er veel meer stemming bij een optreden, ze gin gen toen nog ouderwets uit hun bol". Spike Wolters van Headhunter heeft dezelfde negatieve ervaringen. "De men sen komen zo ontzettend moeilijk los. Er heerst nog echt een calvinistische men taliteit, zo van 'doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg'. Bovendien is drie kwart van het publiek zelf muzikant, ze staan liever zelf op het podium. Al te en thousiast mogen ze niet doen, want ze willen voor zichzelf het beeld vasthou den dat ze beter zijn. Het is dan ook niet zo leuk om bijvoorbeeld in het Leids Vrijetijds Centrum te spelen. Mike de Leeuw (27) is zanger van Im mortal. Deze new-wave band werd onge veer een jaar geleden opgericht en treedt sinds februari af en toe op, ongeveer twee, drie keer per maand. Hoewel Mike zich pas een jaartje bezighoudt met mu ziek - daarvoor deed hij aan dans en to neel - heeft hij zijn eigen ideeën over hoe een band zonder commerciële mu ziek te spelen toch geregeld kan optre den en het publiek enthousiast kan krij gen. Niet te betalen "De zaaleigenaren hebben het nu moeilijk. Als ze zeven piek toegang vra gen denkt het publiek meteen dat het niks kan zijn. De mensen blijven dan ook weg. En grote bands zijn voor zo'n man al helemaal niet te betalen. Je moet hem er dan ook van overtuigen dat je wat te bieden hebt, maar de meeste groe pen pakken dat helemaal verkeerd aan. Die komen met studiobanden en posters die meteen weer van de muur gerukt worden. Als ze dan al een optreden rege len staan ze een beetje voor zichzelf te spelen op het podium. Maar meestal worden ze niet gevraagd, en dan reage ren ze heel arrogant van 'als ze ons niet moeten hebben, spelen we toch gewoon ergens anders'. Helemaal fout natuur lijk". Zelf weet Mike de Leeuw wel hoe het moet. "Om te beginnen moetje een zaal eigenaar een band geven van een live- optreden, dan heeft hij meteen een idee hoe het echt klinkt. En een handzame folder in plaats van een poster. Daar naast moet je hem een avondvullend programma kunnen bieden, we werken dan ook vaak met een zogenaamde pac kage-deal, 'Liefs uit Leiden' genaamd: we treden dan op samen met TT Togs en de popdichter Rik van Boeckel. Je moet het publiek wat kunnen bieden op het podium, het visuele aspect is heel be langrijk. Wij gebruiken videobanden en dia's, en binnenkort komen daar nog twee kunstschilders bij die het gebeuren omlijsten met action painting. Zo heb je als new-wave band wat te bieden" The Fellows, met drummer Henk Doove jr.: "Vroeger kreeg je soep en een biefstukje". (foto Holvast) Zanger en gitarist Jan Obbeek (29) heeft ook zo zijn eigen manier om aan optredens te komen. Volgens hem is het gewoon een kwestie van inzet en origi naliteit. Dit jaar neemt hij deel aan de 'Grote Prijs van Nederland', een wed strijd voor amateurbandjes. Met een nieuwe groep: Jan O. en de zeven dwer gen. "Ik heb alleen geen zeven dwergen kunnen vinden, wat de bedoeling was. Nu wordt het wat anders, met een accor deonist en een celliste. Als je wilt kun je heus wel aan de bak komen, je moet dan wel wat bieden. Gewoon tweehonderd gulden vragen, wat spulletjes neerzetten en gaén op het podium. Maar de meeste bandjes in Leiden zijn zo saai. Het cir cuit is verziekt, zeggen ze, maar als je iets origineels brengt komen de mensen heus wel kijken. Zet bijvoorbeeld een olifant op het toneel, dat trekt publiek". Bier halen "De meeste bandjes spelen ook veel te hard. Alleen bij hard-rock hoort dat zo, dat is spektakel. Het kan ook anders. Er moet wat gebeuren bij een optreden. Als ik iemand in de zaal net zie doen alsof hij gitaar speelt haal ik hem op het podium. Je kunt ook bijvoorbeeld na drie in plaats van vier regels overgaan naar het refrein, dat houdt ze wakker. Of om de paar nummers een bierhaalnummer. Rustig dus, om ze de gelegenheid te ge ven naar de bar te lopen". Maar niet iedereen heeft dwergen of kunstschilders nodig. De Hazerswoudse Ivy Green is de laatste jaren uitgegroeid tot een veel gevraagde live-act in Neder land. Zo'n zes, zeven keer per maand wordt er opgetreden met eenvoudige middelen. Volgens Evert Jan Rietber gen (30), sinds drie jaar saxofonist in de groep, zal dat nooit veranderen. "Ivy be gon tien jaar geleden gewoon met mu ziek maken voor de lol. Toen nog lekker simpele punk. De platenmaatschappij WEA zag daar wel wat in. Daarna ging het lopen. Maar na de eerste lp werd Ivy aan de dijk gezet. De plaat had niet vol doende geld opgeleverd. De band had toen een lange inzinking. Maar sinds een tijdje brengen we platen uit in eigen be heer, de kosten halen we er net weer uit met de verkoop en optredens. Dat kan ook, want we hebben het geluk dat de media flink aandacht aan ons besteden. De VARA, de VPRO, 'Oor'. Dat helpt". De meeste bandjes uit de regio Leiden zijn al lang blij als ze de repetitieruimte af en toe kunnen verruilen voor het po dium. Pieter van Adrichem van After the Silence ziet het bijvoorbeeld zo: "Je moet realistisch blijven, al droom je alle maal van succes. Het blijft gewoon een leuke hobby, je doet iets met andere mensen. En als je een keer optreedt heb je macht, je mag iets ten gehore brengen. Tegelijkertijd ben je ook heel kwetsbaar, het is maar de vraag of het publiek het mooi vindt. Die spanning is lekker. Hoofdzaak is dat je bepaalde emoties kunt uiten in muziek. Maar ik had bij voorbeeld ook kunnen gaan schilderen als ik dat had gekund". Klap Nog even terug naar de in de aanhef genoemde drummer Henk Doove jr. Die kende in de jaren zestig wel andere ver houdingen. Op een bal met tal van ge soigneerde gasten was er één zo 'leuk' om telkens bij het passeren een klap te (Teven op zijn bekkens. Doove vond het na een paar keer wel genoeg, schakelde over op zijn dikste drumstokken en haalde de eerste de beste keer uit. Dat kon een drummer toen nog doen. "Maar dat maak je tegenwoordig niet meer Sagitarios, met derde van links, nog net zichtbaarMartin Jansen: "Het SWingt als een trein". (fotoHenk Bouwman)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 27