Gesjoemel in het belang
van de volkshuisvesting
(G)een interview met Desi Bouterse
Reportage
Verhoor ex-minister Gruijters maakt veel duidelijk
Veel meer katholieken op papier dan in werkelijkheid
PAGINA 2
MAANDAG 5 OKTOBER 1987
DEN HAAG - Geen enkel verhoor van de parlementaire
enquêtecommissie naar de bouwsuhsidiefraude zal
waarschijnlijk zo symbolisch worden voor de gebeurte
nissen in de zaal van de Eerste Kamer als de vijf uur du
rende, in twee sessies opgesplitste zitting met oud-minis
ter drs. J. P. A. Gruijters. Tijdens veel verhoren leek er
een groot wederzijds onbegrip te bestaan, maar geen mo
ment was dat beter voelbaar dan tijdens het gesprek met
deze oud-bewindsman.
De enquêtecommissie luistert aandachtig toe. Vierde van rechts de 'strenge' voorzitter, Klaas de Vries, (fot
door
Runa Hellinga
Aan de ene kant zaten de commis
sieleden, ijverig wroetend in wat
voor hen een ongelooflijke beerput
van met regels sjoemelende ambte
naren, met elastische bevoegdhe
den werkende bewindslieden en
van ieder moreel gespeende bou
wers en beleggers üjkt te zijn. Aan
de andere kant een man, die over
tuigd was van zijn beleid, nog
steeds overtuigd is, die zijn mening
in alle rust naar voren bracht en de
enquêtecommissie verweet punai
ses te poetsen, maar de kist te ver
geten. Beleid contra boekhouding;
het leek een symbolische ontmoe
ting tussen een oude en een nieuwe
manier van politiek denken.
Een opvallende man, deze burge
meester van Lelystad, die in vroe
ger tijden odit journalist was, café
baas, wethouder en Tweede-Ka
merlid. Tussendoor was hij vier
jaar lang minister in het rooms-ro-
de kabinet Den Uyl-Van Agt. Een
kabinet dat vaak de schuld krijgt
van een groot deel van begrotings
tekorten waar we nu mee opge
scheept zitten. Geldverspillers, die
de schatkist wijd open hebben ge
zet ten koste van latere jaren.
Opgedreven
Wie bekijkt, wat er de afgelopen
weken allemaal over het volkshuis
vestingsbeleid in de loop der jaren
boven tafel gekomen is, krijgt een
bevestiging van dat beeld. Onder
minister Gruijters werd een nieu
we subsidieregeling ingevoerd, die
uiteindelijk heel duur zou blijken
te zijn voor de schatkist, en een
huurbeleid gevoerd dat de kosten
van de volkshuisvesting aanzien
lijk heeft opgedreven. Bovendien
werden de beleggers uit de wo
ningbouw gejaagd en zag de minis
ter geen been in een flexibele toe
passing van de regels, als dat toe
vallig beter uitkwam.
Maar de ex-bewindsman verde
digde zijn beleid met verve, dwars
tegen de priemende ogen van vice-
voorzitter Van Rey, de verbaasde
blik van de andere vice-voorzitter
Weijers en de strenge blik van en
quêtevoorzitter Klaas de Vries in.
Gruijters liet weinig heel van men
sen die de volkshuisvesting vooral
als een centenkwestie bekijken.
Ondanks alle bezuinigingen die nu
in deze sector worden doorge
voerd, verdedigde hij zijn toenma
lige beleid: „Het was in het belang
van de volkshuisvesting".
Toen hij in 1973 aantrad, was de
meest schrijnende woningnood
opgelost. Maar dat betekende nog
niet dat iedereen een goed dak bo
ven zijn hoofd had. Het waren de
aanloopjaren tot de grote stadsver
nieuwingsprogramma's en in de
grote steden was de huisvestingssi
tuatie in veel oude wijken nog zeer
slecht. Verder moest er voor bij
zondere groepen, zoals jongeren en
bejaarden, veel gebeuren,
Verkiezingsstrijd
De volkshuisvesting was in de ja
ren daarvoor een hot item van de
oppositiepartijen geweest en de
PvdA was de verkiezingsstrijd in
gegaan met de belofte van een
maximale huurverhoging van zes
procent. Dat lijkt nu veel, maar op
dat moment, met de toenmalige in
flatie, bleef dat getal ver achter bij
de stijging van de bouwkosten en
de kosten van het levensonder
houd. Bovendien had minister
Udink net zijn volkshuisvestings
nota gelanceerd. Daarin was, naast
een nieuw subsidiesysteem voor
de bouw van huurwoningen, spra
ke van een huurverhoging van
twintig procent.
Die nieuwe subsidieregeling was
overigens hard nodig. De op dat
moment nog geldende subsidiere
geling uit 1968 werd tijdens de ver
horen in de afgelopen weken door
directeur J. C. van Spronsen van de
Nationale Nederlanden „niet te
vet, eerder wat mager" genoemd,
maar volgens ambtenaren en poli
tici ter linker en ter rechter zijde
was de regeling veel te ruimhartig
voor de beleggers en veel te duur.
Udink wilde de invoering van
een nieuwe subsidieregeling ech
ter koppelen aan een poging om
dergelijke subsidies voor de wo
ningbouw op termijn helemaal af
te schaffen. Vandaar een huurver
hoging van twintig procent, zodat
het bouwen van woningen op den
duur ook zonder subsidie lonend
zou worden.
Toen Gruijters aan de macht
kwam, was hij net als zijn voorgan
ger overtuigd van het belang van
een nieuw subsidiesysteem. Het
idee van een zogenaamd dyna
misch kostprijssysteem (DKP) dat
Udink in had willen voeren, werd
dan ook door hem overgenomen.
Loongolf
Kenmerkend voor het DKP-sys-
teem is dat het rekening houdt met
de toekomstige ontwikkelingen
van huur en exploitatiekosten. Het
is een subsidie met een looptijd
van vijftig jaar, en in die vijftig jaar
is precies vastgelegd hoe hoog het
rendement van de exploitant mag
zijn: de rente van de staatslening
plus I procent. Omdat staatslenin
gen geen vaste rente hebben, wordt
het rendement om de tien jaar op
nieuw bekeken.
Die principes vond Gruijters al
lemaal uitstekend. Maar over een
huurverhoging van twintig pro
cent viel in het kabinet-Den Uyl
niet te praten. Men voelde er niet
voor om inkomenspolitieke rede
nen en was bang dat een dergelijke
forse huurverhoging een loongolf
uit zou lokken die de inflatie alleen
maar verder op zou drijven.
Bovendien keek men heel an
ders tegen de volkshuisvesting aan
dan Udink. Wonen werd onder Den
Uyl beschouwd als een basisrecht,
dat men niet zomaar over kon laten
aan de marktsector. Gruijters: ,.We
redeneerden dat als de mensen
goed wonen, ze beschaafder en be
ter worden, meer kansen krijgen
op een beter leven".
Toch zou de huurverhoging in
het kabinet nog problemen opleve
ren. De zes procent die de PvdA
haar kiezers beloofd had, was niet
haalbaar vanwege de inflatie, die
rond de tien procent lag. Maar er
ontstond nog een discussie of het
9,3 of 8 procent moest zijn. Minister
van financiën Duisenberg was om
financieringsredenen voorstander
van 9,3 procent. Hij voorzag dat de
kosten van het nieuwe subsidie
stelsel sterk zouden oplopen als het
kabinet op een lager percentage uit
zou komen. Het was echter, zo ver
telde hij de enquêtecommissie,
'een strijd die ik verloren heb'.
Beleggersstaking
Het nieuwe subsidiesysteem
werd in 1975 ingevoerd, maar toen
gebeurde er iets waar Gruijters
geen rekening mee gehouden had:
de beleggers zagen er geen heil in
en wilden absoluut niet bouwen
onder deze voorwaarden. Dat was
overigens niet alleen aan het subsi
diesysteem te wijten maar ook aan
de ineenstorting van de markt voor
premiehuurwoningen. Kopen was
plotseling populair geworden en
veel beleggers zagen wel brood in
de bouw van koopwoningen.
Na aanvankelijk pogingen van
Gruijters om beleggers toch over
de streep te trekken, besloot hij het
over een hele andere boeg te gooi
en. Gruijters: „Het is me pas gelei
delijk aan duidelijk geworden hoe
moeilijk het was beleggers in onze
opzet van de volkshuisvesting in te
passen. Ik was er uiteindelijk voor
dat beleggers zich uit de sector van
de goedkopere huurwoningen te
rugtrokken. Er ligt een natuurlijke
belangentegenstelling tussen het
rendemï Aat beleggers willen
maken en net volkshuisvestings-
belang van lagere huren".
Gruijters besloot tot het inzetten
van zijn cavalerie: de woningbouw
verenigingen. Die moesten het be
leggersaandeel in de markt van
premiehuurwoningen overnemen.
Ze waren daar ook wel toe bereid,
maar in praktijk kwam daar weinig
van terecht. Gruijters: „Ik had ze
niet goed voorbereid en moest ze
nu hap-snap in het geweer bren
gen. En u weet hoe het is met cava
lerie, die hebben veel oefening no
dig. Wat ze deden waren meer spel-
deprikjes dan een fatsoenlijke atta
que".
Klimleningen
De premiehuurprogramma's
stortten dus in elkaar, maar Gruij
ters werd met nog een ander pro
bleem geconfronteerd. De regering
wilde namelijk af van de grote aan
tallen rijksleningen die ieder jaar
verstrekt werden ten behoeve van
de bouw van woningwetwoningen.
Er moest dus geld op de kapitaal
markt gevonden worden en dat
geld moest van de beleggers ko
men. Die voelden daar niet zoveel
voor, omdat het DKP een hele
merkwaardige leningsvorm vereis
te, de zogenaamde klimlening.
Kenmerkend voor die leningen is
dat de schuld in de eerste jaren al
leen maar toeneemt, en dat vonden
de beleggers geen aantrekkelijke
investering.
Gruijters moest de beleggers dus
op een of andere manier over de
dam zien te krijgen. En hoe hij dat
deed, werd door de enquêtecom
missie met stijgende verbazing
aanhoord. Hij had het tijdens zijn
verhoor over zaken als „koopman
spelen'-' en de „ruime bevoegdhe
den die hij als minister had". Hij
handelde volgens het principe:
voor wat hoort wat. Beleggers die
bereid waren op een of andere ma
nier aan de nieuwe regeling mee te
werken, konden rekenen op een te
genprestatie in die zin dat ze toe
stemming kregen nog wat projec
ten onder de oude en voor hen gun
stige subsidieregeling te bouwen.
Die regeling liep begin 1975 offi
cieel af, maar tot twee keer toe
werd die einddatum verschoven,
eerst naar 1 juli en later naar 1 janu
ari 1976. Na die tijd konden ook
nog projecten onder de regeling '68
worden ingediend, maar dat was al-
Geen bekend aan degenen die ge
willig met Gruijters meewerkten.
„Je moet met kleine visjes grote
vangen", vertelde hij de commis
sie.
De belangrijkste belegger die
daarvan geprofiteerd heeft, was het
ABP. Het pensioenfonds was als
eerstè bereid om op grote schaal
klimleningen te verstrekken, en
mocht in ruil daarvoor nog op vrij
grote schaal woningen bouwen on
der de regeling '68
Onzin
Gruijters handelde hiermee gro
tendeels op eigen houtje. De Twee
de Kamer werd nauwelijks inge
licht en voor de enquêtecommissie
verklaarde hij dat ook niet zo zin
vol gevonden te hebben. Hij had
eenmaal een groot project gemeld
en daar was de Kamer me akkoord
gegaan. Om daarna ook nog alle
kleine projecten aan het parlement
voor te leggen, was volgens hem
onzin: „Ze waren allang blij als het
me lukte huizen te bouwen". Zijn
bevoegdheid om te handelen zoals
hij had gehandeld, ontleende hij
simpelweg aan één ding: zijn mi
nisterschap. Als minister had hij
ervoor te zorgen dat het volkshuis
vestingsbeleid uitgevoerd werd, en
daar had hij voor gezorgd.
Gruijters: "Je moet met kleine visjes grote vangen"
volgd door de toelating van Ne
derlandsejournalisten bij de ver
kiezingen van 25 november. Het
zou zelfs verder kunnen gaan: de
drie journalisten werd van harte
aangeraden Bouterse te vragen
naar de mogelijkheid dat een Ne
derlandse parlementaire delega
tie als waarnemer bij de verkie
zingen zou worden uitgenodigd.
Zowel het toelaten van journalis
ten als parlementariërs zou een
doorbraak zijn.
Ik was, als correspondent in
Washington voor deze krant, een
van de drie journalisten die,
naast Jaap van Wesel van het
ANP en Trouw en Charles
Groenhuijsen van de NOS, door
een adviseur van Bouterse was
uitgenodigd voor een interview.
Ons werd verteld daags na de re
de van Bouterse voor de VN naar
het luxe Grand Hyatt Hotel in
Washington te gaan, waar de be
velhebber en zijn delegatie op de
33e verdieping hun bivak had
den opgeslagen. De afspraak
was, dat het interview om elf uur
zou plaatsvinden.
Terwijl iedereen nog gauw
even naging of alle balpennen
het wel deden, en een ingehuurd
camerateam zich aan het warm
lopen was, gebeurde er om elf
uurniets. Even later kyvam
evenwel een functionaris naar
ons toe, die ons vertelde: "Ik heb
goed nieuws en slecht nieuws.
Het slechte nieuws is dat het in
terview niet nu kan plaatsvinden
omdat de heer Bouterse nog wat
andere bezigheden heeft, het
goede dat het vanmiddag om één
uur zeker wel zal kunnen door
gaan".
Dat was geen echt prettige
boodschap, maar het gebeurt
niet iedere dag datje met Surna
me's leider kunt spreken en er
waren veel vragen aan hem te
stellen, dus nauwelijks morrend
schikten wij ons in ons lot.
Het werd één uur. Niets. Kwart
over een. Nog niets. Zenuwach
tig werd op de horloges gekeken.
Zou het toch niet doorgaan? Een
functionaris kwam naar ons toe
die zei dat 'boven' nog over de
antwoorden werd beraadslaagd,
en dat we dus nog even moesten
wachten. Rond kwart over twee
kregen we het definitieve be
richt, het interview zou niet
doorgaan. Er kon alleen worden
gepraat met de minister van bui
tenlandse zaken van Suriname,
de ex-ambassadeur in Washing
ton en Den Haag: Henk Heidwei-
ler.
Het kostte weinig moeite om
achter het 'waarom' van de wei
gering te komen. Boven, op de
33e verdieping, had de als advi
seur van Bouterse optredende
journalist Willem Oltmans geze
ten wiens invloed op Bouterse
kennelijk dusdanig groot is, dat
hij in zijn eentje alles had weten
terug te draaien. Oltmans was, al
dus een gezaghebbende bron,
om hem moverende redenen
gaan schreeuwen en gillen dat
wij geen van allen deugden.
Daardoor had Bouterse zich la
ten overtuigen
"Ik heb toestemming gekregen
u te zeggen dat het interview niet
doorgaat omdat u tweederangs
journalisten bent", zo zei de bron
letterlijk. De pleister op de won
de, het gesprek met minister
Heidweiler, maakte in ieder ge
val duidelijk dat, als er van 'glas
nost' sprake was geweest, dat die
dan kort van duur was.
Nee, Nederlandse journalisten
zal het niet meevallen een visum
te krijgen zodat zij de verkiezin
gen kunnen, bijwonen. En nee,
van een team Nederlandse parle
mentaire waarnemers zal het ook
wel niet komen. Om Heidweiler
("Het enige dat ze willen is wraak
nemen op Bouterse") te citeren:
"Op praktische gronden zou ik er
een beetje beducht voor zijn".
NEW YORK - "Dit zijn histori
sche tijden", zei de Surinaamse
leider Desi Bouterse vrijdagmid
dag laat tijdens zijn rede voor de
Algemene Vergadering van de
Verenigde Naties. De bevelheb
ber doelde daarmee op het refe
rendum dat vorige week woens
dag in Suriname is gehouden,
waarbij de bevolking zich over
de nieuwe Grondwet mocht uit
spreken. En dat was een grote
stap op weg naar de door ieder
een gewenste democratie, zo leg
de hij uit.
door
Henk Dam
Bijna was het afgelopen week
einde nog meer geschiedenis ge
schreven. Bouterse en zijn naas
te medewerkers hadden zich in
principe bereid verklaard te pra
ten met drie Nederlandse journa
listen, die samen de grootste
nieuwsorganisaties van ons land
vertegenwoordigen. Het inter
view was bedoeld als een eerste
zet naar meer openheid ten op
zichte van ons land, een soort
'glasnost' Surinaamse stijl, zo
werd ons verteld.
Het zou kunnen worden ge
Ruim een kwart van de rooms-
katholieken in Nederland be
schouwt zichzelf niet meer als
katholiek. Volgens de gegevens
van de rooms-katholieke paro
chies was in 1985 nog 38,1 pro
cent van de bevolking rooms-ka-
tholiek. Een recent onderzoek
laat echter zien, dat slechts 28
procent zich zo nog wenst te noe
men.
Tot die conclusie komt het
Kaski in zijn 'Statistiek van het
Rooms-Katnoliek Kerkgenoot
schap in Nederland, 1980 tot
1985'. Het cijfer van 28 procent
komt overeen met het percenta
ge geborenen die katholiek wor
den gedoopt. In 1985 was dat
28,1. Het Kaski vindt het verant
woord, de doopsels als uitgangs
punt te nemen voor het percenta
ge dat zichzelf als katholiek be
schouwt. Volgens de gegevens
van de parochies daalde het aan
tal katholieken tussen 1980 en
1985 van 39,5 naar 38,1 procent.
De ontkerkelijking blijkt ook
uit het kerkbezoek. Dat liep in 20
jaar terug van 2,7 naar 0,9 mil
joen, gemeten naar twee week
einden in maart. Als ook reke
ning wordt gehouden met de be
volkingsaanwas in deze periode,
dan daalde het aantal misbezoe
kers met driekwart, van 64,4 in
1965 naar 17,5 procent in 1985.
Priesters
et aantal priesters m de basis
zielzorg daalde tussen 1965 en
1985 van 3857 naar 1804. Tussen
1981 en 1985 is, vooral als gevolg
van de vergrijzing, het aantal
priesters in deze zielzorg gedaald
met 713. Dat is meer dan ooit.
Weliswaar steeg het aantal pries
terwijdingen van seculieren
(werkzaam in een bisdom) iets
ten opzichte van de voorgaande
vijf jaar (68 tegenover 41), maar
deze toeneming is vooralsnog
van weinig invloed op de totale
personele situatie in de paro
chies.
Het aantal priesters dat uit
treedt loopt de laatste jaren te
rug. In de periode '81 tot '85 tra
den er 79 uit, nog niet de helft
van het aantal in de vijf jaren
daarvóór (183). De inzet van pas
torale werkers en permanente di
akens in de basis-zielzorg is zo
beperkt van omvang, dat hier
door de problemen van het pries
tertekort nauwelijks worden ver
minderd. In 1985 waren 13 van de
43 permanente diakens en 208
van de 392 pastorale werkers in
deze zielzorg werkzaam.
Gezien de leeftijdsopbouw van
de priesters is er alle reden om
aan te nemen, dat de komende ja
ren het aantal professionele
krachten in het pastoraat snel zal
verminderen, zegt het Kaski. Het
noemt dat 'een onmiskenbaar c
ganisatorische zwakte' van c
Rooms-Katholieke Kerk in N
derland'.
School
Onder de naam 'Vrienden
van Het Cheider' heeft een aantal
rechtzinnig-protestanten een co
mité opgericht dat een financiële
bijdrage wil leveren aan de be
veiliging van de orthodox-joodse
basisschool 'Het Cheider' in Am
sterdam. De school, die in de ja
ren 70 werd opgericht en nu 120
leerlingen telt, is jaarlijks zo'n f.
120.000 kwijt aan haar beveili
ging. Volgens A. Cohen, voorzit
ter van de school, zijn het drie
meter hoge ijzeren hek, de came
ra en de twee veiligheidsagenten
nodig, gezien een eerdere aan
slag van de PLO op de school en
het toenemende antisemitisme
in Nederland.
In het comité hebben onder
anderen zitting K. Bokma, direc
teur van het Reformatorisch
Dagblad, ir. H. van Rossum,
vroeger Tweede Kamer-lid voor
de SGP, en ds. J. H. Velema,
voorzitter van de stichtingsraad
van de Evangelische Omroep.
Oud-katholiek. Pastoor T.
Horstman (60) in Alkmaar is ge
kozen tot oud-katholiek bis
schop van Haarlem. Hij volgt bis
schop G. A. van Kleef op, die 65
jaar werd.
Horstman is gehuwd en heeft
vier kinderen. In 1951 werd hij
tot priester gewijd. Hij was eerst
pastoor in Gouda-Schoonhoven-
Oudewater en Utrecht, daarna in
Alkmaar-Den Heider-Zaanstad.
Hillegom. Frans Broekhoff.
pastoraal medewerker van de
twee rooms-katholieke paro
chies in Hillegom, heeft zijn
werk daar beëindigd. Hij gaat
voor de KRO een catechetisch
kinderprogramma verzorgen.
Zijn vrouw blijft pastoraal mede
werker in Sassenheim.
Leiden. Woensdag om 8 uur
is er weer een zangavond in de
Marekerk. Medewerking verle
nen het koor 'Capelle' onder lei
ding van Cor de Klerk en de orga
nist Ben Fey. Ds. A. Christ uit
Katwijk aan Zee zal de verbin
dende tekst verzorgen.
Hervormde Kerk: beroepen
te Ede J. R. Volk Veenendaal, te
Zuidland kandidaat M. Treuren
Utrecht; aangenomen naar Hil
legom T. Verbeek Waal-Koog-
Den Hoorn (Texel); bedankt voor
Rouveen C. van de Scheur Ne-
derlangbroek. Gereformeerde
Kerken: beroepen te Den Haag-
West (gevangenispastoraat) kan
didaat J. Eerbeek aldaar. Gere
formeerde Kerken Vrijge
maakt: beroepen te Waddinx-
veen E. Heres Surhuisterveen.
Nederlands Gereformeerde
Kerken: aangenomen naar Den
Bosch (gevangenispastoraat) H.
Kiezebrink Baarn (blijft ook wer
ken in rijksinrichting voor jon
gens 'Den Eng' te Den Dolder),
naar Langerak kandidaat D. W.
Fijan Houten. Gereformeerde
Gemeenten: bedankt voor Tho-
len B. van der Heiden Woerden,
voor Slikkerveer D. Rietdijk
Moerkapelle, voor Krimpen aan
den IJssel N. W. Schreuder Góes.
Catechismus
De Rooms-Katholieke Kerk
zal in 1990 een 'universele cate
chismus' publiceren, die voor al
le kerkprovincies van kracht zal
zijn. Dat deelde kardinaal Rat-
zinger, voorzitter van de congre
gatie voor de geloofsleer, mee op
de wereld-bisschoppesynode in
Rome.
De synode van 1985 had het
Vaticaan gevraagd om duidelijke
richtlijnen aangaande de ge-
loofs- en zedenleer. Het Vaticaan
had zelf kritiek geuit op een Ne
derlandse en Franse catechis
mus. Die zouden van de officiële
kerkleer afwijken.
De 'universele catechismus' is
bestemd voor alle bisschoppen,
rooms-katholieke theologen en
mensen die een nationale cate
chismus moeten schrijven. "De
taal", zei Ratzinger, "zal eenvou
dig zijn, terwijl rekening wordt
gehouden met de huidige cul
tuur en de kerkelijke traditie".
Zeven bisschoppen en veertig
deskundigen uit de hele wereld
zijn bij de voorbereidingen be
trokken. In december van dit
jaar zullen zij een eerste ontwerp
presenteren. Een laatste ontwerp
wordt - zo is het plan - begin
1989 aan alle bisschoppen toege
zonden. De bisschoppensynode
van 1990 zal de definitieve tekst
beoordelen. Het is de bedoeling,
dat de paus ter gelegenheid van
de 25ste veijaardag van het
Tweede Vaticaans Concilie de
catechismus op 8 december
dat jaar officieel zal aanbieden.
Zalig. De paus heeft gisteren
op de wereld-bisschoppensyno
de de Fransman Marcel Callo,
die in 1945 in het concentratie
kamp Mauthausen overleed,
lig verklaard. Callo, die 23 jaar
werd, is het vijfde slachtoffer v
het nazi-regime dat zalig of heilig
is verklaard. Eerder gebeurde
dat met de Pool Maximiliaan
Kolbe, de Nederlander Titus
Brandsma, de Duitser Rupert
Mayer en de Duitse religieuze
van joodse afkomst Edith Stein.
Callo - actie f vooral onder jon
ge arbeiders - werd in het voor
jaar van 1944 gearresteerd we
gens 'anti-nazistische propagan
da'. Vanuit de gevangenis ging
hij later naar het concentratie
kamp Mauthausen in Oostenrijk.