Een eerste
aanzet tot
democratie
De gesmoorde idealen van
het 'patriottengebroed'
ZATERDAÓ 5 SEPTEMBER 1987
Tweehonderd jaar geleden, in de
vroege morgen van 13 september
1787, rukten 20.000 man Pruisische
troepen de Republiek der Verenig
de Nederlanden binnen. Deze inva
sie was bedoeld als een strafexpedi
tie tegen de zogenaamde patriotten,
die al enige jaren succesvol bezig
waren de machtspositie van Oranje
stadhouder Willem V te ondermij
nen.
door Guus Pikkemaat
Ze hadden zelfs diens echtgenote,
prinses Wilhelmina van Pruisen, zwaar
beledigd. De burgerlijke patriotten had
den haar blauwe bloed aan het koken ge
bracht door haar tijdens een reis naar
Den Haag aan te houden bij Goejanver-
wellesluis en haar zonder veel plichtple
gingen terug te sturen naar Nijmegen,
vanwaar zij vertrokken was.
Deze smaad kon niet ongewroken blij
ven. Omdat haar allerminst briljante
echtgenoot tot weinig in staat was, zocht
Wilhelmina steun bij haar machtige
broer, koning Frederik Willem van Prui
sen. Diens trots was ernstig gekrenkt
door de belediging die zijn zuster was
aangedaan. Daarom kregen de Holland
se patriotten een meer dreigend dan
dringend verzoek tot 'Wiedergutma-
chung'.
Toen daarop vyat ontwijkend werd ge
reageerd, zetten de Pruisische heerscha
ren zich in beweging. Met bruut wapen
geweld moest het hele patriottengebroed
van de Hollandse bodem worden wegge
vaagd en stadhouder Willem V weer in
het bezit worden gesteld van zijn volle
macht. Binnen enkele dagen was het
pleit beslecht. De patriotten vluchtten of
werden gevangen genomen en aan de op
geklaarde Nederlandse heme-1 kon de
Oranjezon weer onbelemmerd schijnen.
De oude tijden waren teruggekeerd.
Maar was dat eigenlijk wel zo gunstig?
Wie bij 'oude tijden' triomfantelijk
denkt aan de glorie van onze Gouden
Eeuw, heeft het mis. In de 17de eeuw had
onze Republiek haar 80-jarige opstand
tegen Spanje roemrucht afgesloten met
de Vrede van Munster, waren onze admi
raals Tromp en De Ruyter de schrik ge
weest van de Engelse oorlogsvloot en
konden onze Zeven Provinciën de ellen
de van het Rampjaar 1672 te boven ko
men. Maar in de 18de eeuw was deze
glans snel verbleekt.
Sloep
Toen in 1713 diplomaten uit heel Euro
pa te Utrecht bijeen waren om een eind
te maken aan de Spaanse Successieoor
log, kregen de Nederlandse onderhande
laars smadelijk te horen: „Wij sluiten de
ze vrede bij u, maar over u en zonder u".
Het was duidelijk dat het met Neerlands
macht en aanzien in Europa gedaan was.
Voortaan zou onze positie daar niet meer
zijn dan die van ,een sloep achter een
Brits fregat'.
Ook binnenslands waren de zaken
nogal vastgeraakt. De steden werden be
stuurd door regenten die niets liever de
den dan hun openbare ambt misbruiken
voor de vergroting van hun fortuinen. Zij
werden daarbij door niemand gehin
derd, want de oude invloed van de burge
rij op de samenstelling en de werkwijze
van het stadsbestuur hadden zij nage
noeg geëlimineerd door het listig toepas
sen van juridische spitsvondigheden,
door een schaamteloze vriendjespolitiek
en door nog ergere vormen van corrup
tie.
Dat de stem des volks op deze wijze ge
muilkorfd werd, zette natuurlijk kwaad
bloed bij de stedelijke burgerijen. Vrij
wel onmachtig om met succes zelf iets te
ondernemen tegen de machtige regenten-
aristocratie, vestigden de burgers hun
hoop op de stadhouder. Hij was immers
de man aan wie de stadsbestuurders hun
benoeming dankten; ongetwijfeld kon
hij zijn invloed aanwenden om aan de
schandelijke praktijken in de raadhuizen
paal en perk te stellen
Maar de stadhouders Willem IV (1747-
1751) en Willem V (1751-1795) lieten alles
op hun beloop. Hoewel regelmatig ge
confronteerd met klachten over misdra
gingen van regentenklieken.en met ver
zoeken om deze te beteugelen, lieten zij
het kwaad ongehinderd doorwoekeren.
Dit schonk hun natuurlijk wel de dank
baarheid van vele regenten, maar een
groot deel van de bevolking, vanouds
nogal orangistisch, wendde zich teleur
gesteld en geërgerd van de stadhouders
af. Zij begonnen gedachten te ontwikke
len over het begrip 'volkssoevereiniteit'.
Pamflet
Dat werd bijzonder duidelijk in 1781.
Eind september van dat jaar dook in ver
schillende steden een anoniem pamflet
op met de weinig zeggende titel 'Aan het
Volk van Nederland'. De inhoud was
echter zeer aansprekend. Stadhouder
Willem V werd er ronduit van beschul
digd 'een verrader des Vaderlands' te
zijn. Deze aantijging hield verband met
het erbarmelijk figuur dat onze vloot
sloeg sinds het uitbreken van de zoge
naamde Vierde Engelse Oorlog in 1780.
Het bedroevende peil en het gebrek
aan activiteit van onze zeemacht weid
geweten aan de Orahjeprins, die men
verdacht van een pro-Engelse gezind
heid. Hoewel onjuist, was dit niet ver
wonderlijk. want zijn voorgangers Wil
lem III en Willem IV waren beiden met
een Britse prinses getrouwd geweest.
Hartelijke betrekkingen tussen het
Oranjehuis en de koninklijke familie in
het 'perfide Albion' bestonden inder
daad. Zij waren echter niet de oorzaak
van de slechte staat van zaken in onze
Republiek. Die was voornamelijk een ge
volg van Willems hopeloze besluiteloos
heid.
Het krasse pamflet baarde veel opzien.
Allereerst natuurlijk onder de aanhan
gers van Oranje, die hel en verdoemenis
schreeuwden en een hoge beloning uit
loofden voor de ontmaskering van de
schrjjver. Het zou echter langer dan een
eeuw duren voordat zijn naam boven wa
ter kwam. De gevreesde pamflettist
bleek de Gelders-Overijsselse edelman
■Joan Derk van der Capellen tot den Poll,
die al naam had gemaakt door zijn strijd
tegen de nog steeds bestaande feodale en
achterlijke toestanden op het platteland.
Zijn guerrilla tegen het conservatisme
bereikte echter een hoogtepunt met zijn
vlammende oproep 'Aan het Volk van
Nederland'.
Want daarin ging hij niet alleen tekeer
tegen de veel te grote en slecht bestede
macht van de stadhouder, maar hij trok ook
van leer tegen de corrupte regentenklie-
ken in de steden. Hij riep het volk zelfs
op zich te wapenen, de raadhuizen te zui
veren van onwaardige magistraten en de
opengevallen plaatsen te vullen met de
mocratisch gekozen regenten. Verder
wenste hij vrijheid van drukpers en te
vens voerde hij propaganda voor meer
nationale eenheid. De zeven provinciën,
die eigenlijk ieder een op zichzelf staand
republiekje waren, zouden zich moeten
samenvoegen onder een werkelijk natio
naal centraal gezag.
Weerklank
Van der Capellens oproep vond grote
weerklank. In veel steden vormden zich
burgermilities of vrijkorpsen, die zich in
fraaie uniformen staken en daarin, gewa
pend met sabel en geweer, zelfbewust
rondexerceerden. Zij zagen het als hun
eerste taak om dë 'brave regenten' die zij
op de raadszetels en de stadhuizen
brachten, te beschermen tegen geweld-
plegerij van het 'Oranjegepeupel'. De Pa
triottenpartij was geboren en maakte
zich op om haar democratische principes
en doelstellingen te verwezenlijken.
Vooral in Holland, Groningen en Over
ijssel kregen de patriotten de overhand,
niet alleen in de steden, maar ook in de
provinciale besturen. In Friesland en
Utrecht was de situatie niet geheel dui
delijk, terwijl Zeeland en Gelderland op
de hand bleven van de stadhouder. Al
leen in deze gewesten was de macht van
Willem V nog vrijwel onaangetast geble
ven en kon hij zich nog ongehinderd be
moeien met de regentenbenoemingen.
Bovendien mocht hij daar als opperbe
velhebber van de strijdkrachten nog re
kenen op de trouw van de garnizoenen in
de steden.
Dat was met name in Holland wel even
anders komen te liggen. Toen in septem
ber 1785 de Haagse binnenstad het to
neel werd van orangistische relletjes en
enkele patriotten daar een stevig pak
slaag kregen, beschuldigden de patriotti
sche Staten van Holland de stadhouder
ervan dat hij zijn garnizoen niet stevig
genoeg tegen de onruststokers had laten
optreden. Daarom zouden de militairen
voortaan directe bevelen ontvangen van
de Heren Staten.
In feite ontnam men hier de prins het
commando, nog wel in zijn eigen resi
dentie. Diep gekrenkt in zijn eer en vre
zend voor de veiligheid van zijn persoon
en familie, schudde Willem V het Haagse
stof van zijn voeten. Hij verliet Holland
om na een verblijf in respectievelijk Bre
da, Friesland en op 't Loo bij Apeldoorn
uiteindelijk neer te strijken op de Valk-
hofburcht te Nijmegen in het nog rustige
en Oranjegezinde Gelderland. Maar
voordat hij daar in november 1786 arri
veerde, waren er in de Zuiderzeestadjes
Hattem en Elburg vervelende dingen ge
beurd.
Bekeerd
Terwijl de overige Gelderse steden
braaf orangistisch bleven, hadden beide
Veluwe-steden zich tot de partij der pa
triotten bekeerd. De Staten van Gelder
land wilden dit dissidente gedrag niet to
lereren en verzochten Willem V om
krachtige militaire maatregelen tegen de
ongehoorzamen. Deze genoten natuur
lijk de volle steun van het patriottische
Holland, dat zijn Gelderse bondgenoot-
jes ijverig geschut en munitie stuurde.
De hulp mocht niet baten; in september
1786 bezetten de stadhouderlijke troe
pen beide steden en gingen er als wolven
tekeer. Het patriottisme in Gelderland
werd vernietigd.
De Hollandse geestverwanten reageer
den furieus en noemden de stadhouder
zelfs 'een moordenaar' Bovendien op
perden zij het plan een cordon van gewa
pende patriotten te leggen langs de grens
tussen Utrecht en Holland. Dan kon dit
laatste gewest zich verdedigen, wanneer
de stadhouder zijn troepen ook wilde in
zetten tegen de steden in de volledig pa
Op 13 september is het 200 jaar geleden dat Pruisische
troepen de Republiek der Verenigde Nederlanden
binnenvielen om het patriottenleger neer te slaan. De
patriotten eisten onder meer herziening van onze achterlijke
wetgeving, van de chaotische rechtspraak, en van het
oneerlijke belastingstelsel. Niet lang daarna werden hun
idealen toch verwezenlijkt door het revolutionaire Franse
leger. Toch heeft het lang geduurd voordat de patriotten,
destijds afgeschilderd als lafhartige landverraders,
eerherstel kregen.
triottische zeeprovincie. De angst daar
voor bracht de Staten van Holland tot
een opvallend voorstel in de Staten-Ge
neraal. De helft van de troepenmacht der
Verenigde Provinciën moest worden ge
legerd binnen het gewest Holland.
De Staten-Generaal, waarin patriotten
en prinsgezinden elkaar ongeveer in
evenwicht hielden, voelden aanvanke
lijk weinig voor dit plan, maar gingen er
onder zware druk van Holland ten slotte
mee akkoord. De troepen in Holland
werden ontslagen van hun eed van trouw
aan de stadhouder en kregen een nieuwe
opperbevelhebber. Bovendien werd hun
sterkte nog aangevuld met een huurleger
van 1000 man onder rijngraaf Frederik
van Salm, wiens heldhaftigheid alleen
uit woorden bleek.
Twee legers
Zo stonden in onze republiek twee le
gers tegenover elkaar: een patriottisch
leger langs de Hollands-Utrechtse grens
en een stadhouderlijk leger in Utrecht en
Gelderland. Een burgeroorlog dreigde,
en even leek het er op dat die inderdaad
zou uitbreken. De patriottische troepen
in Holland dreigden namelijk de provin
cie Utrecht binnen te vallen. Om daaraan
het hoofd te bieden wilde een orangisti
sche troepenmacht de plaatsen Vrees
wijk, Harmeien en Maarssen bezetten.
De twee laatste dorpen gaven geen pro
bleem. maar bij Vreeswijk ging het mis.
Daar dook een groep gewapende patriot
ten uit Utrecht op. die het Oranje-leger
smadelijk op de vlucht dreef.
Dit was het sein voor de troepen uit
Holland om inderdaad de buurprovincie
binnen te trekken. Nu was het hun beurt
om de drie plaatsen ten westen van de
stad Utrecht te bezetten. Daardoor zou
dit enige patriottenb^stion in deze pro
vincie niet worden afgesneden van direc
te contacten met de Hollandse patriot
ten, die zich haastten om rijngraaf Frede
rik van Salm als bevelhebber in de
Domstad te installeren. De patriottische
troepen lagen nu nog maar enkele hon
derden meters van de stadhouderlijke le
germacht, die zich in De Bilt legerde.
Dat de zaak niet verder uit de hand liep
was te danken aan de huiver die beide
partijen koesterden voor het gebruik van
meer militair geweld. Liever probeerden
zij elkaar te verzwakken door het aan
wenden van slinkse politieke en finan
ciële middelen. Met behulp van een roya
le Engelse subsidie wisten de kopstuk
ken van de Oranjepartij vele officieren
en soldaten te bewegen het patriottenle
ger te verlaten en over te lopen naar de
beter betaalde troepen van Willem V. Bo
vendien waren zij bezig om met de Britse
penningen het Hollandse proletariaat te
inspireren tot een Oranje-revolutie. Die
moest uitbreken op het moment dat de
stadhouder zich weer in Den Haag ver
toonde en moest leiden tot een volledig
herstel van de stadhouderlijke macht.
Willem V bleek echter niet te porren
voor dit plan. Besluiteloos en bang wei
gerde hij de knoop door te hakken. Min
der moeite daarmee had zijn vrouw Wil
helmina van Pruisen. Deze kordate da
me zag weinig bedenkingen en vertrok
in de prille ochtend en onder de bewolk
te hemel van donderdag 28 juni 1787 met
een klein gevolg vanuit Nijmegen naar
Den Haag. Wellicht zou haar verschij
ning het beoogde effect sorteren.
Hoewel de reis in het diepste geheim
was voorbereid, bleek de kleine schare
ingewijden niet zo vastlippig. De vele ge
ruchten wekten de argwaan van de Hol
landse patriotten en langs de al bekend
geworden route verdubbelden zij hun
wachtposten en hun waakzaamheid. Om
ongeveer half vier 's middags rook Adam
Schouten, pijpmaker van beroep maar
thans sergeant in een patriottisch vrij
korps, duidelijk lont toen hij over een pol
derweg uit de richting Schoonhoven eni
ge rijtuigen zag naderen.
Hij posteerde zich met zijn manschap
pen midden op de weg en dwong de stoet
tot stoppen. De arrogantie van prinses
Wilhelmina's kamerheer baron Bentinck
maakte op hem geen indruk, sergeant
Schouten liet zich niet overdonderen.
Het gezelschap mocht niet doorreizen,
maar werd stapvoets onder patriottisch
escorte naar de Goejanverwellesluis bij
het gehucht Hekendorp gevoerd. Daar
kregen de prinses en haar gevolg onder
dak in de 'nette kamer' van kaasboer
Adriaan van Leeuwen. Met schildwach
ten voor de deur en een gewapende offi
cier in de kamer viel aan ontsnappen niet
te denken. De Oranjepartij in Den Haag
wachtte vergeefs op de komst van Wil
helmina.
Ondertussen voerde Hare Hoogheid
een vruchteloze discussie met een depu
tatie hoge patriotten, die op het bericht
van haar aanhouding spoorslags uit
Woerden was aangesneld. Van alsnog
doorreizen naar Den Haag kpn absoluut
geen sprake zijn, maar bij een terugkeer
naar Nijmegen zou men haar niets in de
weg leggen. Tegen half tien 's avonds
aanvaardde een zeer geprikkelde en te
leurgestelde prinses onder waakzame
patriottische begeleiding de terugreis,
die voor overnachting onderbroken zou
worden te Schoonhoven.
Haar bed zocht de vermoeide Wilhel
mina echter voorshands niet op. Eerst
moesten er brieven worden geschreven
naar de raadspensionaris van Holland en
de griffier van de Staten-Generaal. Beide
heren moesten weten dat haar tocht naar
Den Haag alleen maar bedoeld was om
een burgeroorlog te voorkomen en de ge
schillen tussen de stadhouder en de pro
vincie Holland uit de weg te ruimen. Pas
om drie uur 's nachts legde de prinses
zich te ruste; toen draafde een speciale
koerier met haar epistels naar Den Haag.
De hele volgende dag wachtte de prinses
op antwoord, maar toen dat uitbleef be
sloot zij tot de definitieve terugtocht.
Actie
Weer veilig op de Nijmeegse Valkhof
burcht greep zij andermaal naar de pen
en kraste een woedend verhaal over haar
gruwelijke belevenissen naar haar ko
ninklijke en nogal kort aangeboden
broer in Pruisen. Deze nam de 'arresta
tie' van zijn zuster hoog op en spoorde
zijn ambassadeur in de Nederlanden on
middellijk aan tot actie. De Staten van
Holland moesten hun excuses aanbie
den en de bewerkers van de aanhouding
straffen. Hierop werd Den Haag het to
neel van koortsachtige politieke bedrij
vigheid, waarbij ook Frankrijk en Enge
land betrokken waren. De finesses van
de diplomatieke correspondentie en van
het overleg op 'hoog niveau' zullen wij
hier terzijde laten, maar het resultaat er
van was dat de Staten van Holland er niet
over peinsden een nederige buiging rich
ting Pruisen te maken. In die houding
werden zij gestijfd door Frankrijk, dat
liet doorschemeren Holland nooit in de
steek te zullen laten.
Te Berlijn bereikte de koninklijke
woede een kookpunt. Aanvankelijk van
plan om zich volstrekt buiten de partij
strijd van prinsgezinden en patriotten te
houden en alleen maar 'genoegdoening'
van Holland verlangend, raakte Frederik
Willem der allengs van overtuigd
dat militair geweld tegen de patriotten
een noodzaak werd. Op 15 augustus
maakte hij met Engeland de geheime af
spraak dat zijn troepen Holland zouden
binnentrekken, de patriottenlegertjes
zouden ontwapenen en de stadhouder in
alle rechten herstellen.
Om te laten zien dat het hem menens
was, stuurde hij generaal Van Brunswijk
naar Wezel om daar het hoofdkwartier te
vestigen van de drie divisies, waarmee
de overval zou worden ingezet. Vanuit
die stad werd begin september een door
prinses Wilhelmina geïnspireerd ultima
tum gezonden naar de Staten van Hol
land. Als de patriottische heren - zo luid
de het gepeperd - de prinses niet binnen
vier dagen voor een bezoek aan Den
Haag inviteerden, zou Pruisen dit met
militair optreden afdwingen.
Zenuwachtig
Nu werd men in Den Haag pas goed ze
nuwachtig. Want in de uren des gevaars
bleek de verwachte steun van Frankrijk
alleen maar lucht. De provincie Holland
stond moederziel alleen. Men zocht het
nog even in een tactvol antwoord aan
Pruisen, maar in Berlijn waren de kaar
ten geschud. Het bevel tot de opmars
was in Wezel al gegeven. En zo trokken
op 13 september 1787 de drie Pruisische
divisies de grens over. Terwijl een deel
daarvan optrok tegen Overijssel en
Utrecht, rukte de hoofdmacht via Nijme
gen voorwaarts naar Gorcum, dat de toe
gangspoort vormde naar Den Haag.
De militaire bevelhebber van Gorcum
was Alexander van der Capellen, familie
lid van de bekende patriot Joan Derk, die
het pamflet 'Aan het Volk van Neder
land' had geschreven. Met 900 gewapen
de patriotten zou hij de hem toever
trouwde vesting verdedigen tegen de
Pruisen.
Hij was een moedig man die niet gauw
uit het veld was te slaan, maar hij moet
behoorlijk geschrokken zijn van de snel
heid waarmee het zo luid bepochte de
fensiesysteem van de Hollandse patriot
ten thans ineenstortte. Zonder een schot
te lossen of zelfs maar een Pruis te zien.
was de rijngraaf Van Salm met zijn troe
pen haastig vanuit Utrecht naar Amster
dam uitgeweken. De stad lag open voor
de naderende vijand. In de nacht van 15
op 16 september luidden daarom in de
Domstad plotseling de alarmklokken: de
patriottische inwoners moesten hun kof
fers pakken en maken dat ze wegkwa
men. De Pruisen waren in aantocht en de
orangisten hunkerden reeds naar plun
dering en molestering van patriottische
woningen en personen. In Vianen,
Vreeswijk, Nieuwpoort en Schoonhoven
werd de oranjevlag weer gehesen onder
aanvoering van regenten die het patriot-
tenmasker afwierpen en weer de kant
van de stadhouder kozen.
Dergelijke gebeurtenissen fnuikten
het moreel van de patriottische vrijkorp
sen. Totaal ontmoedigd door dit laffe ge
drag van hun voormannen wierpen zij
hun wapens weg en zochten ze een veilig
heenkomen. Alleen Gorcum bood nog
even weerstand, maar toen de Pruisische
kanonnen grote verwoestingen in de
woonwijken aanrichtten moest Van der
Capellen, volkomen verstoken van hulp,
de witte vlag hijsen. Het orangistisch ge
peupel verscheen op straat en maakte
Prins Willem V: besluiteloos.
Prinses Wilhelmina: kordaat.
Van der Capellen tot den Poll.
korte metten met de woningen van de ge
vluchte of door de Pruisen weggevoerde
patriotten. In Gouda voltrok zich de
oranjerevolutie op dezelfde manier.
Akkoord
Toen op 18 september de berichten
over de rampzalige ineenstorting van het
patriottendom tot Den Haag doordron
gen, kwamen daar 's avonds om acht uur
de Staten van Holland in opgewonden
spoedvergadering bijeen. Maar er viel
voor hen niet veel meer te doen dan ang
stig luisteren naar het getier van plunde
rend oranjevolk en gelaten aanhoren
welke eisen de aanhangers van de stad
houder stelden. De patriottische gedepu
teerden zaten in het nauw. en gingen met
die eisen gauw akkoord. Willem V
herkreeg het commando over het Haagse
garnizoen en tevens een plechtige invita
tie om naar zijn residentie terug te keren.
Doorgaans nogal laks in zijn activitei
ten, maakte de stadhouder dit keer haast.
Op 20 september reed hij triomfantelijk
Den Haag binnen, waaruit hij enige jaren
tevoren zo smadelijk had moeten ver
trekken. Zijn aanhangers waren uitzin
nig van vreugde; toen de prins arriveerde
haalden zij de paarden voor zijn koets
vandaan en trokken deze zelf door de
stad. Enige dagen later volgde zijn vrouw
Wilhelmina.
Terwijl duizenden patriotten het land
uit vluchtten en vooral naar Frankrijk
een veilig heenkomen zochten, werd de
stadhouder in zijn oude waardigheid
hersteld. Hoewel hij daarover natuurlijk
uiterst content was, had hij maar weinig
reden tot trots. Want de behaalde victorie
was geen resultaat van persoonlijke ver
dienste, maar afgedwongen door Pruisi
sche bajonetten. Bovendien zou ze ge
volgd worden door een botte wraakactie
van de oranjepartij jegens haar verslagen
tegenstanders.
De wijze waarop de in ons land achter
gebleven en ondergedoken patriotten
werden vervolgd en gestraft, wekt meer
schaamte dan trots. De politieke harts
tochten leefden zich ongebreideld uit.
De patriotten werden immers voorge
steld als lafhartige 'landverraders'.
Eerherstel
Het heeft lang moeten duren voordat
de patriotten enig eerherstel kregen. Pas
in onze eeuw begon men zich te realise
ren dat zij méér waren dan 'marionetten
en schreeuwlelijken'. De ruggegraat van
de patriottenpartij werd gevormd door
een intelligentsia die het hoog tijd vond
een eind te maken aan een staatsbestel
dat in alle opzichten bankroet was, inner
lijke kracht miste en overgeleverd was
aan grootscheepse corruptie. Velen uit
deze intelligentsia zouden later door de
energieke koning Willem I, de oudste
zoon van stadhouder Willem V, be
noemd worden op hoge posten om vorm
te geven aan het staatsbestel in het Ko
ninkrijk der Nederlanden.
De patriotten wensten vernieuwing;
hun ideaal was niet alleen volkssoeverei
niteit, maar ook herziening van onze vol
strekt achterlijke wetgeving, van de cha
otische rechtspraak en van het oneerlij
ke belastingstelsel. Zij streefden naar al
gemeen geldende regels.voor het onder
wijs, de gezondheidszorg, de posterijen
en voor nog enige andere belangrijke za
ken in het maatschappelijke leven. Want
daarvan was in onze republiek nauwe
lijks een spoor te vinden. Elke stad en el
ke provincie had tot dan toe op eigen
houtje maar wat aangerommeld in deze
sectoren.
Door de komst van de Pruisen werd de
stadhouder in zijn eer en zijn ambt her
steld. Maar daarmee bleef helaas ook het
oude systeem onwrikbaar gehandhaafd.
Onze republiek bleef een 'klomp leem',
die ontoegankelijk was voor elke ver
nieuwingspoging. Als de risee van Euro
pa zouden de Zeven Verenigde Neder
landen zo nog ruim zes jaar doorsukke
len, tot in 1794 hun bestuurlijke onmacht
werd weggevaagd door het revolutionai
re Franse leger dat ook hier Vrijheid, Ge
lijkheid en Broederschap kwam bren
gen. En in hun spoor keerden de inder
tijd gevluchte patriotten terug, die hun
idealen thans konden verwerkelijken
Gemeengoed
In het huidige Koninkrijk der Neder
landen zijn deze idealen gemeengoed ge
worden; ze bepalen voor een belangrijk
deel het gezicht van onze samenleving
Het waren de patriotten die tweehon
derdjaar geleden het gewicht ervan inza
gen. Wie hen thans nog als 'landverra
ders' wil beschouwen kent de vaderland
se geschiedenis slecht of slaagt er niet in
om onbevooroordeeld te denken. Hij zal
de invasie van de Pruisen wellicht dan
ook nog stilletjes toejuichen. Gemaks
halve gaat hij er dan aan voorbij dat door
hun bruut geweld de eerste initiatieven
werden gesmoord die een aanzet moes
ten geven tot een gedemocratiseerde sa
menleving.
Tweehonderd jaar geleden de Pruisen
in ons land. Een blijde gebeurtenis was
het niet.
Literatuur: 'Voor Vaderland en Vrijheid. De
revolutie van de patriotten', door F. Grijzen-
hout e.a. Uitg. De Bataafsehe Leeuw. Am
sterdam 1987. 'Goejanverwellesluis' door W.
A. Knoops en F. Ch. Meijer. TJitg. De Betaaf-
sehe Leeuw, Amsterdam 1987.
De aanhouding van prinses Wilhelmina bij Goejanverwellesluis.
Orangisten plunderen na het machtsherstel huizen van patriotten.