TAD LEIDEN Alles gedaan wat God verboodmaar op nette manier LEIDSCH DAGBLAD Leidenaar 'Japie van alle dagen' wil boek uitgeven over zijn wisselvallig bestaan 1 i actie! in vrije lijill Gelukkige afloop van botsing op Churchilllaan Jongeren Advies Centrum krijgt onderdak in pand Breestraat Blikseminslag s ZATERDAG 8 AUGUSTUS 1987 LEIDEN - Japie van alle weken: voormalig textielhandelaar te Leiden en omstreken, standwerker, gelegenheidszanger, veiling meester, voordrachtskunstenaar op feesten en partijen en al dat tijdelijke dat hij gedurende zijn 72 levensjaren tegen het lijf mocht lopen. Wat plaats had tussen het moment dat Japie als twaalfde in een gezin van dertien kinderen in de Bouwelouwen- steeg het levenslicht mocht aanschouwen en zijn huidige oude- dagbestaan op een bovenwoning in de Huizingastraat, staat zorg vuldig genoteerd. Wanneer een uitgever is gevonden, wil Jaap zijn geschiedenis voor het nageslacht in boekvorm vastleggen. Opdat de humor van vroeger niet in de vergetelheid raakt. 'Mijn leven' moet het boek gaan heten, of misschien 'Zo was het' of 'Het buitengebeuren van ome Jaap', ach de titel van het werkje doet er niet veel toe. Wie Jaap een uurtje toestaat over zijn boek te praten - trek er maar gerust een middag voor uit - kijkt veel nieuwsgieriger naar de inhoud er van uit. Pontificaal midden in zijn kamer gezeten op zijn vaste stek met uit zicht op het muurschildje 'Geniet van het leven, het duurt maar even' wordt de verslaggever toegespro ken. Éen bonk energie en levens lust. Japie brengt zijn leven als een standwerker aan de man en wisselt door Gert Visser zijn verhaal af met zelfgeschreven rijmen uit vroeger tijden die hij op verheven toon voordraagt. "Ach meneer, ik heb alles gedaan wat God heeft verboden, maar wel steeds op een nette wijze", stelt hij met genoegen vast. En naarmate ome Jaap in zijn element komt, vervagen de scheidslijnen tussen fantasie en werkelijkheid. "Waar ik het vandaan haal, ik weet het niet, geloof me: ik zit ge woon te fantaseren", maakt de arg-. waan in de luisteraar wakker dat hij voor de gek wordt gehouden maar voordat een listige vraag hier over helderheid kan brengen, is ome Jaap al twee verhalen verder. De gebeurtenissen volgen elkaar in hoog tempo op en de verslaggever staat weinig anders te doen dan het verbale geweld op aangepaste snel heid in het notitieblok onder te brengen. Een bonte verzameling uitspraken en anekdotes is het re sultaat. Gitaar Hermanus Stikkelorum is zijn ware naam. Het 'Japie' dankt hij aan de man die hem zijn entree in de handel verschafte. Het begon al lemaal zo'n slordige zestig jaar ge leden toen de 10-jarige Hermanus hand- en spandiensten verrichtte voor een Rijnsburgse groenteboer. "Na een paar weken zei die man dat ik wel voor mezelf kon begin nen. Dan kreeg ik een paar zakken komkommers mee die ik aan de man moest brengen". De komkom mers maakten al spoedig plaats voor een door een schoonzuster be schikbaar gesteld koffertje met knopen, spelden, kammetjes en meer van dat soort zaken waarmee de jonge koopman langs de huizen trok. De handel werd muzikaal be geleid met gezangen als 'Het vis sersmeisje' en 'Donkerrode rozen' en dat verleidde menig huisvrouw er toe het een of ander bij het ven tertje aan te schaffen. Wat de scho ne stem van het jochie daar aan bij droeg, is niet duidelijk maar de za ken gingen zeer voorspoedig. Doorgaans was het koffertje 's avonds leeg. Japie ontdekte de mogelijkhe den van zijn stem en breidde zijn repertoire uit met opera en geeste lijke liederen die voor de gegoede burgerij aan de Oude Vest onder begeleiding van een zelfgemaakt instrument ten gehore werden ge bracht. Deze concerten brachten al snel een paar halve centen op. Nog later werden ook buitenlandse werkjes en een heuse gitaar inge lijfd. "Of ik gitaar kon spelen? Om de dooie dood niet, ik sloeg maar wat op die snaren. Maar ik deed het ook voor niets moet je weten. Dan zong ik een Frans liedje maar die taal kon ik natuurlijk ook niet goed spreken. Ik brabbelde maar wat maar toch wel begrijpelijk". Naarmate Japie ouder werd, na men zijn zangprestaties indruk wekkende vormen aan en kwam hij voor goed gevulde zalen te staan. "Dan zong ik de Parelvissers of het Ave Maria. Nou meneer, dan kon je een speld horen vallen, ze zaten met open monden te luiste ren. Je kon er zo een sinaasappel in gooien. Weet u, dat was mijn geluk, dat ik dat allemaal kon en aan dorst". Onder zijn gehoor mocht hij ondermeer Mary ('Rietje') Beij aan de Langestraat, nu meer be kend als de Zangeres zonder Naam, rekenen. "Ze had toen iets aan haar been, dan kroop ze over de grond naar het raam om mij te horen zingen. Is gebeurd hoor". Paard Maar terug naar de tijd dat Japie nog gewoon Herman heette. Na de deurhandel met zijn koffertje kwam Hermanus te werken bij De Mooy die op de Nieuwe Rijn met bloemen op de markt stond. De restanten van de nering mocht de jongste werknemer 's avonds mee naar huis nemen. "Dan vulde ik die grote augurkenblikken met water en daar gingen de bloemen in. Op een zekere dag was ik daar mee be zig toen ik bij het,visfontein in het water flikkerde. Éen van de men sen die me er uit haalde was de standwerker Van Gelder. Hij vroeg me een paar dagen later om bij hem te komen werken. Voor twee kwartjes, twee koppen koffie en een gevulde koek per dag. Daar moest ik 's ochtends om half negen voor beginnen met het halen van twee koppen koffie bij café De Kroon. Die Van Gelder die heette op de markt 'Japie van alle weken' (op de markt) en daar heb ik mijn naam aan over gehouden. Een gou deerlijke man die van mij een koopman voor het leven heeft ge- Japie: "Het was mijn geluk dat ik dat allemaal kon en aandorst". maakt. Dan stond de handel uitge stald en liep er nog geen kip op straat. Maar ik begon al: achteruit mensen, achteruit, de koopjes stra len u weer tegemoet". Het uitbreken van de oorlog maakte een einde aan de straathan del van Japie. Hij ging kelneren in een café aan de Beestenmarkt. Uit die periode in zijn leven stamt het verhaal van het paard: "Ik werkte daar een half jaar toen ik voor de deur een boer met een paard zag lopen. Die boer was compleet laze- rus. Ik vraag die man of ik dat paard kon kopen en voor 500 gul den werden we het eens, inclusief de pet en de zakdoek van die boer. Wist ik veel dat die man daar zo vaak zijn neus in had gesnoten, het ding was helemaal glibberig. Afijn, ik loop even later met dat paard over de Apothekersdijk toen ik moest plassen. Ik bind het paard even vast aan de bumper van een auto en terwijl ik sta te plassen rijdt die auto weg met dat paard er aan vast. Ik er achter aan, weet die auto staande te houden, krijg ik nog een mevrouw van de dierenbe scherming op me af. Dat paard was net een wandelende kapstok, je kon je hele garderobe aan de uit stekende botten ophangen. Komen wij langs de groentekraam van Ti- nus Vinken voor het stadhuis, vreet dat paard zo een hele kist met appelen leeg. kostte me nog 150 gulden 'want anders verzuip ik je in de Rijn', zei Tinus". Na een roemruchte tocht door Leiden en een bezoek aan het toen malige Elisabethgasthuis aan de Hooigracht zou het paard 's avonds in de woonkamer van het gezin Stikkelorum gestald worden maar dat ging mooi niet door. Misschien mede door het ontbreken van een passend onderkomen voor het dier, wisselde het een dag later op de achter ee.n café in de Narmstraat van eigenaar voor een bedrag van 1000 gulden, maar niet zonder de deur van deze uitspanning in een poging om los te breken onherstel baar te verminken. 'Spinazie' Wanneer Japie dieren tegen het lijf liep, gebeurden ei wel vaxer merkwaardige dingen. "Loop ik na het kelneren bij de Zijlpoort, kom ik daar vijf losgebroken koeien te gen. Ik zeg tegen een voorbijgan ger, laten we die beesten even naar de politie brengen. Gewoon, voor de gein. Wij naar de Zonneveld straat en jagen die beesten het poli tiebureau binnen. Al die agenten nieuwsgierig, die koeien worden zenuwachtig en binnen korte tijd staat de vloer onder de dunne spi nazie. Sindsdien kennen ze me wel bij de politie". Japie lacht, zijn aan tekeningen blijven ongebruikt op tafel liggen, het verhaal staat onuit wisbaar in zijn geheugen gegrift. Ome Jaap slaat een luttel aantal jaren over en komt terecht bij het avontuur van de wolf met de zeven geitjes. Getooid met een gehuurde wolfskop ("heeft me nog 250 gul den gekost") dreef hij zijn zeven aangelijnde geitjes onder veel be kijks door de stad. Het span zou de tocht beëindigen op het Russisch biljart van een koffiehuis aan de Rijnsburgersingel waar de geitjes onder protest van de eigenaar de 'ballenla' vol pisten. "Er moet toch wat te lachen zijn, aan al die kouwe kak hebben de mensen niets", rela tiveert Jaap. Geluk De oorlogsjaren drukten een somber stempel op het uitgelaten leven van de vrolijke handelaar. Hij werd opgepakt en naar een kamp in de Peel gestuurd. "Op een gegeven dag werd ik uit mijn cel gehaald en ik dacht al: dat is het dan. Maar het bleek dat die Duit sers hadden vernomen dat ik kon zingen. Dus ik zingen in die eetzaal wat mij een zekere positie ver schafte in het kamp zodat ik niet meer door de bewakers werd ge controleerd. Zodoende kon ik brood meesmokkelen voor de jon gens en kregen ze het toch een beetje beter. Ik bedoel maar, dat je toch zoveel geluk hebt in het le- Na drie maanden kamp, keerde Japie naar Leiden terug. Om de draad weer op te pakken en een lange rij van nieuwe bezigheden aan te vatten. Als controleur fietste hij de boeren in de regio af om vast te stellen hoeveel voer zij voor de koeien moesten toegewezen krij gen. Uit de losse pols, vanzelfspre kend, Japie maakte er geen ge woonte van de veestapel zelf in ogenschouw te nemen: "Deze man gaat niet in de stal kijken, dat zal best wel goed zijn. En dan schreef ik zo'n briefje uit waarna ik bij ver trek in m'n fietstassen melk, boter, kaas en krabbetjes vond. Nou, dat was smullen thuis". Later werd hij chef voedselvoorziening op de uit- deelpost Garenmarkt in welke functie hij diverse onderduikers aan voedsel wist te helpen. Stuiver "Kort na de oorlog stond ik in Den Haag als standwerker bij het centraal station boekjes te verko pen. 'De negerhut van oom Tom', 'Winnetou' en meer van dat soort. Van die flinterdunne boekjes. Ik probeerde mijn handel aan de man te brengen maar de animo leek niet erg groot. Tot ik er aan toevoegde dat er in die boekjes ook stond dat Hitler was gevonden. Ik weet niet hoe ik er op kwam. Het flapte er zo maar uit. Nou ik kwam handen te kort om het geld aan te pakken". Jaren na de oorlog begon Japie zijn eigen textielzaak in de Ketel- boetersteeg met 160 gulden die hij van de gemeente had geleend, de winkel werd door toenmalig bur gemeester Van der Willigen ge opend. Zijn bijzondere contacten met het gemeentebestuur ("die wethouder Menken, dat is zo'n peer voor me geweest") had Japie overgehouden aan zijn bemoeie nissen met het rampenfonds voor Zeeland ten tijde van de waters nood. Later overigens, zou Japie zelf de politiek ingaan als voorzit ter van de plaatselijke afdeling van de Boerenpartij. "Dan zette ik voor de partij een advertentie voor op het Leidsch Dagblad waarin werd verwezen naar een advertentietje binnen in. En daar prees ik dan m'n handel aan". De zaken gingen goed, zo goed "dat ik schatrijk had kunnen zijn. Maar ik ben geëindigd zoals ik be gonnen ben: zonder een stuiver. Maar ach, ik ben rijk hoor. dat ik er zo uitzie, dat ik niet ziek ben en veel hulp krijg van de mensen om me heen". Negen jaar geleden leg de Japie van alle dagen zijn handel neer. De winkel - met "directoires waarin je voor en achteruit in kan zwemmen" - werd weggesaneerd. In de tussentijd was hij ook nog 40 jaar lang voorzitter van de markt en straathandel geweest. Sinds zijn pensioen doet Japie het wat kalmer aan. Waar nodig mag de buurt op zijn welgemeende sociale zorg rekenen en op verzoek zet hij nog wel eens wat levenslo pen op rijm ter ere van een feeste lijke gebeurtenis. Bij tijd en wijle laat hij zich verleiden tot een optre den als veilingmeester voor het één of andere goede doel. Want Japie praat makkelijker 1000 gulden bij elkaar dan een ander een tientje. "Ik riep een bod en dan wees ik daar gewoon iemand uit het pu bliek bij aan. Zonder dat die wat gezegd of geboden had. Maar op het laatst zaten ze er wel aan vast. Voor de kerk in Leiderdorp heb ik zo nog 32.000 gulden bij elkaar ge haald". Humor Wellicht dat al die vrije tijd Japie toch parten is gaan spelen en hem heeft gebracht tot het schrijven van een boek. De lege uurtjes en soms 's nachts wanneer de slaap niet wil komen, worden gevuld met het noteren van zijn levens loop in een bescheiden kladblokje. De opbrengst van het boek - hoe kan het ook anders - is bestemd voor een goed doel: de dubbel ge handicapte kinderen. En mis schien, laat Japie doorschemeren, volgt er nog wel een volgend boek. Dat Leiden voor ogen houdt hoe gemoedelijk het er vroeger in de stad aan toe ging. "Want de humor van vroeger meneer, die bestaat niet meer. Die gezelligheid, de mensen die elkaar hielpen, dat is er niet meer bij". Maar je zal er Japie niet over horen klagen. "Ik heb zo veel mee gemaakt en het heeft me ook wel eens vreselijk tegen geze ten. Maar ik heb er altijd de humor van kunnen inzien. Ik blijf optimis tisch. Want als je dat niet doet, kan je net zo goed ophouden". Foto-expositie In de hal van het stadhuis is van 10 tot en met 31 augustus een foto-expositie te zien van de Leid- se Lakenfeesten. De in zwart-wit uitgevoerde serie werd door de Leidse fotograaf Rene Pieters in opdracht van de Leidse VVV ge maakt. De expositie geeft een zo compleet mogelijk beeld van de viering van de Lakenfeesten. Het accent ligt echter bij de activitei ten waarin de vele deelnemers een belangrijke inbreng hebben gehad. De expositie is dagelijks gedurende de openingsuren van het stadhuis te bezichtigen. LEIDEN - Omdat het wegdek door een forse regenbui glad was gewor den, is gisterochtend op de Chur chilllaan een kettingbotsing ont staan, die weliswaar veel materiële schade, maar geen noemenswaar dig persoonlijk letsel tot gevolg had. Het ongeluk gebeurde ter hoogte van de Verdistraat, waar twee voet gangers wilden oversteken en de voetgangerslichten in werking zet ten. De lichten voor het verkeer gingen op rood en een 29-jarige au tomobiliste uit Zoetermeer stopte. Een achter haar rijdende auto, be stuurd door een 37-jarige Rotter dammer stopte eveneens. Een 23- jarige Amsterdammer, die met zijn vrachtwagen achter deze tweede auto zat, remde eveneens af, maar door het gladde wegdek kregen zijn banden geen greep op het as falt. In volle vaart klapte hij op de auto van de Rotterdammer. De klap was zo hevig dat de kof ferbak van deze wagen volledig werd ingedeukt en in feite op de achterbank terechtkwam. Op die achterbank zat een kind van één jaar dat overigens geen letsel op liep. Dat was volgens de politie te wijziging van het bestemmings plan van woon- naar bedrijfsfunc- tie nodig. Afhankelijk van of tegen zo'n wijziging bezwaarschriften worden ingediend en gerechtelijke procedures gevoerd, kan dat enke le maanden tot enkele jaren duren. Pas nadat het bestemmingsplan is gewijzigd, kan de LVP haar in trek in het PTT-pand nemen; tot die tijd zullen de popmuzikanten in het Witte Poortgebouw moeten blijven. De restauratie hoeft daar door volgens Vervest in eerste in stantie geen vertraging op te lopen. "Het zou mogelijk zijn dan eerst een deel van de kazerne te restaure ren en wel de rechterflank, die door het vertrek van het JAC het eerst vrijkomt". De LVP zal het gebouw aan de Middelstegracht moeten delen met twee andere gebruikers. De ge- LEIDEN - De schoorsteen van een woning aan de Merelstraat in Lei den is gistermorgen omstreeks half elf getroffen door de bliksem. Er ontstond een gat in het dak en een begin van brand. De brandweer rukte wel uit, maar hoefde volgens een woord voerder van de politie, niet in actie te komen. meente is volgens Vervest in on derhandeling met een aannemers bedrijf. dat zich op de benedenver dieping wil vestigen. Op de eerste verdieping, waar de LVP wordt on dergebracht, is plaats voor nog een derde, nog nader te bepalen bedrijf of instelling. De kosten van de aan passing van het PTT-gebouw belo pen volgens Vervest "een paar ton". LEIDEN - Het Jongeren Advies Centrum (JAC), nu nog gevestigd in de Witte Poortkazerne aan het Noordeinde, verhuist naar ver wachting eind deze maand naar de Breestraat. De gemeente wordt voor een bedrag van 163.500 gul den eigenaar van het voormalige onderkomen van platenzaak Plato en verhuurt het aan het JAC. Het JAC had het pand in de Bree straat in eerste instantie zelf willen kopen, maar kon op puur formele gronden geen gemeentegarantie krijgen omdat niet precies duide lijk was welke bijdragen zij van omliggende gemeenten zullen ont vangen. Toen is voor bovenge noemde constructie gekozen. Voor de verbouwing en aanpassing van het Plato-pand is zo'n 26.500 gul den beschikbaar. danken aan het feit dat het kind in een kinderzitje zat. De personenauto vloog door de klap achterop de auto van de Zoe- termeerse. Ook die auto werd vol ledig vernield. De vrachtauto was inmiddels op de linkerrijbaan te gen de voetgangersverkeerslichten geklapt waarachter de twee voet gangers zich* nog net in veiligheid konden brengen. Door de kracht van de ketting botsing zijn de zitplaatsen van de bestuurders van de twee personen auto's losgescheurd en achterover geslagen. Beiden klaagden over pijn in de nek en zijn door de EHD onderzocht. (foto Jan Holvast) Behalve het JAC, moet ook de Leidse Vereniging van Popmuzi kanten (LVP) de Witte Poortkazer ne uit. Het gebouw moet na een grondige restauratie, die bijna vijf miljoen gulden vergt, onderdak gaan bieden aan de Woningbouw vereniging Leiden. De LVP ver trekt naar het voormalige PTT-ge bouw aan de Middelstegracht. Wanneer dat gebeurt, is volgens F. Vervest, plaatsvervangend chef van de gemeentelijke directie ge bouwen, nog een open vraag. Voor de komst van de LVP naar de Mid delstegracht is volgens hem een STAD LEIDEN STAD TE 1 DE N STAD LEIDEN STAD LEIDEN STAD LEIDEN STAD LEIDEN STAD LEIDEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 9