'De kerkdienst op radio 4
valt als steen in stille
vijver
De pot op in München
ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1987
KUNST
PAGINA 25
Programmamaker Memio Feenstra en de 'radio-bacterie':
HILVERSUM - Luisteraars van
'Diskotabel' en 'Operamatinee' zul
len het zich nauwelijks voor kun
nen stellen, maar Menno Feenstra
heeft ooit nog popprogramma's op
Hilversum 3 gepresenteerd. "Ik
wilde zang studeren in Londen. Na
het examen moest ik nog een paar
maanden wachten op de officiële
toelating aan het conservatorium
en in die tussentijd zag ik in de
krant een advertentie waarin de
NCRV een omroeper-presentator
vroeg. Ik solliciteerde, werd aange
nomen en na korte tijd had ik de
radio-bacterie te pakken. Als je
met die ziekte besmet bent staat al
les wat je doet in het teken van 'de
radio'. Ik heb toen maar besloten
niet naar Londen te gaan en van
dat besluit heb ik nog geen mo
ment spijt gehad".
door
René T'Sas
Bij het begin van Hilversum 4
stapte hij van de NCRV (waar hij
allerlei soorten programma's ge
presenteerd had) over naar de NOS
om er zich uitsluitend aan de klas
sieke muziek te wijden.
Het idee voor 'Diskotabel' ont
stond na een bezoek aan Radio
WQXR, een klassieke zender in
New York. Feenstra: "Daar maakte
ik de opname mee van een pro
gramma dat 'On first hearing' heet
te. In een ouderwetse studio zaten
drie mensen achter een tafel. Ze
luisterden - onvoorbereid - naar
nieuwe platen en gaven daarover
hun mening. Die wijze van 'recen
seren' vond ik erg objectief. Je
wordt op die manier niet beïnvloed
door je voor- of afkeur voor een be
paalde artiest".
De eerste 'afleveringen van 'Dis
kotabel' leunden nog vrij dicht te
gen het Amerikaanse voorbeeld
aan, maar al gauw kreeg het pro
gramma een eigen vorm. Het panel
werd op een bepaalde manier sa
mengesteld en 'de vergelijking'
(waarbij meer opnamen van het
zelfde werk met elkaar worden ver
geleken) deed haar intrede.
Afwisseling
Over de samenstelling van het
programma vertelt Feenstra: "Ik
krijg nooit zomaar platen toege
stuurd van de platenfirma's. Uit de
lijsten die regelmatig worden ge
publiceerd, kies ik wat ik denk te
kunnen gebruiken. Daarnaast put
ik, voor de vergelijking, uit mijn ei
gen platenverzameling. Belangrijk
is dat je zorgt voor afwisseling, dat
alle genres binnen het bestek van
een paar maanden aan bod komen.
Bovendien zorg ik ervoor dat de
platen die ik aan het panel laat ho
ren min of meer gelijk zijn ver
deeld over de verschillende fir
ma's. Dat lukt niet altijd, maar in
principe vind ik dat je van het ene
label niet meer nieuwe platen moet
presenteren dan van een ander".
„Platen die naar mijn mening op
voorhand al afgaan, probeer ik bui
ten 'Diskotabel' te houden. De pla
ten die ik kies moeten iets opwek
ken. Een .nieuwe opname die
slecht is, komt pas in het program
ma als ze op een intrigerende ma
il vindt het ook wel leuk om pa
nelleden op het verkeerde been te
zetten?
"Daar heb ik plezier in, ja. Als
een panellid eens een enkele keer
afgaat heeft de luisteraar niet
steeds het gevoel dat hij de enige is
die niet weet van wie een bepaalde
compositie is".
"Op die manier zou ik nooit e
programma samenstellen."
Een zucht. "Ik heb er vroeger al
tijd met constante ergernis naar ge
luisterd. Als ik een platenprogram-
ma tussen 10 en 12 uur zou moeten
Menno Feenstra is presentator, programmamaker, producer en re
gisseur bij de NOS (Radio 4). Hij studeerde eerst economie, daarna
zang. Hij produceert en presenteert 'Diskotabel' en 'Operamatinee'
en is betrokken bij de voorbereiding van de PromeNos-concerten.
De liefde voor de klassieke muziek kreeg hij van zijn moeder mee,
die zangeres was. Per dag is hij tien tot twaalf uur met muziek
bezig. Alleen in de vakantie is de muziek taboe. Dan blijft zelfs de
transitorradio stom.
Naast de muziek gaat zijn grootste passie uit naar het theater (hij
speelt bij de Gooise 'Plankeniers') en reizen. Over theater zegt hij:
"Van het moment dat het licht uitgaat, het doek opgaat word je -
als het goed is - bij de hand genomen door de gebeurtenissen die
zich op het toneel afspelen. Je beleeft de emotie mee van een ander,
bent even weg van je eigen problemen. Ik denk dat een mens dat
nodig heeft". En over reizen: "Ik vind het heerlijk om 800 kilometer
te rijden op de grote baan, alleen met jezelf bezig te zijn, dingen te
verwerken waar je anders niet aan toe komt. Vakantie, reizen is
ideaal om geestelijk orde op zaken te stellen".
Dat hij niet altijd mee kan dis
cussiëren vindt hij wel moeilijk.
"Ontzettend moeilijk. Je moet erg
voorzichtig zijn, alleen al door de
wijze waarop je een bepaalde plaat
introduceert kan je een bepaalde
sfeer scheppen. Ik geef alleen mijn
mening over een plaat wanneer ik
meen dat de panelleden er een ont
erecht oordeel over geveld hebben.
Per slot van rekening ben ik de eni
ge die de hele plaat heeft gehoord".
Bij de samenstelling van 'Ope?ö-
matinee' laat Feenstra zich vooral
leiden door opnamen van onbe
kende opera's. "Toen ik met het
programma begon was er haast
geen opera te beluisteren op de ra
dio. Nu is er echter zo'n toevloed
van opera dat ik het niet langer tot
mijn taak reken om de bekende
opera's uit te zenden. Een nieuwe
opname van 'La Traviata' bijvoor
beeld komt pas dén in het pro
gramma als er iets bijzonders mee
aan de hand is".
Bij het voorbereiden van de pro
gramma's gaat het grootste deel
van de tijd zitten in de research.
"In Londen heb ik net de nieuwe
'Groves' aangeschaft. Alles wat ik
vind over muziek, opera's, compo
nisten, zangers, koop ik. In Lon
den, maar ook in Duitsland, vind je
een schat aan informatie over mu
ziek. De Duitse werken zijn meest
al zeer 'gründlich', maar dat heb je
ook nodig. Als je bij een opera een
leuk, luchtig verhaal wilt vertellen
moet je goed weten waar je het
over hebt".
Ergernis
Feenstra bestempelt zichzelf als
'een platengek'. "Als ik de lijsten
doorneem ben ik altijd vreselijk
nieuwsgierig hoe de platen zullen
klinken. Nieuwe platen beluister
ik dan ook meteen als ik thuiskom.
Heerlijk is dat".
samenstellen, zou ik altijd kiezen
voor het uitzenden van volledige
werken. Ik zou proberen echte 'ra
dioconcerten' samen te stellen. Als
je weinig tijd ter beschikking hebt,
kun je nog altijd kiezen voor een
korte volledige sonate in plaats van
voor een deeltje uit een groter
werk. Maar ik ben ermee opgehou
den me aan dat soort programma's
te ergeren toen bleek, uit de luis
tercijfers, dat die programma's
heel goed worden beluisterd. De
luisteraars vinden het blijkbaar
aardig. Al ben ik wel blij dat we bij
de NOS met dat soort, cijfers geen
rekening hoeven te houden".
In vergelijking met buitenlandse
klassieke zenders komt Radio 4 er
zeker niet slecht af, vindt Feenstra.
"Maar is er geen andere buiten
landse klassieke zender die het
presteert om ook programma's als
'Het levende woord' of 'Onder de
hoogtezon' uit te zenden. Dat men
bovendien in de NOS-zendtijd, op
zondagochtend, ook nog eens ging
inbreken om kerkdiensten uit te
zenden daar heb ik het heel erg
moeilijk mee gehad. Wij trachtten
een goede, gecomponeerde zondag
te maken en dat werd zomaar van
hogerhand doorbroken. Die kerk
dienst valt als een steen in een stil
le vijver. Het is echt een blok op de
maag".
Elmer Schónberger schreef ooit
dat de programmering op Radio 4
slecht is. dat er geen samenhang in
zit. dat het een ratjetoe is.
"En daarin heeft hij niet hele
maal ongelijk. Maar dat is nu een
maal inherent aan ons omroepsys
teem. Als programmaker kun je
dan twee dingen doen: of je ergert
je konstant en je gaat weg, of je
blijft en je probeert er het beste
van te maken."
"Ik weet het niet. Als je de
sen bij elkaar zou zetten die nu j
gramma's maken voor Radio
je best tot een goede programme
ring kunnen komen, denk ik. Maar
die programmering wordt nu nog
teveel overheerst door omroeppoli
tieke zaken. Ik heb de indruk dat
sommige bazen, zoals Paul Holaar
van de NCRV, eigenlijk van Radio
4 af willen. Programmamakers
daarentegen laten zich maar door
één gedachte leiden: hoe ziet mijn
programma eruit? Zij letten veel
meer op een artiestiek samenhan
gend geheel".
Het is zeker niet zo, stelt Feen
stra, dat de Tros - wat Radio 4 be
treft - per definitie de meest oninte
ressante programma's maakt. "Ik
heb bij de Tros al programma's ge
hoord die heel experimenteel wa
ren. Documentaires die heel goed
gemaakt waren". Toch blijft de
VPRO één van zijn favoriete Radio
4-omroepen. "Wat de VPRO brengt
is misschien niet altijd e
maar het is wel altijd interessant
inspirerend".
"Houden van is niet het juiste
woord denk ik. Ik houd niet
Morton Feldman zoals ik van Mah-
Ier houd. Maar wat Feldman doet als maatgevend v<
riode te nemen, terwijl de eerste ja
ren dat hij voor de Nederlandse
Operastichting werkte toonaange
vend waren. Toen zat de hele we
reld te kijken naar wat er in Am
sterdam gebeurde. Er is toen in de
Stadschouwburg opera gebracht
De hys-
vind ik wel waanzinnig interes
sant. Toen ik vijftien was hoorde ik
voor het eerst de 'Kindertotenlie-
der' van Mahler. Van 'houden van'
was toen ook nog geen sprake
maar ik vond die muziek wel inte
ressant. Daardoor ben ik ze vaak o
gaan beluisteren. Ik speelde de lie- op het allerhoogste
deren door, zong ze zelf en nu houd
ik ervan. Het heeft allemaal te ma
ken met een zekere code. In eerste
instantie vind je een bepaalde code
boeiend. Je probeert ze te vertalen,
ze op te lossen. En dan komen op
den diiur de emoties. Als je een
maal de codes van Schönberg be
grijpt, ontdek je dat die man supe-
remotionele muziek gecompo
neerd heeft".
terie die er nu in Nederland is ont
staan over wat Mortier in Brussel
doet is volkomen onterecht. Dat er
in Brussel belangwekkende en
prachtige opera's gemaakt worden
zal ik niet ontkennen, maar ik heb
er ook zeer zwakke dingen gezien.
Een 'II Trovatore' waar de honden
geen brood van lusten. Maar, nieu
we bezems vegen schoon en dus
heeft heel Nederland zich een paar
jaar geleden en masse op Brussel
gestort. Jan van Vlijmen heeft nu
het gevoel dat hij tegen de Munt op
moet boksen, maar dat is helemaal
niet zo. Hij heeft een andere pro
grammering, een andere manier
van opera maken dan Mortier. Hij
kan er rustig naast gaan staan, laat
hij alsjeblieft niet hetzelfde willen
doen".
Radio 4 loopt zowat over van de
programma's die zijn samenge
steld met verschillende deeltjes uit - bieden
zenderredactiewaar al
vaak om geroepen is. uitkomst
Vocale muziek
Met vuur vertelt hij hoe sommige
muziek (bijvoorbeeld de uitvoe
ring van Mahlers Vierde, in het
Concertgebouw, onder Leonard
Bernstein) hem als het ware boven
de werkelijkheid uit kan tillen.
"Alles valt van je af. tijd bestaat
niet meer. Ongelooflijk! Maar dat
overkomt me alleen in een concert
zaal, nooit bij het beluisteren van
een plaat. Dat schitterende mo
ment waarop je de muziek, in zo'n
prachtige zaal als het Concertge
bouw, hoort ontstaan is niet te
evenaren. Zelfs niet door de prach
tigste cd".
De meeste emoties worden bij
hem losgemaakt door vocale mu
ziek. "Dat heeft met het karakter
van de stem te maken. Een symfo
nie, hoe prachtig ook, zal me nooit
in tranen brengen, maar bij bepaal
de liederen, of slotactes van ope
ra's weet ik: zo meteen is het raak".
Wanneer het Amsterdamse Mu
ziektheater, en de kwaliteit van de
Nederlandse opera ter sprake
komt, zegt Feenstra: "Ik weet niet
of Nederland er zoveel op vooruit
gegaan is sinds de Roo (de voor
ganger van Jan van Vlijmen -red).
MUNCHEN (RTR) - Franse dames
namen Hem mee naar de kerk,
Duitsers zaten erop om aan de oor
logsinspanning bij te dragen en te
dere zielen haalden hun neus voor
hem op. Potten, groot en klein, wit
en versierd, hebben eeuwenlang
hoge nood gelenigd - en aanleiding
gegeven tot gegniffel. Nergens
misschien meer dan in de Beierse
hoofdstad München, waar Manfred
Kiauda het volgens hem eerste
nachtspiegelmuseum ter wereld
op de benedenverdieping van zijn
huis heeft geopend.
Klauda's collectie omvat 5.000
potten, waarvan er 600 permanent
te zien zijn. Er zijn een 2.000 jaar
oud urinaal van groen glas uit het
oude Rome. een pot voor 'hem' en
een pot voor 'haar' voor jongge
huwden en een negentiende-eeuw-
se Duitse 'muzikale pot' voor kin
deren bij. "Druk en werk op deze
pot en verlicht de boer zijn lol",
luidt in vrije vertaling het opschrift
op een van de potten. "Dit was een
type", zegt Klauda, "dat in, de Eer
ste Wereldoorlog werd gepropa
geerd om de boeren aan mest voor
hun akkers te helpen. De nacht
spiegel is een van de oudste ge
bruiksvoorwerpen van de bescha
ving. Stukken ervan zijn gevonden
in grafkamers van Egyptische fara-
pop
En
The Bears
Grossieren in
gitaarfratsen
The Bears (import)
The Bears is een nieuwe groep,
geformeerd rond gitaargooche
laar Adrian Belew. Belew heeft
een lange staat van dienst bij Bo
wie, Zappa, Talking Heads en
Laurie Anderson. Zijn solo-car
rière is ondanks drie spectaculai
re platen vol gitaarimitaties van
krijsende meeuwen, trompette
rende olifanten en briesende
neushoorns nooit goed van de
grond gekomen.
Nu probeert hij het met een ei
gen groep. In de Rolling Stone
verklaarde Belew dat The Bears
een echte groep vormen. Van zo
maar een projectje van Belew of
een toevallige samenkomst van
muzikanten is geen sprake.
Daaruit kan worden afgeleid dat
het heropgerichte King Crimson,
waar Belew vaste man was, op
zijn gat ligt. Dat i
The Bears maken zeker voor
Belew-begrippen ongecompli
ceerde feestrock, barstensvol hu
mor en fantasieteksten. We moe
ten het nu stellen zonder de niet
te reconstrueren interacties tus
sen Crimson-drummer Bill Bru-
ford en Adrian Belew. Bears-
slagwerker Chris Aduser slaat
rechttoe-rechtaan en «rolt samen
met bassist Bob Nyswonger een
tapijtje uit waarop Belew zich
heerlijk kan uitleven. Op andere
stukken neemt Belews gitaar
geen centrale plaats in en blijft e
niet meer dan een liedje ove:
dat voldoet op deze plaat
het spelplezier van afstraalt. De
lol staat voorop.
Toch grossiert Belew weer in
de van hem bekende gitaarfrat
sen. Hoe hy het allemaal voor el
kaar krijgt, weet alleen hijzelf,
maar aan zijn toch al gigantische
verzameling klanknabootsingen
voegt hij er moeiteloos weer tal
loze toe.
De andere Beren zijn Belews
vrienden die nooit verder zijn ge
komen dan uit tafels bestaande
podia in kroegen en clubs. Dat is
zo nu en dan, zeker in de slaggi
taarpartijen van Rob Fetters, te
horen. Echt storend is dat niet.
Bij The Bears nemen ze het niet
zo nauw met de akkoordjes. Een
leuke plaat. Niet meer, niet min
der. Zelf heb ik er moeite mee
dat Belew zo bewust lager grijpt
dat hij kan.
WK
nos zit meer structuur dan in de
muziek van de heren. Ska en reg
gae vormen de hoofdmoot van
deze Lp, maar voor totaal andere
stijlen is ook een plaatsje inge
ruimd. Een beetje UB-40 hier,
een beetje Imca Marina daar. Het
geheel maakt dan ook een rom
melige indruk. Zonnige klanken
zonder dat je er al te bruin van
wordt.
Eerder wit van ellende. Want
behalve de ontbrekende samen
hang, zijn de nummers niet om
aan te horen. Deuntjes van het
goedkoopste soort.' De irritatie
wordt ook opgewekt bij het be
luisteren van de zang. De heren
zingen weliswaar niet vals, maar
wel in het Spaans. Dat is een taal
die in de popmuziek niet thuis
hoort. Evenals die schorre, hese
stemmen die zo typerend zijn
voor de Zuid-Europese vocalist.
Alleen de technische prestatie
van het trio is redelijk, maar ook
niet meer dan dat. En daar koop
je geen plaat voor.
Os Paralamas do Sucesso Heartland
Geen taal voor
de popmuziek
Bombastische
fraaie zang
'Os Paralamas do Successo'
(EMI)
Wielrennen kunnen ze wel in
Spanje, dat hebben we onlangs
in de Tour de France nog kunnen
zien. Het was een en al 'Eviva Es-
pagna' met die klimgeiten. Maar
van popmuziek hebben de Span
jolen geen kaas gegeten. Als je
tenminste op de prestaties van
Os Paralamas do Sucesso af
moet gaan. In een uitstapje met
Club Escolette naar Torremoli-
'The window speaks' (CBS)
Wat jammer toch dat platen
maatschappijen af en toe wat
laks zijn met het afdrukken van
wat achtergrondinformatie op de
binnen- of buitenhoes van een lp.
Zoals bij de schijf van Heartland.
Nergens staat te lezen wie de
zang voor z'n rekening neemt.
Een foutje van CBS. Als het nou
nog om een bekende band ging
valt zoiets te billijken, maar wie
Het zou wel eens een Duitse
groep kunnen zijn. De plaat is in
elk geval bij onze Oosterburen
geperst en de namen van de
bandleden wijzen ook in Teuto-
nische richting. De muziek is bo
vendien behoorlijk bombastisch,
iets waar de Duitsers altijd een
handje van hebben gehad.Wk
mag dat wel. Een flink pompen
de, zware toetsenondersteuning
gaat er altijd in. Als het maar niet
overdreven is, zoals het opschep
perige gebral en het ziekelijke
pathetische geloei van Alphavil-
le.
Heartland blijft met 'The win
dow speaks' echter ruim binnen
de grenzen van het aanvaardba
re. Goed gedoseerde bombasti
sche begeleiding die uitstekend
past bij de fraaie, hoge zang. Het
stemgeluid doet wel wat denken
aan dat van Geoff Downes, de
vroegere zanger van de Buggies
en (eventjes) van Yes. De muziek
zelf heeft wat weg van diezelfde
Buggies en van het Duitse Pro
paganda. En bij vlagen neigen de
nummers naar de wat meer ge
polijste Amerikaanse rock. Af
wisselende en prima in het ge
hoor liggende pop kortom, en
net niet te commercieel.
HJ
Partland Brothers
Ruige binken
missen gezicht
'Electric honey' - (EMI)
•De beide broertjes Partland
stonden ooit op jeugdige leeftijd
als twee ijshockey talenten te
boek in Canada. Maar hun grote
passie ging toch uit naar iets an
ders, de muziek. De sticks wer
den voorgoed opgeborgen. Je
vraagt je af waarom, wanneer je
hun eerste Lp beluistert. Chris
en G.P. zijn bepaald geen slechte
muzikanten, maar daar houdt
het dan mee op.
In eigen land scoorden ze wel
iswaar een top-10 hit met een ode
aan Toronto, 'Soul-City', maar of
er elders in de wereld succes zal
zijn weggelegd voor de heren is
nog maar zeer de vraag. Electric
honey' staat namelijk vol met
rockmuziek volgens de stijl van
Toto en aanverwante gepolijste
groepen. Maar dan veel minder
schokkend.
De nummers zijn
weliswaar fraai gearrangeerd en
de veelal harmonieuze zang
klinkt perfect, maar ze missen
een eigen gezicht. Het geheel is
bovendien een tikkeltje te stro
perig. Afgezien van de normale
popteksten, is het een schijf voor
de muzikale fruitmand van de
EO. En wat voor deze groepen zo
belangrijk is: een hit staat er niet
op. Behalve dan misschien naar
Canadese begrippen.
Het is dan ook voor de correct
gekapte heren te hopen dat ze
zonder schoudervullingen het
nodige weten te incasseren. Ik
kan me tenminste niet voorstel
len dat het tweetal nog een keer
in eigen land de hitparade zal be
reiken. Over het buitenland zul
len we het maar niet eens heb
ben. Dat wordt dus uitkijken
naar een andere baan. Een prof
carrière als ijshockeyer lijkt uit
gesloten, want een beetje coach
stelt ruige binken op in z'n team.
En geen watjes.
HJ
o's en de geschiedenis van de mens
wordt erin weerspiegeld".
Een aantal potten in Klauda's
glazen vitrines is delicaat verlucht
met bloemmotieven, andere heb
ben randen van goudblad en een
18de-eeuwse tinnen pot is door de
meelevende maker voorzien van
een zachtlederen rand.
Ook de Chinezen dachten verder
dan de toch rijk-beschilderde por
seleinen potten die ze naar Europa
exporteerden en zij zetten er een
deksel op. "Maar zij hebben altijd
een fijne neus gehad," aldus Klau
da.
Ondersteken
Eén van de vitrines staat vol pot
ten die meer op sauskommen lij
ken. Het zijn evenwel 'bourdalous'
of ondersteken - kiese panachtige
voorwerpen die werden uitgevon
den voor de dames aan het hof van
Lodewijk de Veertiende van
Frankrijk. De Bourdalou is ver
noemd naar de hofkapelaan van de
Zonnekoning, de jezuitenpater
Louis Bourdaloue, wiens lange ser
moenen de vrouwen onrustig deed
worden in hun banken. Op één van
zilver staat: 'Kleine stromen bren
gen grote rivieren voort'. Een tin
nen is rijk ingelegd met paarle-
Sommige stukken in Klauda's
verzameling komen eerlijk voor
hun doel uit, zoals de grote Sici-
liaanse pot van aardewerk voor het
hele gezin. In het museum krijgt
men de neiging zich er vol liefde
over heen te buigen: er staat een
Manfred Klauda, een advocaat
van in de veertig, deed zijn passie
voor nachtspiegels zeven jaar gele
den op een veiling op. "Zij komen
tegemoet aan mijn hang naar drie
dingen," zegt hij. "Het antieke, het
taboe en het kluchtige."
Het valt op dat de meeste bezoe
kers van het museum-van-de-pot
in het gegoede stadsdeel Nym-
phenburg glimlachend naar bin
nen gaan en glimlachend weer
naar buiten komen.
De verzameling telt ook schilde
rijen en etsen - waaronder een van
Rembrandt - waarop de nachtspie
gel en de eerste waterclosetten een
rol spelen. Het was dat watercloset,
in de negentiende eeuw uitgezon
den door de Britten, dat de dood
steek voor de nachtspiegel vormde
en hem verbande naar onder het le
dikant.
"De WC maakte de pot tot een
taboe. Tot aan zijn uitvinding deed
men het gezamenlijk onder het
voortzetten van de conversatie," al
dus Klauda.
Lodewijk de Veertiende besprak
staatszaken terwijl hij op de pot ge
zeten was en in een voorbije tijd
werd een zilveren pot verwerkt in
de zetel van de voorzitter van het
Britse Lagerhuis, om het hem mo
gelijk te maken dat hij het debat
ononderbroken kon voorzitten.
Volgens Klauda waren de lelijke
kanten van de nachtspiegel de
reuk èn de gewoonte om de inhoud
door het raam naar buiten te gooi
en - soms op een argeloze voorbij-'
ganger.
NEW YORK - De Amerikaanse zangeres Madonna Louise Cicconc v.:
binnenkort te zien in haar nieuwste film 'Who's that girl'. Ze speelt daarin
een meisje dat net uit de gevangenis komt, na een straf uitgezeten te
hebben voor een misdrijf dat ze niet heeft gepleegd. In vermomming gaat
ze op zoek naar de ware dader. In augustus gaat 'Who's that girl' in New
York in première. ifoto api