'Op de Brandaris
is geen plaats
voor toeristen'
Reizende dominee bezoekt landgenoten in buitenlandse cel
Onrust bij vuurtorenwachters
'In de gevangenis zitten is al erg; elders een straf uitzitten komt dubbel zo hard aan'
ZATERDAG 12SEPTEMBER1987
EXTRA
PAGINA 30
De Brandaris op
West-Terschelling is een
van de belangrijkste
zenuwcentra van de
kustwacht van het
Directoraat-Generaal
Scheepvaart en Maritieme
Zaken (DGSM). Vanaf de
eeuwenoude Terschellinger
vuurtoren worden dag en
nacht de bewegingen op
een flink deel van de
Noordzee en de Wadden
nauwlettend in de gaten
gehouden. Noodgevallen en
ongelukken op zee, maar
ook op het eiland, worden
vaak het eerst gesignaleerd
op de Brandaris. Veel
mensen hebben hun leven
te danken aan de
allesziende ogen van de
kustwachten en aan de
hypermoderne apparaten op
de toren. Geen wonder dat
er onrust is ontstaan over de
Haagse inkrimpingsplannen
voor de noordelijke
kustwacht.
Onrust is er bij de zes
kustwachten van de
Brandaris ook over plannen
om de vuurtoren weer net
als vroeger, open te stellen
voor het publiek. Volgens de
bemanning van de
Brandaris is dat beslist niet
mogelijk. De toeristen
zouden het werk te veel
hinderen en de veiligheid in
gevaar brengen.
„Onbegrijpelijk dat men zo
iets bedenkt. Het kan niet en
het moet ook niet
gebeuren", vindt kustwacht
Huib Kuyper. Hij zit al
negentien jaar op de
Brandaris en hij is met zijn
52 jaar de oudste van de zes
vuurtorenwachters op
Terschelling.
De Brandarishet wakend oog van Terschelling.
„Hallo Huib, hier de Riepel, ik no
teer honderd op de Noordoost-
meep". Deze ogenschijnlijke war
taal klinkt helder en duidelijk door
de radio-ontvanger van de kust
wacht op de vuurtoren Brandaris op
Terschelling. „Ja, ik heb het begre
pen, laat ze maar lekker slapen. Tot
kijk hé, over en sluiten", antwoordt
kustwacht Huib Kuyper met een
grijns.
door Teake Zijlstra
„Er liggen tegen de honderd zeehon
den op de Robbenhoek bij de Noord-
oostmeep", verklaart Kuyper, ..De Rie
pel van Rijkswaterstaat geeft dat even
tjes door. We praten met opzet niet over
zeehonden. Iedereen luistert mee en als
de varende recreanten dat horen gaat de
hele horde er meteen op af'.
Huib Kuyper heeft vandaag dienst van
acht uur 's morgens tot een uur in de
middag. Van een tot zes is hij vrij. Van
zes tot elf uur moet hij weer opdraven en
van elf uur tot vier uur 's nachts wordt
hij weer afgelost. Die dienst van vijf uur
op en vijf uur af gaat door tot morgen
nacht vier uur. Kuyper heeft de rest van
die dag vrij en de volgende dag ook. „Op
die manier kunnen we de dienst net met
zes man regelen, maar dat houdt wel in
dat er nauwelijks vrije dagen opgeno
men kunnen worden". Zon- en feestda
gen bestaan niet voor de kustwachten
en om arbeidstijdverkoring moet Kuy
per lachen. „Ik heb nu al zestig vrije da
gen staan die ik niet kan opnemen".
Klagen doet Huib Kuyper overigens
niet. Hij stelt voorop dat het prachtig en
afwisselend werk is op de vuurtoren en
dat vergoedt veel. Als stuurman op de
grote vaart verdiende hij vroeger aan
merkelijk meer. „Kustwachten worden
in wezen onderbetaald als je de grote
verantwoordelijkheid bekijkt, maar dat
is voor mij geen groot bezwaar. Ik zit
hier niet om rijk te worden".
Kuyper kwam twintig jaar geleden tot
het inzicht dat geld niet het belangrijk
ste voor hem was, toen hij al drie jaar in
Amerika woonde en met verlof was bij
zijn familie op zijn geboortegrond Ter
schelling. „Ik liep toen met mijn hond
door de duinen en dacht opeens: 'Huib,
je bent hartstikke gek als je hier weer
weggaat'. Ik heb de terugreis afgezegd
en ben gebleven en ik heb er nog geen
moment spijt van gehad. Hier, vanaf de
toren, kijk ik dagelijks uit over mijn
strand en over mijn duinen en als ik vrij
ben loop ik er met de hond".
Eten
Het valt niet mee om op een rijtje te
zetten wat er allemaai gedaan wordt
daar in het kantoortje boven op de
Brandaris. Het verhaal van Kuyper
wordt steeds onderbroken door tele
foontjes en door oproepen via de radio.
Er meldt zich een Engelse zeiler die wil
weten of er ook schietoefeningen zijn
van de luchtmacht en of hij veilig bin
nen kan komen. Kuyper vraagt zijn posi
tie en geeft hem de waterstand door. Op
de radar heeft hij het scheepje al geloka
liseerd. „Geen problemen, goede reis",
zo laat hij de man weten.
Meteen daarop wordt via kanaal twee
van de Brandaris gemeld, dat de Buis-
kens is uitgevaren voor 'machinekamer-
beproevingen in het Marsdiep'. Een Ter-
schellingse vraagt Huib of hij ook weet
waar haar echtgenoot zit. Tot een ander
zegt Kuyper via de radio: „Je moet gaan
eten, je maag knort". Huib Kuyper kent
zijn pappenheimers na negentien jaar op
de toren en zij kennen hem. Die vrolijke
mededelingen komen niet in het log
boek, maar voor de rest wordt alles er
wel in opgeschreven.
Ieder radiocontact en alle telefoontjes
worden in het journaal bijgehouden met
de tijd van handeling erbij. Kuyper blijft
dan ook heen en weer rennen tussen de
verschillende ontvangsttoestellen en het
logboek. „Nu eerst even het weer door
geven aan het KNMI. Dat doen we ieder
uur. De gegevens gaan ook naar radio
Scheveningen. Veel schepen vragen ons
rechtstreeks gegevens over het weer"
De apparatuur van het KNMI op de
Brandaris geeft aan dat de temperatuur
18,9 graden is, het zicht vier kilometer,
de bedekkingsgraad van de wolken 7 en
de windrichting 230 graden en elf kno
pen.
In het kantoortje daar boven op de
Brandaris kunnen twee mensen elkaar
nauwelijks passeren. De meeste ruimte
wordt ingenomen door kostbare appara
tuur. „Je ziet nu toch duidelijk dat we
hier geen toeristen kunnen hebben, niet
om de ruimte, maar ook niet om de ap
paraten. Ik moet er niet aan denken dat
iedereen overal met zijn vingers aan zit".
Kuyper snapt er dan ook niks van dat
burgemeester Haakman van Terschel
ling het idee heeft geopperd om de toren
open te stellen. „Ik wilde het eerst ook
niet geloven, vooral omdat de burge
meester met ons nérgens over heeft ge
sproken en dat is anders zijn stijl niet. We
beginnen het nu trouwens wel een kwa
lijke zaak te vinden, want hij heeft nog
steeds geen contact met ons opgenomen.
Volgens Kuyper heeft de DGSM in
middels ook al laten weten dat er geen
mensen in het kustwachtstation toegela
ten zullen worden. Daarmee lijkt het
plan van de baan. want om op de kleine
ruimte naast het kantoor op de top van
de Brandaris te komen moet men wel
door het kantoor. Op de andere verdie
pingen van de toren kan men volgens
Kuyper evenmin bezoekers hebben.
Ook daar staat apparatuur en de verdie
ping onder het kantoor wordt gebruikt
ais slaapkamer voor de kustwachten die
er de nachtelijke uren tussen twee dien
sten doorbrengen.
De kustwacht van de Brandaris regelt
ook de loodsenbesteldienst. Er hangt
een bord met daarop de namen van de
dienstdoende loodsen in Harlingen en
op Terschelling. Geladen schepen die
het Wad op willen, moeten gebruik ma
ken van de loodsdienst. Ze nemen con
tact op met de Brandaris en de kust
wacht zorgt dat de juiste loods in actie
komt. Het zelfde geldt voor de sleep-
bootdiensl. Ondanks het doorlopende
radiocontact en de vele telefoontjes
spreekt Huib Kuyper van 'een rustig
wachtje'. „Het gaat er hier wel eens an
ders toe. Ik heb mijn moeder eens een
keer' mee naar boven gehad. Die wilde
na een uurtje weer weg. Je kan toch niet
met me praten, zei ze".
Meestal is het volgens Kuyper voor
één man allemaal net te doen, al heeft hij
de handen vol. Naast de verschillende
radio-ontvangers moet hij constant het
noodkanaal 16 in de gaten houden en de
radiopeiler. Niet ieder jachtje is name
lijk op de radar meteen waar te nemen.
De radiopeiler geeft precies de positie
aan van het scheepje dat radiocontact
heeft met de toren. In noodgevallen kan
dat van doorslaggevend belang zijn.
De kustwacht bedient verder een spe
ciale installatie voor de hulpverlening
op het eiland. Artsen, ambulancedienst.
politie en brandweer hebben via een
speciaal kanaal en portofoons recht
streeks verbinding met de Brandaris. En
dan is er nog een radioset voor de mede
werkers van staatsbosbeheer. Als bij
voorbeeld tijdens een excursie op de
Boschplaat iemand een hartinfarct
krijgt, geeft de post van staatsbosbeheer
dat door aan de Brandaris. De kust
wacht dirigeert meteen een arts naar de
Boschplaat en een ambulance. Indien
nodig schakelt de kustwacht een heli
copter in.
Dat maakt een snelle hulpverlening
mogelijk en dat werkt volgens Kuyper
zo goed, dat Terschellingers eerder de
Brandaris bellen dan het algemene
alarmnummer 0011. Verder beschikt de
vuurtoren over een verbindingsapparaat
voor de reddingbootdienst. Door het in
drukken van een knop gaan de piepers
van de bemanningsleden van de Carlot.
van de strandreddingboot Nicolaas Ma-
rius en van de wipperploeg.
Vanaf de vuurtoren wordt verder dc
misthoorn bij de haven bediend en de
Brandaris is een belangrijke post voor
de storm waarschuwingsdienst. Het be
waken van de positie van het belangrij
ke lichtschip VL Centre op het kruis
punt van de noordelijke en zuidelijke
vaarroute en de positie van boeien be
hoort ook tot de taken.
Kuyper heeft in negentien jaar veel
noodgevallen meegemaakt waarbij met
een en razendsnel moest worden inge
grepen. „In dergelijke gevallen is erva
ring erg belangrijk. Ieder noodgeval ver
schilt en iedere keer leer je er weer van.
Dat stelt ons in staat om snel een plan
van aanpak te maken". Het geruststellen
van de betrokkene is volgens Kuyper al
tijd het eerste, als iemand zich huilend
en geheel van streek over de radio
Dat wil niet zeggen dat het altijd goed
gaat. Er vallen dan ook wel eens harde
woorden tussen de kustwachten en de
hulpverlenende instanties. Zoals een
tijd geleden, toen een jongeman van een
zeiljachtje geslagen was in het Thomas
Smidgat. „Er stond een helicopter op
Terschelling zonder hijsinstallatie en
daarom lieten ze er een uit Leeuwarden
komen. We sprongen zowat uit ons vel
Wij vonden dat de Terschellinger heli
copter in ieder geval iets drijvends naar
beneden had kunnen gooien, al was het
maar een matras of een tuinbank. Ik
weet niet of die jongen het dan gered
had, maar nu zagen we hem voor onze
ogen verdrinken. Dan voel je je pas
machteloos en verslagen".
Vaarcapaciteiten
De watersport is in de afgelopen jaren
op het Wad en de Noordzee aanzienlijk
toegenomen. Dat stelt de kustwacht nog
al eens voor problemen. Over het alge
meen heeft Huib Kuyper geen hoge pet
op van de vaarcapaciteiten van het gros
van de recreatievaarders. „Ze komen
soms met schepen die voorzien zijn van
satelietnavigatie en andere kostbare ap
paraten. Als het er op aan komt blijken
ze die niet eens te kunnen bedienen".
Vooral als plotseling de mist opkomt,
breekt er snel paniek uit onder de jaehl-
bemanningen. Ze zijn dan volgens Kuy
per snel de kluts kwijt. Meestal zijn ze
dan al vergeten bestek bij te houden en
weten ze helemaal niet meer waar ze
zijn.
„Het is opvallend dat men dan blind
op een ander gaat varen. We hebben het
dit jaar nog meegemaakt dat er drie
jachten achter elkaar een zandbank op
voeren". Een verplicht vaarbewijs zou
volgens Kuyper geen slechte zaak zijn:
„Je moet namelijk wel bedenken dat de
mensen van de reddingboten vaak grote
risico's lopen. De watersporters brengen
niet alleen zich zelf in gevaar maar ook
anderen.
Al die dingen en de toenemende werk
druk maken het volgens Kuyper onver
antwoord om de dienst voor het Noor
den in te krimpen. De bemanning van de
Brandaris wordt in de plannen welis
waar gespaard, maar zou er wel meer
werk bijkrijgen, dat zonder de neven-
post op Ameland eigenlijk nauwelijks
uit te voeren is. In dat verband haalt
Kuyper nog even de samenwerking met
de politie en de douane aan. Geregeld
wordt de kustwacht ingeschakeld bij het
waarnemen van de bewegingen van ver
dachte schepen, onder andere met het
oog op drugssmokkel. „Het draait nu al
lemaal prima en zo moeten ze het maar
mooi laten", zegt Huib Kuyper, terwijl
het Rode Kruisschip Henri Dunant zich
meldt en de haven van Terschelling bin
nenloopt: „En vooral geen toeristen op
de Brandaris".
Vele mensen hebben hun leven te danken aan de allesziende ogen van de
kustwacht en aan de hypermoderne apparaten op de toren. (foto's gpd».
Over de hele wereld verspreid zitten zo'n vijfhonderd
Nederlanders in de gevangenis. Tachtig procent van hen is
achter de tralies beland omdat ze drugs over de grens
probeerden te smokkelen. Onder vaak erbarmelijke
omstandigheden zitten ze een jarenlange straf uit. De
Nederlandse gevangenispredikant Joop Spoor (41uit Utrecht
reist sinds 1979 buitenlandse gevangenissen af om
gedetineerde landgenoten te bezoeken.
Hulp geven aan mensen die het echt
nodig hebben. Voor dominee Spoor
stond het al sinds zijn studie theolo
gie vast dat dit zijn roeping is. Tij
dens een verblijf in Griekenland in.
1978 ging hij op aandrang van de
Nederlandse ambassadeur op be
zoek bij een Nederlandse gevange
ne.
door Ivo Sigmond
Onder de indruk van de slechte toe
standen in de gevangenis en de een
zaamheid waarin de jongen verkeerde,
besloot hij zich te werpen op landgeno
ten in buitenlandse gevangenissen. „In
de gevangenis zitten is al erg, in het bui
tenland een straf uitzitten komt dubbel
zo hard aan", aldus Spoor.
Het opzoeken van Nederlandse gevan
genen begon aanvankelijk als een een
mansactie van Spoor. „Niemand zag
mijn initiatief zitten. De kerk vond mijn
werk niet gestructureerd genoeg en het
ministerie van buitenlandse zaken zag
het bezoeken van gevangenen als een
taak van de ambassade".
In het begin betaalde Spoor zijn reizen
dan ook uit eigen zak. Om geld te bespa
ren bracht hij de nachten door in zijn au
to. Sinds 1982 reist hii in opdracht van
het ministerie van justitie. Twee dagen
per week kan hij zich richten op de bui
tenlandse gevangenen, daarnaast is hij
gevangenispredikant in de jeugdgevan
genis De Sprang in Den Haag. Het geld
voor zijn reizen wordt opgebracht door
de kerken en de stichting Epafras (ge
noemd naar een bezoeker van gevange
nen die wordt genoemd in brieven van
de apostel Paulus).
Gesjeesde studenten
Spoor vindt het opvallend dat de
meeste Nederlanders in de buitenlandse
gevangenissen afkomstig zijn uit hogere
milieus. „Ze zijn van een heel ander slag
dan de jongens die hier in Nederland in
de cel zitten. Veelal zijn het gesjeesde
studenten tussen de vijfentwintig en
dertig jaar die goed een taal kunnen
spreken. Ze zijn op zoek zijn naar wat
avontuur en een manier om snel rijk te
worden. Een bod om voor tienduizend
gulden een paar kilo hasj de grens over
te smokkelen wordt snel aangenomen."
Daarnaast komt Spoor veel mensen te
gen, vooral vrouwen, die zijn geronseld
door dealers. „Handelaren zoeken men
sen die niet snel worden verdacht bij
grenscontroles. In een gevangenis in Al
gerije kwam ik zelfs een zwangere
vrouw en een vrouw in een rolstoel te
gen".
De meesten zien het smokkelen van
soft-drugs (daar gaat het meestal om)
volgens Spoor niet echt als een zwaar
vergrijp. „In Nederland wordt minder
streng geoordeeld over soft-drugs dan in
het buitenland. Voor een vergrijp waar
je hier een jaar voor krijgt, verdwijn je in
het buitenland al snel voor tien jaar of
langer achter de tralies. Veel Nederlan
ders vragen zich ook af waarom ze zo
zwaar gestraft worden in het buitenland:
regime in de-gevangenis niet al te streng
is. Portugezen zijn vriendelijke mensen
en dat uit zich ook in de opstelling van
de bewaarders".
In Lima trof hij Nederlanders aan die
aan hun sterkere mede-gevangenen geld
betalen om in leven te blijven. „Iedere
maand moeten ze ongeveer tien gulden
betalen om niet overhoop te worden ge
stoken", weet Joop Spoor.
„Voor veel gedetineerde Nederlanders
ben ik niet alleen predikant maar ook
een gewoon mens bij wie ze hun hart
kunnen luchten. Binnen de vier muren
kom je jezelf al snel tegen. De gesprek
ken die ik met de Nederlandse gevange
nen voer gaan dan ook vaak over vragen
als: wat heeft het leven nog voor zin en
waarom hij het heeft gedaan. Soms hou
den we met ons tweeen zelfs een kleine
kerkdienst in de cel. Dolgelukkig zijn ze
als ik een videoband meeneem met pro
gramma's, reclame en journaal".
In de meeste gevangenissen zijn, vol
gens Spoor, bijna geen mogelijkheden
om te ontspannen en gaat de eenzaam
heid al snel parten spelen Geen radio,
tv, boeken of sport. Het contact met dc
mede-gevangenen is vaak moeilijk door
de vreemde taal. „In Nederland wordt
de gevangene op allerlei manieren bege
leid. Je hebt tijd om gesprekken te voe
ren met een psycholoog en we hebben
een reclassering die je voorbereidt op de
terugkeer in de maatschappij. In het bui
tenland is gevangenisstraf vaak niet
meer dan een kwestie van de sleutel om
draaien".
Spoor weegt ieder woord dat hij zegt
zorgvuldig af. „Het werk dat ik doe valt
niet bij iedereen in goede aarde", zegt
hij. „Ik kreeg laatst een brief van ouders
met een zoon die aan de drugs is ver
slaafd. Laat die dealers toch stilde n.
vonden ze. Op zich heel begrijpelijk
Maar ik vind dat ieder mens recht heeft
op geestelijke bijstand. Als iemand een
misdaad begaat, kun je toch niet opeens
het hele systeem van naastenzorg oprol
len. Mensen zitten in nood en moeten
worden geholpen".
Ds. Spoor in de jeugdgevangenis van Scheveningen: 'Teder mens heeft recht op geestelijke bijstand(FotoGPDi.
'Een stickie, wat is dat nu', denken ze".
Volgens Spoor is niet alleen de opvat
ting over softdrugs een verschil met het
buitenland maar ook de bewijsvoering.
„Door de veel minder strenge eisen aan
het leveren van bewijs kun je in veel lan
den al op een getuigenverklaring de ge
vangenis indraaien. In Portugal had ie
mand al twee jaar gevangenis achter de
rug toen hij uiteindelijk werd vrijgespro
ken. De enige reden om de jongen achter
de tralies te zetten was een tip uit Neder
land dat hij drugs bij zich zou hebben"
Erbarmelijk
De omstandigheden in veel buiten
landse gevangenissen zijn volgens de ge
vangenispredikant erbarmelijk. „De on
geveer tien Nederlanders in cïe gevange
nissen in Algerije bevinden zich in een
hel. In een vochtige donkere ruimte van
vier bij acht meter zitten dertig mensen
bij elkaar opgesloten. De bedden staan
op dertig centimeter van elkaar zodat je
bijna de hele dag op je bed moet zitten
Contact met thuis is bijna onmogelijk
omdat je je brieven in het Frans moet
schrijven".
„Portugal heeft bijna geen geld om
een fatsoenlijke gevangenis er op na te
houden. Gevangen moeten hun eten van
buiten laten komen omdat ze anders te
weinig krijgen. Voordeel is wel dat het