De lange zit naar het beloofde strand ZATERDAG 8 AUGUSTUS 1987 PAGINA 21 Ongetwijfeld zijn er talloze vakantiegangers die alleen al bij de gedachte het heen-en-weer krijgen. Maar anderen zweren juist bij de pendelbus naar Spanje. Degenen die vliegangst hebben bijvoorbeeld. Zoals ook de toerist die gewend is op de portemonnee te letten er niet voor terugschrikt vele uren in de bus te zitten. „Wie spreekt van een pleziertocht overdrijft, zoals ook degene overdrijft die het heeft over een lijdensweg. Je spaart honderden guldens uit, vliegreizen zijn belangrijk duurder. Maar je moet wel weten waar je aan begint. Iemand die gewend is in luxe hotels te overnachten moet ook niet in een tent gaan zitten.". Massa's Nederlanders kopen als het ware de Spaanse zon, om het cha grijnige klimaat dat deze zompige kleidelta teistert enkele weken te ontvluchten. Volgens een in 1986 ge houden NIPO-onderzoek liet 22 pro cent van de Spanje-gangers zich vo rig jaar per bus naar hun vakantiebe stemming i door Gerard van Putten „Nog altijd gaan de meesten per vlieg tuig. In cijfers uitgedrukt ruim achten veertig procent van de markt": weet Frank Kraan, marketing-manager van Bex Busreizen uit Alphen aan den Rijn. „Maar als je naar diezelfde cijfers van het NIPO kijkt, dan zie je ook dat er de laatste jaren sprake is van een verschui ving van vliegtuig naar bus. In 1985 ging nog vijfenvijftig procent van de Spanje- gangers met het vliegtuig, terwijl toen twintig procent in de bus stapte". Deels hangt die verschuiving van vliegtuig naar touringcar volgens hem samen met de slankere portemonnee waarmee menigeen het vandaag de dag moet doen, naar zijn mening deels ook omdat alom het inzicht begint te rijpen dat de bussen vergeleken met vroeger veel meer comfort bieden. Kraan laat weten dat de buspendel de kostenbesparende variant is op de stelre gel ,tijd is geld'. Wie bereid is meer tijd te investeren in de transfer naar het vakan tie-adres, houdt meer geld over voor het verblijf ter plaatse. ,,Ga je met z'n vieren, dan betaal je al gauw duizend gulden minder dan wanneer je per vliegtuig gaat. Hoe je het ook bekijkt, vliegen is re latief duur. Een last-minute vlucht naai de Costa del Sol kost 769 gulden per per soon. Dan heb ik het over een achtdaagse reis voor een "ramsj-prijs. Voor een tien daagse reis naar de Costa Brava ben je in het hoogseizoen 499 gulden per persoon kwijt, als je de nachtpendelbus neemt. Een verblijf op basis van volpension. Het is dan ook niet vreemd dat de pendel on derhand een gigantische markt is gewor den, waarop vooral die mensen zich be wegen die zo goedkoop mogelijk ergens naartoe willen". Gêne Een gezien haar tongval deftige Al- phense dame heeft kennelijk met enige géne gebruik gemaakt van de voordeel aanbieding. Althans, ze hangt haar vrien din het volgende verhaal op: „Gisteren kwam ik nog een kennis tegen. Die vroeg hoe laat ik naar Spanje zou vertrekken. Om half tien, antwoordde ik. Nou, zei hij toen, dan kun je om een uur of half drie al in de zon liggen. Ik heb hem maar niet verteld dat ik met de nachtbus naar Spanje ging". De weg naar de Costa Brava kan hij on derhand dromen, de 42-jarige Eindhove- naar Wout Ophorst. Als internationaal chauffeur in loondienst bij de Roelofa- rendsveense busonderneming BOVO stuurt hij die vrijdag zijn bus „voor de ze venentwintigste keer in dit seizoen" op de Spaanse Costa Brava aan. Het was vroeg dag voor hem. Om zeven uur ging Ophorst de deur uit om vanuit het Bra bantse op tijd ,de Veen' te bereiken. Hij is er zo een van het type dat hecht aan de blijmoedige levensfilosofie: een dag niet gelachen is een dag niet geleefd. Vandaar ook dat Ophorst moet grinniken als hem de vraag wordt gesteld of hij dat op en neer rijden tussen zijn woonplaats Eind hoven en werkplaats Roelofarendsveen zo langzamerhand niet beu is. Dat ritje stelt toch geen moer voor, zegt Ophorst. Geen haar op zijn hoofd die er dan ook aan denkt om naai Zuid-Holland te ver huizen. „Als ik het aantal kilometers op tel dat ik per jaar met de bus afleg, dan ligt de Veen naast mijn deur". Zijn gelegenheidsmaat voor deze trip heet Erik van Beek. 36 jaar oud en woon achtig in Oude Wetering. Wouts vaste metgezel op de Spanje-trajecten heeft zich ziek gemeld. Exact op reisschema chauffeert Van Beek klokke half elf de touringcar perron N van het Leidse bus station binnen. Ze draaien nog 'ophaal dienst'; op de route naar het vaste verza melpunt Sevenum moeten de opstap plaatsen Rotterdam en Dordrecht nog worden aangedaan. Voor de volledig heid: in Leiden geeft de teller een stand van 42042 kilometers aan. Lange zit Vrijdagmiddag 3 uur. De koffers zijn overgeladen van de ophaalbussen naar de pendelbussen, de passagiers dito. We laten de Brabantse vlek Sevenum voor wat die is, nu pas begint'de lange zit naar Spanje. Chauffeur Wout Ophorst pakt de microfoon. Even rijst het vermoeden dat Ophorst een perfecte imitatie weggeeft van voetbaltrainer Kees Rijvers. Een misverstand, zoals naderhand zou blij ken, Ophorst praat echt zo. „Dames en heren", klinkt het plechtig, „we hopen u morgenochtend rond tien uur bij uw ho tel af te zetten". Aan boord wordt gekoeld bier en limo nade verkocht. Voor de passagiers die een voorkeur hebben voor iets warms is er soep en koffie. Om de tijd te doden zul len er vanavond videofilms worden afge draaid: eerst een komisch avontuur van Stan Laurel en Oliver Hardy, en vervol gens één van de vier afleveringen van Po lice Academy. Ophorst heeft intussen Van Beek afge lost. De tachograaf gebiedt dat chauf feurs op trajecten als deze vier uur op en vier uur af gaan. „Dat is het absolute maximum", vertelt Van Beek, nu bezig met het serveren van drank en soep. „Die tachograaf', zegt hij ook, „registreert al les. Hoe lang je rijdt, hoe lang je stilstaat. Als je je daar niet aan houdt, loop je de kans aan de grens gepakt te worden. Op rij- en rusttijden wordt scherp gelet. Daarom kappen we na vier uur met rij den, dan gaan we naar bed". Die rustplaats bevindt zich achter een luik, terzijde van de bus. Erik van Beek en Wout Ophorst zeggen er geen moeite mee te hebben hun ogen onderweg te sluiten, maar ze kennen collega's die de hele rit amper een oog dichtdoen. „Die kunnen niet slapen door dat monotone geluid van de motor. Gelukkig zijn wij zo onder zeil". Verzoek Een vriendelijk doch dringend ver zoek aan de heren onder de negenen veertig passagiers: „Wilt u, als u gebruik maakt van het chemisch toilet, vooral zit tend plassen. Anders wordt het daar een smerig voetbad. Als u klaar bent, dan graag de klep dichtdoen en op de knop drukken. En dan nog iets: graag zouden we zien dat u uw grote boodschap pro beert binnen te houden tot de volgende stop". Spreker van deze woorden, Erik van Beek. Hij vindt dat chemische toilet een praktische uitvinding. Het reinigen er van is een kwestie van een put opzoeken, de schuif opentrekken, een emmer water erover en klaar is Kees. „Ik moet zeggen dat men zich in het algemeen houdt aan ons verzoek. Trouwens, voor iemand met een beetje lengte is het onmogelijk om er staande te plassen". Dat weten we dus ook weer. Zoals we intussen ook op de hoogte zijn van het wel en wee van alle denkbare vorsten huizen en van nagenoeg alle gebeurte nissen tijdens de Eerste en Tweede We reldoorlog. De informant is Leidschen- dammer Schaffers, geschiedenisfreak bij uitstek en verzamelaar van alles wat los en vast zit aan vorstenhuizen. Bij ie der plaatsnaambord dat opdoemt, raad pleegt hij ook de landkaartjes van zijn zakagenda. Want Schaffers houdt van opschieten. Wat hem betreft kunnen er niet genoeg snelwegen worden aange legd. het liefst zes- of nog meer baans. „Zo'n verdomde tractor houdt de boel maar op en hoe langer het oponthoud, hoe korter de vakantie". Vrijdagavond half zeven. De Spanje- gangers worden gedropt in een restau rant in Luxemburg-stad. Het bedienend Op weg naar Blanes: vakantiegangers van diverse pluimage zijn 32 uur op elkaar aangewezen. personeel doet goede zaken, omdat zo wat iedere passagier ervan was uitge gaan dat er ergens in Frankrijk gegeten zou worden. Geen Belgische of Luxem burgse francs derhalve in de beurzen, maar er mag ook met Franse valuta wor den betaald. Alleen, zegt de Luxemburg se serveerster, we kunnen u geen geld te ruggeven als u met Franse francs betaalt. En dat betekent voor haar kassa, aange zien een bord patat met schnitzel 62 Franse francs kost en er telkens met bil jetten van honderd wordt betaald. ..Dit is natuurlijk geen stijl", vindt de deftige dame uit Alphen aan den Rijn. „Maar verder heb ik niets te klagen. Het valt me tot nu toe allemaal mee. Ik heb dit nooit meegemaakt, ik heb alles van horen zeggen. En de een vindt het prima om met de nachtbus te reizen, de ander vindt het niks. Ik vind datje in het leven alles een keer moet meemaken, daarom heb ik voor deze reis geboekt". Inpakken Erik van Beek uit Oude Wetering: "Na vier uur kappen we met t dan gaan we naar bed". De Franse grens wordt ditmaal zonder oponthoud gepasseerd, maar soms kun nen Franse en ook Spaanse douaniers geduchte lastpakken zijn voor beroeps vervoerders. Ophorst en Van Beek ken nen evenwel hun pappenheimers, ze zijn ervaren genoeg om te weten hoe deze grensbewakers kunnen worden inge pakt. „We stoppen ze de nodige blikjes bier in hun handen. Dat scheeltje bij de afhandeling van de douaneformaliteiten anderhalf a twee uur. Geef je ze niks, dan loop je de kans dat ze een intensieve pas poortencontrole gaan houden. Of ze la ten je alle koffers openmaken. Nou, wij geven liever een paar blikjes bier weg dan dat we veel tijd verliezen. Er is ook nog zoiets als een schema waarop je rijdt". Ze zeggen van hun werk te houden. Ophorst en Van Beek. „Hoe gek het ook klinkt, het is een hobby van me. Ik rij graag", zegt de laatste. De heren vervoe ren 's winters wintersporters, terwijl ze 's zomers twee keer per week op en neer rij den naar en van Spanje. Spaans be nauwd hebben ze het daar overigens nooit van gekregen. „Vele mensen ver onderstellen dat dit zwaar werk is, maar dat is het helemaal niet", vindt Ophorst. „Het is alsof ik thuis in de stoel naar de tv zit te kijken. Het beeld is alleen groter en het programma gevarieerder". De zeventienjarige Monique Boekhout uit Alphen aan den Rijn gaat voor het eerst zonder ouders met vakantie. In haar gezelschap bevindt zich haar even oude vriendin Mariel Leenen. Ze hebben geboekt voor zeventien dagen Blanes. Monique: „Ik wilde eigenlijk met het vliegtuig naar Spanje, maar dat zagen mijn ouders niet zitten. Ze vonden het beter dat ik met de bus ging, omdat het eten bij deze reis zit inbegrepen. M'n ou ders waren bang dat ik in Spanje niet zou eten en nu moet ik dat drie keer per dag doen. Thuis doe ik dat nooit. Het gekke van het hele geval is dat m'n ouders ook de busreis niet zagen zitten toen mijn vriendin en ik er uiteindelijk ja tegen zei den. Twee meisjes alleen in het buiten land, dat vonden ze veel te gevaarlijk. We hebben moeten beloven dat we uiterlijk half twaalf 's avonds op onze hotelkamer moeten zijn en dat we geen jongens op onze kamer toelaten. Alsof we niet op onszelf kunnen passen". Mariel Leenen weet al wat het is om met de nachtpendelbus te reizen. Vorig jaar is ze er al een keer mee naar Oosten rijk geweest. „Dus weet ik al dat ik de he le nacht niet zal slapen, dat kan ik nu een maal niet in een bus". En inderdaad, de hele nacht kijkt ze over de schouders van chauffeurs Van Beek en Ophorst mee naar de chaos die in Frankrijk wordt veroorzaakt, als daar de hele santenkraam op de eerste dag van augustus de vakantiekleren heeft aangetrokken. De Autoroute du Soleil slaapt toch al nooit, maar nu iedereen in de rij staat om een plaatsje aan de Cóte d'Azur of de Spaanse costa's te bemach tigen raakt deze tolweg zo verstopt door het verzamelde blik dat er eenvoudig geen doorkomen aan is. „Een file tot aan de Spaanse grens die nog vóór Dijon be gon, een file van zevenhonderd kilome ter, dat heb ik nog nooit meegemaakt", verzucht Ophorst, die toegeeft dat dit toch wel iets anders is dan thuis op je ge mak naar de tv kijken. Nee, dit is afzien. En er moet nu ook worden afgezien van zelfs het ongunstig ste reisschema. De gebruikelijke wegres taurants kunnen niet worden aangedaan. Als gevolg van „deze overmacht" zien de chauffeurs zich genoodzaakt bij andere pleisterplaatsen te stoppen. „Het zijn niet de beste restaurants, maar je kunt de mensen ook weer niet al te lang in de bus laten zitten". Gezegd moet worden dat het wegres taurant in de buurt van Dijon alles biedt behalve kwaliteit. Zo hij zulks al heeft nagestreefd, moet de kok zijn aspiraties om ooit toe te treden tot de haute cuisine jaren geleden voorgoed op een zacht pit je hebben gezet. Alleen al de aanblik van de frites doet menigeen huiveren. Niet ten onrechte ook wordt het goedje dat als café au lait over de toonbank gaat door een Schiedamse pendelaar bestempeld als 'zelfmoordkoffie' Stoppelbaarden Zaterdagmorgen 2.30 uur. De manne lijke kaken, bij het vertrek nog zo glad geschoren, gaan nu deels schuil achter stoppelbaarden. En okselfris voelt de bus zich ook niet meer: bij hen die de slaap nog niet hebben kunnen vatten, is het verlangen naar een douche en schoon ondergoed groot. Chauffeur Wout Op horst waagt een blik op z'n horloge: „We hadden nu in Lyon moeten zijn en daar zitten we nu nog 124 kilometer vandaan. Dit is pure overmacht. Je kunt je daar over opwinden, maar daar heb je alleen jezelf mee". Benul voor tijd en plaats is vergaan na een hazeslaapje. Iemand die wel bij de pinken is weet te vertellen dat het zater dagmorgen half acht is. Conclusie: vol gens schema moeten we nu dicht in de buurt van de Spaanse grens zijn. Erik van Beek haalt ons uit de droom. Voorlo pig niks geen vamos a la playa, „we zit ten net zeventig kilometer achter Lyon". Pas uren later, rond half vier 's mid dags, bereikt het gezelschap de Spaanse grens. Ook Leidenaar Klein, reizend met vrouw, zoon en dochter, begint het dan een beetje 'zat' te worden. Voor het eerst van zijn leven zal hij zich straks laten bruinen door de Spaanse zon. „Het heeft allemaal langer geduurd dan verwacht, maar hier kan niemand iets aan doen. Maar ach, alles is voor mij beter dan het vliegtuig. Voor geen prijs stap ik daar Klein vertolkt de stemming in de bus. Het ongerief van het lange zitten wordt zonder gemok gedragen. Voor Erik van Beek - die onderweg ontelbare blikjes cola heeft achterovergeslagen - reden om zijn publiek na 1569 kilometer rijden, hobbelen, optrekken en stilstaan uitbun dig voor het betoonde geduld te bedan ken. Overboekingen Eindelijk ligt het dan voor ons, na wel geteld tweeëndertig uur bussen: het be loofde land of beter: het beloofde strand. Maar Blanes biedt ook minder prettige attracties, afgaande op de verhalen aan gaande overboekingen die worden opge dist door de Nederlanders die er al de no dige dagen Spanje achter de rug hebben. Zo heeft de hotelier met wie de Alphense touroperator Bex een relatie onder houdt, enige Belgen bij gebrek aan ruim te in de kelder gestopt. „Overboeken, dat doen die Spaanse hoteliers bewust", is de uitleg van mar keting-manager Frank Kraan. „Dat werkt zo: ze hebben bijvoorbeeld een ac commodatie van honderd bedden. En dan sluiten ze met pakweg drie tourope rators een contract af voor veertig bed den. In wezen verkopen ze dus honderd twintig bedden omdat ze ervan uitgaan dat er annuleringen binnenkomen. Maar als die er niet zijn komen de moeilijkhe den. Ik sluit niet uit dat er Spaanse hotel iers zijn die gereserveerde kamers verhu ren aan anderen, omdat die bereid zijn een hogere prijs te betalen. Om dergelij ke moeilijkheden zoveel mogelijk te on dervangen, hebben wij in Spanje een agent zitten, een Spanjaard. Want een Nederlander mag nog zo goed het Spaans beheersen, een Spanjaard zal een Spanjaard altijd als een serieuzer ge sprekspartner accepteren. De hotelier krijgt van ons van tevoren via de telex een kamerlijst. Hij moet die reserverin gen via diezelfde telex bevestigen". Terug naar Blanes, waar de vertrek kende vakantiegangers op een publica tiebord lezen dat het tijdstip van de thuisreis is verschoven van zaterdagmid dag 18.00 uur naar de kleine uurtjes van de vroege zondagmorgen. Dit. is de con sequentie van het oponthoud op de heenweg, overeenkomstig de voorschrif ten dienen de chauffeurs tussen heen- en terugreis acht uur rust te nemen. Een Zoetermeerse roept voortdurend dat ze dit niet pikt en ook later zal ze zulks nog vele malen herhalen, zij het bij voorkeur als de chauffeurs zich niet in haar nabij heid ophouden. En terwijl het merendeel van dit gezelschap wel begrip opbrengt voor de langdurige vertraging, uit ook een Katwijkse familie haar ongenoegen. Ze hadden om tien uur 's morgens al de kamer moeten verlaten en nu pas, meer dan een halve etmaal later, worden ze op gehaald. In de bus laat de vrouw des hui zes luidkeels weten niet naast vreemden te willen zitten, maar uiteindelijk neemt ze dan toch plaats. Vervelend „Mensen", roept chauffeur Jan van der Veer uit Oude Wetering door de micro foon, „we vinden het vervelend dat u zo lang hebt moeten wachten, maar al van vóór Dijon hebben we op de heenreis in een stress-achtige situatie verkeerd. In uw en in ons belang hebben we acht uur gerust". De vaste maat van Jan Broeders uit Raamsdonksveer betuigt later zijn spijt dat hij is uitgevallen tegen een al te bijde hante passagier die zijn toespraakje had onderbroken met het volgende staaltje anti-humor: „Man lui niet, je moet plank gas geven en niks anders". Van der Veer betreurt het uren na het voorval dat hij hierop had gereageerd met de venijnige woorden: "Als het u niet bevalt in deze bus gaat u maar lopen". „Ik vergat mezelf even", zegt Van der Veer uren later, „maar ik zat er ook hele maal tegenaan. Op de heenreis was het optrekken en stilstaan, doodziek werden Jan en ik ervan. De ene sigaret stak ik met de andere aan, als gevolg van de spanning. Ga maar na, het laatst hadden we warm gegeten in Luxemburg, daarna hebben we alleen maar op bekertjes soep en een sateetje geleefd. Die rust van acht uur was dus broodnodig, voor alles geldt bij ons de veiligheid van de passagiers en onszelf. Ik heb ze gezien hoor, de Engelse chauffeurs die na al die uren rijden met een weer rechtsomkeer maakten omdat ze de boot naar Engeland moesten halen. Onverantwoordelijk zijn die mensen, ze plegen roofbouw op zichzelf en ze bren gen hun passagiers in gevaar". Vele uren later, ergens ter hoogte van Nancy, zegt Van der Veer: „Nu begint het voor ons chauffeurs moeilijk te wor den. Je begint het huis te ruiken en juist dan moet je je concentratie bewaren". Hij slaagt daar gelukkig in, zoals ook zijn maat Jan Broeders en zijn collega's Wout Ophorst en Erik van Beek. Als ze de ver zamelplaats Sevenum na drieënvijftig werkuren hebben bereikt, zegt Van Beek: „Als ik van de week iemand tegen kom die erover klaagt dat-ie een kwartier voor de Brienenoordbrug heeft moeten wachten, dan zal ik, dan zal ik..„ach, laat maar zitten, laten we deze rit maar zo snel mogelijk vergeten. Dit was niet nor maal meer".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 21