'Etiket amateur soms grote handicap' Wereldfestival voor amateurtheater in Nederland PAGINA 20 KUNST MAANDAG 17 AUGUSTUS 1987 Het Wereld Festival voor het Amateurtheater zag in 1957 in Monaco het le venslicht. Deze bijeen komst voor toneelliefheb bers uit allerlei landen werd georganiseerd door de IA- TA, de International Ama teur Theatre Association, waar ook het Nederlands centrum, het NCA, bij aan gesloten is. Het festival is een tweejaarlijkse gebeurte nis geworden. door Henny van Schaik en Eric van der Velden UTRECHT - En nu. dertig jaar la ter, valt het NCA de eer te beurt om het in Nederland te organiseren. Tussen 21 en 27 augustus zijn acht- tien amateurgroepen over de hele wereld vandaan in de Utrechtse Stadsschouwburg te zien. 'Sodemieter op!' buitenbeentje UTRECHT (GPD) - Aan het We reld Amateürtheater Festival doen zeventien toneelgroepen mee. En één dansgroep. Die dansgroep komt uit Nederland. Zou het Amerikaanse week blad Time dan toch gelijk heb ben als het stelt dat de Nederlan der het liefst voor onorthodoxe oplossingen kiest? Er zitten meer niet voor de hand liggende kantjes aan de keus voor de Am sterdamse groep Sodemieter Op! Want waar kom je een initiatief nemer, het Nederlands Centrum voor Amateurtoneel (NCA), te gen die over de hele wereld ama teurspelers met een thematisch uitganspunt ('Groei in een multi culturele samenleving') aan het werk zet, om zelf als organisator van het festival een groep naar voren te schuiven die bij wijze van spreken niet eens wist dat er zoiets als het Wereld Amateur- theater Festival bestond? En daar ook niets speciaals voor ge daan heeft. „Nee, we hebben ons niet zelf aangemeld", zegt een danseres van Sodemieter op!, „Wij zijn niet eens bij het NCA aangeslo ten. Wij zijn gevraagd. Ontzet tend eervol, natuurlijk". „Ik vrees", reageert festival dramaturg Willem Rodenhuis. „Dat het NCA de organisatie van het festival aanvankelijk wat al te laconiek heeft opgevat. Er bleek te weinig voorbereidend werk naar de leden toe te zijn ge daan. Van de tien aanmeldingen, die er uiteindelijk van bij het NCA aangesloten groepen bin nen kwamen, waren mijns in ziens maar twee projecten een uitwerking waard geweest. Maar toen was onder druk van de tijd het risico al te groot geworden. Je wilt natuurlijk zo goed moge lijk voor de dag komen. Zeker als je organiserend land bent". Een slecht figuur zal Neder land met Sodemieter op! inder daad niet slaan. De twee jaar ou de groep is vooral het succes van het Amsterdamse theater De En gelenbak, een uiterst actieve en enthousiaste instantie, die aan de wieg stond van menig amateur- produktie van professioneel ni- De Engelenbak gaf begin 1985 van 'de straat geraapt talent' (er moest wel auditie worden ge daan) de kans om met professio nele choreografen te werken. Het klikte tussen Hans Tuerlings, be kend van balleten bij onder an dere het Scapino Ballet, Werk centrum Dans en Intro Dans, en de dansers waarmee hij zijn bij drage aan dit Engelenbak-pro ject maakte. Een nieuwe groep was geboren. De naam is afgeleid van het eerste ballet: 'Sodemieter op! Wat?'. Daarna volgden 'Piet Hut ten' van Tuerlings zelfs, 'Many a light foot' van Ciel Werts en 'Ke- beng' van Patfizia Tuerlings. Op 'Piet Hutten' na zal heel het oeu vre in Utrecht worden uitge voerd. Hans Tuerlings over het ge heim van Sodemieter op!: „We hebben en houden het leuk. Ik vraag van de dansers niets ex tra's; ik ga uit van wat ze kunnen, wat wat ze zelf spontaan inbren gen. Zij houden om die manier plezier in het dansen, en voor mij is het een genot om met dergelij ke gemotiveerde dansers te wer ken. We vormen één grote fami lie, en dat is in het professionele danswereldje wel eens anders". Sodemieter Op! bestaat uit mensen met sterk verschillende culturele achtergronden. „Ja. dat gegeven werkt wel degelijk door", vertelt een danseres, „In het bewegen, maar ook inhoude lijk. Maar dat gebeurt onge merkt, zonder uitputtende dis cussies of tobberige analyses. Je beinvloedt en accepteert elkaar, zoals dat bij goede vrienden gaat". De acht dansers van Sodemie ter op! werken ook mee aan de (besloten) openingsavond van het festival. De befaamde Hans van Manen bedacht twee ironi sche choreografieën: een klom pen- en een vlaggendans. Drie Utrechtse dansscholen verlenen medewerking. I AT A-voorzitter John Ytteborg: 'Er is gekozen op grond vart interes sante concepten'. (foto GPD» „Indertijd waren deze festivals 'showcases'. Ze hadden de bedoe ling om het beste van het amateur theater te laten zien. Dat is tot op zekere hoogte nog wel het geval, maar er ligt nu veel meer nadruk op het proces en op wat er tussen de groepen en de toeschouwers ge beurt". Op het festivalkantoor in de Utrechtse schouwburg legt de se cretaris, generaal van de IATA 'John Ytteborg' uit, dat het festival dit jaar een andere wending krijgt: „Voorheen werden alleen de beste voorstellingen geselecteerd. Utrecht wordt voor ons een experi ment, omdat we nu uitgaan van een thema en daardoor nodigen we eerder ideeën uit dan voorstellin gen. Er is gekozen op grond van in teressante concepten. Je zoekt groepen met een zeker engage ment. En als de groepen hier ko men, verwachten ze meer dan al leen maar voorstellingen te geven. Ze verwachten door 'studycases', nabesprekingen en een sympo sium nieuwe impulsen te krijgen voor hun werk". Het thema voor het festival luidt 'Groei! In een multiculturele sa menleving'. Toen het festival in 1981 in Canada gehouden werd, zag men zich voor het eerst gecon fronteerd met amateurtheater van een groep die een culturele min derheid vormde in het land waar ze woonden. Het waren in Canada ge vestigde indianen, die uitingsmo gelijkheden claimden voor hun ei- geïi cultuur. Dat zette de IATA op een spoor. IATA heeft moeten kiezen uit ongeveer vijftig aanmeldingen. deels voorgeselecteerd door de lan delijke centra voor het amateurto neel. Bij de selectie moest het be grip multiculturaliteit echter ruim opgevat worden. Willem Roden huis, als dramaturg aan het festival verbonden: „Mede vanuit de res pons zijn we tot een ruimere inde ling gekomen. Behalve dat maat schappelijke heb je ook het so ciaal-politieke aspect en je hebt een antropologisch aspect, daar waar mythen of riten inzet zijn van een produktie. Ook is er iets wat ik demografisch heb genoemd, daar waar bijvoorbeeld de culturen en leefstijlen van stad en platte land met elkaar botsen. Verder zijn er veel religieuze aspecten inzet van de aanmelding, bijvoorbeeld bij landen als India, Italië, Ierland en Mexico. Op die ruime opvatting van multiculturaliteit konden veel landen reageren". Hoewel het zeker niet in de be doeling van de organisatoren ligt om van het festival een soort lan- denpresentatie te maken, is het op vallend dat de meeste deelnemers wel degelijk met hun produkties een vorm van nationaal bewustzijn uitdragen. Niet alleen inhoudelijk (dat vooral), maar ook in vorm: tra ditionele kostuums, en het gebruik van typisch aan een bepaalde cul tuur eigen muziekinstrumenten, zoals de sitar of de tamtam, maakt toch dat een zeker folkloristisch element het festival niet vreemd zal zijn. Zo liet regisseur Seamus O'Rour- ke van de Ierse voorstelling weten: „Door de eeuwen heen is ons land vaak beschreven als een vrouw: Dark Rosaline bijvoorbeeld, of The Poor Old Women. Uit die rijke voorraad van legendes, verhalen en poëzie putten wij om duidelijk te maken hoe invloeden van bui tenaf cruciale momenten uit onze geschiedenis hebben bepaald. Zo verhalen wij bijvoorbeeld over de invasies van de Noormannen en de Engelsen, maar we laten ook zien wat de weduwen van Ierland voor onze cultuur hebben betekend. De ze relatief grote groep onafhanke lijke vrouwen speelde een niet weg te denken en zeer eigen rol in het maatschappelijk leven". „Onze produktie overspant een tijdsperiode van 2000 jaar. Het klinkt misschien wat opoe-achtig, maar de strekking luidt dat veran dering een wet van het leven is. Of het nu ten goede of ten slechte is, veranderen doet de maatschappij toch. Maar hoe zorg je ervoor dat verandering in groei resulteert? Om die vraag draait het, en natuur lijk niet alleen in Ierland". Minderheid Silvano Grozz-Melzo, initiatief neemster van de Spaanse bijdrage. <- Fragment uit 'Les Flammes de Soweto', een produktie uit Ivoorkust. ziet in het festival een mooie gele genheid om het oppervlakkige beeld by te stellen dat veel buiten landers van haar land hebben. Zij komt uit Barcelona, en leidt daar een overkoepelende organisatie voor Catalaanse groepen. „Flamen co. torro's en - o ja - was er ook niet iets met bomaanslagen?", zegt zij, „Daar houdt jullie kennis zo on geveer op. Het thema van het festi val, 'groei in een multiculturele sa menleving', sluit goed aan bij de dagelijkse problemen waarmee wij in ons gebied, Catalonië, leven. Wij behoren tot een culturele minder heid. Ooit was Catalonië onafhan kelijk en het liefst zouden we dat nog steeds zijn. Van regelrechte onderdrukking, zoals ten tijde van Franco, is gelukkig geen sprake meer. Wij kennen een zekere auto nomie, ook al is het een vanuit Ma drid gecontroleerde autonomie. Maar spanningen bestaan er nog steeds. Catalonië heeft veel indus trie. Veel Spanjaarden uit andere streken proberen hier dus werk te vinden. Onze taal spreken zij niet, en die willen ze ook niet leren spre ken. Integratie blijft uit". „En dan is er natuurlijk nog het fenomeen van het toerisme. Die grote stroom van zon aanbiddende buitenlanders aan de Costa Brava heeft natuurlijk invloed op onze cultuur. Welke precies? En: Wat MONS - In een klooster bij de Belgische stad Mons zijn eind vorige week de opnamen begonnen voor de Nederlandse speelfilm 'Honneponnetje'. Het is de derde film van Ruud van Hemert, diejioor Jos van Leeuwen wordt geproduceerd. De belangrijkste rollen worden vertolkt door Haiis Man in 't Veld, Herbert Flack en Marijke Merckens (v.l.n.r.). Op de voorgrond in het midden Nada van Nie, die de titelrol vervult. Foto anp» Vuurtorens van de Lage Landen DEN HELDER - Liesbeth List opende in het afgelopen weekeinde de tentoonstelling 'Vuurtorens van de Lage Landen', die in het Dorus Rijkers Reddingsmuseum in Den Helder wordt gehouden. De exposi tie is ingericht met werk van de schilder Helmut Ziegner en met mo dellen van vuurtorens. Liesbeth List kreeg van de kunstenaar een schilderij van de vuurtoren, waar in zij als kind is opgegroeid. (foto houdt die eigen cultuur eigenlijk in? Dergelijke vragen proberen we uit te diepen". Politiek theater, ook uit de Ivoor kust. „Les Flammes de Soweto", zo zegt artistiek leider Jean-Fran- cois Eyou, „is een document en een bijtende aanklacht tegelijker tijd. We baseren ons volledig op historische feiten. Aan de hand van het levensverhaal van Steve Biko, leider van het zwarte bewustzijn, tonen wy de achtergronden die van 16 juni 1976 tot 28 februari 1977 tot de opstanden in Soweto heb ben geleid. „Daarnaast tonen wij met behulp van flash-backs hoe de kolonise rende volken met alcohol en gewe ren de rust, de vrijheid en de een voud van het traditionele Afrika kapot hebben gemaakt. Slavernij en apartheid kreeg Afrika ervoor terug. Nog steeds, tot aan de dag van vandaag, worden zwarten ver volgd, leeft men in Soweto en an dere ghetto's opeengepakt als die ren in een dierentuin. Nelson Mandela zit in de gevan genis sinds 1963, Benjamin Molose werd gefusilleerd, de schurken van Johannesburg brachten Steve Bi ko om... Deze trieste, onloochenba re waarheden kunnen niet vaak ge noeg herhaald wordem Het Ama teurtheater Festival geeft ons de kans om voor een internationaal gehoor de stem van het lijdende, gemartelde Afrika te laten horen. Wonderen verwachten wij van ons optreden niet. Elke etappe op de lange weg naar de wereldvrede is Immigranten Spanje, de Ivoorkust en India (de tegenstellingen tussen de Hindoe- en de Moslimbevolking) konden moeiteloos met het thema van het festival aan de gang. Voor een land als Zweden lag dat heel wat moei lijker. „Immigranten leven er bij ons natuurlijk ook", zegt voorzitter Lennart Holmquist van de groep Teaterkangan uit de stad Fagelva- gen, „Maar hun aantal is klein. Na uitgebreid onderzoek moesten we concluderen, dat wij het onder werp voor een te klein publiek in teressant kunnen maken. Het leeft te weinig en onze manier van thea termaken staat of valt bij herken ning. Als we in Utrecht voor een publiek zouden optreden, dat voor het overgrote deel uit emigranten bestaat, ligt de zaak anders, maar dat is niet geval. Het bijzondere aan een festival als dit is toch datje mensen uit alle delen van de we reld ontmoet, die in het maken van toneel geïnteresseerd zijn. Daarom is het een uitgelezen plaats voor experiment. Wij experimenteren nu vijfjaar met het zogenaamde fo rumtheater, een op de theorieën van Augusto Boal gebaseerde me thodiek. De werkwijze is in het kort als volgt: eerst leg je tijdens een korte ontmoeting met het pu bliek de bedoelingen van de avond uit en doe je gezamenlijk een aan tal oefeningen, dan spelen we een kort stuk waarbij de afloop altijd tragisch is. Vervolgens voeren we het stuk nog eens op, maar nu heeft het publiek de kans om in te grijpen. De kijkers moeten met op lossingen komen; hoe voorkom je dat het mis gaat? De acteurs vol gen de aanwijzingen uit de zaal op, maar doen dat niet klakkeloos: het is hun taak om de problematiek complexer en complexer te ma ken. Zij dagen het publiek als het ware uit. Het is een pedagogische manier van theatermaker, die wij als zeer zinvol ervaren. Graag wil len we over het forumtheater van gedachten wisselen met andere theatermakers. Om de betrokken- OVERLEDEN - Peter Schidlof, de altviolist van het Amadeus- kwartet, is zaterdag op 65-jarige leeftijd in zijn vakantieboerderij in Sunderland in Noord-Enge- land overleden. Schidlof werd in Oostenrijk geboren en kwam kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog naar En geland. heid bij de voorstelling zo optimaal mogelijk te laten zijn, kozen we voor Utrecht voor een onderwerp, waar nou werkelijk de hele wereld mee te maken heeft: de tegenstellingen tussen man Onderzoek Cultureel bewustzijn, politiek engagement en theatraal onder zoek. Daar draait het bij dit festival om. Mocht één van die elementen overhoopt niet aanwezig zijn, dan lijkt het wel of de makers daar een beetje mee zitten. Zo zegt Norman McPhee, professioneel regisseur van de Amerikaanse bijdrage Seas cape, een stuk van de befaamde au teur Edward Albee (Who's afraid of Virginia Woolf„In Amerika ont wikkelen weinig groepen hun ei gen stukken. Wij willen wel, maar durven niet goed: Het publiek ver wacht van ons dat wij iets spelen dat al eerder is gedaan. In Europa ligt dat anders". Ook zegt hij: „Onze theaterge schiedenis is nog maar kort. De eerste pioniers die zich in Amerika vestigden, interesseerden zich niet voor toneel. Ze emigreerden uit landen met rijke tradities, maar na men die tradities niet mee. Toen veel later wel belangstelling voor toneel ontstond, moesten wij die draad met het verleden weer zien op te pakken. Mijns inziens leunen we nog steeds te veel op de traditie van onze grote broer aan de over kant van de oceaan, maar dat neemt niet weg dat er toch in een tijdspanne van nóg zo'n tweehon derd jaar enorm veel is bereikt. In dit grote land kom je vrijwel geen gemeenschap van enige omvang meer tegen, waar geen theatrale ac tiviteit wordt ontplooid". Opmerkelijk genoeg blijken er meer overeenkomsten dan ver schillen tussen het Japanse en het Amerikaanse amateurtheater te bestaan. „Het Noh en Kabuki thea ter", zo vertelt regisseur Chieo Shi- bano van de Japanse theatergroep Takebue, „zyn eeuwen oud en be roemd over de hele wereld. Het machtig worden van deze hoog waardige kunstvormen vereist weinig meer dan een mensenleven. Een zoon leerde het vak van zijn vader, en nam zijn rol over. Be hoorde je niet tot een theaterfami lie, dan kwam je er niet aan te pas. Ook in een ander opzicht is het tra ditionele Japanse theater voor maar een kleine groep. Omdat er oud-Japans wordt gesproken - Noh en Kabuki evolueerden door de eeuwen niet of nauwelijks - moetje met de traditie op de hoog te zijn, wil je de inhoud kunnen be grijpen". „Pas in 1868, toen de Japanse grenzen voor buitenlanders wer den opengesteld, begon het moder ne toneel zich onder Europese in vloed te ontwikkelen. Amateurto neel had je voor die tijd in Japan niet. Het hele toneelleven speelde zich voor kort uitsluitend in Tokio af. Amateurspelers imiteerden wat ze in Tokio zagen, het werkproces en de styl. Met de snelle economi sche ontwikkeling veranderde die situatie. Je hebt nu overal in Japan professionele theatergroepen, en ook het amateurtheater ging zich meer en meer verdiepen in de ge schiedenis en cultuur van de eigen streek". Een belangrijk aspect van het festival is ook dat het een beeld geeft van wat men in andere lan den onder amateurtoneel verstaat. Het verschil ten opzichte van be roeps zit allang niet meer alleen in het feit of acteurs een toneeloplei ding gevolgd hebben. Vaak zit het verschil erin of je de kost verdient met toneelspelen of niet. Dit crite rium geldt evenwel niet voor alle landen. John Ytteborg van het IATA over de verschillen tussen de deel nemende landen: „Gewoonlijk hebben de Oosteuropese groepen een heel hoog niveau, anders krij gen ze geen toestemming om naar het buitenland te gaan. Het is het hetzelfde als met sportmensen. Wanneer toneelgroepen eenmaal een bepaald artistiek niveau be reikt hebben, krijgen ze veel hulp en ze worden soms vrijgesteld om te repeteren. In landen als Zwitser land, Oostenrijk of West-Duitsland heb je de echte amateurgroepen. Ze krijgen vrijwel geen steun en zodra ze een zekere kwaliteit berei ken, willen ze geen amateur meer zijn. In Amerika zijn duizenden steden met alleen maar amateur groepen die de functie van het be roepstoneel hebben. Het etiket 'amateur' is wel eens een grote handicap voor onze organisatie, omdat het een term is geworden die duidt op inferieure kwaliteit". Vooroordeel Hoe onjuist dat vooroordeel kan zijn, blijkt uit het antwoord van de Indiaanse deelnemer op de op vraag naar de relatie tussen de be roeps- en de amateurtoneel in ei gen land geeft de regisseur uit In dia: „Wij denken dat het verschil overal in de wereld hetzelfde is. Het amateurtheater werkt vanuit een idee, een ideologie, of een maatschappèlijke overtuiging, ter wijl het professionele theater ge dreven wordt door maar één ding: geld. Wij zoeken de communicatie omdat wij menen dat wij iets te zéggen hebben. Wij doen dat, ook als we tegengewerkt worden door de regering.' Als je een overtuiging hebt, ben je niet bang. Het profes sionele theater volgt daarentegen uitsluitend de weg van het finan ciële gewin. In .Calcutta spelen een aantal professionele groepen avond aan avond voor volle zalen. Seks en geweld zijn hun ingrediën ten. Wat je ziet is dat met name ac teurs, die door het medium film zijn uitgekotst bij het betaalde to neel een onderkomen vinden". ADVERTENTIE De heer Ben El Bonne Leiden Geboren in Marokko. Volgde daar voortgezet onderwijs met Frans en Spaans als vreemde talen. Woont sedert 1973 in Nederland. Gehuwd met een Nederlandse, 2 kinderen. Deed bij "Boerhaave" MAVO; daarna VWO. Een jaar studie Eco nomie aan de Erasmus Universiteit. Sloot onlangs met succes de inten sieve opleiding af aan het Centrum Administratieve Vakopleiding voor Volwassenen. Goed voorbeeld van iemand - en dan nog wel uit het buitenland - die met vol harding zijn doel weet te bereiken. Ook als de werkgelegenheid weer wat toeneemt, blij ven goede papieren erg belangrijk. Zo vergroot b.v. een MEAO-diploma (met vakken als Informatica en Assuran tiën) uw kansen op een baan in economisch-administra- tieve en secretariële richting. Het volledige MEAO- diploma vergt 3 jaar studie maar u kunt het ook vak-voor vak doen. De studiemogelijkheden: VWO, HAVO, MEAO, MAVO, (volledig pakket of alle 29 vakken afzonderlijk), Neder lands voor anderstaligen. Ook intensieve cursussen (kortere studieduur). Meer inlichtingen, bel overdag 071-14 00 43 en 's avonds (ma, di, do) van 19.00-21.00 uur 071-15 55 66. Een informatiemap ligt voor u klaar. Inschrijven elke maandag en donderdag van 13.00 tot 15.00 uur Noordeinde 1-3 en van 19.00-21.00 uur Kagerstraat 7 (s.g. Louise de Coligny). Wacht niet te lang. Dag- en avondscholengemeen schap Boerhaave, rector: DJ. van Kooten, Noordeinde 1, 2311 CA Leiden, telefoon 071 - 14 00 43. VOLWASSENEN ONDERWIJS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 20