'De kerkdienst op radio 4 valt als steen in stille vijver De pot op in München ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1987 KUNST PAGINA 25 Programmamaker Memio Feenstra en de 'radio-bacterie': HILVERSUM - Luisteraars van 'Diskotabel' en 'Operamatinee' zul len het zich nauwelijks voor kun nen stellen, maar Menno Feenstra heeft ooit nog popprogramma's op Hilversum 3 gepresenteerd. "Ik wilde zang studeren in Londen. Na het examen moest ik nog een paar maanden wachten op de officiële toelating aan het conservatorium en in die tussentijd zag ik in de krant een advertentie waarin de NCRV een omroeper-presentator vroeg. Ik solliciteerde, werd aange nomen en na korte tijd had ik de radio-bacterie te pakken. Als je met die ziekte besmet bent staat al les wat je doet in het teken van 'de radio'. Ik heb toen maar besloten niet naar Londen te gaan en van dat besluit heb ik nog geen mo ment spijt gehad". door René T'Sas Bij het begin van Hilversum 4 stapte hij van de NCRV (waar hij allerlei soorten programma's ge presenteerd had) over naar de NOS om er zich uitsluitend aan de klas sieke muziek te wijden. Het idee voor 'Diskotabel' ont stond na een bezoek aan Radio WQXR, een klassieke zender in New York. Feenstra: "Daar maakte ik de opname mee van een pro gramma dat 'On first hearing' heet te. In een ouderwetse studio zaten drie mensen achter een tafel. Ze luisterden - onvoorbereid - naar nieuwe platen en gaven daarover hun mening. Die wijze van 'recen seren' vond ik erg objectief. Je wordt op die manier niet beïnvloed door je voor- of afkeur voor een be paalde artiest". De eerste 'afleveringen van 'Dis kotabel' leunden nog vrij dicht te gen het Amerikaanse voorbeeld aan, maar al gauw kreeg het pro gramma een eigen vorm. Het panel werd op een bepaalde manier sa mengesteld en 'de vergelijking' (waarbij meer opnamen van het zelfde werk met elkaar worden ver geleken) deed haar intrede. Afwisseling Over de samenstelling van het programma vertelt Feenstra: "Ik krijg nooit zomaar platen toege stuurd van de platenfirma's. Uit de lijsten die regelmatig worden ge publiceerd, kies ik wat ik denk te kunnen gebruiken. Daarnaast put ik, voor de vergelijking, uit mijn ei gen platenverzameling. Belangrijk is dat je zorgt voor afwisseling, dat alle genres binnen het bestek van een paar maanden aan bod komen. Bovendien zorg ik ervoor dat de platen die ik aan het panel laat ho ren min of meer gelijk zijn ver deeld over de verschillende fir ma's. Dat lukt niet altijd, maar in principe vind ik dat je van het ene label niet meer nieuwe platen moet presenteren dan van een ander". „Platen die naar mijn mening op voorhand al afgaan, probeer ik bui ten 'Diskotabel' te houden. De pla ten die ik kies moeten iets opwek ken. Een .nieuwe opname die slecht is, komt pas in het program ma als ze op een intrigerende ma il vindt het ook wel leuk om pa nelleden op het verkeerde been te zetten? "Daar heb ik plezier in, ja. Als een panellid eens een enkele keer afgaat heeft de luisteraar niet steeds het gevoel dat hij de enige is die niet weet van wie een bepaalde compositie is". "Op die manier zou ik nooit e programma samenstellen." Een zucht. "Ik heb er vroeger al tijd met constante ergernis naar ge luisterd. Als ik een platenprogram- ma tussen 10 en 12 uur zou moeten Menno Feenstra is presentator, programmamaker, producer en re gisseur bij de NOS (Radio 4). Hij studeerde eerst economie, daarna zang. Hij produceert en presenteert 'Diskotabel' en 'Operamatinee' en is betrokken bij de voorbereiding van de PromeNos-concerten. De liefde voor de klassieke muziek kreeg hij van zijn moeder mee, die zangeres was. Per dag is hij tien tot twaalf uur met muziek bezig. Alleen in de vakantie is de muziek taboe. Dan blijft zelfs de transitorradio stom. Naast de muziek gaat zijn grootste passie uit naar het theater (hij speelt bij de Gooise 'Plankeniers') en reizen. Over theater zegt hij: "Van het moment dat het licht uitgaat, het doek opgaat word je - als het goed is - bij de hand genomen door de gebeurtenissen die zich op het toneel afspelen. Je beleeft de emotie mee van een ander, bent even weg van je eigen problemen. Ik denk dat een mens dat nodig heeft". En over reizen: "Ik vind het heerlijk om 800 kilometer te rijden op de grote baan, alleen met jezelf bezig te zijn, dingen te verwerken waar je anders niet aan toe komt. Vakantie, reizen is ideaal om geestelijk orde op zaken te stellen". Dat hij niet altijd mee kan dis cussiëren vindt hij wel moeilijk. "Ontzettend moeilijk. Je moet erg voorzichtig zijn, alleen al door de wijze waarop je een bepaalde plaat introduceert kan je een bepaalde sfeer scheppen. Ik geef alleen mijn mening over een plaat wanneer ik meen dat de panelleden er een ont erecht oordeel over geveld hebben. Per slot van rekening ben ik de eni ge die de hele plaat heeft gehoord". Bij de samenstelling van 'Ope?ö- matinee' laat Feenstra zich vooral leiden door opnamen van onbe kende opera's. "Toen ik met het programma begon was er haast geen opera te beluisteren op de ra dio. Nu is er echter zo'n toevloed van opera dat ik het niet langer tot mijn taak reken om de bekende opera's uit te zenden. Een nieuwe opname van 'La Traviata' bijvoor beeld komt pas dén in het pro gramma als er iets bijzonders mee aan de hand is". Bij het voorbereiden van de pro gramma's gaat het grootste deel van de tijd zitten in de research. "In Londen heb ik net de nieuwe 'Groves' aangeschaft. Alles wat ik vind over muziek, opera's, compo nisten, zangers, koop ik. In Lon den, maar ook in Duitsland, vind je een schat aan informatie over mu ziek. De Duitse werken zijn meest al zeer 'gründlich', maar dat heb je ook nodig. Als je bij een opera een leuk, luchtig verhaal wilt vertellen moet je goed weten waar je het over hebt". Ergernis Feenstra bestempelt zichzelf als 'een platengek'. "Als ik de lijsten doorneem ben ik altijd vreselijk nieuwsgierig hoe de platen zullen klinken. Nieuwe platen beluister ik dan ook meteen als ik thuiskom. Heerlijk is dat". samenstellen, zou ik altijd kiezen voor het uitzenden van volledige werken. Ik zou proberen echte 'ra dioconcerten' samen te stellen. Als je weinig tijd ter beschikking hebt, kun je nog altijd kiezen voor een korte volledige sonate in plaats van voor een deeltje uit een groter werk. Maar ik ben ermee opgehou den me aan dat soort programma's te ergeren toen bleek, uit de luis tercijfers, dat die programma's heel goed worden beluisterd. De luisteraars vinden het blijkbaar aardig. Al ben ik wel blij dat we bij de NOS met dat soort, cijfers geen rekening hoeven te houden". In vergelijking met buitenlandse klassieke zenders komt Radio 4 er zeker niet slecht af, vindt Feenstra. "Maar is er geen andere buiten landse klassieke zender die het presteert om ook programma's als 'Het levende woord' of 'Onder de hoogtezon' uit te zenden. Dat men bovendien in de NOS-zendtijd, op zondagochtend, ook nog eens ging inbreken om kerkdiensten uit te zenden daar heb ik het heel erg moeilijk mee gehad. Wij trachtten een goede, gecomponeerde zondag te maken en dat werd zomaar van hogerhand doorbroken. Die kerk dienst valt als een steen in een stil le vijver. Het is echt een blok op de maag". Elmer Schónberger schreef ooit dat de programmering op Radio 4 slecht is. dat er geen samenhang in zit. dat het een ratjetoe is. "En daarin heeft hij niet hele maal ongelijk. Maar dat is nu een maal inherent aan ons omroepsys teem. Als programmaker kun je dan twee dingen doen: of je ergert je konstant en je gaat weg, of je blijft en je probeert er het beste van te maken." "Ik weet het niet. Als je de sen bij elkaar zou zetten die nu j gramma's maken voor Radio je best tot een goede programme ring kunnen komen, denk ik. Maar die programmering wordt nu nog teveel overheerst door omroeppoli tieke zaken. Ik heb de indruk dat sommige bazen, zoals Paul Holaar van de NCRV, eigenlijk van Radio 4 af willen. Programmamakers daarentegen laten zich maar door één gedachte leiden: hoe ziet mijn programma eruit? Zij letten veel meer op een artiestiek samenhan gend geheel". Het is zeker niet zo, stelt Feen stra, dat de Tros - wat Radio 4 be treft - per definitie de meest oninte ressante programma's maakt. "Ik heb bij de Tros al programma's ge hoord die heel experimenteel wa ren. Documentaires die heel goed gemaakt waren". Toch blijft de VPRO één van zijn favoriete Radio 4-omroepen. "Wat de VPRO brengt is misschien niet altijd e maar het is wel altijd interessant inspirerend". "Houden van is niet het juiste woord denk ik. Ik houd niet Morton Feldman zoals ik van Mah- Ier houd. Maar wat Feldman doet als maatgevend v< riode te nemen, terwijl de eerste ja ren dat hij voor de Nederlandse Operastichting werkte toonaange vend waren. Toen zat de hele we reld te kijken naar wat er in Am sterdam gebeurde. Er is toen in de Stadschouwburg opera gebracht De hys- vind ik wel waanzinnig interes sant. Toen ik vijftien was hoorde ik voor het eerst de 'Kindertotenlie- der' van Mahler. Van 'houden van' was toen ook nog geen sprake maar ik vond die muziek wel inte ressant. Daardoor ben ik ze vaak o gaan beluisteren. Ik speelde de lie- op het allerhoogste deren door, zong ze zelf en nu houd ik ervan. Het heeft allemaal te ma ken met een zekere code. In eerste instantie vind je een bepaalde code boeiend. Je probeert ze te vertalen, ze op te lossen. En dan komen op den diiur de emoties. Als je een maal de codes van Schönberg be grijpt, ontdek je dat die man supe- remotionele muziek gecompo neerd heeft". terie die er nu in Nederland is ont staan over wat Mortier in Brussel doet is volkomen onterecht. Dat er in Brussel belangwekkende en prachtige opera's gemaakt worden zal ik niet ontkennen, maar ik heb er ook zeer zwakke dingen gezien. Een 'II Trovatore' waar de honden geen brood van lusten. Maar, nieu we bezems vegen schoon en dus heeft heel Nederland zich een paar jaar geleden en masse op Brussel gestort. Jan van Vlijmen heeft nu het gevoel dat hij tegen de Munt op moet boksen, maar dat is helemaal niet zo. Hij heeft een andere pro grammering, een andere manier van opera maken dan Mortier. Hij kan er rustig naast gaan staan, laat hij alsjeblieft niet hetzelfde willen doen". Radio 4 loopt zowat over van de programma's die zijn samenge steld met verschillende deeltjes uit - bieden zenderredactiewaar al vaak om geroepen is. uitkomst Vocale muziek Met vuur vertelt hij hoe sommige muziek (bijvoorbeeld de uitvoe ring van Mahlers Vierde, in het Concertgebouw, onder Leonard Bernstein) hem als het ware boven de werkelijkheid uit kan tillen. "Alles valt van je af. tijd bestaat niet meer. Ongelooflijk! Maar dat overkomt me alleen in een concert zaal, nooit bij het beluisteren van een plaat. Dat schitterende mo ment waarop je de muziek, in zo'n prachtige zaal als het Concertge bouw, hoort ontstaan is niet te evenaren. Zelfs niet door de prach tigste cd". De meeste emoties worden bij hem losgemaakt door vocale mu ziek. "Dat heeft met het karakter van de stem te maken. Een symfo nie, hoe prachtig ook, zal me nooit in tranen brengen, maar bij bepaal de liederen, of slotactes van ope ra's weet ik: zo meteen is het raak". Wanneer het Amsterdamse Mu ziektheater, en de kwaliteit van de Nederlandse opera ter sprake komt, zegt Feenstra: "Ik weet niet of Nederland er zoveel op vooruit gegaan is sinds de Roo (de voor ganger van Jan van Vlijmen -red). MUNCHEN (RTR) - Franse dames namen Hem mee naar de kerk, Duitsers zaten erop om aan de oor logsinspanning bij te dragen en te dere zielen haalden hun neus voor hem op. Potten, groot en klein, wit en versierd, hebben eeuwenlang hoge nood gelenigd - en aanleiding gegeven tot gegniffel. Nergens misschien meer dan in de Beierse hoofdstad München, waar Manfred Kiauda het volgens hem eerste nachtspiegelmuseum ter wereld op de benedenverdieping van zijn huis heeft geopend. Klauda's collectie omvat 5.000 potten, waarvan er 600 permanent te zien zijn. Er zijn een 2.000 jaar oud urinaal van groen glas uit het oude Rome. een pot voor 'hem' en een pot voor 'haar' voor jongge huwden en een negentiende-eeuw- se Duitse 'muzikale pot' voor kin deren bij. "Druk en werk op deze pot en verlicht de boer zijn lol", luidt in vrije vertaling het opschrift op een van de potten. "Dit was een type", zegt Klauda, "dat in, de Eer ste Wereldoorlog werd gepropa geerd om de boeren aan mest voor hun akkers te helpen. De nacht spiegel is een van de oudste ge bruiksvoorwerpen van de bescha ving. Stukken ervan zijn gevonden in grafkamers van Egyptische fara- pop En The Bears Grossieren in gitaarfratsen The Bears (import) The Bears is een nieuwe groep, geformeerd rond gitaargooche laar Adrian Belew. Belew heeft een lange staat van dienst bij Bo wie, Zappa, Talking Heads en Laurie Anderson. Zijn solo-car rière is ondanks drie spectaculai re platen vol gitaarimitaties van krijsende meeuwen, trompette rende olifanten en briesende neushoorns nooit goed van de grond gekomen. Nu probeert hij het met een ei gen groep. In de Rolling Stone verklaarde Belew dat The Bears een echte groep vormen. Van zo maar een projectje van Belew of een toevallige samenkomst van muzikanten is geen sprake. Daaruit kan worden afgeleid dat het heropgerichte King Crimson, waar Belew vaste man was, op zijn gat ligt. Dat i The Bears maken zeker voor Belew-begrippen ongecompli ceerde feestrock, barstensvol hu mor en fantasieteksten. We moe ten het nu stellen zonder de niet te reconstrueren interacties tus sen Crimson-drummer Bill Bru- ford en Adrian Belew. Bears- slagwerker Chris Aduser slaat rechttoe-rechtaan en «rolt samen met bassist Bob Nyswonger een tapijtje uit waarop Belew zich heerlijk kan uitleven. Op andere stukken neemt Belews gitaar geen centrale plaats in en blijft e niet meer dan een liedje ove: dat voldoet op deze plaat het spelplezier van afstraalt. De lol staat voorop. Toch grossiert Belew weer in de van hem bekende gitaarfrat sen. Hoe hy het allemaal voor el kaar krijgt, weet alleen hijzelf, maar aan zijn toch al gigantische verzameling klanknabootsingen voegt hij er moeiteloos weer tal loze toe. De andere Beren zijn Belews vrienden die nooit verder zijn ge komen dan uit tafels bestaande podia in kroegen en clubs. Dat is zo nu en dan, zeker in de slaggi taarpartijen van Rob Fetters, te horen. Echt storend is dat niet. Bij The Bears nemen ze het niet zo nauw met de akkoordjes. Een leuke plaat. Niet meer, niet min der. Zelf heb ik er moeite mee dat Belew zo bewust lager grijpt dat hij kan. WK nos zit meer structuur dan in de muziek van de heren. Ska en reg gae vormen de hoofdmoot van deze Lp, maar voor totaal andere stijlen is ook een plaatsje inge ruimd. Een beetje UB-40 hier, een beetje Imca Marina daar. Het geheel maakt dan ook een rom melige indruk. Zonnige klanken zonder dat je er al te bruin van wordt. Eerder wit van ellende. Want behalve de ontbrekende samen hang, zijn de nummers niet om aan te horen. Deuntjes van het goedkoopste soort.' De irritatie wordt ook opgewekt bij het be luisteren van de zang. De heren zingen weliswaar niet vals, maar wel in het Spaans. Dat is een taal die in de popmuziek niet thuis hoort. Evenals die schorre, hese stemmen die zo typerend zijn voor de Zuid-Europese vocalist. Alleen de technische prestatie van het trio is redelijk, maar ook niet meer dan dat. En daar koop je geen plaat voor. Os Paralamas do Sucesso Heartland Geen taal voor de popmuziek Bombastische fraaie zang 'Os Paralamas do Successo' (EMI) Wielrennen kunnen ze wel in Spanje, dat hebben we onlangs in de Tour de France nog kunnen zien. Het was een en al 'Eviva Es- pagna' met die klimgeiten. Maar van popmuziek hebben de Span jolen geen kaas gegeten. Als je tenminste op de prestaties van Os Paralamas do Sucesso af moet gaan. In een uitstapje met Club Escolette naar Torremoli- 'The window speaks' (CBS) Wat jammer toch dat platen maatschappijen af en toe wat laks zijn met het afdrukken van wat achtergrondinformatie op de binnen- of buitenhoes van een lp. Zoals bij de schijf van Heartland. Nergens staat te lezen wie de zang voor z'n rekening neemt. Een foutje van CBS. Als het nou nog om een bekende band ging valt zoiets te billijken, maar wie Het zou wel eens een Duitse groep kunnen zijn. De plaat is in elk geval bij onze Oosterburen geperst en de namen van de bandleden wijzen ook in Teuto- nische richting. De muziek is bo vendien behoorlijk bombastisch, iets waar de Duitsers altijd een handje van hebben gehad.Wk mag dat wel. Een flink pompen de, zware toetsenondersteuning gaat er altijd in. Als het maar niet overdreven is, zoals het opschep perige gebral en het ziekelijke pathetische geloei van Alphavil- le. Heartland blijft met 'The win dow speaks' echter ruim binnen de grenzen van het aanvaardba re. Goed gedoseerde bombasti sche begeleiding die uitstekend past bij de fraaie, hoge zang. Het stemgeluid doet wel wat denken aan dat van Geoff Downes, de vroegere zanger van de Buggies en (eventjes) van Yes. De muziek zelf heeft wat weg van diezelfde Buggies en van het Duitse Pro paganda. En bij vlagen neigen de nummers naar de wat meer ge polijste Amerikaanse rock. Af wisselende en prima in het ge hoor liggende pop kortom, en net niet te commercieel. HJ Partland Brothers Ruige binken missen gezicht 'Electric honey' - (EMI) •De beide broertjes Partland stonden ooit op jeugdige leeftijd als twee ijshockey talenten te boek in Canada. Maar hun grote passie ging toch uit naar iets an ders, de muziek. De sticks wer den voorgoed opgeborgen. Je vraagt je af waarom, wanneer je hun eerste Lp beluistert. Chris en G.P. zijn bepaald geen slechte muzikanten, maar daar houdt het dan mee op. In eigen land scoorden ze wel iswaar een top-10 hit met een ode aan Toronto, 'Soul-City', maar of er elders in de wereld succes zal zijn weggelegd voor de heren is nog maar zeer de vraag. Electric honey' staat namelijk vol met rockmuziek volgens de stijl van Toto en aanverwante gepolijste groepen. Maar dan veel minder schokkend. De nummers zijn weliswaar fraai gearrangeerd en de veelal harmonieuze zang klinkt perfect, maar ze missen een eigen gezicht. Het geheel is bovendien een tikkeltje te stro perig. Afgezien van de normale popteksten, is het een schijf voor de muzikale fruitmand van de EO. En wat voor deze groepen zo belangrijk is: een hit staat er niet op. Behalve dan misschien naar Canadese begrippen. Het is dan ook voor de correct gekapte heren te hopen dat ze zonder schoudervullingen het nodige weten te incasseren. Ik kan me tenminste niet voorstel len dat het tweetal nog een keer in eigen land de hitparade zal be reiken. Over het buitenland zul len we het maar niet eens heb ben. Dat wordt dus uitkijken naar een andere baan. Een prof carrière als ijshockeyer lijkt uit gesloten, want een beetje coach stelt ruige binken op in z'n team. En geen watjes. HJ o's en de geschiedenis van de mens wordt erin weerspiegeld". Een aantal potten in Klauda's glazen vitrines is delicaat verlucht met bloemmotieven, andere heb ben randen van goudblad en een 18de-eeuwse tinnen pot is door de meelevende maker voorzien van een zachtlederen rand. Ook de Chinezen dachten verder dan de toch rijk-beschilderde por seleinen potten die ze naar Europa exporteerden en zij zetten er een deksel op. "Maar zij hebben altijd een fijne neus gehad," aldus Klau da. Ondersteken Eén van de vitrines staat vol pot ten die meer op sauskommen lij ken. Het zijn evenwel 'bourdalous' of ondersteken - kiese panachtige voorwerpen die werden uitgevon den voor de dames aan het hof van Lodewijk de Veertiende van Frankrijk. De Bourdalou is ver noemd naar de hofkapelaan van de Zonnekoning, de jezuitenpater Louis Bourdaloue, wiens lange ser moenen de vrouwen onrustig deed worden in hun banken. Op één van zilver staat: 'Kleine stromen bren gen grote rivieren voort'. Een tin nen is rijk ingelegd met paarle- Sommige stukken in Klauda's verzameling komen eerlijk voor hun doel uit, zoals de grote Sici- liaanse pot van aardewerk voor het hele gezin. In het museum krijgt men de neiging zich er vol liefde over heen te buigen: er staat een Manfred Klauda, een advocaat van in de veertig, deed zijn passie voor nachtspiegels zeven jaar gele den op een veiling op. "Zij komen tegemoet aan mijn hang naar drie dingen," zegt hij. "Het antieke, het taboe en het kluchtige." Het valt op dat de meeste bezoe kers van het museum-van-de-pot in het gegoede stadsdeel Nym- phenburg glimlachend naar bin nen gaan en glimlachend weer naar buiten komen. De verzameling telt ook schilde rijen en etsen - waaronder een van Rembrandt - waarop de nachtspie gel en de eerste waterclosetten een rol spelen. Het was dat watercloset, in de negentiende eeuw uitgezon den door de Britten, dat de dood steek voor de nachtspiegel vormde en hem verbande naar onder het le dikant. "De WC maakte de pot tot een taboe. Tot aan zijn uitvinding deed men het gezamenlijk onder het voortzetten van de conversatie," al dus Klauda. Lodewijk de Veertiende besprak staatszaken terwijl hij op de pot ge zeten was en in een voorbije tijd werd een zilveren pot verwerkt in de zetel van de voorzitter van het Britse Lagerhuis, om het hem mo gelijk te maken dat hij het debat ononderbroken kon voorzitten. Volgens Klauda waren de lelijke kanten van de nachtspiegel de reuk èn de gewoonte om de inhoud door het raam naar buiten te gooi en - soms op een argeloze voorbij-' ganger. NEW YORK - De Amerikaanse zangeres Madonna Louise Cicconc v.: binnenkort te zien in haar nieuwste film 'Who's that girl'. Ze speelt daarin een meisje dat net uit de gevangenis komt, na een straf uitgezeten te hebben voor een misdrijf dat ze niet heeft gepleegd. In vermomming gaat ze op zoek naar de ware dader. In augustus gaat 'Who's that girl' in New York in première. ifoto api

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 25