Politiek talent in opmars
'Politiek is meer dan het Binnenhof'
Portret van drie 'begaafde' beleidsmakers
Hans Huibers (26), voorzitter van het CDJA
Frank de Grave (31):
'Je moet oppassen
geen wereldvreemde
specialist te worden
Annie Brouwer (41):
'Het lidmaatschap
van de Kamer is
niet zaligmakend'
ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1987
EXTRA
PAGING 35
Frank de Grave: "Ik heb het politieke handwerk hardhandig geleerd'
De komende weken gonst het
weer van de
koopkrachtplaatjes, marginale
lastendrukken, CPB-cijfers en
ai het andere fraais dat de
stamgasten van het Haagse
Binnenhof in grote staat van
opwinding pleegt te brengen.
Uit de bekende monden kunnen
de commentaren worden
opgetekend, die hoe divers de
posities in het krachtenveld
mogen zijn, één ding delen: het
ontbreken van het
verrassingselement.
Het politieke seizoen gaat,
kortom, beginnen. Aanleiding
drie interviews met
politici die in elk geval in eigen
kring gelden als 'talentvol' en
die hun talenten in verschillende
arena's ontplooien. Frank de
Grave ("Ik ben politiek actief
geworden door de Vietnam-
oorlog") is financieel specialist
van de VVD-fractie. Hans
Huibers ("Ik ben ook
voetbalscheidsrechter en dat is
heel leerzaam") is voorzitter
van het CDJA. En Annie
Brouwer is PvdA-wethouder in
Nijmegen. "Het aantrekkelijke
van plaatselijke politiek is dat
je concreet bezig bent".
door
Henri Kruithof en
Peter van Nuijsenburg
Frank de Grave (31) gaf in 1982 een
glanzende carrière in het bankwe
zen op voor het lidmaatschap van de.
Tweede Kamer. Hij begon als speci
alist belastingzaken en heeft zich nu
opgewerkt tot de financieel-eco'no-
mische adviseur van fractie-voorzit
ter Voorhoeve. De Grave spreekt op
mitrailleursnelheid, slaat tijdens het
gesprek onbekommerd zijpaden in,
en komt vervolgens weer even onbe
kommerd bij de hoofdzaken uit. Hij
is gewiekst op een, dat blijkt moge
lijk, niet storende manier.
„Door de Vietnam-oorlog ben ik poli
tiek actief geworden. In de jaren zeventig
was het klimaat onvergelijkbaar met het
huidige: links bepaalde de 'issues': Viet
nam, milieu en democratisering op alle
fronten. Ik hield er een afwijkende me
ning op na. 'Oompje Ho (de toenmalige
Noord-Vietnamese leider, red.) is lief en
de Amerikanen deugen niet', was me wat
al te eenzijdig. Ik was en ben nog pro-
Amerikaans. Ik bewonder hun vitaliteit,
al ben ik niet blind.voor de schaduwkan
ten. Dat was de eerste stap".
„In 1971 heb ik mijn toenmalige woon
plaats Assen een afdeling van de JOVD
opgericht. In 1978 werd ik internationaal
secretaris, een jaar later voorzitter. Die
JOVD moet je niet onderschatten, dat is
een keiharde leerschool, geen breivere-
niging. Daar leer je op het scherp van de
snede debatteren".
„De JOVD is de kweekvijver voor de
WD. Er is een traditie van doorstro
ming. Dus toen ik in 1982 werd gebeld of
ik kandidaat wilde zijn voor de Kamer,
hoefde ik niet lang na te denken. Ik had
een echt mooie baan bij een bank, met
prachtige perspectieven, maar ik heb al
tijd een politieke carrière geambieerd. In
de week dat ik mijn vrouw leerde ken
nen, heb ik tegen haar gezegd: als je je le
ven wil slijten met iemand met een ne
gen-tot-vijf-baan, ben je bij mij bij het
verkeerde adres; ik wil de politiek in. En
ik zeg nu nog wel eens tegen haar: ik heb
je toen toch gewaarschuwd".
„Ik kreeg in 1982 belastingzaken in
mijn portefeuille. Daar wist ik weinig
van. Ik had nog nooit mijn eigen aangif
teformulier ingevuld. Dat werd dus hard
studeren en met deskundigen praten.
Daar heb ik geleerd datje moet oppassen
dat je niet verzuipt in details. Je moet de
hoofdzaken begrijpen om de politieke af
weging te kunnen maken. Maar je mag
geen superdeskundige worden, geen lid
van de deskundigencoterie, waar de bur
ger geen weet van heeft".
„Wat dat betreft heb ik veel geleerd
van de Tweeverdienerswet. Dat is volle
dig verkeerd gegaan. We hebben toen de
reactie van het publiek absoluut ver
keerd ingeschat. Dat hele gezinnen in pa
niek zijn geraakt. We hadden die operatie
zonder een goede voorlichtingscampag
ne nooit op hen los mogen laten. Tussen
de besluitvorming en het tijdstip van in
voering moet een jaar zitten, zodat de
burger er aan kan wennen. Dat is de be
doeling met de plannen van de commis-
sie-Oort over de vereenvoudiging van
het belastingstelsel"
„Wat de burger ook van de politiek kan
vervreemden is het gebrek aan slagvaar
digheid rond besluitvorming. Laten we
de plannen van Oort maar weer als voor
beeld nemen. In de Kamer is er een jaar
lang gepraat om de Commissie in te stel
len. Die commissie zelf had binnen drie
kwart jaar een perfect plan op tafel. Dat
was in mei 1986. We leven nu in septem
ber 1987 en we wachten nog steeds op de
adviezen van de SER en de Stichting van
de Arbeid. Dat wordt waarschijnlijk ok
tober. Dan moet de zaak nog in wetge
ving gegoten worden: die wetsontwer
pen moeten weer door de Raad van State
onder de loep worden genomen, dat
duurt ook minstens een half jaar en het
eind van het liedje is dat er vijfjaar liggen
tussen het idee en de daadwerkelijke in
voering van de wetgeving".
„Wat ik zelf echt fout heb gedaan? Na
anderhalf jaar in de Kamer was ik rede
lijk ingewerkt en werd ik wat overmoe
dig. Ik riep in een krante-interview dat er
met het belasten van loon in natura nogal
wat moest veranderen. De fiscus moest
van de eerste 500 gulden hoe dan ook af
blijven. Ik riep dat zonder overleg met de
coalitiegenoot, het CDA, en zonder rug
gespraak met de bevriende staatssecre
taris, partijgenoot Henk Koning. Dat
hebben ze me ingepeperd. De voorstel
len werden zonder pardon neergesabeld.
Dat was een goede les. Het politieke
handwerk heb ik toen wel heel hardhan
dig geleerd. Dat kun je wel zeggen".
„Mijn ambitie was in de eerste plaats
een goed specialist te worden en vervol
gens om een stempel te kunnen drukken
op het financieel-economisch beleid, als
eerste adviseur van de fractie-voorzitter,
Dat vergt veel werken achter de scher
men. Maar ik blijf ook bij de belasting
hervorming betrokken, daar ben ik blij
Overdreven
„Mijn taak is om zoveel mogelijk van
het WD-programma te realiseren. Om
dat de VVD geen meerderheid heeft,
moet dat met anderen, dat wil zeggen in
eerste instantie met het CDA, de coalitie
partner, of als dat niet kan, met de PvdA.
De socialisten met wie ik wel eens zaken
doe, Kombrink en Vermeend, zijn des
kundig en redelijk. Toch wordt die sa
menwerking overdreven. De meeste din
gen worden met het CDA geregeld".
„Het is een open deur, dat besef ik heel
goed, maar verstarring in de politiek is
een slechte zaak. Het gaat er natuurlijk
om zoveel mogelijk je eigen programma
te realiseren en dat kon in 1982 en 1986 al
leen met het CDA. Maar ik hoop dat er
een moment onstaat dat dat met de PvdA
kan. En begrijp me goed. dan gaat het er
niet om wie je aardig vindt of niet, de
PvdA of het CDA, maar om keiharde po
litiek: met wie kan ik op de meeste pun
ten het beste zaken doen. Want daar ben
ik voor ingehuurd".
Hans Huibers: Een voetbalveld is
de samenlevina in het klein".
(foto's GPD)
Hans Huibers (26) is sinds 1984 voor
zitter van het CDJA, de politieke
thuishaven van christen-democrati
sche jongeren. Hij hoopt dit najaar
zijn studie bestuurskunde in En
schede af te ronden. Daarnaast is
Huibers ook voetbalscheidsrechter
tot en met de eerste klasse der ama
teurs.
„Ik ben altijd al geïnteresseerd ge
weest in de christen-democratie. Dat
heeft deels met mijn achtergrond te ma
ken, ik ben opgegroeid in een katholiek
gezin, maar ook met het idee dat mensen
op zoek zijn naar een stukje zingeving.
Bij mij is dat mijn geloofsovertuiging. En
de vraag is nu: hoe geef je daar in de
praktijk invulling aan. Het CDA pro
beert onder erkenning van de spanning
tussen ideaal en werkelijkheid, haar uit
gangspunten in de praktijk te brengen".
„Ik ben in 1981 lid geworden van het
CDJA in Enschede. Sinds '84 ben ik
voorzitter. Ik geef toe dat er een drempel
bestaat om lid te worden van een politie
ke jongerenorganisatie. Vele jongeren
hebben de indruk: politiek is saai. Maar
politiek is meer dan statuten. Politiek is
een brèed gebeuren, spannend, dyna
misch en interessant. Kiezen voor een
omroeporganisatie, voor een vakbewe
ging, een milieu-organisatie. Het zijn al
lemaal maatschappelijke keuzen die op
hun beurt weer met politiek te maken
hebben".
„Ik ben het helemaal met Lubbers
eens, als hij zegt dat een partij in het hart
van de samenleving moet staan. Je moet
christen-democraten overal tegenko
men. In het verenigingsleven, in de mil
ieubeweging. Als een partij zich uitslui
tend richt op wat op het Binnenhof ge
beurt, krijg je verstarring. Een partij ver
liest zijn dynamiek, als ze niet, zoals
Brinkman zegt, wortelt in de samenle-
Scheidsrechter
„Dat is een van de redenen waarom ik
scheidsrechter ben. Je komt dan met an
dere geledingen in aanraking. En het is
heel leerzaam. Je leert omgaan met con
flicten, want een voetbalveld is de sa
menleving in het klein".
„De PvdA en de WD hebben de nei
ging denigrerend te doen over de zorgza
me samenleving. Dat zou iets raars van
Brinkman zijn. Maar ik moet wel consta
teren dat ze er nog geen antwoord op
hebben bedacht. Wat dat is, die verant
woordelijke samenleving? Ik leg het op
spreekbeurten altijd zo uit. De terrein
knecht van de voetbalclub die op zater
dag en zondag 's ochtends om negen uur,
de lijnen trekt en de kleedkamers
schoonmaakt, zodat iedereen met zijn
uitgeslapen hoofd kan voetballen, geeft
er een voorbeeld van hoe het moet. De
rol van de overheid hier in is dat zij dit
soort activiteiten stimuleert en waar ze
nog niet zijn, zelf invult".
„Het begrip terugtredende overheid
wordt vaak in een adem met de verant
woordelijke samenleving wordt ge
noemd. Maar dat wil niet zeggen dat de
overheid overal haar handen van moet
aftrekken. De overheid moet actief blij
ven bij de criminaliteitsbestrijding, de
milieu- en privacywetgeving. Dat kun je
niet aan de maatschappelijke krachten
overlaten, zoals bijvoorbeeld de VVD
wil. Dat zelfde geldt voor de solidariteit.
Via de overheid opleggen zoals in de ja
ren zestig en zeventig, gaat niet meer.
Hoe het wel moet? Maatschappelijke or
ganisaties, het befaamde maatschappe
lijke middenveld, zullen een belangrijke
rol moeten spelen".
„Ik maak me wel zorgen over de invul
ling van de solidariteit. De reactie van
"yuppies, zelfs bij 700.000 werklozen. Dat
ze zeggen: als je maar wil, dan heb je
werk; kijk maar naar mij. Dat vind ik een
gevaarlijke tendens. Want je moet opko
men voor de groepen die het moeilijk
hebben. Ander voorbeeld: vier van de
vijf schoolverlaters hebben snel een
baan. Maar zijn die vier bereid naar die
vijfde te blijven omkijken? Ik heb daar
een hard hoofd in".
„Zelf ben ik vooral geïnteresseerd in
de ontwikkelingsproblematiek en het so
ciaal-economisch beleid. Ik ben in India
en Latijns-Amerika geweest en onder de
indruk geraakt van de strijdlust van de
mensen daar om hun lot te verbeteren.
Daar heb ik twee dingen van geleerd.
Ten eerste: vergeleken bij hun proble
men zijn onze vraagstukken zeer relatief.
En ten tweede: het westen heeft de ver
antwoordelijkheid om een bijdrage aan
die oplossing te leveren".
Zelfvertrouwen
„Ik ben blij dat het CDA nu zijn eigen
verhaal houdt, niet alleen maar reageert
op wat de anderen bedenken. Het zelf
vertrouwen groeit en dat is een positieve
ontwikkeling. Het CDJA wordt ook niet
langer gezien als alleen een lastige club.
Dat blijven we natuurlijk als het moet.
Men ziet ons nu ook als de broodnodige
verjonging van de partij. En met succes.
Verleden jaar waren er 50 CDJA-ers die
verkiesbaar waren gesteld voor de ge
meenteraad. Zij kwamen uit afdelingen
waar jongeren aan de bel trokken".
„Voor mijn eigen ontplooiing is het
CDJA heel goed geweest. Je maakt veel
mee, je leert problemen op te lossen em
je ontmoet interessante mensen. Ik hoef
niet per se in de Kamer. Ik wil wel zoveel
mogelijk ervaringen opdoen in de poli
tiek in de ruimste zin van het woord. De
politiek is grillig. Hoe het verder loopt,
merk ik wel. Ik zie me zelf in geen geval
klerk worden".
Annie Brouwer (41) is sinds 1982
wethouder van welzijn en sociale za
ken in Nijmegen. Bij de vorige ge
meenteraadsverkiezingen, maart
1986, leidde zij de PvdA naar een
spectaculaire zege: van negen naar
zestien raadszetels. Een soms verle
gen lachje kan haar doelgerichte
taakopvatting niet verhullen: zij zit
in de politiek om resultaten te boe
ken.
„Ik kom uit een Rooie Familie, je kent
het wel: abonnement op Het Vrije Volk:
lid van de VARA. Ik heb het dus met de
paplepel ingekregen. Tegen een derge
lijk milieu zijn twee reacties mogelijk: je
gaat je er tegen verzetten of je voelt je er
thuis. Aan het feit dat ik hier zit, kun je
afleiden dat ik me in deze partij thuis
voel".
„Ik bedrijf politiek van uit een heel
pragmatische opvatting. Ik ben lid van
de PvdA en deel dus de uitgangspunten
van de partij. Daarover mag geen misver
stand bestaan, maar ik zit hier om spij
kers met koppen te slaan. Daarbij moet
je sterk rekening houden met de plaatse
lijke omstandigheden".
„Neem nu het Jeugdwerkgarantieplan
(JWG) van het ministerie van sociale za
ken. Je kunt daar heel ethische verhalen
over houden, wat er niet aan deugt, en
zeggen: we doen er niet aan mee. Maar
daar heb ik weinig boodschap aan. Ik zit
hier om die moeilijke groep van jonge
werklozen te helpen. Dus probeer je het
plan aantrekkelijker te maken. Ik ben
bereid daar veel energie in te steken. Ook
om binnen de partij daarvoor flink van
leer te trekken".
„Er wordt niet alleen binnen de PvdA,
maar ook tussen de gemeenten druk ge
discussieerd over de opstelling die we
moeten innemen .tegenover de door Den
Haag opgelegde bezuinigingen. Sommi
gen zeggen: gewoon doorsluizen die be
zuinigingen. Of, zoals binnen de partij
wel is gesuggereerd, uit het college stap
pen. Zodat de mensen dat a-sociale be
leid zelf aan den lijve ondervinden. Daar
ben ik het dus niet mee eens. Ik vind dat
we scherpe kantjes zoveel mogelijk moe
ten wegslijpen, eigen accenten moeten
zien te leggen. Wij zitten er als PvdA juist
voor die groepen die de dupe dreigen te
worden. Dat doen wij in Nijmegen via
ons woonbeleid en schuldsanering".
Concreet
„Het aantrekkelijke van plaatselijke
politiek is dat je concreet bezig bent. Je
kunt mensen mee krijgen en dat inspi
reert. De mensen weten makkelijk de
weg naar het gemeentehuis te vinden
Maar dat moetje ook weer niet romanti
seren. Als wethouder zit je vaak tussen
twee polen: tussen voetveeg en voetstuk
De kunst is overeind te blijven en iets te
bereiken".
„Ik kan niet zeggen dat ik sta te trappe
len om kamerlid te worden. Ja, je hebt
meer status als kamerlid, alsof dat alles
zaligmakend is. Daar word ik soms niet
goed van. Ik ben wel eens benaderd,
want vrouwen zijn een schaars artikel in
de politiek. Maar ik vind niet datje weg
kunt gaan, als je net hier in Nijmegen de
lijst voor de gemeenteraad hebt aange
voerd. Trouwens, ik zie me nog niet mijn
gezin verkassen. Bovendien: zijn Schae-
fer en Wallage (oud-PvdA-wethouders in
Amsterdam, respectievelijk Groningen)
nu zo gelukkig in de Kamer"?
„Ik onderhoud natuurlijk wel contac
ten met de landelijke politiek. Ik word
veel ingezet op thema-dagen van de par
tij, maar ik kan er niet te veel bij hebben-
Ik heb aan dat wethoudersschap per slot
van rekening wel een volledige dag
taak".
„Er zijn niet echt dingen gebeurd,
waar ik spijt van heb. Wel dingen, waar
van je zegt: jammer dat ze zijn mislukt,
werkgelegenheidsprojecten die niet van
de grond zijn gekomen. Maar je moet je
daardoor niet uit het veld laten slaan. .Je
moet kijken wat wel gelukt is, dat is de
kunst".
spijkers met koppen te slaan'
Annie Brouwer: Ik zit