Fraudeurs worden steeds systematischer aangepakt Ouderlijke jaloezie Denkwijzer Onze taal Vorig jaar werd bijna 24 miljoen aan sociale premies teruggevorderd Ml 1J- ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1987 EXTRA PAGINA 21 Al lijkt het zo nu en dan vechten tegen de bierkaai, de fraude in de sociale verzekeringen wordt langzaam maar zeker systematischer aangepakt. Niet alleen opsporingsbeambten van het GAK houden zich ërmee bezig, ook tal van overheidsdiensten worden ingeschakeld om de almaar ingewikkelder ontduikingsmethoden te achterhalen. Een nog kale kamer in een kantoren flat. Een tafel, vier stoelen en langs de wand twee personal computers. Twee fraude-opsporingsambtena ren van het Gemeenschappelijk Ad ministratie Kantoor (GAK) hebben hier hun intrek genomen. Geheel af gesloten van de buitenwereld wer ken ze aan een grootscheeps onder zoek naar fraude met sociale-verze- keringspremies. door Cees Keizer „Het gaat om enkele tonnen die nog moeten worden betaald", zeggen ze. Om er achter te komen wat er precies mis is met enkele bedrijven die opereren in de metaalsector, moeten ze gigantische hoe veelheden papier verwerken. Papier ver kregen door het in beslag nemen van ad ministraties van zowel in Nederland als in Duitsland gevestigde bedrijven. Ver geleken met de acties Schuimkraag en Goudtand waarbij de horeca en de tand artsen aan een nauwgezet onderzoek werden onderworpen, is deze zaak veel moeilijker. De bestrijding van de fraude in de soci ale verzekeringen wordt steeds systema tischer aangepakt. Niet alleen de fraude- opsporingsbeambten van het GAK zit ten op een bepaalde zaak. Steeds vaker worden fraudebestrijders van andere diensten en overheidsinstellingen inge schakeld zoals de belastingdienst, de Loon Technische Dienst van het minis terie van sociale zaken, maar ook politie en justitie. Zo kon in 1986 ongeveer 15 miljoen gulden aan premiefraude bij werkgevers en 8,8 miljoen aan uitkeringsfraude bij werknemers worden teruggevorderd. Maar ondanks een steeds sterker georga niseerde bestrijding gaat de fraude door. „De fraudeurs bedenken steeds ingewik kelder constructies om de premies in de zak te houden", zeggen de bestrijders. Ze komen met soms ongelooflijke ver halen uit de praktijk. „Weet u dat het pa leis Noordeinde in Den Haag is opge schilderd door werknemers van een kop pelbaas?". De Rijksgebouwendienst bleek dat niet in de gaten te hebben toen de klus werd uitbesteed. Noodgrepen Vaak blijken werkgevers die onder een grote tijdsdruk een klus moeten zien te klaren hun toevlucht te nemen tot al lerlei constructies en noodgrepen, om er maar te zorgen dat de klus op tijd wordt geklaard. „In het centrum van ons land moest de aanleg van een groot recreatie park vóór de zomer gereed zijn. Dat lukte niet na een lange vorstperiode. Iedereen kon toen zien dat óp een bepaald mo ment zeer veel mensen aan het wérk wa ren gezet. We hebben het hele terrein op een ochtend afgegrendeld en ontdekten dat er zeer veel uitkeringstrekkers aan het werk waren. Vlak voor m'n voeten vluchtte een vent over het hek. Het bleek een politieagent te zijn die zwart wat bij verdiende". Zwart werken komt voor onder alle la gen van de bevolking. „We jagen beslist niet op alle individuele zwartwerkers, maar we bekijken wel grote groepen uit keringstrekkers die bijvoorbeeld de grens over gaan en zwart in Duitsland of België werken. Maar ook kijken we naar de werkgevers die bijvoorbeeld koppel bazen inhuren". De fraudebestrijders vah het GAK zeg gen dat de affaire met het wijdvertakte koppelbazennet van Papa Blanca in het Waterweggebied de stoot heeft gegeven tot het Structureren van het opsporings apparaat. Vóór 1976. had het GAK, dat driekwart van de Nederlandse werkne mers via de bedrijfsverenigingen heeft geregistreerd, geen speciale opsporings afdeling. Nu beschikt het over 70 opspo ringsbeambten met volledige opspo ringsbevoegdheid. Binnenkort wordt dit aantal uitgebreid. Coördinator Jan Stikvoort op het GAK-hoofdkantoor in Amsterdam zegt dat de fraudebestrijders nagenoeg allen een politionele achtergrond hebben. De 70 opsporingsfunctionarissen zijn onder gebracht bij de 30 districtskantoren van het GAK. „Men moet de taak van de op sporingsambtenaren van het GAK niet verwarren met die van de gemeentelijke sociale diensten. „Wij tellen geen tan denborstels; controleren geen bijstands fraude. Dat doet de gemeentelijke socia le dienst". Vanuit het GAK wordt alleen nagegaan of er niets aan de hand is met de werkloosheidsuitkeringen, uitkerin gen bij ziekte en arbeidsongeschiktheid. Klikbrief De opsporingsambtenaren van het GAK mogen, evenals agentên van ge meente- of rijkspolitie, mensen aanhou den en administraties in beslag nemen. „Maar zeker in grote zaken doen we dat altijd in overleg met de officier van justi tie". Zaken die gecontroleerd worden, krijgen de opsporingsambtenaren via hun eigen uitkeringsdiensten, maar ook via de anonieme klikbrief of een tip,uit de omgeving van de fraudeur. „We bekij ken alle bij ons binnenkomende tips te rughoudend, maar wel serieus. Als uit de ons beschikbare dossiers blijkt dat er wel eens iets aan de hand zou kunnen zijn, wordt er uiteindelijk een opspo ringsambtenaar op gezet". Vaak wordt de betrokkene voor een gesprek uitgenodigd op een van de kan toren van het GAK. Al gauw blijkt dan wat et precies aan de hand is. Vaak wordt geheel vrijwillig het gefraudeerde be drag terugbetaald en komt het niet tot justitiële vervolging. Maar als de fraude een groot bedrag omvat, wordt het be stuur van de desbetreffende bedrijfsver eniging gevraagd aangifte te doen. Dan Het paleis Noordeinde in Den Haag werd geschilderd door werknemers i bouwendienst even ontgaan. pas gaan de dossiers die het GAK inmid dels heeft samengesteld, naar de officier van justitie. „We gaan bij de behandeling van welke zaak dan ook in eerste instan tie uit van de goede trouw van de uitke ringsgerechtigde of de werkgever, totdat het tegendeel blijkt". In de praktijk blijkt dat er in onze sa menleving een aantal zeer fraudegevoeli ge sectoren zijn. De bouw, de metaal, maar ook de autobusondernemingen, taxibedrijven, de horeca, de tuinbouw en de confectie. Als uit onderzoek blijkt dat een werkgever op de verzamelloonstaten een lager loonbedrag opgeeft dan in wer kelijkheid is uitbetaald, dan 'hangt' hij. Bij busondernemingen die reizen or ganiseren, blijkt bijvoorbeeld op een be paald moment dat de aangeboden reizen steeds goedkoper worden. Als de fraude opsporingsbeambten daarin hun neus steken, krijgen ze te horen dat een con currerend bedrijf daarmee is begonnen doordat men zwart betaalde chauffeurs op de bussen zette. Dat behoeven lang niet altijd mensen met een uitkering te zijn, maar bijvoorbeeld iemand die z'n vakantie gebruikt om nog iets bij te ver dienen. Een directie van een busonder neming die daartegen moet opboksen, gaat dan in dezelfde fout Bijverdienen Ook transportondernemingen maken zich daaraan schuldig. „Zo werd bij een controle in Rotterdam een politieagent in de kraag gepakt die zijn vakantieda gen gebruikte om'als vrachtwagenchauf feur zwart nog wat bij te verdienen". De laatste tijd krijgen de inspecteurs van het GAK ook wel tips via de politie, die de laatste jaren steeds meer gaat in spelen op fraudezaken. „Maar altijd moe ten we ervoor zorgen dat we over goed bewijsmateriaal beschikken voordat een officier van justitie tot vervolging over gaat. Je moet voor een zaak wel vijf slui tende bewijzen hebben. Anders gebeurt er niets en kun je naar een goede afloop fluiten". Wat betreft de 'illegale confectie-ate- liers' is voor de opsporingsambtenaren niet alleen Twente een berucht gebied, maar ook steden als Amsterdam en Utrecht. „Uit onze onderzoeken blijkt dat gerenommeerde Nederlandse kle dingbedrijven via een Nederlandse tus senpersoon opdrachten bij deze ateliers plaatsen. Waarbij ik niet onmiddellijk zeg dat deze kledingbedrijven ook pre cies weten waar de opdrachten uiteinde lijk terecht komen". Berucht Al jaren is de grensstreek berucht. Mensen die in Nederland een uitkering hebben, gaan zwart werken in Duitsland of België. Het verhaal gaat dat de Brus selse metro is gebouwd door Nederland se uitkeringstrekkers. Soms hebben op sporingsambtenaren te maken met in Nederland gevestigde koppelbazen, maar steeds meer met Duitse koppelba zen. Die hebben in Duitsland een geregi streerd bedrijf en lenen arbeidskrachten uit aan Nederlandse bedrijven. Deze werknemers zijn soms voor en kele tientallen marken in Duitsland ver zekerd. Dat mag volgens alle overeen komsten. Als ze maar niet al te lang in Nederland blijven werken. Als ze lang durig in ons land werken dienen ze vol gens Nederlandse maatstaven te zijn ver zekerd. Een groot Nederlands bedrijf voelde nattigheid toen via zo'n Duitse bv Neder lands personeel werd aangetrokken voor een omvangrijke klus. De werkgever in formeerde op een bepaald moment naar de Duitse uitlener en ontdekte dat er een luchtje aan zat. Via de Wet Ketenaan sprakelijkheid kan zo'n inlener aanspra kelijk worden gesteld voor niet betaalde premies en belasting. Doordat de bedoel de werkgever informeerde, zijn we op een omvangrijke fraudezaak gestuit". Nog veel moeilijker wordt het de op sporingsambtenaren gemaakt in het Limburgse, waar de grenzen van drie koppelbaas. Dat t landen elkaar raken. Steeds opnieuw wordt de vraag gesteld waar het bedrijf is gevestigd, welke mensen er werken en waar de sociale premies worden betaald of in veel gevallen niet worden betaald. De werknemers krijgen in de meeste ge vallen ook geen loonstrook. Geld uit de achterzak zo in het handje. „Dan moetje maar proberen achter de waarheid te komen. In dit geval geen grootscheepse boter- of sigarettensmok kel, maar een' omvangrijke smokkel in werk. En dat gaat op van Winschoten tot Maastricht en van Maastricht tot Vlissin- gen. Men geeft soms op dat er wordt ge werkt met zo'n 20 mensen. Totdat blijkt dat het er meer dan 200 zijn". Om derge lijke praktijken een halt toe te roepen wordt de laatste tijd steeds meer samen gewerkt met Duitse en Belgische organi saties. „Die geven dan op wie bij welk project werkt. Zo kom je achter rare za ken". Omzichtig Met nadruk stellen alle opsporings ambtenaren dat zij in onze rechtsstaat bij onderzoek naar vermeende fraude zeer omzichtig te werk gaan. „Als iemand fout zit en alsnog aan zijn verplichtingen voldoet, is de kans groot dat de zaak met een sisser afloopt. We hangen zo iemand niet nóg eens op door ruchtbaarheid aan de zaak te geven, want dan zou je hem dubbel straffen. Soms komt het voor dat werknemers niet eens weten dat hun werkgever sjoemelt met premies. Daar komen ze pas achter bij ziekte of ont slag". Grote zaken die zijn afgerond worden wèl met nadruk aan de grote klok gehan gen. „Uit de praktijk van de afgelopen ja ren blijkt dat zoiets preventief kan wer ken. Werkgevers die met een koppelbaas in zee willen om een bepaalde klus te kla ren, kunnen bij ons informeren of de zaak gezond is. Steeds meer werkgevers doen dat omdat ze willen voorkomen aansprakelijk te worden gesteld voor de niet door de koppelbaas afgedragen pre mies of belasting". Coördinator Stikvoort: „De druk van de sociale premies die een werkgever maar ook een werknemer moet betalen is bijzonder groot in ons land. Als steeds meer bedrijven proberen het betalen van die premies achterwege te laten, komen de uitkeringsinstanties tekort en moeten de premies weer omhoog. „Dat willen we met onze onderzoeken proberen te voor komen". Een voorbeeld. Een klein bedrijf stelt een vertegenwoordiger aan met een vast loon, provisie en autokostenvergoeding. Het werkt goed. Totdat de werknemer ziek wordt en ziekengeld rechtstreeks uitgekeerd krijgt via een van de GAK- kantoren. Dan blijkt dat de werkgever al die jaren een veel te laag loon heeft opge geven. De werknemer pikt dit terecht niet en klaagt bij het GAK, dat op zijn beurt ontdekt dat de werkgever met op zet een te laag loon hééft opgegeven om zo de premies in zijn zak te steken. Grote vis Nog een voorbeeld. Een bedrijf leent via een koppelbaas enkele tientallen werknemers in. De koppelbaas stuurt vervalste rekeningen met daarop teksten als: Aan u geleverd een machine voor zo veel duizenden guldens en meer van dat fraais. Uit de in beslag genomen admini stratie van de koppelbaas blijkt keurig hoeveel mensen hoeveel uren hebben gewerkt., De opgetelde bedragen van de valse rekeningen en het bedrag van de gewerkte uren kloppen-precies met el kaar. Duidelijk is: hier spartelt een grote Een laatste voorbeeld. Een gemeente bestuur besloot het hele dorpscentrum opnieuw te bestraten. Het werk werd ge gund aan een straatmakersbedrijf dat die er tientallen mensen op zette. De fraude- man van het GAK vertrouwde het niet. Hij probeerde achter de identiteit van de werknemers te komen. Dat lukte hem niet. De directeur van gemeentewerken wist raad. Als verwoed amateurfotograaf zette hij alle aan het werk zijnde mensen op de gevoelige plaat. Ze poseeerden keurig voor hem. Bij het onderzoek ont kende natuurlijk iedereen dat er zwart was gewerkt. Totdat ze zichzelf op de fo to zagen. Werkgever en werknemers vie len in één klap door de mand. Ze zijn slim, de grote zwendelaars. En ze worden steeds slimmer. Voor het voe ren van een dubbele boekhouding wordt een computer aangeschaft. „Die werkt vaak zo vernuftig dat alles wordt vernie tigd als een vreemde erin wil kijken". De opsporingsambtenaren, geconfronteerd met het professionalisme van fraudeurs, dreigen de aansluiting te missen indien zij zelf niet in staat worden gesteld met de ontwikkelingen mee te gaan. De eigen organisatie en de politiek lijken dit hiaat te gaan onderkennen. „Het is toch onbegonnen werk om een gigantische administratie met de hand te gaan uitpluizen. We zijn nu zo ver dat we, als het moet, voor het schaduwen van grote jongens een Mercedes mogen hu ren. Die lui rijden vaak in grote, snelle auto's. Dan val je wel op als je daar met je Golf de poort binnen rijdt". Enkele opsporingsambtenaren weten geen raad met een in beslag genomen ad ministratie, geboekt op acht 'floppies' uit een computer. „We weten dat we aardig beet hebben, maar kunnen die floppies niet lezen. Daarvoor hebben we de appa ratuur en de deskundigheid nog niet. Moeten we ze aan een particulier bedrijf geven om ze te laten ontcijferen? Dat mag ook weer niet in het kader van de privacy. We zullen wel zien hoe we daar uit komen. Maar gek is het wel. Je ziet dat we op deze manier ver achterlopen bij de fraudeurs. En die weten best dat jij het bfj wijze van spreken nog met de ball point moet doen". eu. ui. oe. DOOR JOOP VAN DER HORST Ik heb iets tegen eigengebakken brood. Niet omdat het minder lekker is of om dat het de warme bakker benadeelt, maar omdat het volgens mij zelfgebak ken brood zou moeten zijn. Ik weet niet waarom. Intuïtief heb ik moeite met ei gengebakken. Ik probeer te begrijpen waarom ik daar moeite mee heb. Eigengebakken en zelfgebakken lij ken me te horen bij de volgende twee zinnen: Hij bakt zijn eigen brood en Hij bakt zelf zijn brood. Hier vind ik de eer ste zin evenmin prettig maar naar mijn gevoel minder storend dan het woord eigengebakken. Wat is het verschil tussen Hij bakt zijn eigen brood en Hij bakt zelf zijn brood? Is er betekenisverschil? Volgens mij is er wel een klein verschil, al is het moei lijk om meteen te zeggen waar het 'm in zit. Laten we eens een poging wagen. De zin Hij bakt zelf zijn brood kunnen we verduidelijken door te zeggen: dus niet iemand anders doet het. Deze toe voeging lijkt me niet goed mogelijk bij Hij bakt zijn eigen brood: Hij bakt zijn eigen brood dus niet iemand anders doet het. Vindt u het verschil te subtiel? Dan kies ik een ander voorbeeld. Hij kust zelf zijn vrouw en Hij kust zijn eigen vrouw. Nu zien we opeens een duidelijk en groot betekenisverschil. In de eerste zin wordt gezegd dat hij het kussen van zijn vrouw niet aan anderen overlaat, want ook al wordt ze misschien wel eens door anderen gekust, in elk géval doet hij het zelf ook. Op dit moment doet hij zelf het en niet een ander. In Hij kust zijn eigen vrouw wordt iets anders gezegd: ook al kust hij ervoor en erna allerlei andere vrouwen, op dit moment kust hij zijn eigen vrouw en geen andere. In beide gevallen, zowel bij zelf als bij eigen, worden er alternatieven uitgeslo ten. Het gaat om "en geen ander". Een verschil lijkt me hierin gelegen dat zelf alleen maar terugslaat op het onder werp van de zin, terwijl eigen tevens een relatie legt met iets anders in de zin. Met andere woorden: zelf betekent het onderwerp en geen ander, en eigen be tekent van het onderwerp van geen an der. Daardoor wordt in Hij kust zelf zijn vrouw met nadruk uitgesloten dat (op dit moment) iemand anders het doet. En in Hij kust zijn eigen vrouw wordt met evenveel nadruk uitgesloten dat hij (op dit moment) andermans vrouw kust. Overigens is deze formulering niet nauwkeurig genoeg. Zelf hoeft niet altijd betrekking te hebben op het onderwerp van de zin. Denk maar aan zinnen als ik bedoel niet de hele Amerikaanse rege ring, ik bedoel Reagan zelf. Daarom kunnen we beter zeggen: zelf betekent: deze en geen ander; eigen: van deze en van geen ander. Wanneer we willen aangeven dat ie mand niet bij de bakker koopt, lijkt het me preciezer om te zeggen Hij bakt zelf zijn brood. Het woord zelf sluit dan uit dat anderen zijn brood bakken. Wie nu met dezelfde bedoeling zou zeggen Hij bakt zijn eigen brood, verlegt in feite de nadruk door uit te sluiten dat hij brood van een ander bakt. Dat is een rare be tekenis en daardoor begrijpen we toch wel dat er bedoeld wordt dat hij zelf bakt. Maar het wordt dan via een om weg gezegd. Zou dit het zijn wat ik tegen heb op eigengebakken? Volgens de woorden boeken is er niets mis mee. Hoe kom ik er dan bij om ontevreden te zijn met zo'n doodgewoon woord? Ik heb niet het gevoel dat ik mijn eigen ontevreden heid voldoende begrijp. Jaloezie kent vele vormen. Aan sommige daarvan zijn we zo gewend dat we ze vaak als terecht of zelfs "gezond" bé- schouwen.' Bijvoorbeeld wanneer een partner om wie we veel geven wat al te intiem met een ander omgaat. Maar er zijn ook vormen van jaloezie die we nooit, of alleen met de grootste moeite zouden toegeven, als we ons er al bewust van zouden zijn daaraan te lijden. Eén daarvan is de jaloezie die ouder worden de mensen kunnen koesteren jegens jon geren. Het is vooral de jeugdige vitali teit, het jonge, gave lichaam en het feit van nog een heel leven met allerlei moge lijkheden voor zich te hebben waardoor jongeren het voorwerp van jaloezie van ouderen kunnen worden. Die jaloezie kan soms een zodanige heftigheid aannemen dat het gedrag van een oudere daardoor in sterke en vaak kwaadaardige mate wordt bepaald. Een voorbeeld daarvan was een bijna 50-ja- rige man, gehuwd en met twee zoons van respectievelijk 16 en 18 jaar, die zich eni ge tijd geleden om psychologische hulp bij mij meldde. De directe aanleiding er toe .was een al maanden voortslepende ruzie tussen hemzelf aan de ene kant en zijn vrouw en oudste zoon aan de andere kant. Inzet van de ruzie w'as het meisje met wie de zoon sinds 10 maanden een (vaste) relatie had. De man was absoluut tegen de relatie gekant en stond er op dat zijn zoon deze zou verbreken. Hij had al lerlei zwaar geschut in stelling gebracht, zoals weigeren het meisje thuis te ont vangen, nooit over haar te spreken en zijn financiële bijdrage aan de studie van zijn zoon in te houden. Wat hij tegen het (overigens knappe) meisje had, was dat ze regelmatig en soms zelfs tamelijk bloot als fotomodel werkte en zijn zoon voor zo'n "del" te goed vond. De jongen was zodanig ver liefd dat hij ondanks alle weerstand van zijn vader de relatie aanhield. Met de stilzwijgende goedkeuring van zijn moe der. Tijdens één van de vele ruzies over het meisje had die moeder zich ten slotte duidelijk uitgesproken en gezegd dat hun zoon het recht had zelf te beslissen met wie hij omging. De man had dit als verraad van zijn vrouw en een keuze van haar vóór de zoon en tegen hem er varen. Hij had daarop besloten het huis gezin te verlaten en was op een kamer gaan wonen. Hij kwam bij me omdat hij in een vol strekte impasse zat. Naar huis terug gaan en, voor zijn gevoel, het hoofd bui gen voor vrouw en zoon (en zijn vrien din) wilde hij niet. Maar voorgoed schei den en vrouw en zoon verliezen wilde hij evenmin. Eén van de meest pijnlijke in zichten die deze doodongelukkige man, na veel slikken in onze gesprekken op deed, was het feit dat hij hevig jaloers was op zijn zoon: "In feite kan ik het heel moeilijk verteren dat hij zo jong is als hij is, een veel belovende studiekop is, er goed uitziet, een mooie jonge vriendin heeft, enfin, nog van alles voor zich heeft, terwijl ik niet veel meer bijzonders in mijn leven te verwachten heb. Als ik met hem op straat loop, is er geen meisje dat naar mij kijkt, wel naar hem natuur lijk". Er waren zelfs momenten dat hij, in de spiegel kijkend naar zijn eigen rimpels, zich het nog gave gezicht van zijn zoon voor de geest riep. En zich dan afgunstig voelde. Geleidelijk aan begon hij te besef fen dat hij zijn eigen frustaties over wal door René Diekstra hooglëraarpsychologie te Leiden het leven hem geboden had - of liever: onthouden -..en de agressieve gevoelens die daarvan het gevolg waren, op zijn zoon richtte die daar part noch deel aan had. De krachttoer, die hij daarna uit haalde en waarvoor ik hem zeer bewon derde, was dat hij met dit inzicht gewa pend met zijn zoon ging spreken en ver volgens ook met zijn vrouw. Lange tijd daarna, toen 'ik hem ooit weer eens sprak, zei hij heel terecht: "Ik benijd mijn zoon nog altijd, maar jaloers ben ik niet meer op hem". Er is weinig bekend over het voorko men van ouderlijke jaloezie jegens kin deren en evenmin is er veel bekend over de invloed die dit heeft op gezinsrelaties. Maar mijns inziens is het een sterk on derschat verschijnsel. Een klassiek gege ven is de jaloezie die een vader koestert jegens de jongeman die hun dochter mee neemt. En even klqssiek is de jaloezie vdn moeders ten aanzien van de vrou wen die hun zoons impalmen. De ellende, die uit zulke jaloeziegevoelens voort komt, heeft waarschijnlijk aanleiding gegeven tot vaak grinnekend uitgespro ken schoonmoeder- moppen en -deuntjes als: "gooi je schoonmoeder van de trap". Maar de jaloezie die ouders ten aan zien van de jeugd) van hun eigen kinde ren koesteren is nauwelijks nog beschre ven. De paar schrijvers die zich wel ge waagd hebben aan thema's als 'moeders en dochters' en 'vaders en zonen' laten duidelijk zien dat jaloezie een belang rijk probleem in die relaties kan zijn. Sommige ouders onthouden hun kinde ren uit jaloezie allerlei plezierige dingen (zoals gezellige feestjes of moderne kledingfof maken het verkrijgen van die dingen voor hun kinderen zo moeilijk dat veel van het plezier'ervan verloren gaat. Jaloezie gaat soms ook schuil achter de neiging om voor zoon of dochter geen en kelejongen of meisje 'goed genoeg' te vin den. In wezen wil de ouder het kind dan gewoon niet aan een ander afstaan of kan men niet verdragen dat een ander de eerste plaats in het leven van zoon of dochter gaat innemen. De onveranderlijke natuurwet dat oud vervangen wordt door nieuw is voor ve len innerlijk onverteerbaar. Het veront rustende is dat die onverteerbaarheid door het moderne denken over jeugd en ouderdom lijkt te worden versterkt. Wanneer bewoners van een andere planeet in eerste instantie met onze pla neet zouden kennismaken via onze rekla- meborden, Sterspotjes en de foto's uit reisgidsen, dan zouden ze denken dat de gemiddelde aardbewoner 20 tot 25 jaar oud is met een buitengewoon gladde op perhuid waarop vóór of na het vitale sporten voortdurend zalfjes worden ge smeerd. De ET's zouden vervolgens ver bijsterd constateren dat de meesten van ons ouder zijn, veel gerimpelder, maar dat we inderdaad als idioten smeren om dat weg te krijgen. Ouderdom wordt daarmee een soort van persoonlijke te kortkoming, iets dat je eigenlijk niet kunt maken en datje op z'n minst zoveel mogelijk dient te verbergen. Het lijkt op het eerste gezicht verwon derlijk dat de meeste ouderen aan die discriminatie van zichzelf meedoen. Ze ker als we bedenken dat die discrimina tie nog andere ver strekkende gevolgen kan hebben, zoals ongeacht je vitaliteit of capaciteiten enkel op grond van je leeftijd uitje baan of positie gesmeten te worden. Dé verwondering wordt minder groot als we constateren, dat volgens verschil lende studies de zelfwaardering van mensen na hun 60ste jaar in het alge meen afneemt. Met andere woorden: ou der wordende mensen gaan zichzelf in vergelijking met jongeren ook werkelijk als minder 'waardevol' beleven, (jonge ren blijken dat ook met ouderen te doen!). Het is van alle tijden dat jeugdigheid als een begerenswaardig iets wordt ge zien. Maar het is van deze tijd om ouder dom als een minderwaardig iets te zien. Daarmee is grondstof voor het geelgroe ne gif dat we jaloezie noemen aange toond. Het valt te hopen dat er binnen kort een bejaardenrevolutie zal uitbre ken, waarin de cosmetische industrieën en de reclamebureaus worden platge brand en de ketenen van de jeugdwaan worden gebroken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 21