'Mijn mooiste verjaardagscadeau' Vidioten Denkwijzer Vietnamese bootvluchteling na acht jaar met zijn gezin herenigd Onze taal EXTRA PAGINA 23 Bijna tien jaar geleden vestigden de eerste Vietnamese bootvluchtelingen zich in Nederland, Destijds gevlucht om te ontkomen aan het communistische regime, leven ze nu in een vrij land. Maar met heimwee in het hart naar het thuisland. Naar de vele familieleden die er achterbleven. Nguyen van Dao is zo'n Vietnamese bootvluchteling. Acht jaar geleden nam hij afscheid van zijn vrouw en zijn drie kinderen. Na een scheiding van meer dan drieduizend dagen volgde onlangs de hereniging met zijn gezin. Een bijna onvoorstelbaar weerzien. Na Nog altijd breekt Nguyen van Dao zijn tong over de Nederlandse taal. Als hij praat is hij moeilijk te ver-" Melden staan. Soms, als de herinneringen hem te veel worden, zwijgt hij een hele poos. Daarna glimlacht Dao verontschuldigend, terwijl de blik in zijn ogen de geleden ontberingen verraden. ven mijnen ruimen. Eén van mijn mede gevangenen is daarbij omgekomen". door Rob Hirdes De wonden zijn na acht jaar nog steeds niet geheeld. Maar de komst van zijn ge zin hebben die in elk geval verzacht. Na een paar keer slikken vertelt hij met hor ten en stoten over zijn leven in Hong Ngu aan de Mekong, over zijn mensont erend verblijf in de gevangenis en over zijn heimelijke vlucht in een wankel bootje met achterlating van iedereen die hem dierbaar was. Zijn levensverhaal hangt van onsamenhangende flarden aan elkaar. „Toen ik in de gevangenis zat, kwam mijn vrouw mij een keer samen met de kinderen opzoeken. Om een matje te brengen om op te slapen. Achter een prikkeldraad-omheining stond ik op ze te wachten. Toen mijn zoontje van vier mij zo zag staan, rukte hij zich los en ren de op me af. Terwijl soldaten hun ge weer doorlaadden en op hem richtten riep ik nog stop! Maar hij hoorde het niet. Hij is namelijk doofstom". Bang Dao, die de mentaliteit van de solda ten in de loop der maanden wel had le ren kennen: „Ik was zo bang op dat mo ment. Want ik vreesde een ogenblik dat ze mijn kind zouden doodschieten". De kleuter klampte zich vast aan de benen van zijn vader. Maar de soldaten trokken hem ruw los en joegen hem terug naar zijn moeder, zijn broertje en zusje. „Het kind huilde zo hartverscheurend...". Dao houdt zijn handen tegen z'n oren. Alsof het gebeurde hem nog dagelijks achter volgt. Vóór 1975 was de Vietnamees, die sinds zijn komst naar Nederland op een eenzaam kamertje in Ermelo woont, le raar geschiedenis in Hong Ngu. Hij ge noot daar alom aanzien en leefde er ge lukkig met zijn gezin. Ondanks de bar baarse oorlog om hem heen. Toen de Amerikaanse strijdkrachten zich in 1972 uit Zuid-Vietnam terugtrokken en de ge sel van het communistische regime steeds voelbaarder werd, wist Dao dat het nooit meer zo zou worden als het was geweest. Steeds meer burgers werden gevangen gezet. En uiteindelijk over kwam hem datzelfde. Hij weet zich de datum nog exact te herinneren. Die staat, evenals tal van an dere brute ervaringen, voor eeuwig in zijn geheugen gegrift. „Het was 6 mei 1975. De radio zond een officieel bericht uit van de regering waarin oud-leger-of- ficieren en ambtenaren zoals ik werden verplicht zich te melden om politieke lessen te ontvangen". Niets vermoedend en plichtsgetrouw gehoor gevend aan die oproep meldde Dao zich bij het 'bureau inschrijving' in zijn woonplaats. „In een grote zaal zaten zestig mensen te wacht.en. Toen kwam er ineens een groep soldaten met gewe ren aangemarcheerd. Op dat moment wist ik dat ons een nare gebeurtenis stond te wachten". Arrestatie Die nare gebeurtenis, zoals hij het noemt, betekende in werkelijkheid de arrestatie van al die wachtenden. „We moesten onszelf onder dwang van wa pens beschuldigen van zonden, begaan tegen het Vietnamese volk. Daarna wer den we gearresteerd. Zogenaamd als be scherming tegen de bevolking, die boos op ons zou zijn". Met z'n allen werden ze naar een ge vangenis overgebracht, zo'n 35 kilome ter verderop. „We werden een ruimte binnengebracht en daar werd gezegd: hier slapen jullie. Maar er was niets. Geen bed, geen matras, geen matje. Al leen maar aarde. Er kwam een grote pan rijst en een kom zout, het eten voor zes tig man. Ik nam een handvol rijst met het nodige zout en moest bijna overge ven. Maar tegelijk dacht ik: je moet hier gezond blijven wil je tenminste je vrouw en kinderen ooit terugzien. Phong-Vu was toen zes, Phong-Van vier en mijn dochtertje Thi Thu Diem twee". Met de dag werd de verstrekte hoe veelheid eten minder. Eerst 600 gram graan, later 400 en wéér later 250 gram. „Ik had altijd honger en moest hard werken. Bomen hakken. Dan verzamel de ik meteen voor mij onbekende blade ren die ik later in water kookte en opat. Toen ik daar niet ziek van werd, begon ik planten te eten". Om wat variatie in zijn voedselpakket aan te brengen verorberde Dao bij tijd en wijle ook gevangen en gebakken of op een vuurtje geroosterde slangen, sprinkhanen, muizen en kikkers. „Naar omstandigheden waren dat echte lek kernijen". Na het omhakken van de bomen op het gevangenisterrein, een oude militai re post, moesten hij en'zijn lotgenoten de grond egaliseren zodat er groente zou kunnen worden verbouwd. „Dat terrein was een oud mijnenveld, waar al een he leboel van die explosieven waren weg gehaald. Wij moesten onder voortduren de dreiging van geweren de achtergeble- maanden kwam er voor Dao een einde aarl de beklemmende nacht merrie. Hij herkreeg zijn - beperkte - vrijheid nadat hij in de ogen van de com munistische leiders voldoende lessen in boetedoening had gevolgd. „Maar echt vrij was ik niet. Ik mocht niet terug naar mijn school, had geen rechten meer als burger en moest in mijn dorp blijven, waar ik me iedere maandag bij de offi ciële instanties moest melden". Zijn vrouw Nguyen Thi Ha, die vóór haar huwelijk als verpleegster had ge werkt, had tijdens zijn verblijf in de ge vangenis alle huisraad moeten verkopen om het uiteengevallen gezin van eten te kunnen voorzien. Toen Dao eenmaal was teruggekeerd restte hem niets an ders dan boer te worden om zijn vrouw en kinderen te kunnen onderhouden. Met een gevoel van schaamte en verne dering toog hij dagelijks naar een rijst veld dat hij van zijn schoonvader had ge kregen. Dao en zijn gezin leefden in bittere ar moede. Geld voor koffie was er niet. Laat staan voor sigaretten. Soms - en dan was het echt feest - kon er wat thee worden gekocht. Maar meestal dronken ze water uit de Mekong. Wat de autoritei ten de Dao's niet konden afnemen was de liefde voor elkaar. „Ondanks de dage lijkse armoede hielden we nog meer van elkaar dan voorheen". Dat nam evenwel niet weg dat lang zaam maar zeker bij Dao het plan begon te rijpen om zijn land te ontvluchten. Met achterlating van zijn dierbaren. „El ke nacht droomde ik de afgrijselijkste dromen over gevangenissen en de daar doorstane ellende". Die nachtmerries werden nog eens extra gevoed door hardnekkige geruchten dat er opnieuw massale arrestaties in de lucht zouden hangen. „Regelmatig werd ik gillend wakker, sloeg dan op de vlucht en rende zo vanuit mijn huis het bos in. Omdat mijn dromen zo levensecht waren". Zijn vrouw steunde hem in zijn vluchtplannen. „Je moet weg uit Viet nam", raadde ze hem telkens aan. „Ook al ben je straks ver weg, dan ben ik in elk geval gerustgesteld dat je nog leeft". Bootje En zo begon Dao zijn vlucht voor te bereiden. Met kennissen, die hij onvoor waardelijk vertrouwde, smeedde hij zijn plannen. Uiteindelijk wist hij een bootje te bemachtigen en verliet samen met 31 anderen om drie uur 's nachts zijn ge boorteland. Het was 6 april 1979. „Ik kuste mijn vrouw en mijn drie kin deren. Mijn vrouw zei tegen hen: jullie moeten papa een extra kus geven. Ze wisten niet waarom, maar ze deden het uit liefde. Uit angst te worden verraden hadden mijn vrouw en ik ze nooit over mijn plannen verteld". Na het afscheid verliet hij zijn woning, zijn kinderen in onwetendheid achterla tend. Achterom kijken durfde hij niet. „Omdat ik anders moest huilen om mijn vrouw en kinderen. En dat wilde ik niet". Dao liet zijn gezin in de steek omdat hij via het radiostation 'Voice of Ameri ca' dikwijls berichten had opgevangen over de gevaren op zee en over scheepjes vol bootvluchtelingen die nooit waren aangekomen. „Zelf vreesde ik niet voor mijn leven. Maar ik had geen minuut ver der kunnen leven als mijn kinderen of mijn vrouw tijdens de reis waren, ver dronken". Nguyen i Dao: "Ik dacht: ik heb op zee kunnen leven, dan kan ik ook in Nederland leven". (fotomontage Henk Holland/GPD) Het bootje, dat eigenlijk alleen ge schikt was om ermee op de rivier te va ren, was met het oog op de vlucht ver breed en 'verstevigd' met een bamboe stok en een binnenband van een auto. Na twee dagen en twee nachten bij storm achtig weer op volle zee te hebben rond gedobberd, werden Dao en zijn mede- opvarenden ontdekt door een Thais vis sersschip. De bemanning gaf hun water en rijst mee en bracht het wankele bootje weer op koers. De dag erop kwa men de vluchtelingen dezelfde vissers boot tegen. De bemanning van het wrak besloot toen maar aan boord van het schip te gaan. „We lieten ons bootje zinken. Dat was heel triest, want het was ons inmiddels heel dierbaar geworden. Maar de Thaise vissers zeiden ons alleen te mogen hel pen als er sprake was van schipbreuk". Ander beeld In Thailand werd Dao in een vluchte lingenkamp ondergebracht in afwach ting van een opvangland. Hij wilde het liefst naar de Verenigde Staten, Austra lië of naar Frankrijk („omdat ik de En gelse en Franse taal redelijk beheers"). Maar het werd Nederland, dat hem toe liet op humanitaire gronden. „Bij mijn afscheid had ik mijn vrouw beloofd hard te zullen werken om haar regelmatig geld te kunnen sturen. Ik dacht: ik heb in de gevangenis kunnen leven, ik heb als boer kunnen leven en ik heb op zee kunnen leven. Dan kan ik ook in Neder land leven. Maar het beeld dat ik in Viet nam van het buitenland had was heel an ders dan de werkelijkheid". „Het was en is in Nederland niet zo als ik had gedacht. De werkloosheid is voor de Nederlanders al een groot probleem, laat staan voor buitenlanders. In mijn opvangperiode heb ik in totaal vierhon derd uur taalles gehad. Dus in het begin kon ik niet met anderen te communice ren. Ook de Nederlandse cultuur is na tuurlijk heel anders. De mensen zijn te individualistisch en te rationeel inge steld. Zo van: ik heb voor vijf mensen gekookt, dus jij kunt als zesde nu niet meeëten. Bij ons in Vietnam kon ieder een aanschuiven. Daar deel je gewoon wat je hebt met je gasten". Dao aardde slecht. En werd depres sief. Hij miste zijn vrouw en zijn kinde ren die nu 18,16 en 14 jaar zijn. „Maar ik dacht: ik woon nu in een vrij land en nou mag ik niet gek worden. Ik moet mezelf genezen. Daarom ben ik aan een middel bare beroepsopleiding begonnen. Maat schappelijk werk. Als een soort vlucht gedrag. Daarna heb ik mijn HBO ge daan. En inmiddels werk ik vanuit de christelijke organisatie voor internatio nale vluchtelingenhulp ZOA in Apel doorn als maatschappelijk werker voor de Vietnamezen in Nederland". De contacten tussen hem en zijn ach tergebleven gezin zijn al die jaren be perkt gebleven tot een bescheiden brief wisseling. „Er is censuur in Vietnam. Dus je moet heel goed uitkijken wat je schrijft en hoe je dat formuleert. Uit één van de brieven begreep ik dat mijn gezin graag wilde overkomen naar Nederland. Mijn vrouw schreef namelijk dat ze naar een 'nieuwe economische zomer' wil de.". Papierwinkel Via de Vietnamese ambassade in Pa rijs begon Dao aan de papierwinkel die uiteindelijk tot de gezinshereniging moest leiden. In 1985 resulteerde dat in een uitreisvisum voor haar en de drie kinderen. Maar tot overmaat van ramp werd Dao's vrouw in Saigon beroofd van haar tas met daarin het uitreisvisum waarnaar zo lang was uitgekeken, even als andere papieren en het nodige geld. Ten einde raad klopte de van haar tas en toekomst beroofde Thi Ha aan bij bui tenlandse zaken in Saigon voor afschrif ten van het uitreisvisum. Daar werd ze doorverwezen naar het provinciaal be stuur, vervolgens naar het dorpsbestuur en uiteindelijk naar het wijkbestuur. Daar stuurden ze haar door naar Hanoi. Dao: „Dat betekende met andere woorden, dat de procedure opnieuw in werking moest worden gezet. Totaal ont redderd stuurde mijn vrouw mij een brief waarin ze die noodlotstijding mee deelde. Onze beide werelden stonden op instorten. Maar met behulp van de ZOA en de minister van justitie is mijn gezin op 7 oktober op Schiphol gearriveerd. Twee dagen daarvoor was ik jarig. Dit was het mooiste verjaardagscadeau dat ik ooit kreeg". Hij lacht eventjes. Voor het eerst sinds lange tijd. DOOR JOOP VAN DER HORST Vanmorgen is er een spin op mijn bal kon komen wonen. Haar web strekt zich uit van bijna links naar rechts, zodat ik amper de deur kan opendoen. Het web is te mooi om zomaar kapot te maken. Vroeger thuis heette een spin een spinnekop Een spinnekop was het sig naal dat er weer eens duchtig schoon gemaakt moest worden. Wonderlijk woord eigenlijk: spinnekop. Het is niet overal in Nederland bekend. Elders zegt men gewoon spin. of kop en kobbe, of ook wel koppespin. Spinnekop is samengesteld uit twee stukken die op zichzelf allebei ook spin betekenen: een kop of kobbe is het ge wone woord voor spin in grote delen van West- en Oost-Vlaanderen. Hierin lijkt de spinnekop dus op de muilezel, de tortelduif en de hazewindhond, die ook allemaal zo'n dubbele naam heb ben. De spinnekop treffen we aan in Zuid- Holland, Oost-Vlaanderen. het noorde lijk deel van de Veluwe, Overijssel en de Achterhoek. In Noord-Holland spreekt men van een spin. evenals in Utrecht, oostelijk Brabant. Limburg, Groningen en Friesland. In Zeeland spreekt men meestal van een koppespin Spin komt van spinnen, wat verwant is met spannen. De herkomst van kop is minder duidelijk. Mogelijk komt het van het Latijnse cuppa, wat drinkbeker of nap betekende. Dat vinden we ook te rug in ons woord kuip. Door de beteke nis drinkbeker of nap kon kop ook ge zegd worden van hersenpan, schedel Later kon kop ook hoofd gaat beteke nen. En ook wel spin, omdat die bees ten er nu eenmaal uitzien alsof het en kel een kop met pootjes is. Spinnekop en koppespin zijn het resultaat van dia lectvermenging. Als de ene streek spin zegt en de andere kop, dan kan in het tussenliggende gebied spinnekop ont staan. Volgens het bijgeloof zijn spinnen een slecht voorleken als je ze 's morgens tegenkomt. Een spin in de morgen geeft kommer en zorgen, 's Avonds is het daarentegen juist goed om een spin te gen te komen: avondspin brengt geluk en zegen in. Of in een ander rijmpje: spinnen in den a vend, breng vreugde dat 't davert. Sterk is dit rijm niet, maar - de bedoeling is duidelijk. Hoe zou het komen dat ochtendspinnen als onge luksbodes beschouwd werden? Zijn het dezelfde spinnen van 's avonds? Wat moet je denken van een spin die dagen achtereen op dezelfde plaats zit en die je zowel 's morgens als 's avonds te genkomt? Misschien kan iemand anders er een verklaring voor bedenken, maar ik hecht voorlopig het meeste geloof aan wat te lezen staat in het Folkloristisch Woor denboek van K. ter Laan. Daar wordt gezegd dat er een misverstand in het geding is. Het gaat niet om spinnekop- pen maar om het werkwoord spinnen. Wol spinnen is iets wat in een fatsoenlij ke boerenbedoening 's avonds gebeurt, als al het buitenwerk gedaan is. Als er 's morgens gesponnen wordt is dat een teken dat er iets mis is. Er is dan ofwel geen werk buiten te doen, of men pakt de zaken totaal verkeerd aan. Vandaar dat spinnen 's morgens een slecht te ken is. Het half begrepen rijmpje zou de mensen dan op het idee hebben ge bracht dat spinnen - die toch al enge beesten - ongeluksbodes zijn. Veel mensen zijn bang voor spinnen en het is een oud bijgeloof dat spinnen giftig zouden zijn. In elk geval springen spinnen niet zachtzinnig met elkaar om. Sommige spinnevrouwtjes hebben de slechte gewoonte hun mannetje leeg te zuigen en op te eten. Misschien moet ik straks toch maar de deur van mijn bal kon wijd open doen en die vieze draden wegruimen. Om even voor acht uur, als zijn kinderen hun portie kijken hebben gehad, schuift de heer T. te V. als gewoonlijk zelf voor het beeldscherm. Reclame, journaal weerbericht (natuurlijk!), wéér reclame en voor de rest van de avond afwisselend wat van het ene of het andere net. Als hij uitgezeten om half twaalf zijn bed in duikt heeft hij toch mooi minstens drie uur kijken achter de kiezen. Afgezien van clubavonden, een enkele verjaardag en vakantie, verloopt zijn avondleven zo'n 300 maal per jaar op deze wijze. Al les bij elkaar 900 kijkuren, dat is meer dan 110 werkdagen van acht uur. In zijn gezin staat de televisie per week gemiddeld 30 uur aan. Ruim vier kijk- werkdagen per week, een gemiddelde dat in veel Westeuropese gezinnen wordt gehaald. De Verenigde Staten maken het zoals altijd nog bonter. Daar staat de tv gemiddeld 50 tot 55 uur per week aan. Op zijn zestiende heeft een jongere in de VS bijna 5000 uren langer voor de tv doorgebracht dan in de schoolbanken. In totaal heeft hij er dan tussen de 16.000 tot 18.000 kijkuren op zitten. Gaan we uit van 16 uren 'wakker' zijn per dag, dan komt dat neer op een kleine drie jaar of ruim 1/5 van zijn leven. In die tijd zijn er 600.000 tot 700.000 reclamespots op hem afgekomen, waaronder een heleboel die de meest ongezonde gewoonten proberen erin te pompen. Wonderlijk genoeg maken zijn ouders daar meestal geen enkel punt van. Inte gendeel. Vaak gebruiken ze de televisie als babysit voor hun kinderen ("ze zijn zo lekker rustig als ze tv kijken") en als manier om hen te beloven of te straffen ("als je lief bent mag je vanavond Soms krijgt de tv zelfs de taak van plaatsvervangende ouder, die dingen uitlegt waar de eigenlijke ouders niet goed over durven of kunnen spreken ("straks is er een goed programma voor jongeren overmisschien leuk voor je om te zien"). Kortom, het is glashelder dat de tv een uiterst populair en invloedrijk medium is. Er is zelfs in de hele geschiedenis van de mensheid geen ander medium dat ooit zo'n centrale plaats heeft ingenomen. Je moet al monnik zijn, en dan nog een goeie ook, om evenveel tijd aan je gods dienst te besteden als een modem mens aan de tv. Radio, kranten en tijdschrif ten halen het op geen stukken na. Ook sport of de liefde krijgen nog geen fractie van de tijd waarop de tv mag rekenen. Het is zelfs zo dat veel mensen tegen woordig videorecorders hebben om uit zendingen voor later op te nemendie ze op het moment zelf niet kunnen zien. We zijn in een periode van amper 30 jaar kijkvee geworden. Een beschaving van vidioten. Maar waarom? Zoveel is wel zeker, dat tv voor veel mensen een heleboel behoeften en wensen tegelijker tijd vervult. Ik kom tot een lijst van ten minste 30 behoeften waarin de tv voor ziet of kan voorzien. Naast voor de hand liggende als: de behoefte om vermaakt te worden, de behoefte om afgeleid te wor den van de werkelijkheid van alledag, de behoefte aan 'gezelschap' als je alleen bent en de behoefte om geïnformeerd te worden, komen op de lijst ook veel min der bewuste' behoeften voor. Bijvoor beeld de behoefte om op een veilige ma nier verschrikkelijke, ontzettende dingen te kunnen zien (en meebeleven). Zoals oorlog, misdaden, slachtingen, hongers nood, overstromingen, tornado's en kin- door René Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden dermishandeling. Of de behoefte om schurken in actie te zien, zoals in politie series, opsporingsacties en parlementai re enquêtes. De behoefte om te zien hoe het kwaad wordt gestraft en het goede wordt beloond. De behoefte om anderen fouten te zien maken of te zien afgaan de behoefte om met autoriteiten de spot te kunnen drijven of juist om met ze te kun nen dwepen. Verder de behoefte om (op een indirecte manier) de levensstijl van de rijken en de machtigen op aarde te kunnen ervaren. Belangrijk is ook de behoefte om zon der schuldgevoelens of schaamte een uit laatklep te hebben voor agressieve, ro mantische en seksuele gevoelens. Dat laatste brengt me op een behoefte waar voor de tv tegenwoordig wel heel vaak gebruikt wordt, namelijk de behoefte om straffeloos allerlei taboe-onderwerpen te kunnen 'verkennen'. Zoals verkrachting, incest, en seksueel misbruik door werkge vers, dokters en therapeuten. Of seksuele en andere intieme emotionele problemen uit de slaapkamer. En ook onderwerpen als prostitutie, alcohol- en drugsmis bruik, en natuurlijk zelfdoding. Het is overigens nog maar zeer de vraag of de tv aan al deze behoeften op een positieve of menselijke manier tege moetkomt. Ik denk dat veel mensen veel televisie kijken omdat ze *n een vicieuze cirkel gevangen zitten. De televisie ver oorzaakt juist die afhankelijkheid en die problemen die ze proberen kwijt te raken door ernaar te kijken. Laat me proberen dat uit te leggen. Veel kinderen en jongeren zijn op grond van hun ervaringen bang om vol wassen te worden en de problemen en verantwoordelijkheden van de volwasse ne op zich te nemen. Vandaar het relatief grote aantal jongeren dat vlucht in een jeugdcultuur, punk wordt, overmatig al cohol of andere drugs gebruikt, geweld dadig de volwassen wereld probeert te vernietigen (vandalisme), anorexia ner vosa ontwikkelt of een zelfmoordpoging doet. Die angst voor de volwassenheid wordt door de tv versterkt. Want de tv confronteert kinderen al heel jong met problemen die te moeilijk voor hen zijn. Daardoor raken ze emotioneel afge stompt. Ze staan nergens meer van te Jeu ken, respect of ontzag wordt zeldzaam en vertrouwelijkheid en intimiteit evenzo. Het gevolg daarvan is, dat jongeren als ze eenmaal de volwassen leeftijd hebben bereikt, niet goed in staat zijn duurza me, intieme relaties met anderen te heb ben. Dit onvermogen tot emotionele be trokkenheid uit zich in wisselende rela ties, echtscheidingen, seksuele promis cuïteit, angst voor het huwelijk, angst voor kinderen, en een extreem sterke ge richtheid op zichzelf en het comfortabel hebben. Een zeer onbevredigende levensstijl, die uitlaatkleppen nodig heeft als alco hol, nicotine of andere drugs en aflei dingsapparaten als tv en video. En juist omdat de tv onmiddellijk en overal be schikbaar en sociaal geaccepteerd is, wordt dat het middel bij uitstek om, zij het heel povertjes, bepaalde behoeften (zoals die aan intimiteit en kennis van wat er in anderen omgaat) ten minste enigszins te kunnen bevredigen. Televisie is dus voor veel mensen een manier om zich (even) te bevrijden uit hun innerlijke gevangenis. Het levert, in direct, ervaringen om verschillende be hoeften te bevredigen. Maar tegelijk roept de tv precies die behoeften op (door de beelden die ze laat zien en door het feit dat we nog altijd niet met andere men sen bezig zijn als we kijken) die ons er juist toe brengen om tv te kijken. Wie naar een seks- of een geweldfilm kijkt heeft aan de ene kant een uitlaatklep voor zijn lust of agressiviteit, maar aan de andere kant wordt die lust of agressi viteit juist door de beelden geprikkeld. Daarom kunnen de meeste mensen er letterlijk niet genoeg van krijgen. De op merking dat 'we dat ding kunnen uitzet ten wanneer we willen' is dus een door zichtige smoes van mensen die eigenlijk heel goed beseffen dat ze vidioten zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 23