Gesjoemel in het belang van de volkshuisvesting (G)een interview met Desi Bouterse Reportage Verhoor ex-minister Gruijters maakt veel duidelijk Veel meer katholieken op papier dan in werkelijkheid PAGINA 2 MAANDAG 5 OKTOBER 1987 DEN HAAG - Geen enkel verhoor van de parlementaire enquêtecommissie naar de bouwsuhsidiefraude zal waarschijnlijk zo symbolisch worden voor de gebeurte nissen in de zaal van de Eerste Kamer als de vijf uur du rende, in twee sessies opgesplitste zitting met oud-minis ter drs. J. P. A. Gruijters. Tijdens veel verhoren leek er een groot wederzijds onbegrip te bestaan, maar geen mo ment was dat beter voelbaar dan tijdens het gesprek met deze oud-bewindsman. De enquêtecommissie luistert aandachtig toe. Vierde van rechts de 'strenge' voorzitter, Klaas de Vries, (fot door Runa Hellinga Aan de ene kant zaten de commis sieleden, ijverig wroetend in wat voor hen een ongelooflijke beerput van met regels sjoemelende ambte naren, met elastische bevoegdhe den werkende bewindslieden en van ieder moreel gespeende bou wers en beleggers üjkt te zijn. Aan de andere kant een man, die over tuigd was van zijn beleid, nog steeds overtuigd is, die zijn mening in alle rust naar voren bracht en de enquêtecommissie verweet punai ses te poetsen, maar de kist te ver geten. Beleid contra boekhouding; het leek een symbolische ontmoe ting tussen een oude en een nieuwe manier van politiek denken. Een opvallende man, deze burge meester van Lelystad, die in vroe ger tijden odit journalist was, café baas, wethouder en Tweede-Ka merlid. Tussendoor was hij vier jaar lang minister in het rooms-ro- de kabinet Den Uyl-Van Agt. Een kabinet dat vaak de schuld krijgt van een groot deel van begrotings tekorten waar we nu mee opge scheept zitten. Geldverspillers, die de schatkist wijd open hebben ge zet ten koste van latere jaren. Opgedreven Wie bekijkt, wat er de afgelopen weken allemaal over het volkshuis vestingsbeleid in de loop der jaren boven tafel gekomen is, krijgt een bevestiging van dat beeld. Onder minister Gruijters werd een nieu we subsidieregeling ingevoerd, die uiteindelijk heel duur zou blijken te zijn voor de schatkist, en een huurbeleid gevoerd dat de kosten van de volkshuisvesting aanzien lijk heeft opgedreven. Bovendien werden de beleggers uit de wo ningbouw gejaagd en zag de minis ter geen been in een flexibele toe passing van de regels, als dat toe vallig beter uitkwam. Maar de ex-bewindsman verde digde zijn beleid met verve, dwars tegen de priemende ogen van vice- voorzitter Van Rey, de verbaasde blik van de andere vice-voorzitter Weijers en de strenge blik van en quêtevoorzitter Klaas de Vries in. Gruijters liet weinig heel van men sen die de volkshuisvesting vooral als een centenkwestie bekijken. Ondanks alle bezuinigingen die nu in deze sector worden doorge voerd, verdedigde hij zijn toenma lige beleid: „Het was in het belang van de volkshuisvesting". Toen hij in 1973 aantrad, was de meest schrijnende woningnood opgelost. Maar dat betekende nog niet dat iedereen een goed dak bo ven zijn hoofd had. Het waren de aanloopjaren tot de grote stadsver nieuwingsprogramma's en in de grote steden was de huisvestingssi tuatie in veel oude wijken nog zeer slecht. Verder moest er voor bij zondere groepen, zoals jongeren en bejaarden, veel gebeuren, Verkiezingsstrijd De volkshuisvesting was in de ja ren daarvoor een hot item van de oppositiepartijen geweest en de PvdA was de verkiezingsstrijd in gegaan met de belofte van een maximale huurverhoging van zes procent. Dat lijkt nu veel, maar op dat moment, met de toenmalige in flatie, bleef dat getal ver achter bij de stijging van de bouwkosten en de kosten van het levensonder houd. Bovendien had minister Udink net zijn volkshuisvestings nota gelanceerd. Daarin was, naast een nieuw subsidiesysteem voor de bouw van huurwoningen, spra ke van een huurverhoging van twintig procent. Die nieuwe subsidieregeling was overigens hard nodig. De op dat moment nog geldende subsidiere geling uit 1968 werd tijdens de ver horen in de afgelopen weken door directeur J. C. van Spronsen van de Nationale Nederlanden „niet te vet, eerder wat mager" genoemd, maar volgens ambtenaren en poli tici ter linker en ter rechter zijde was de regeling veel te ruimhartig voor de beleggers en veel te duur. Udink wilde de invoering van een nieuwe subsidieregeling ech ter koppelen aan een poging om dergelijke subsidies voor de wo ningbouw op termijn helemaal af te schaffen. Vandaar een huurver hoging van twintig procent, zodat het bouwen van woningen op den duur ook zonder subsidie lonend zou worden. Toen Gruijters aan de macht kwam, was hij net als zijn voorgan ger overtuigd van het belang van een nieuw subsidiesysteem. Het idee van een zogenaamd dyna misch kostprijssysteem (DKP) dat Udink in had willen voeren, werd dan ook door hem overgenomen. Loongolf Kenmerkend voor het DKP-sys- teem is dat het rekening houdt met de toekomstige ontwikkelingen van huur en exploitatiekosten. Het is een subsidie met een looptijd van vijftig jaar, en in die vijftig jaar is precies vastgelegd hoe hoog het rendement van de exploitant mag zijn: de rente van de staatslening plus I procent. Omdat staatslenin gen geen vaste rente hebben, wordt het rendement om de tien jaar op nieuw bekeken. Die principes vond Gruijters al lemaal uitstekend. Maar over een huurverhoging van twintig pro cent viel in het kabinet-Den Uyl niet te praten. Men voelde er niet voor om inkomenspolitieke rede nen en was bang dat een dergelijke forse huurverhoging een loongolf uit zou lokken die de inflatie alleen maar verder op zou drijven. Bovendien keek men heel an ders tegen de volkshuisvesting aan dan Udink. Wonen werd onder Den Uyl beschouwd als een basisrecht, dat men niet zomaar over kon laten aan de marktsector. Gruijters: ,.We redeneerden dat als de mensen goed wonen, ze beschaafder en be ter worden, meer kansen krijgen op een beter leven". Toch zou de huurverhoging in het kabinet nog problemen opleve ren. De zes procent die de PvdA haar kiezers beloofd had, was niet haalbaar vanwege de inflatie, die rond de tien procent lag. Maar er ontstond nog een discussie of het 9,3 of 8 procent moest zijn. Minister van financiën Duisenberg was om financieringsredenen voorstander van 9,3 procent. Hij voorzag dat de kosten van het nieuwe subsidie stelsel sterk zouden oplopen als het kabinet op een lager percentage uit zou komen. Het was echter, zo ver telde hij de enquêtecommissie, 'een strijd die ik verloren heb'. Beleggersstaking Het nieuwe subsidiesysteem werd in 1975 ingevoerd, maar toen gebeurde er iets waar Gruijters geen rekening mee gehouden had: de beleggers zagen er geen heil in en wilden absoluut niet bouwen onder deze voorwaarden. Dat was overigens niet alleen aan het subsi diesysteem te wijten maar ook aan de ineenstorting van de markt voor premiehuurwoningen. Kopen was plotseling populair geworden en veel beleggers zagen wel brood in de bouw van koopwoningen. Na aanvankelijk pogingen van Gruijters om beleggers toch over de streep te trekken, besloot hij het over een hele andere boeg te gooi en. Gruijters: „Het is me pas gelei delijk aan duidelijk geworden hoe moeilijk het was beleggers in onze opzet van de volkshuisvesting in te passen. Ik was er uiteindelijk voor dat beleggers zich uit de sector van de goedkopere huurwoningen te rugtrokken. Er ligt een natuurlijke belangentegenstelling tussen het rendemï Aat beleggers willen maken en net volkshuisvestings- belang van lagere huren". Gruijters besloot tot het inzetten van zijn cavalerie: de woningbouw verenigingen. Die moesten het be leggersaandeel in de markt van premiehuurwoningen overnemen. Ze waren daar ook wel toe bereid, maar in praktijk kwam daar weinig van terecht. Gruijters: „Ik had ze niet goed voorbereid en moest ze nu hap-snap in het geweer bren gen. En u weet hoe het is met cava lerie, die hebben veel oefening no dig. Wat ze deden waren meer spel- deprikjes dan een fatsoenlijke atta que". Klimleningen De premiehuurprogramma's stortten dus in elkaar, maar Gruij ters werd met nog een ander pro bleem geconfronteerd. De regering wilde namelijk af van de grote aan tallen rijksleningen die ieder jaar verstrekt werden ten behoeve van de bouw van woningwetwoningen. Er moest dus geld op de kapitaal markt gevonden worden en dat geld moest van de beleggers ko men. Die voelden daar niet zoveel voor, omdat het DKP een hele merkwaardige leningsvorm vereis te, de zogenaamde klimlening. Kenmerkend voor die leningen is dat de schuld in de eerste jaren al leen maar toeneemt, en dat vonden de beleggers geen aantrekkelijke investering. Gruijters moest de beleggers dus op een of andere manier over de dam zien te krijgen. En hoe hij dat deed, werd door de enquêtecom missie met stijgende verbazing aanhoord. Hij had het tijdens zijn verhoor over zaken als „koopman spelen'-' en de „ruime bevoegdhe den die hij als minister had". Hij handelde volgens het principe: voor wat hoort wat. Beleggers die bereid waren op een of andere ma nier aan de nieuwe regeling mee te werken, konden rekenen op een te genprestatie in die zin dat ze toe stemming kregen nog wat projec ten onder de oude en voor hen gun stige subsidieregeling te bouwen. Die regeling liep begin 1975 offi cieel af, maar tot twee keer toe werd die einddatum verschoven, eerst naar 1 juli en later naar 1 janu ari 1976. Na die tijd konden ook nog projecten onder de regeling '68 worden ingediend, maar dat was al- Geen bekend aan degenen die ge willig met Gruijters meewerkten. „Je moet met kleine visjes grote vangen", vertelde hij de commis sie. De belangrijkste belegger die daarvan geprofiteerd heeft, was het ABP. Het pensioenfonds was als eerstè bereid om op grote schaal klimleningen te verstrekken, en mocht in ruil daarvoor nog op vrij grote schaal woningen bouwen on der de regeling '68 Onzin Gruijters handelde hiermee gro tendeels op eigen houtje. De Twee de Kamer werd nauwelijks inge licht en voor de enquêtecommissie verklaarde hij dat ook niet zo zin vol gevonden te hebben. Hij had eenmaal een groot project gemeld en daar was de Kamer me akkoord gegaan. Om daarna ook nog alle kleine projecten aan het parlement voor te leggen, was volgens hem onzin: „Ze waren allang blij als het me lukte huizen te bouwen". Zijn bevoegdheid om te handelen zoals hij had gehandeld, ontleende hij simpelweg aan één ding: zijn mi nisterschap. Als minister had hij ervoor te zorgen dat het volkshuis vestingsbeleid uitgevoerd werd, en daar had hij voor gezorgd. Gruijters: "Je moet met kleine visjes grote vangen" volgd door de toelating van Ne derlandsejournalisten bij de ver kiezingen van 25 november. Het zou zelfs verder kunnen gaan: de drie journalisten werd van harte aangeraden Bouterse te vragen naar de mogelijkheid dat een Ne derlandse parlementaire delega tie als waarnemer bij de verkie zingen zou worden uitgenodigd. Zowel het toelaten van journalis ten als parlementariërs zou een doorbraak zijn. Ik was, als correspondent in Washington voor deze krant, een van de drie journalisten die, naast Jaap van Wesel van het ANP en Trouw en Charles Groenhuijsen van de NOS, door een adviseur van Bouterse was uitgenodigd voor een interview. Ons werd verteld daags na de re de van Bouterse voor de VN naar het luxe Grand Hyatt Hotel in Washington te gaan, waar de be velhebber en zijn delegatie op de 33e verdieping hun bivak had den opgeslagen. De afspraak was, dat het interview om elf uur zou plaatsvinden. Terwijl iedereen nog gauw even naging of alle balpennen het wel deden, en een ingehuurd camerateam zich aan het warm lopen was, gebeurde er om elf uurniets. Even later kyvam evenwel een functionaris naar ons toe, die ons vertelde: "Ik heb goed nieuws en slecht nieuws. Het slechte nieuws is dat het in terview niet nu kan plaatsvinden omdat de heer Bouterse nog wat andere bezigheden heeft, het goede dat het vanmiddag om één uur zeker wel zal kunnen door gaan". Dat was geen echt prettige boodschap, maar het gebeurt niet iedere dag datje met Surna me's leider kunt spreken en er waren veel vragen aan hem te stellen, dus nauwelijks morrend schikten wij ons in ons lot. Het werd één uur. Niets. Kwart over een. Nog niets. Zenuwach tig werd op de horloges gekeken. Zou het toch niet doorgaan? Een functionaris kwam naar ons toe die zei dat 'boven' nog over de antwoorden werd beraadslaagd, en dat we dus nog even moesten wachten. Rond kwart over twee kregen we het definitieve be richt, het interview zou niet doorgaan. Er kon alleen worden gepraat met de minister van bui tenlandse zaken van Suriname, de ex-ambassadeur in Washing ton en Den Haag: Henk Heidwei- ler. Het kostte weinig moeite om achter het 'waarom' van de wei gering te komen. Boven, op de 33e verdieping, had de als advi seur van Bouterse optredende journalist Willem Oltmans geze ten wiens invloed op Bouterse kennelijk dusdanig groot is, dat hij in zijn eentje alles had weten terug te draaien. Oltmans was, al dus een gezaghebbende bron, om hem moverende redenen gaan schreeuwen en gillen dat wij geen van allen deugden. Daardoor had Bouterse zich la ten overtuigen "Ik heb toestemming gekregen u te zeggen dat het interview niet doorgaat omdat u tweederangs journalisten bent", zo zei de bron letterlijk. De pleister op de won de, het gesprek met minister Heidweiler, maakte in ieder ge val duidelijk dat, als er van 'glas nost' sprake was geweest, dat die dan kort van duur was. Nee, Nederlandse journalisten zal het niet meevallen een visum te krijgen zodat zij de verkiezin gen kunnen, bijwonen. En nee, van een team Nederlandse parle mentaire waarnemers zal het ook wel niet komen. Om Heidweiler ("Het enige dat ze willen is wraak nemen op Bouterse") te citeren: "Op praktische gronden zou ik er een beetje beducht voor zijn". NEW YORK - "Dit zijn histori sche tijden", zei de Surinaamse leider Desi Bouterse vrijdagmid dag laat tijdens zijn rede voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. De bevelheb ber doelde daarmee op het refe rendum dat vorige week woens dag in Suriname is gehouden, waarbij de bevolking zich over de nieuwe Grondwet mocht uit spreken. En dat was een grote stap op weg naar de door ieder een gewenste democratie, zo leg de hij uit. door Henk Dam Bijna was het afgelopen week einde nog meer geschiedenis ge schreven. Bouterse en zijn naas te medewerkers hadden zich in principe bereid verklaard te pra ten met drie Nederlandse journa listen, die samen de grootste nieuwsorganisaties van ons land vertegenwoordigen. Het inter view was bedoeld als een eerste zet naar meer openheid ten op zichte van ons land, een soort 'glasnost' Surinaamse stijl, zo werd ons verteld. Het zou kunnen worden ge Ruim een kwart van de rooms- katholieken in Nederland be schouwt zichzelf niet meer als katholiek. Volgens de gegevens van de rooms-katholieke paro chies was in 1985 nog 38,1 pro cent van de bevolking rooms-ka- tholiek. Een recent onderzoek laat echter zien, dat slechts 28 procent zich zo nog wenst te noe men. Tot die conclusie komt het Kaski in zijn 'Statistiek van het Rooms-Katnoliek Kerkgenoot schap in Nederland, 1980 tot 1985'. Het cijfer van 28 procent komt overeen met het percenta ge geborenen die katholiek wor den gedoopt. In 1985 was dat 28,1. Het Kaski vindt het verant woord, de doopsels als uitgangs punt te nemen voor het percenta ge dat zichzelf als katholiek be schouwt. Volgens de gegevens van de parochies daalde het aan tal katholieken tussen 1980 en 1985 van 39,5 naar 38,1 procent. De ontkerkelijking blijkt ook uit het kerkbezoek. Dat liep in 20 jaar terug van 2,7 naar 0,9 mil joen, gemeten naar twee week einden in maart. Als ook reke ning wordt gehouden met de be volkingsaanwas in deze periode, dan daalde het aantal misbezoe kers met driekwart, van 64,4 in 1965 naar 17,5 procent in 1985. Priesters et aantal priesters m de basis zielzorg daalde tussen 1965 en 1985 van 3857 naar 1804. Tussen 1981 en 1985 is, vooral als gevolg van de vergrijzing, het aantal priesters in deze zielzorg gedaald met 713. Dat is meer dan ooit. Weliswaar steeg het aantal pries terwijdingen van seculieren (werkzaam in een bisdom) iets ten opzichte van de voorgaande vijf jaar (68 tegenover 41), maar deze toeneming is vooralsnog van weinig invloed op de totale personele situatie in de paro chies. Het aantal priesters dat uit treedt loopt de laatste jaren te rug. In de periode '81 tot '85 tra den er 79 uit, nog niet de helft van het aantal in de vijf jaren daarvóór (183). De inzet van pas torale werkers en permanente di akens in de basis-zielzorg is zo beperkt van omvang, dat hier door de problemen van het pries tertekort nauwelijks worden ver minderd. In 1985 waren 13 van de 43 permanente diakens en 208 van de 392 pastorale werkers in deze zielzorg werkzaam. Gezien de leeftijdsopbouw van de priesters is er alle reden om aan te nemen, dat de komende ja ren het aantal professionele krachten in het pastoraat snel zal verminderen, zegt het Kaski. Het noemt dat 'een onmiskenbaar c ganisatorische zwakte' van c Rooms-Katholieke Kerk in N derland'. School Onder de naam 'Vrienden van Het Cheider' heeft een aantal rechtzinnig-protestanten een co mité opgericht dat een financiële bijdrage wil leveren aan de be veiliging van de orthodox-joodse basisschool 'Het Cheider' in Am sterdam. De school, die in de ja ren 70 werd opgericht en nu 120 leerlingen telt, is jaarlijks zo'n f. 120.000 kwijt aan haar beveili ging. Volgens A. Cohen, voorzit ter van de school, zijn het drie meter hoge ijzeren hek, de came ra en de twee veiligheidsagenten nodig, gezien een eerdere aan slag van de PLO op de school en het toenemende antisemitisme in Nederland. In het comité hebben onder anderen zitting K. Bokma, direc teur van het Reformatorisch Dagblad, ir. H. van Rossum, vroeger Tweede Kamer-lid voor de SGP, en ds. J. H. Velema, voorzitter van de stichtingsraad van de Evangelische Omroep. Oud-katholiek. Pastoor T. Horstman (60) in Alkmaar is ge kozen tot oud-katholiek bis schop van Haarlem. Hij volgt bis schop G. A. van Kleef op, die 65 jaar werd. Horstman is gehuwd en heeft vier kinderen. In 1951 werd hij tot priester gewijd. Hij was eerst pastoor in Gouda-Schoonhoven- Oudewater en Utrecht, daarna in Alkmaar-Den Heider-Zaanstad. Hillegom. Frans Broekhoff. pastoraal medewerker van de twee rooms-katholieke paro chies in Hillegom, heeft zijn werk daar beëindigd. Hij gaat voor de KRO een catechetisch kinderprogramma verzorgen. Zijn vrouw blijft pastoraal mede werker in Sassenheim. Leiden. Woensdag om 8 uur is er weer een zangavond in de Marekerk. Medewerking verle nen het koor 'Capelle' onder lei ding van Cor de Klerk en de orga nist Ben Fey. Ds. A. Christ uit Katwijk aan Zee zal de verbin dende tekst verzorgen. Hervormde Kerk: beroepen te Ede J. R. Volk Veenendaal, te Zuidland kandidaat M. Treuren Utrecht; aangenomen naar Hil legom T. Verbeek Waal-Koog- Den Hoorn (Texel); bedankt voor Rouveen C. van de Scheur Ne- derlangbroek. Gereformeerde Kerken: beroepen te Den Haag- West (gevangenispastoraat) kan didaat J. Eerbeek aldaar. Gere formeerde Kerken Vrijge maakt: beroepen te Waddinx- veen E. Heres Surhuisterveen. Nederlands Gereformeerde Kerken: aangenomen naar Den Bosch (gevangenispastoraat) H. Kiezebrink Baarn (blijft ook wer ken in rijksinrichting voor jon gens 'Den Eng' te Den Dolder), naar Langerak kandidaat D. W. Fijan Houten. Gereformeerde Gemeenten: bedankt voor Tho- len B. van der Heiden Woerden, voor Slikkerveer D. Rietdijk Moerkapelle, voor Krimpen aan den IJssel N. W. Schreuder Góes. Catechismus De Rooms-Katholieke Kerk zal in 1990 een 'universele cate chismus' publiceren, die voor al le kerkprovincies van kracht zal zijn. Dat deelde kardinaal Rat- zinger, voorzitter van de congre gatie voor de geloofsleer, mee op de wereld-bisschoppesynode in Rome. De synode van 1985 had het Vaticaan gevraagd om duidelijke richtlijnen aangaande de ge- loofs- en zedenleer. Het Vaticaan had zelf kritiek geuit op een Ne derlandse en Franse catechis mus. Die zouden van de officiële kerkleer afwijken. De 'universele catechismus' is bestemd voor alle bisschoppen, rooms-katholieke theologen en mensen die een nationale cate chismus moeten schrijven. "De taal", zei Ratzinger, "zal eenvou dig zijn, terwijl rekening wordt gehouden met de huidige cul tuur en de kerkelijke traditie". Zeven bisschoppen en veertig deskundigen uit de hele wereld zijn bij de voorbereidingen be trokken. In december van dit jaar zullen zij een eerste ontwerp presenteren. Een laatste ontwerp wordt - zo is het plan - begin 1989 aan alle bisschoppen toege zonden. De bisschoppensynode van 1990 zal de definitieve tekst beoordelen. Het is de bedoeling, dat de paus ter gelegenheid van de 25ste veijaardag van het Tweede Vaticaans Concilie de catechismus op 8 december dat jaar officieel zal aanbieden. Zalig. De paus heeft gisteren op de wereld-bisschoppensyno de de Fransman Marcel Callo, die in 1945 in het concentratie kamp Mauthausen overleed, lig verklaard. Callo, die 23 jaar werd, is het vijfde slachtoffer v het nazi-regime dat zalig of heilig is verklaard. Eerder gebeurde dat met de Pool Maximiliaan Kolbe, de Nederlander Titus Brandsma, de Duitser Rupert Mayer en de Duitse religieuze van joodse afkomst Edith Stein. Callo - actie f vooral onder jon ge arbeiders - werd in het voor jaar van 1944 gearresteerd we gens 'anti-nazistische propagan da'. Vanuit de gevangenis ging hij later naar het concentratie kamp Mauthausen in Oostenrijk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 2