Een eerste aanzet tot democratie De gesmoorde idealen van het 'patriottengebroed' ZATERDAÓ 5 SEPTEMBER 1987 Tweehonderd jaar geleden, in de vroege morgen van 13 september 1787, rukten 20.000 man Pruisische troepen de Republiek der Verenig de Nederlanden binnen. Deze inva sie was bedoeld als een strafexpedi tie tegen de zogenaamde patriotten, die al enige jaren succesvol bezig waren de machtspositie van Oranje stadhouder Willem V te ondermij nen. door Guus Pikkemaat Ze hadden zelfs diens echtgenote, prinses Wilhelmina van Pruisen, zwaar beledigd. De burgerlijke patriotten had den haar blauwe bloed aan het koken ge bracht door haar tijdens een reis naar Den Haag aan te houden bij Goejanver- wellesluis en haar zonder veel plichtple gingen terug te sturen naar Nijmegen, vanwaar zij vertrokken was. Deze smaad kon niet ongewroken blij ven. Omdat haar allerminst briljante echtgenoot tot weinig in staat was, zocht Wilhelmina steun bij haar machtige broer, koning Frederik Willem van Prui sen. Diens trots was ernstig gekrenkt door de belediging die zijn zuster was aangedaan. Daarom kregen de Holland se patriotten een meer dreigend dan dringend verzoek tot 'Wiedergutma- chung'. Toen daarop vyat ontwijkend werd ge reageerd, zetten de Pruisische heerscha ren zich in beweging. Met bruut wapen geweld moest het hele patriottengebroed van de Hollandse bodem worden wegge vaagd en stadhouder Willem V weer in het bezit worden gesteld van zijn volle macht. Binnen enkele dagen was het pleit beslecht. De patriotten vluchtten of werden gevangen genomen en aan de op geklaarde Nederlandse heme-1 kon de Oranjezon weer onbelemmerd schijnen. De oude tijden waren teruggekeerd. Maar was dat eigenlijk wel zo gunstig? Wie bij 'oude tijden' triomfantelijk denkt aan de glorie van onze Gouden Eeuw, heeft het mis. In de 17de eeuw had onze Republiek haar 80-jarige opstand tegen Spanje roemrucht afgesloten met de Vrede van Munster, waren onze admi raals Tromp en De Ruyter de schrik ge weest van de Engelse oorlogsvloot en konden onze Zeven Provinciën de ellen de van het Rampjaar 1672 te boven ko men. Maar in de 18de eeuw was deze glans snel verbleekt. Sloep Toen in 1713 diplomaten uit heel Euro pa te Utrecht bijeen waren om een eind te maken aan de Spaanse Successieoor log, kregen de Nederlandse onderhande laars smadelijk te horen: „Wij sluiten de ze vrede bij u, maar over u en zonder u". Het was duidelijk dat het met Neerlands macht en aanzien in Europa gedaan was. Voortaan zou onze positie daar niet meer zijn dan die van ,een sloep achter een Brits fregat'. Ook binnenslands waren de zaken nogal vastgeraakt. De steden werden be stuurd door regenten die niets liever de den dan hun openbare ambt misbruiken voor de vergroting van hun fortuinen. Zij werden daarbij door niemand gehin derd, want de oude invloed van de burge rij op de samenstelling en de werkwijze van het stadsbestuur hadden zij nage noeg geëlimineerd door het listig toepas sen van juridische spitsvondigheden, door een schaamteloze vriendjespolitiek en door nog ergere vormen van corrup tie. Dat de stem des volks op deze wijze ge muilkorfd werd, zette natuurlijk kwaad bloed bij de stedelijke burgerijen. Vrij wel onmachtig om met succes zelf iets te ondernemen tegen de machtige regenten- aristocratie, vestigden de burgers hun hoop op de stadhouder. Hij was immers de man aan wie de stadsbestuurders hun benoeming dankten; ongetwijfeld kon hij zijn invloed aanwenden om aan de schandelijke praktijken in de raadhuizen paal en perk te stellen Maar de stadhouders Willem IV (1747- 1751) en Willem V (1751-1795) lieten alles op hun beloop. Hoewel regelmatig ge confronteerd met klachten over misdra gingen van regentenklieken.en met ver zoeken om deze te beteugelen, lieten zij het kwaad ongehinderd doorwoekeren. Dit schonk hun natuurlijk wel de dank baarheid van vele regenten, maar een groot deel van de bevolking, vanouds nogal orangistisch, wendde zich teleur gesteld en geërgerd van de stadhouders af. Zij begonnen gedachten te ontwikke len over het begrip 'volkssoevereiniteit'. Pamflet Dat werd bijzonder duidelijk in 1781. Eind september van dat jaar dook in ver schillende steden een anoniem pamflet op met de weinig zeggende titel 'Aan het Volk van Nederland'. De inhoud was echter zeer aansprekend. Stadhouder Willem V werd er ronduit van beschul digd 'een verrader des Vaderlands' te zijn. Deze aantijging hield verband met het erbarmelijk figuur dat onze vloot sloeg sinds het uitbreken van de zoge naamde Vierde Engelse Oorlog in 1780. Het bedroevende peil en het gebrek aan activiteit van onze zeemacht weid geweten aan de Orahjeprins, die men verdacht van een pro-Engelse gezind heid. Hoewel onjuist, was dit niet ver wonderlijk. want zijn voorgangers Wil lem III en Willem IV waren beiden met een Britse prinses getrouwd geweest. Hartelijke betrekkingen tussen het Oranjehuis en de koninklijke familie in het 'perfide Albion' bestonden inder daad. Zij waren echter niet de oorzaak van de slechte staat van zaken in onze Republiek. Die was voornamelijk een ge volg van Willems hopeloze besluiteloos heid. Het krasse pamflet baarde veel opzien. Allereerst natuurlijk onder de aanhan gers van Oranje, die hel en verdoemenis schreeuwden en een hoge beloning uit loofden voor de ontmaskering van de schrjjver. Het zou echter langer dan een eeuw duren voordat zijn naam boven wa ter kwam. De gevreesde pamflettist bleek de Gelders-Overijsselse edelman ■Joan Derk van der Capellen tot den Poll, die al naam had gemaakt door zijn strijd tegen de nog steeds bestaande feodale en achterlijke toestanden op het platteland. Zijn guerrilla tegen het conservatisme bereikte echter een hoogtepunt met zijn vlammende oproep 'Aan het Volk van Nederland'. Want daarin ging hij niet alleen tekeer tegen de veel te grote en slecht bestede macht van de stadhouder, maar hij trok ook van leer tegen de corrupte regentenklie- ken in de steden. Hij riep het volk zelfs op zich te wapenen, de raadhuizen te zui veren van onwaardige magistraten en de opengevallen plaatsen te vullen met de mocratisch gekozen regenten. Verder wenste hij vrijheid van drukpers en te vens voerde hij propaganda voor meer nationale eenheid. De zeven provinciën, die eigenlijk ieder een op zichzelf staand republiekje waren, zouden zich moeten samenvoegen onder een werkelijk natio naal centraal gezag. Weerklank Van der Capellens oproep vond grote weerklank. In veel steden vormden zich burgermilities of vrijkorpsen, die zich in fraaie uniformen staken en daarin, gewa pend met sabel en geweer, zelfbewust rondexerceerden. Zij zagen het als hun eerste taak om dë 'brave regenten' die zij op de raadszetels en de stadhuizen brachten, te beschermen tegen geweld- plegerij van het 'Oranjegepeupel'. De Pa triottenpartij was geboren en maakte zich op om haar democratische principes en doelstellingen te verwezenlijken. Vooral in Holland, Groningen en Over ijssel kregen de patriotten de overhand, niet alleen in de steden, maar ook in de provinciale besturen. In Friesland en Utrecht was de situatie niet geheel dui delijk, terwijl Zeeland en Gelderland op de hand bleven van de stadhouder. Al leen in deze gewesten was de macht van Willem V nog vrijwel onaangetast geble ven en kon hij zich nog ongehinderd be moeien met de regentenbenoemingen. Bovendien mocht hij daar als opperbe velhebber van de strijdkrachten nog re kenen op de trouw van de garnizoenen in de steden. Dat was met name in Holland wel even anders komen te liggen. Toen in septem ber 1785 de Haagse binnenstad het to neel werd van orangistische relletjes en enkele patriotten daar een stevig pak slaag kregen, beschuldigden de patriotti sche Staten van Holland de stadhouder ervan dat hij zijn garnizoen niet stevig genoeg tegen de onruststokers had laten optreden. Daarom zouden de militairen voortaan directe bevelen ontvangen van de Heren Staten. In feite ontnam men hier de prins het commando, nog wel in zijn eigen resi dentie. Diep gekrenkt in zijn eer en vre zend voor de veiligheid van zijn persoon en familie, schudde Willem V het Haagse stof van zijn voeten. Hij verliet Holland om na een verblijf in respectievelijk Bre da, Friesland en op 't Loo bij Apeldoorn uiteindelijk neer te strijken op de Valk- hofburcht te Nijmegen in het nog rustige en Oranjegezinde Gelderland. Maar voordat hij daar in november 1786 arri veerde, waren er in de Zuiderzeestadjes Hattem en Elburg vervelende dingen ge beurd. Bekeerd Terwijl de overige Gelderse steden braaf orangistisch bleven, hadden beide Veluwe-steden zich tot de partij der pa triotten bekeerd. De Staten van Gelder land wilden dit dissidente gedrag niet to lereren en verzochten Willem V om krachtige militaire maatregelen tegen de ongehoorzamen. Deze genoten natuur lijk de volle steun van het patriottische Holland, dat zijn Gelderse bondgenoot- jes ijverig geschut en munitie stuurde. De hulp mocht niet baten; in september 1786 bezetten de stadhouderlijke troe pen beide steden en gingen er als wolven tekeer. Het patriottisme in Gelderland werd vernietigd. De Hollandse geestverwanten reageer den furieus en noemden de stadhouder zelfs 'een moordenaar' Bovendien op perden zij het plan een cordon van gewa pende patriotten te leggen langs de grens tussen Utrecht en Holland. Dan kon dit laatste gewest zich verdedigen, wanneer de stadhouder zijn troepen ook wilde in zetten tegen de steden in de volledig pa Op 13 september is het 200 jaar geleden dat Pruisische troepen de Republiek der Verenigde Nederlanden binnenvielen om het patriottenleger neer te slaan. De patriotten eisten onder meer herziening van onze achterlijke wetgeving, van de chaotische rechtspraak, en van het oneerlijke belastingstelsel. Niet lang daarna werden hun idealen toch verwezenlijkt door het revolutionaire Franse leger. Toch heeft het lang geduurd voordat de patriotten, destijds afgeschilderd als lafhartige landverraders, eerherstel kregen. triottische zeeprovincie. De angst daar voor bracht de Staten van Holland tot een opvallend voorstel in de Staten-Ge neraal. De helft van de troepenmacht der Verenigde Provinciën moest worden ge legerd binnen het gewest Holland. De Staten-Generaal, waarin patriotten en prinsgezinden elkaar ongeveer in evenwicht hielden, voelden aanvanke lijk weinig voor dit plan, maar gingen er onder zware druk van Holland ten slotte mee akkoord. De troepen in Holland werden ontslagen van hun eed van trouw aan de stadhouder en kregen een nieuwe opperbevelhebber. Bovendien werd hun sterkte nog aangevuld met een huurleger van 1000 man onder rijngraaf Frederik van Salm, wiens heldhaftigheid alleen uit woorden bleek. Twee legers Zo stonden in onze republiek twee le gers tegenover elkaar: een patriottisch leger langs de Hollands-Utrechtse grens en een stadhouderlijk leger in Utrecht en Gelderland. Een burgeroorlog dreigde, en even leek het er op dat die inderdaad zou uitbreken. De patriottische troepen in Holland dreigden namelijk de provin cie Utrecht binnen te vallen. Om daaraan het hoofd te bieden wilde een orangisti sche troepenmacht de plaatsen Vrees wijk, Harmeien en Maarssen bezetten. De twee laatste dorpen gaven geen pro bleem. maar bij Vreeswijk ging het mis. Daar dook een groep gewapende patriot ten uit Utrecht op. die het Oranje-leger smadelijk op de vlucht dreef. Dit was het sein voor de troepen uit Holland om inderdaad de buurprovincie binnen te trekken. Nu was het hun beurt om de drie plaatsen ten westen van de stad Utrecht te bezetten. Daardoor zou dit enige patriottenb^stion in deze pro vincie niet worden afgesneden van direc te contacten met de Hollandse patriot ten, die zich haastten om rijngraaf Frede rik van Salm als bevelhebber in de Domstad te installeren. De patriottische troepen lagen nu nog maar enkele hon derden meters van de stadhouderlijke le germacht, die zich in De Bilt legerde. Dat de zaak niet verder uit de hand liep was te danken aan de huiver die beide partijen koesterden voor het gebruik van meer militair geweld. Liever probeerden zij elkaar te verzwakken door het aan wenden van slinkse politieke en finan ciële middelen. Met behulp van een roya le Engelse subsidie wisten de kopstuk ken van de Oranjepartij vele officieren en soldaten te bewegen het patriottenle ger te verlaten en over te lopen naar de beter betaalde troepen van Willem V. Bo vendien waren zij bezig om met de Britse penningen het Hollandse proletariaat te inspireren tot een Oranje-revolutie. Die moest uitbreken op het moment dat de stadhouder zich weer in Den Haag ver toonde en moest leiden tot een volledig herstel van de stadhouderlijke macht. Willem V bleek echter niet te porren voor dit plan. Besluiteloos en bang wei gerde hij de knoop door te hakken. Min der moeite daarmee had zijn vrouw Wil helmina van Pruisen. Deze kordate da me zag weinig bedenkingen en vertrok in de prille ochtend en onder de bewolk te hemel van donderdag 28 juni 1787 met een klein gevolg vanuit Nijmegen naar Den Haag. Wellicht zou haar verschij ning het beoogde effect sorteren. Hoewel de reis in het diepste geheim was voorbereid, bleek de kleine schare ingewijden niet zo vastlippig. De vele ge ruchten wekten de argwaan van de Hol landse patriotten en langs de al bekend geworden route verdubbelden zij hun wachtposten en hun waakzaamheid. Om ongeveer half vier 's middags rook Adam Schouten, pijpmaker van beroep maar thans sergeant in een patriottisch vrij korps, duidelijk lont toen hij over een pol derweg uit de richting Schoonhoven eni ge rijtuigen zag naderen. Hij posteerde zich met zijn manschap pen midden op de weg en dwong de stoet tot stoppen. De arrogantie van prinses Wilhelmina's kamerheer baron Bentinck maakte op hem geen indruk, sergeant Schouten liet zich niet overdonderen. Het gezelschap mocht niet doorreizen, maar werd stapvoets onder patriottisch escorte naar de Goejanverwellesluis bij het gehucht Hekendorp gevoerd. Daar kregen de prinses en haar gevolg onder dak in de 'nette kamer' van kaasboer Adriaan van Leeuwen. Met schildwach ten voor de deur en een gewapende offi cier in de kamer viel aan ontsnappen niet te denken. De Oranjepartij in Den Haag wachtte vergeefs op de komst van Wil helmina. Ondertussen voerde Hare Hoogheid een vruchteloze discussie met een depu tatie hoge patriotten, die op het bericht van haar aanhouding spoorslags uit Woerden was aangesneld. Van alsnog doorreizen naar Den Haag kpn absoluut geen sprake zijn, maar bij een terugkeer naar Nijmegen zou men haar niets in de weg leggen. Tegen half tien 's avonds aanvaardde een zeer geprikkelde en te leurgestelde prinses onder waakzame patriottische begeleiding de terugreis, die voor overnachting onderbroken zou worden te Schoonhoven. Haar bed zocht de vermoeide Wilhel mina echter voorshands niet op. Eerst moesten er brieven worden geschreven naar de raadspensionaris van Holland en de griffier van de Staten-Generaal. Beide heren moesten weten dat haar tocht naar Den Haag alleen maar bedoeld was om een burgeroorlog te voorkomen en de ge schillen tussen de stadhouder en de pro vincie Holland uit de weg te ruimen. Pas om drie uur 's nachts legde de prinses zich te ruste; toen draafde een speciale koerier met haar epistels naar Den Haag. De hele volgende dag wachtte de prinses op antwoord, maar toen dat uitbleef be sloot zij tot de definitieve terugtocht. Actie Weer veilig op de Nijmeegse Valkhof burcht greep zij andermaal naar de pen en kraste een woedend verhaal over haar gruwelijke belevenissen naar haar ko ninklijke en nogal kort aangeboden broer in Pruisen. Deze nam de 'arresta tie' van zijn zuster hoog op en spoorde zijn ambassadeur in de Nederlanden on middellijk aan tot actie. De Staten van Holland moesten hun excuses aanbie den en de bewerkers van de aanhouding straffen. Hierop werd Den Haag het to neel van koortsachtige politieke bedrij vigheid, waarbij ook Frankrijk en Enge land betrokken waren. De finesses van de diplomatieke correspondentie en van het overleg op 'hoog niveau' zullen wij hier terzijde laten, maar het resultaat er van was dat de Staten van Holland er niet over peinsden een nederige buiging rich ting Pruisen te maken. In die houding werden zij gestijfd door Frankrijk, dat liet doorschemeren Holland nooit in de steek te zullen laten. Te Berlijn bereikte de koninklijke woede een kookpunt. Aanvankelijk van plan om zich volstrekt buiten de partij strijd van prinsgezinden en patriotten te houden en alleen maar 'genoegdoening' van Holland verlangend, raakte Frederik Willem der allengs van overtuigd dat militair geweld tegen de patriotten een noodzaak werd. Op 15 augustus maakte hij met Engeland de geheime af spraak dat zijn troepen Holland zouden binnentrekken, de patriottenlegertjes zouden ontwapenen en de stadhouder in alle rechten herstellen. Om te laten zien dat het hem menens was, stuurde hij generaal Van Brunswijk naar Wezel om daar het hoofdkwartier te vestigen van de drie divisies, waarmee de overval zou worden ingezet. Vanuit die stad werd begin september een door prinses Wilhelmina geïnspireerd ultima tum gezonden naar de Staten van Hol land. Als de patriottische heren - zo luid de het gepeperd - de prinses niet binnen vier dagen voor een bezoek aan Den Haag inviteerden, zou Pruisen dit met militair optreden afdwingen. Zenuwachtig Nu werd men in Den Haag pas goed ze nuwachtig. Want in de uren des gevaars bleek de verwachte steun van Frankrijk alleen maar lucht. De provincie Holland stond moederziel alleen. Men zocht het nog even in een tactvol antwoord aan Pruisen, maar in Berlijn waren de kaar ten geschud. Het bevel tot de opmars was in Wezel al gegeven. En zo trokken op 13 september 1787 de drie Pruisische divisies de grens over. Terwijl een deel daarvan optrok tegen Overijssel en Utrecht, rukte de hoofdmacht via Nijme gen voorwaarts naar Gorcum, dat de toe gangspoort vormde naar Den Haag. De militaire bevelhebber van Gorcum was Alexander van der Capellen, familie lid van de bekende patriot Joan Derk, die het pamflet 'Aan het Volk van Neder land' had geschreven. Met 900 gewapen de patriotten zou hij de hem toever trouwde vesting verdedigen tegen de Pruisen. Hij was een moedig man die niet gauw uit het veld was te slaan, maar hij moet behoorlijk geschrokken zijn van de snel heid waarmee het zo luid bepochte de fensiesysteem van de Hollandse patriot ten thans ineenstortte. Zonder een schot te lossen of zelfs maar een Pruis te zien. was de rijngraaf Van Salm met zijn troe pen haastig vanuit Utrecht naar Amster dam uitgeweken. De stad lag open voor de naderende vijand. In de nacht van 15 op 16 september luidden daarom in de Domstad plotseling de alarmklokken: de patriottische inwoners moesten hun kof fers pakken en maken dat ze wegkwa men. De Pruisen waren in aantocht en de orangisten hunkerden reeds naar plun dering en molestering van patriottische woningen en personen. In Vianen, Vreeswijk, Nieuwpoort en Schoonhoven werd de oranjevlag weer gehesen onder aanvoering van regenten die het patriot- tenmasker afwierpen en weer de kant van de stadhouder kozen. Dergelijke gebeurtenissen fnuikten het moreel van de patriottische vrijkorp sen. Totaal ontmoedigd door dit laffe ge drag van hun voormannen wierpen zij hun wapens weg en zochten ze een veilig heenkomen. Alleen Gorcum bood nog even weerstand, maar toen de Pruisische kanonnen grote verwoestingen in de woonwijken aanrichtten moest Van der Capellen, volkomen verstoken van hulp, de witte vlag hijsen. Het orangistisch ge peupel verscheen op straat en maakte Prins Willem V: besluiteloos. Prinses Wilhelmina: kordaat. Van der Capellen tot den Poll. korte metten met de woningen van de ge vluchte of door de Pruisen weggevoerde patriotten. In Gouda voltrok zich de oranjerevolutie op dezelfde manier. Akkoord Toen op 18 september de berichten over de rampzalige ineenstorting van het patriottendom tot Den Haag doordron gen, kwamen daar 's avonds om acht uur de Staten van Holland in opgewonden spoedvergadering bijeen. Maar er viel voor hen niet veel meer te doen dan ang stig luisteren naar het getier van plunde rend oranjevolk en gelaten aanhoren welke eisen de aanhangers van de stad houder stelden. De patriottische gedepu teerden zaten in het nauw. en gingen met die eisen gauw akkoord. Willem V herkreeg het commando over het Haagse garnizoen en tevens een plechtige invita tie om naar zijn residentie terug te keren. Doorgaans nogal laks in zijn activitei ten, maakte de stadhouder dit keer haast. Op 20 september reed hij triomfantelijk Den Haag binnen, waaruit hij enige jaren tevoren zo smadelijk had moeten ver trekken. Zijn aanhangers waren uitzin nig van vreugde; toen de prins arriveerde haalden zij de paarden voor zijn koets vandaan en trokken deze zelf door de stad. Enige dagen later volgde zijn vrouw Wilhelmina. Terwijl duizenden patriotten het land uit vluchtten en vooral naar Frankrijk een veilig heenkomen zochten, werd de stadhouder in zijn oude waardigheid hersteld. Hoewel hij daarover natuurlijk uiterst content was, had hij maar weinig reden tot trots. Want de behaalde victorie was geen resultaat van persoonlijke ver dienste, maar afgedwongen door Pruisi sche bajonetten. Bovendien zou ze ge volgd worden door een botte wraakactie van de oranjepartij jegens haar verslagen tegenstanders. De wijze waarop de in ons land achter gebleven en ondergedoken patriotten werden vervolgd en gestraft, wekt meer schaamte dan trots. De politieke harts tochten leefden zich ongebreideld uit. De patriotten werden immers voorge steld als lafhartige 'landverraders'. Eerherstel Het heeft lang moeten duren voordat de patriotten enig eerherstel kregen. Pas in onze eeuw begon men zich te realise ren dat zij méér waren dan 'marionetten en schreeuwlelijken'. De ruggegraat van de patriottenpartij werd gevormd door een intelligentsia die het hoog tijd vond een eind te maken aan een staatsbestel dat in alle opzichten bankroet was, inner lijke kracht miste en overgeleverd was aan grootscheepse corruptie. Velen uit deze intelligentsia zouden later door de energieke koning Willem I, de oudste zoon van stadhouder Willem V, be noemd worden op hoge posten om vorm te geven aan het staatsbestel in het Ko ninkrijk der Nederlanden. De patriotten wensten vernieuwing; hun ideaal was niet alleen volkssoeverei niteit, maar ook herziening van onze vol strekt achterlijke wetgeving, van de cha otische rechtspraak en van het oneerlij ke belastingstelsel. Zij streefden naar al gemeen geldende regels.voor het onder wijs, de gezondheidszorg, de posterijen en voor nog enige andere belangrijke za ken in het maatschappelijke leven. Want daarvan was in onze republiek nauwe lijks een spoor te vinden. Elke stad en el ke provincie had tot dan toe op eigen houtje maar wat aangerommeld in deze sectoren. Door de komst van de Pruisen werd de stadhouder in zijn eer en zijn ambt her steld. Maar daarmee bleef helaas ook het oude systeem onwrikbaar gehandhaafd. Onze republiek bleef een 'klomp leem', die ontoegankelijk was voor elke ver nieuwingspoging. Als de risee van Euro pa zouden de Zeven Verenigde Neder landen zo nog ruim zes jaar doorsukke len, tot in 1794 hun bestuurlijke onmacht werd weggevaagd door het revolutionai re Franse leger dat ook hier Vrijheid, Ge lijkheid en Broederschap kwam bren gen. En in hun spoor keerden de inder tijd gevluchte patriotten terug, die hun idealen thans konden verwerkelijken Gemeengoed In het huidige Koninkrijk der Neder landen zijn deze idealen gemeengoed ge worden; ze bepalen voor een belangrijk deel het gezicht van onze samenleving Het waren de patriotten die tweehon derdjaar geleden het gewicht ervan inza gen. Wie hen thans nog als 'landverra ders' wil beschouwen kent de vaderland se geschiedenis slecht of slaagt er niet in om onbevooroordeeld te denken. Hij zal de invasie van de Pruisen wellicht dan ook nog stilletjes toejuichen. Gemaks halve gaat hij er dan aan voorbij dat door hun bruut geweld de eerste initiatieven werden gesmoord die een aanzet moes ten geven tot een gedemocratiseerde sa menleving. Tweehonderd jaar geleden de Pruisen in ons land. Een blijde gebeurtenis was het niet. Literatuur: 'Voor Vaderland en Vrijheid. De revolutie van de patriotten', door F. Grijzen- hout e.a. Uitg. De Bataafsehe Leeuw. Am sterdam 1987. 'Goejanverwellesluis' door W. A. Knoops en F. Ch. Meijer. TJitg. De Betaaf- sehe Leeuw, Amsterdam 1987. De aanhouding van prinses Wilhelmina bij Goejanverwellesluis. Orangisten plunderen na het machtsherstel huizen van patriotten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 33