Veertigjarig India is mondiger geworden Op stap met groep 18 Minerva mateloos populair bij (vooral vrouwelijke) eerstejaars Moet Rajiv Gandhi terug naar de ideeën van zijn grootvader? ZATERDAG 15 AUGUSTUS 198f Met een champagne-ontbijt bij Quintus en een 'Frühstück ohne Zimmer' bij SSR is vanmorgen een eind gekomen aan de jaarlijkse 'Enige Leidse Commissie Introductie Dagen', kortweg El Cid genoemd. Ruim tweeduizend nieuwe studenten hebben de afgelopen week kennisgemaakt met Leiden en zijn universiteit. Verdeeld over tweehonderd groepen hebben ze geproefd aan alles wat het studentenleven te bieden heeft en zich verbaasd over de hoeveelheid terrasjes in Leiden. Een dag op stap met groep 18. De leden van groep 18 hadden afge sproken elkaar de volgende och tend om half negen te treffen op de stoepen van het Leidse station. Groep 18 is niet de enige die op dat idee is gekomen. Forenzen en ande re treinreizigers moeten zich letter lijk een weg banen om de hal van het station te bereiken. door Bart Jungmann Van alle groepen eerstejaars studen ten die tijdens de zogenaamde El Cid- week Leiden en zijn universiteit verken nen moet ongeveer tien procent het Sta tionsplein als trefpunt hebben uitgeko zen. Met in totaal tweehonderd groepen betekent dat dus twintig groepen en met een bezetting van al gauw tien leden per groep en ruim tweeduizend El Cid-deel- nemers betekent dat al gauw tweehon derd mensen. Maar de rijen zijn nu - we schrijven dinsdagochtend - al aardig uitgedund, zeker die van groep 18. De aftelsom van de tien kleine negertjes komt na één in troductiedag al uit op zes overblijvers. Alle beschuldigende vingers gaan in de richting van Minerva, het Leidse studen tencorps. Ook de vinger van mentrix Marijke Braaksma, die de zorg en de be geleiding van groep 18 op zich heeft ge- Populair Minerva blijkt weer mateloos populair onder de jongste aanwas studenten. Vol gens de leden van groep 18 hebben veel nieuwelingen de Leidse universiteit uit gekozen louter en alleen vanwege de aanwezigheid van Minerva. Marijke Braaksma - zelf geen lid van een studen tenvereniging - bespeurt vooral een op vallende belangstelling onder meisjes voor het corps, en ze oppert enigszins cynisch dat het lidmaatschap van de kroonprins daaraan niet vreemd zal zijn. Iedere dag gedurende de El Cid-week kan een aantal eerstejaars een gooi doen naar een plaatsje in de sociëteit aan de Breestraat. Velen mogen dan geroepen zijn, slechts weinigen zijn uitverkoren. En omdat wie het eerst komt ook het eerst maalt, staan de foeten in rijen voor de deur. "We hebben afgelopen maandag even bij Minerva rondgekeken", vertelt Mark Moolhuizen, één van de overgebleven le den van groep 18. "Ik geloof dat er al binnen een half uur geen mensen meer bij konden". Van het viertal afvallers van groep 18 heeft in elk geval één deze dag uitgetrokken om een voet tussen de deur bij Minerva te krijgen. Het kan de pret van Marijke Braaksma niet drukken: "Zo'n leuk groepje heb ik nog nooit gehad". Ze heeft zonder aarze len gehoor gegeven aan de lokroep van de Enige Leidse Commissie Introductie Dagen, de organisatrice. Als ieder jaar was het weer een groot probleem om ou derejaars studenten bereid te vinden in het kader van El Cid de nieuwelingen wegwijs te maken. "Ik heb het altijd heel gezellig gevonden. Het is dat ik vorig jaar niet kon, anders had ik het toen ook gedaan", aldus treedt Marijke Braaksma op als onbezoldigd pleitbezorgster. De introductieweek is opgedeeld in Veertig jaar geleden, op 15 augustus 1947, mocht India zich onafhankelijk noemen. De Indische overheid heeft tal van festiviteiten voorzien om die verjaardag luister bij te zetten. De euforie vestigt echter onvermijdelijk ook de aandacht op de interne problemen waarmee het bijna 800 miljoen zielen tellende land kampt. De huidige premier, Rajiv Gandhi, komt meer en meer tot de ontdekking dat de ideeën van zijn grootvader zo gek nog niet waren. door Bart Jochems Bijna veertig jaar na zijn geweldda dige dood lijken de ideeën van Ma- hatma (Grote Ziel) Gandhi door een groot deel van de Indische bevol king vergeten. De muren van de re geringsgebouwen worden ook van daag nog gesierd met zijn beeltenis, maar de portretten zitten onder een dikke laag stof. De naam van de Ma- hatma wordt regelmatig in toespra ken gebezigd, maar dat heeft veel weg van een rituele oefening zonder diepere betekenis. Toch lijken Gandhi's geschriften in het moderne India weer aan betekenis te winnen. De grootste uitdaging voor de veertigjarige natie is het bewaren van het geestelijk erfgoed en de integratie met invloeden uit het westen. Hoe moet in de toekomst de integriteit in de pol- tiek worden bewaard om het immense land te besturen? In hoeverre dient de westerse beschaving ingang te vinden in de Ipdische samenleving? De eerste minister-president van In dia, Jawarharlal Nehru, was weliswaar een volgeling van Gandhi's filosofieën, maar kwam al gauw tot de ontdekking dat ze in de praktijk niet eenvoudig toe pasbaar waren. Nehru redeneerde dat de strijd om de onafhankelijkheid van een heel andere orde was dan het opbouwen van een maatschappij. Wetenschap en technologie achtte hij de sleutels tot een modern India. Vanuit een sterk politiek machtscentrum moest een snelle indus trialisatie van India worden bewerkstel ligd. De premier stoelde zijn enthousias me op een groot vertrouwen in de wes terse technologie, de overtuiging dat de mens er de baas over zou blijven en de hoop dat daarmee oorlogen konden wor den vermeden. In die hoop werd Nehru teleurgesteld toen China in 1962 een invasie begon en het Indische leger, dat Nehru al snel na de onafhankelijkheid op poten had ge zet, ver werd teruggedreven. De Chine zen trokken zich uiteindelijk terug, maar Nehru had politiek gezien zware averij opgelopen. De voortdurende spanning tussen de nationale regering in Delhi en de deelstaatregeringen liep op. Bovenlaag Net als Nehru wil Rajiv Gandhi, klein zoon van Mahatma Gandhi, de Indische maatschappij van boven naar beneden opbouwen; eerst de bovenlaag van de bevolking, daarna de 'eenvoudige' bur ger. Net als Nehru heeft Rajiv een groot vertrouwen in technologische vooruit gang. De idealistische ideeën van Nehru deelt hij echter niet. Oorlogen, zo ver zucht de huidige premier, blijken steeds weer niet te vermijden: „We zien oorlo gen tenslotte nog steeds als de ultieme oplossing voor een conflict, ook als we het anders willen doen geloven". Critici van zijn stijl van regeren hame ren steeds weer op Gandhi's obsessie voor alles wat met techniek te maken heeft. Die kritiek is door een opposant ooit als volgt samengevat: "De premier en zijn middenstands-elite interesseren zich alleen voor het computertijdperk en niet voor de noden van het volk. Grootse Indische festivals worden in het buiten land georganiseerd, maar ze bekomme ren zich niet om iets als de toestand van het drinkwater op het platteland". Die boodschap gebruikte de oppositie met gi;oot succes in de dorpen. Diezelfde critici menen dat Gandhi in de nabije toekomst grote moeilijkheden staan te wachten. Moeilijkheden, die het volk doen beseffen dat de oude ideeën van de Mahatma zo gek nog niet waren. Het 'small is beautiful' doet weer opgeld. Dat is ook het wezen van India: zwakke macro- en sterke microstructuren. In interviews beweert de Indische pre mier dat zijn gedachten wel degelijk door grootvader Gandhi zijn beïnvloed, hoewel hij de Mahatma niet echt per soonlijk heeft gekend. Eén dag voor de moord op de 'halfnaakte fakir', zoals Churchill hem placht te noemen, nam Indira Gandhi de jonge Rajiv mee om de grote man te ontmoeten. De traditionele bloemenkrans had Rajiv in zijn knuist jes. Toen hij de krans aan de Mahatma presenteerde, vroeg deze: "Hoe denk je dat ik deze krans kan dragen? Op mijn hoofd?". Waarop de kleine Rajiv volgens de overlevering antwoordde: "Nee, dat kan niet, want u heeft geen haar". Kastenstelsel Rajiv heeft niet het idealisme van zijn grootvader, noch de politieke vaardighe den en intuïtie van zijn moeder. Hij de monstreert wel een rotsvaste overtui ging dat India moet veranderen, mee moet in de vaart der volkeren. Onder de aspecten van de Indische samenleving die hem niet kunnen bekoren valt het kastenstelsel. Zijn grootvader hield er een gematig der mening op na waar het de kasten be trof. Gandhi was geen absoluut tegen stander van het kastensysteem, hij ver klaarde immers eens: „Het kastenstelsel is de ruggegraat van India". Wel was hij een fel opposant van de mythen rond de zogenoemde paria's. Deze 'onaanraakba- ren' werden (en worden) gezien als on rein; als een paria alleen maar keek naar voedsel werd het besmet geacht. De scheiding tussen de kasten is nu veel minder scherp, volgens de wet be staan de kasten niet meer. Rajiv Gandhi zegt de visie van zijn grootvader over het kastenstelsel te delen, hij wil zelfs enke le stappen verder en naar een volledige afschaffing van het systeem. Maar geen regering kan menselijke vooroordelen door middel van een wet alleen ophef fen. De Indiërs kijken nu op elkaar neer om andere redenen, die vooral econo misch, religieus of taalkundig van aard zijn. Het rigide kastenstelsel is niet het eni ge probleem dat Gandhi hoofdpijn be zorgt. De traditie dat over corruptieprak tijken alleen zeer besmuikt wordt ge praat, wordt door de pers en lokale poli tici zonder meer aan de kant gezet. Die grotere openheid speelt de premier nu parten en doet hem vrezen voor een poli tieke ondergang. De meest gehoorde klacht tegen de re gering is ontsproten aan een rapport van het Internationaal Monetair Fonds,, waarin wordt geschat dat op privébank- rekeningen in Zwitserland ruim twee miljard gulden staat. Vele miljoenen gul dens hebben India illegaal verlaten en het volume is de laatste tijd sterk toege nomen. In Hongkong en Bahrayn zou een veelvoud van die twee miljard te vinden zijn. Mede schuldig Het zwarte geld wordt voornamelijk gebruikt voor omkoping van vakbon den, donaties aan verkiezingscampag nes en steekpenningen. Gandhi, zo luidt de beschuldiging, is daar mede schuldig aan. Hij immers heeft de afgelopen jaren een politiek gevoerd die zakenlui en cor rupte ambtenaren in eikaars armen dreef. De liberale economische politiek van het huidige kabinet legt hun geen windeieren. De oppositie is er nu als de kippen bij om Gandhi aan de schandpaal te nage len. Wist Indira Gandhi de in de loopgra ven verschanste politici handig tegen el kaar uit te spelen, Rajiv komt tot de ont dekking dat hij de oppositie te lang heeft doodgezwegen. Ook binnen zijn rege ring en de Congres(I)-partij botert het niet. Verschillende leden stapten op of werden door Gandhi eruit gezet. Minis ters leverden hun portefeuille in. Gandhi's belangrijkste opponent, pre sident Zail Singh, ruimde afgelopen juli het veld. Singh had ten minste drie ver zoeken gekregen van de oppositie om de premier te vervolgen wegens vermeende corruptiepraktijken. Ze hingen Gandhi als het spreekwoordelijke zwaard van Damocles boven het hoofd. Met de ver kiezing van de kandidaat van de Congre- s(I)-partij als president kreeg Gandhi het wat minder benauwd. De leden van de partij waren verplicht hun stem te geven aan 'hun' kandidaat, R. Venkataraman, en de oppositie was hopeloos verdeeld De benoeming van Venkataraman bete kende de eerste politieke overwinning voor Gandhi sinds lange tijd. Niet dat het zo eenvoudig zou zijn om de premier te wippen. De Congres(I)- partij heeft India bijna zonder onderbre king bestuurd en kan op het moment bo gen op een viervijfde meerderheid in het parlement. In het hedendaagse India is geen echt alternatief voorhanden en blijft de positie van de premier sterk; de Indiërs vereren een minister-president, uit welk kamp die ook afkomstig is. De premier vertegenwoordigt een macht op zich voor de Indiërs. Mondiger Hoe dan ook, een en ander leert wel dat de Indiërs veel mondiger zijn dan veertig jaar geleden. Misschien is dat het grootste compliment dat men het 40-jari- ge India maken kan: de democratie heeft vaste voet aan de grond gekregen. Vooral in de dorpen, waar de bevolking haar rechten kent en ter stembus gaat De kranten zijn steeds openlijker in hun kritiek op de hoogwaardigheidsbekle ders. Steeds meer Indiërs zijn bereid voor die democratie te vechten. Natuur lijk gaat het dan met name om het gelet terde deel van dë bevolking, de boven laag dus. Rajiv Gandhi moet intussen zeer op zijn hoede zijn; hij dreigt het contact met het volk te verliezen, kwade tongen be weren dat hij het al verloren heeft. Terug naar de ideeën van zijn grootvader? EXTRA blokken, waarbij puntsgewijs alle facet ten van het studentenleven aan de orde komen: overdag de serieuze, 's avonds wat luchtiger facetten. De groepen 1 tot en met 50 worden deze dag ingewijd in de geheimen van de universiteit en de sportieve mogelijkheden die de studen ten worden geboden. Uitrusten Als 's morgens om kwart voor negen de bezetting van groep 18 definitief blijft steken bij zes, wordt koers gezet naar het Gorlaeus-laboratorium aan de Was- senaarseweg. De grootste collegezaal die de Leidse universiteit te bieden heeft is nauwelijks voor een kwart gevuld. Ken nelijk hebben meer eerstejaars belang rijker dingen aan het hoofd dan univer sitaire voorlichting, al was het maar uit rusten van de vorige nacht. Twee leden van groep 18 zullen het ko mende jaar vaker in deze zaal vertoeven: Mark Moolhuizen en Celine Philips. Zij gaan rechten studeren. Dat ook de nieuwste generatie studenten massaal voor deze studierichting hebben geko zen heeft Caroline Sallé, een ander lid van groep 18, al ervaren. '-'Je wordt er haast gek van. Bijna iedereen die je vraagt wat ze gaan studeren antwoordt: rechten". Moolhuizen en Philips hebben er niet bepaald met volle overtuiging voor ge kozen. "Ik wilde iets algemeens. Bèta vakken vind ik ook wel leuk, maar dat is zo eenzijdig", zegt de een. "Ik wilde in elk geval studeren, maar ik wist niet zo goed wat, het was voor mij een kwestie van wegstrepen en rechten is overgeble ven", zegt de ander. Leiden was daarentegen voor zowel Moolhuizen als Philips een bewuste keuze. Een niet zo grote en overzichtelij ke stad, gunstig gelegen en er is genoeg te beleven. Philips: "Ik had alleen ge hoord dat er in Leiden zo veel meisjes studeerden. Zoals je in Delft voorname lijk mannelijke studenten hebt. Niet dat het me verder kan schelen, maar dat valt me toch ontzettend mee". Kamer Amsterdam als universiteitsstad was haar een paar maten te groot. "Dat is zo onpersoonlijk en bovendien heb ik het gevoel dat je daar constant met een mes op zak moet lopen". Celine Philips behoort tot de gelukki ge minderheid van eerstejaars die al be slag heeft gelegd op een kamer. Voor het tamelijk geringe bedrag van 295 gulden per maand bewoont ze een kamer aan de Oude Vest. Voorwaarde is wel dat ze in het weekeinde het veld ruimt. Voorlopig niet zo'n bezwaar, want die dagen wil ze nu toch in haar vroegere woonplaats Oss doorbrengen. Zoals het er nu naar uitziet, zal Mark Moolhuizen in september als spoorstu dent aan het studiejaar moeten begin nen. Maar wellicht niet voor lang. De da gelijkse reis vanuit Breda heeft hem op de urgentielijst van de Stichting Studen- tenhisvesting doen belanden. Tijdens deze introductieweek is hij terechtgeko men in het vangnet dat de El Cid-com- missie voor daklozen heeft gespannen: de gymnastiekzaal van scholengemeen schap Visser 't Hooft. Met honderd an deren in één zaal is er van slapen echter niet veel gekomen. Het is dat de harde collegebanken het verhinderen, anders zou Moolhuizen tij dens dit universiteitsgedeelte van El Cid wat slaap kunnen inhalen. De universi teit levert een uitermate suf en ongeïn spireerd visitekaartje af. Voorlichter Pieter Bückman draait een formeel praatje af, waarin hij het heeft over 'res tauratieve voorzieningen' als hij het res taurant in het Doelencomplex bedoelt. Na de pauze wordt de informatie zo mogelijk nog droger opgediend (en nog minder verstaanbaar) door Greetje En gelsman. De griffier van de universiteits raad verhaalt over deze raad en andere inspraakmogelijkheden binnen de uni versiteit, "ontstaan na de democratise ringsgolf in 1968, ongeveer de periode waarin jullie werden geboren". Een me dedeling die de interesse niet bepaald verhoogt. Hulpmiddel Het programma duurt veel korter dan de daarvoor berekende tijd en dus kan groep 18 zich overgeven aan een belang rijke tijdspassering tijdens El Cid: wach ten. Geen probleem, gezien het goede weer waarmee El Cid in het algemeen is gezegend. Alle leden van groep 18 roe men de hoeveelheid terrassen in Leiden. De verschillende groepen eerstejaars zijn zoveel mogelijk naar studierichting ingedeeld. Enerzijds kennismaken met I anders georiënteerde studenten, ander- I zijds studiegenoten leren kennen. Zo 1 zijn van de achttien nieuwe theologies- 3 tudenten in Leiden er twee in groep 18 te vinden: Irene den Ouden uit Woens- drecht en Caroline Salie uit Delft. Beiden hebben, in tegenstelling tot de meesten, vooral gekozen voor de univer siteit en niet zozeer voor de stad. De vrije studierichting, zoals die in Leiden wordt gedoceerd, sluit goed aan bij wat ze van een studie theologie verwachten. Er wordt geen Latijn of Grieks verlangd en dat komt Irene den Ouden goed uit. Bo vendien biedt deze studie perspectief in de richting van het welzijnswerk, en dat spreekt haar wel aan. Caroline Sallé heeft de studie niet zo zeer uit beroepsmatig oogpunt gekozen, maar meer voor zichzelf: als mogelijk hulpmiddel om antwoord te krijgen op allerlei levensvragen waarmee ze bezig is. Na een intensieve reclamecampagne in supermarkten en nieuwsbladen heeft ze in elk geval al beslag weten te leggen op een kamer aan de Breestraat. Irene den Ouden is nog steeds zoekende. Caroline Sallé's eerste indruk van de stad is een positieve. "Het lijkt me wel een leuke stad, een beetje zoals Delft. Ook het onderscheid tussen studenten en burgers datje bij ons hebt". Stond ze in haar vroegere woonplaats aan de bur gerkant, in Leiden zal ze vooral in stu dentenkringen verkeren. Bij dat ver schil, en de mogelijke problemen om dat te overbruggen heeft ze verder niet zo stilgestaan. Zoals alle zes leden van groep 18 daaromtrent geen uitgesproken ideeën hebben. Moolhuizen: "Daar wordt ook verder niet over gepraat. Al leen de burgemeester heeft het erover gehad bij het begin van El Cid". Verveling Het sportonderdeel 's middags besluit groep 18 unaniem in de buitenlucht af te werken. Het universitair sportcentrum wordt na een verkennend rondje al snel verruild voor het universitair water- sportcentrum aan de Dwarswetering in Leiderdorp. Aan zeilen bij De Blauwe Schuit wordt daarbij de voorkeur gege ven boven kanoën bij Levitas en roeien bij Asopos. Maar allereerst luidt het pa rool nog ruim een half uur wachten. De vloot van De Blauwe Schuit vaart ergens onbereikbaar op 't Joppe in Warmond en de motorboot die potentiële leden daarheen vervoert is nog lang niet in zicht. Eenmaal keurig verdeeld over alle bo ten levert het zeilen ook al niet veel ver tier op. Van wind is absoluut geen spra ke en de boten dobberen maar wat van oever tot oever. De dienstdoende schip per doet zijn uiterste best zijn tijdelijke bemanning warm te maken voor De Blauwe Schuit. Nadat hij herhaardelijk hoog heeft opgegeven van de gezellig heid en alle commissies binnen de ver eniging een paar keer de revue heeft la ten passeren is de verveling niet meer buitenboord te houden. Dus is het wach ten op de motorboot, die moet voorko men dat groep 18 wortel schiet in 't Jop- pe. Paul Weisscher en Marieke van Zan- ten vormen het geneeskundige deel van y de groep. Ook hier geldt: de een heeft een kamer, de ander niet. Weisscher zal voorlopig heel wat uurtjes tussen de rails moeten verblijven. Gezien zijn woonplaats (Eindhoven) had Maastricht meer voor de hand gelegen. "Maar dat ligt verder toch een beetje uit de richting en ik vond het wel leuk om naar de Randstad te gaan". Open deuren Dat vond! Marieke van Zanten ook, zij heeft Twente verruild voor een kamer in Oegstgeest. "Bovendien gaat iedereen uit Twente al naar Groningen", verklaart zij verder haar keuze. "Amsterdam is me te gevaarlijk en ik heb hier in de buurt ook wat familie wonen". Ze woont al een tijdje in Oegstgeest en kent Leiden dus al een beetje. Maar de georganiseerde kennismaking tijdens deze introductie week biedt haar toch voldoende nieuws. Niemand van groep 18 heeft spijt van deelname aan El Cid. "Het valt me alleen op dat de nadruk zo ligt op de studenten verenigingen", plaatst Irene den Ouden er een kanttekening bij. "Maar er gaan toch deuren open die anders voor je gesloten blijven. Ik heb nu Minerva van binnen gezien", ver woordt Caroline Sallé het algemene ge voelen. "En je leert op deze manier toch wat mensen kennen. Anders ben je met een zo'n eenling". El Cid-mentrix Marijke Braaksma rechts) met groep 18 in het Gorlaeuslaboratorium. In een V-vorm van links naar rechts: Caroline Sallé, Celine PhilipsIrene den Ouden, Marieke van ZantenMark Moolhuizen en (staand) Paul Weisscher. <foto Loek zuijderduim

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 19