Fraudeurs worden steeds
systematischer aangepakt
Ouderlijke jaloezie
Denkwijzer
Onze taal
Vorig jaar werd bijna 24 miljoen aan sociale premies teruggevorderd
Ml
1J-
ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1987
EXTRA
PAGINA 21
Al lijkt het zo nu en dan
vechten tegen de bierkaai,
de fraude in de sociale
verzekeringen wordt
langzaam maar zeker
systematischer
aangepakt. Niet alleen
opsporingsbeambten van
het GAK houden zich
ërmee bezig, ook tal van
overheidsdiensten worden
ingeschakeld om de
almaar ingewikkelder
ontduikingsmethoden te
achterhalen.
Een nog kale kamer in een kantoren
flat. Een tafel, vier stoelen en langs
de wand twee personal computers.
Twee fraude-opsporingsambtena
ren van het Gemeenschappelijk Ad
ministratie Kantoor (GAK) hebben
hier hun intrek genomen. Geheel af
gesloten van de buitenwereld wer
ken ze aan een grootscheeps onder
zoek naar fraude met sociale-verze-
keringspremies.
door Cees Keizer
„Het gaat om enkele tonnen die nog
moeten worden betaald", zeggen ze. Om
er achter te komen wat er precies mis is
met enkele bedrijven die opereren in de
metaalsector, moeten ze gigantische hoe
veelheden papier verwerken. Papier ver
kregen door het in beslag nemen van ad
ministraties van zowel in Nederland als
in Duitsland gevestigde bedrijven. Ver
geleken met de acties Schuimkraag en
Goudtand waarbij de horeca en de tand
artsen aan een nauwgezet onderzoek
werden onderworpen, is deze zaak veel
moeilijker.
De bestrijding van de fraude in de soci
ale verzekeringen wordt steeds systema
tischer aangepakt. Niet alleen de fraude-
opsporingsbeambten van het GAK zit
ten op een bepaalde zaak. Steeds vaker
worden fraudebestrijders van andere
diensten en overheidsinstellingen inge
schakeld zoals de belastingdienst, de
Loon Technische Dienst van het minis
terie van sociale zaken, maar ook politie
en justitie.
Zo kon in 1986 ongeveer 15 miljoen
gulden aan premiefraude bij werkgevers
en 8,8 miljoen aan uitkeringsfraude bij
werknemers worden teruggevorderd.
Maar ondanks een steeds sterker georga
niseerde bestrijding gaat de fraude door.
„De fraudeurs bedenken steeds ingewik
kelder constructies om de premies in de
zak te houden", zeggen de bestrijders.
Ze komen met soms ongelooflijke ver
halen uit de praktijk. „Weet u dat het pa
leis Noordeinde in Den Haag is opge
schilderd door werknemers van een kop
pelbaas?". De Rijksgebouwendienst
bleek dat niet in de gaten te hebben toen
de klus werd uitbesteed.
Noodgrepen
Vaak blijken werkgevers die onder
een grote tijdsdruk een klus moeten zien
te klaren hun toevlucht te nemen tot al
lerlei constructies en noodgrepen, om er
maar te zorgen dat de klus op tijd wordt
geklaard. „In het centrum van ons land
moest de aanleg van een groot recreatie
park vóór de zomer gereed zijn. Dat lukte
niet na een lange vorstperiode. Iedereen
kon toen zien dat óp een bepaald mo
ment zeer veel mensen aan het wérk wa
ren gezet. We hebben het hele terrein op
een ochtend afgegrendeld en ontdekten
dat er zeer veel uitkeringstrekkers aan
het werk waren. Vlak voor m'n voeten
vluchtte een vent over het hek. Het bleek
een politieagent te zijn die zwart wat bij
verdiende".
Zwart werken komt voor onder alle la
gen van de bevolking. „We jagen beslist
niet op alle individuele zwartwerkers,
maar we bekijken wel grote groepen uit
keringstrekkers die bijvoorbeeld de
grens over gaan en zwart in Duitsland of
België werken. Maar ook kijken we naar
de werkgevers die bijvoorbeeld koppel
bazen inhuren".
De fraudebestrijders vah het GAK zeg
gen dat de affaire met het wijdvertakte
koppelbazennet van Papa Blanca in het
Waterweggebied de stoot heeft gegeven
tot het Structureren van het opsporings
apparaat. Vóór 1976. had het GAK, dat
driekwart van de Nederlandse werkne
mers via de bedrijfsverenigingen heeft
geregistreerd, geen speciale opsporings
afdeling. Nu beschikt het over 70 opspo
ringsbeambten met volledige opspo
ringsbevoegdheid. Binnenkort wordt dit
aantal uitgebreid.
Coördinator Jan Stikvoort op het
GAK-hoofdkantoor in Amsterdam zegt
dat de fraudebestrijders nagenoeg allen
een politionele achtergrond hebben. De
70 opsporingsfunctionarissen zijn onder
gebracht bij de 30 districtskantoren van
het GAK. „Men moet de taak van de op
sporingsambtenaren van het GAK niet
verwarren met die van de gemeentelijke
sociale diensten. „Wij tellen geen tan
denborstels; controleren geen bijstands
fraude. Dat doet de gemeentelijke socia
le dienst". Vanuit het GAK wordt alleen
nagegaan of er niets aan de hand is met
de werkloosheidsuitkeringen, uitkerin
gen bij ziekte en arbeidsongeschiktheid.
Klikbrief
De opsporingsambtenaren van het
GAK mogen, evenals agentên van ge
meente- of rijkspolitie, mensen aanhou
den en administraties in beslag nemen.
„Maar zeker in grote zaken doen we dat
altijd in overleg met de officier van justi
tie". Zaken die gecontroleerd worden,
krijgen de opsporingsambtenaren via
hun eigen uitkeringsdiensten, maar ook
via de anonieme klikbrief of een tip,uit
de omgeving van de fraudeur. „We bekij
ken alle bij ons binnenkomende tips te
rughoudend, maar wel serieus. Als uit de
ons beschikbare dossiers blijkt dat er
wel eens iets aan de hand zou kunnen
zijn, wordt er uiteindelijk een opspo
ringsambtenaar op gezet".
Vaak wordt de betrokkene voor een
gesprek uitgenodigd op een van de kan
toren van het GAK. Al gauw blijkt dan
wat et precies aan de hand is. Vaak wordt
geheel vrijwillig het gefraudeerde be
drag terugbetaald en komt het niet tot
justitiële vervolging. Maar als de fraude
een groot bedrag omvat, wordt het be
stuur van de desbetreffende bedrijfsver
eniging gevraagd aangifte te doen. Dan
Het paleis Noordeinde in Den Haag werd geschilderd door werknemers i
bouwendienst even ontgaan.
pas gaan de dossiers die het GAK inmid
dels heeft samengesteld, naar de officier
van justitie. „We gaan bij de behandeling
van welke zaak dan ook in eerste instan
tie uit van de goede trouw van de uitke
ringsgerechtigde of de werkgever, totdat
het tegendeel blijkt".
In de praktijk blijkt dat er in onze sa
menleving een aantal zeer fraudegevoeli
ge sectoren zijn. De bouw, de metaal,
maar ook de autobusondernemingen,
taxibedrijven, de horeca, de tuinbouw en
de confectie. Als uit onderzoek blijkt dat
een werkgever op de verzamelloonstaten
een lager loonbedrag opgeeft dan in wer
kelijkheid is uitbetaald, dan 'hangt' hij.
Bij busondernemingen die reizen or
ganiseren, blijkt bijvoorbeeld op een be
paald moment dat de aangeboden reizen
steeds goedkoper worden. Als de fraude
opsporingsbeambten daarin hun neus
steken, krijgen ze te horen dat een con
currerend bedrijf daarmee is begonnen
doordat men zwart betaalde chauffeurs
op de bussen zette. Dat behoeven lang
niet altijd mensen met een uitkering te
zijn, maar bijvoorbeeld iemand die z'n
vakantie gebruikt om nog iets bij te ver
dienen. Een directie van een busonder
neming die daartegen moet opboksen,
gaat dan in dezelfde fout
Bijverdienen
Ook transportondernemingen maken
zich daaraan schuldig. „Zo werd bij een
controle in Rotterdam een politieagent
in de kraag gepakt die zijn vakantieda
gen gebruikte om'als vrachtwagenchauf
feur zwart nog wat bij te verdienen".
De laatste tijd krijgen de inspecteurs
van het GAK ook wel tips via de politie,
die de laatste jaren steeds meer gaat in
spelen op fraudezaken. „Maar altijd moe
ten we ervoor zorgen dat we over goed
bewijsmateriaal beschikken voordat een
officier van justitie tot vervolging over
gaat. Je moet voor een zaak wel vijf slui
tende bewijzen hebben. Anders gebeurt
er niets en kun je naar een goede afloop
fluiten".
Wat betreft de 'illegale confectie-ate-
liers' is voor de opsporingsambtenaren
niet alleen Twente een berucht gebied,
maar ook steden als Amsterdam en
Utrecht. „Uit onze onderzoeken blijkt
dat gerenommeerde Nederlandse kle
dingbedrijven via een Nederlandse tus
senpersoon opdrachten bij deze ateliers
plaatsen. Waarbij ik niet onmiddellijk
zeg dat deze kledingbedrijven ook pre
cies weten waar de opdrachten uiteinde
lijk terecht komen".
Berucht
Al jaren is de grensstreek berucht.
Mensen die in Nederland een uitkering
hebben, gaan zwart werken in Duitsland
of België. Het verhaal gaat dat de Brus
selse metro is gebouwd door Nederland
se uitkeringstrekkers. Soms hebben op
sporingsambtenaren te maken met in
Nederland gevestigde koppelbazen,
maar steeds meer met Duitse koppelba
zen. Die hebben in Duitsland een geregi
streerd bedrijf en lenen arbeidskrachten
uit aan Nederlandse bedrijven.
Deze werknemers zijn soms voor en
kele tientallen marken in Duitsland ver
zekerd. Dat mag volgens alle overeen
komsten. Als ze maar niet al te lang in
Nederland blijven werken. Als ze lang
durig in ons land werken dienen ze vol
gens Nederlandse maatstaven te zijn ver
zekerd.
Een groot Nederlands bedrijf voelde
nattigheid toen via zo'n Duitse bv Neder
lands personeel werd aangetrokken voor
een omvangrijke klus. De werkgever in
formeerde op een bepaald moment naar
de Duitse uitlener en ontdekte dat er een
luchtje aan zat. Via de Wet Ketenaan
sprakelijkheid kan zo'n inlener aanspra
kelijk worden gesteld voor niet betaalde
premies en belasting. Doordat de bedoel
de werkgever informeerde, zijn we op
een omvangrijke fraudezaak gestuit".
Nog veel moeilijker wordt het de op
sporingsambtenaren gemaakt in het
Limburgse, waar de grenzen van drie
koppelbaas. Dat t
landen elkaar raken. Steeds opnieuw
wordt de vraag gesteld waar het bedrijf is
gevestigd, welke mensen er werken en
waar de sociale premies worden betaald
of in veel gevallen niet worden betaald.
De werknemers krijgen in de meeste ge
vallen ook geen loonstrook. Geld uit de
achterzak zo in het handje.
„Dan moetje maar proberen achter de
waarheid te komen. In dit geval geen
grootscheepse boter- of sigarettensmok
kel, maar een' omvangrijke smokkel in
werk. En dat gaat op van Winschoten tot
Maastricht en van Maastricht tot Vlissin-
gen. Men geeft soms op dat er wordt ge
werkt met zo'n 20 mensen. Totdat blijkt
dat het er meer dan 200 zijn". Om derge
lijke praktijken een halt toe te roepen
wordt de laatste tijd steeds meer samen
gewerkt met Duitse en Belgische organi
saties. „Die geven dan op wie bij welk
project werkt. Zo kom je achter rare za
ken".
Omzichtig
Met nadruk stellen alle opsporings
ambtenaren dat zij in onze rechtsstaat bij
onderzoek naar vermeende fraude zeer
omzichtig te werk gaan. „Als iemand
fout zit en alsnog aan zijn verplichtingen
voldoet, is de kans groot dat de zaak met
een sisser afloopt. We hangen zo iemand
niet nóg eens op door ruchtbaarheid aan
de zaak te geven, want dan zou je hem
dubbel straffen. Soms komt het voor dat
werknemers niet eens weten dat hun
werkgever sjoemelt met premies. Daar
komen ze pas achter bij ziekte of ont
slag".
Grote zaken die zijn afgerond worden
wèl met nadruk aan de grote klok gehan
gen. „Uit de praktijk van de afgelopen ja
ren blijkt dat zoiets preventief kan wer
ken. Werkgevers die met een koppelbaas
in zee willen om een bepaalde klus te kla
ren, kunnen bij ons informeren of de
zaak gezond is. Steeds meer werkgevers
doen dat omdat ze willen voorkomen
aansprakelijk te worden gesteld voor de
niet door de koppelbaas afgedragen pre
mies of belasting".
Coördinator Stikvoort: „De druk van
de sociale premies die een werkgever
maar ook een werknemer moet betalen is
bijzonder groot in ons land. Als steeds
meer bedrijven proberen het betalen van
die premies achterwege te laten, komen
de uitkeringsinstanties tekort en moeten
de premies weer omhoog. „Dat willen we
met onze onderzoeken proberen te voor
komen".
Een voorbeeld. Een klein bedrijf stelt
een vertegenwoordiger aan met een vast
loon, provisie en autokostenvergoeding.
Het werkt goed. Totdat de werknemer
ziek wordt en ziekengeld rechtstreeks
uitgekeerd krijgt via een van de GAK-
kantoren. Dan blijkt dat de werkgever al
die jaren een veel te laag loon heeft opge
geven. De werknemer pikt dit terecht
niet en klaagt bij het GAK, dat op zijn
beurt ontdekt dat de werkgever met op
zet een te laag loon hééft opgegeven om
zo de premies in zijn zak te steken.
Grote vis
Nog een voorbeeld. Een bedrijf leent
via een koppelbaas enkele tientallen
werknemers in. De koppelbaas stuurt
vervalste rekeningen met daarop teksten
als: Aan u geleverd een machine voor zo
veel duizenden guldens en meer van dat
fraais. Uit de in beslag genomen admini
stratie van de koppelbaas blijkt keurig
hoeveel mensen hoeveel uren hebben
gewerkt., De opgetelde bedragen van de
valse rekeningen en het bedrag van de
gewerkte uren kloppen-precies met el
kaar. Duidelijk is: hier spartelt een grote
Een laatste voorbeeld. Een gemeente
bestuur besloot het hele dorpscentrum
opnieuw te bestraten. Het werk werd ge
gund aan een straatmakersbedrijf dat die
er tientallen mensen op zette. De fraude-
man van het GAK vertrouwde het niet.
Hij probeerde achter de identiteit van de
werknemers te komen. Dat lukte hem
niet. De directeur van gemeentewerken
wist raad. Als verwoed amateurfotograaf
zette hij alle aan het werk zijnde mensen
op de gevoelige plaat. Ze poseeerden
keurig voor hem. Bij het onderzoek ont
kende natuurlijk iedereen dat er zwart
was gewerkt. Totdat ze zichzelf op de fo
to zagen. Werkgever en werknemers vie
len in één klap door de mand.
Ze zijn slim, de grote zwendelaars. En
ze worden steeds slimmer. Voor het voe
ren van een dubbele boekhouding wordt
een computer aangeschaft. „Die werkt
vaak zo vernuftig dat alles wordt vernie
tigd als een vreemde erin wil kijken". De
opsporingsambtenaren, geconfronteerd
met het professionalisme van fraudeurs,
dreigen de aansluiting te missen indien
zij zelf niet in staat worden gesteld met
de ontwikkelingen mee te gaan. De eigen
organisatie en de politiek lijken dit hiaat
te gaan onderkennen.
„Het is toch onbegonnen werk om een
gigantische administratie met de hand te
gaan uitpluizen. We zijn nu zo ver dat we,
als het moet, voor het schaduwen van
grote jongens een Mercedes mogen hu
ren. Die lui rijden vaak in grote, snelle
auto's. Dan val je wel op als je daar met je
Golf de poort binnen rijdt".
Enkele opsporingsambtenaren weten
geen raad met een in beslag genomen ad
ministratie, geboekt op acht 'floppies' uit
een computer. „We weten dat we aardig
beet hebben, maar kunnen die floppies
niet lezen. Daarvoor hebben we de appa
ratuur en de deskundigheid nog niet.
Moeten we ze aan een particulier bedrijf
geven om ze te laten ontcijferen? Dat
mag ook weer niet in het kader van de
privacy. We zullen wel zien hoe we daar
uit komen. Maar gek is het wel. Je ziet
dat we op deze manier ver achterlopen
bij de fraudeurs. En die weten best dat jij
het bfj wijze van spreken nog met de ball
point moet doen".
eu.
ui.
oe.
DOOR JOOP VAN DER HORST
Ik heb iets tegen eigengebakken brood.
Niet omdat het minder lekker is of om
dat het de warme bakker benadeelt,
maar omdat het volgens mij zelfgebak
ken brood zou moeten zijn. Ik weet niet
waarom. Intuïtief heb ik moeite met ei
gengebakken. Ik probeer te begrijpen
waarom ik daar moeite mee heb.
Eigengebakken en zelfgebakken lij
ken me te horen bij de volgende twee
zinnen: Hij bakt zijn eigen brood en Hij
bakt zelf zijn brood. Hier vind ik de eer
ste zin evenmin prettig maar naar mijn
gevoel minder storend dan het woord
eigengebakken.
Wat is het verschil tussen Hij bakt zijn
eigen brood en Hij bakt zelf zijn brood?
Is er betekenisverschil? Volgens mij is
er wel een klein verschil, al is het moei
lijk om meteen te zeggen waar het 'm in
zit. Laten we eens een poging wagen.
De zin Hij bakt zelf zijn brood kunnen
we verduidelijken door te zeggen: dus
niet iemand anders doet het. Deze toe
voeging lijkt me niet goed mogelijk bij
Hij bakt zijn eigen brood: Hij bakt zijn
eigen brood dus niet iemand anders
doet het.
Vindt u het verschil te subtiel? Dan
kies ik een ander voorbeeld. Hij kust zelf
zijn vrouw en Hij kust zijn eigen vrouw.
Nu zien we opeens een duidelijk en
groot betekenisverschil. In de eerste zin
wordt gezegd dat hij het kussen van zijn
vrouw niet aan anderen overlaat, want
ook al wordt ze misschien wel eens
door anderen gekust, in elk géval doet
hij het zelf ook. Op dit moment doet hij
zelf het en niet een ander. In Hij kust zijn
eigen vrouw wordt iets anders gezegd:
ook al kust hij ervoor en erna allerlei
andere vrouwen, op dit moment kust hij
zijn eigen vrouw en geen andere.
In beide gevallen, zowel bij zelf als bij
eigen, worden er alternatieven uitgeslo
ten. Het gaat om "en geen ander". Een
verschil lijkt me hierin gelegen dat zelf
alleen maar terugslaat op het onder
werp van de zin, terwijl eigen tevens
een relatie legt met iets anders in de zin.
Met andere woorden: zelf betekent het
onderwerp en geen ander, en eigen be
tekent van het onderwerp van geen an
der. Daardoor wordt in Hij kust zelf zijn
vrouw met nadruk uitgesloten dat (op dit
moment) iemand anders het doet. En in
Hij kust zijn eigen vrouw wordt met
evenveel nadruk uitgesloten dat hij (op
dit moment) andermans vrouw kust.
Overigens is deze formulering niet
nauwkeurig genoeg. Zelf hoeft niet altijd
betrekking te hebben op het onderwerp
van de zin. Denk maar aan zinnen als ik
bedoel niet de hele Amerikaanse rege
ring, ik bedoel Reagan zelf. Daarom
kunnen we beter zeggen: zelf betekent:
deze en geen ander; eigen: van deze
en van geen ander.
Wanneer we willen aangeven dat ie
mand niet bij de bakker koopt, lijkt het
me preciezer om te zeggen Hij bakt zelf
zijn brood. Het woord zelf sluit dan uit
dat anderen zijn brood bakken. Wie nu
met dezelfde bedoeling zou zeggen Hij
bakt zijn eigen brood, verlegt in feite de
nadruk door uit te sluiten dat hij brood
van een ander bakt. Dat is een rare be
tekenis en daardoor begrijpen we toch
wel dat er bedoeld wordt dat hij zelf
bakt. Maar het wordt dan via een om
weg gezegd.
Zou dit het zijn wat ik tegen heb op
eigengebakken? Volgens de woorden
boeken is er niets mis mee. Hoe kom ik
er dan bij om ontevreden te zijn met
zo'n doodgewoon woord? Ik heb niet
het gevoel dat ik mijn eigen ontevreden
heid voldoende begrijp.
Jaloezie kent vele vormen. Aan sommige
daarvan zijn we zo gewend dat we ze
vaak als terecht of zelfs "gezond" bé-
schouwen.' Bijvoorbeeld wanneer een
partner om wie we veel geven wat al te
intiem met een ander omgaat. Maar er
zijn ook vormen van jaloezie die we
nooit, of alleen met de grootste moeite
zouden toegeven, als we ons er al bewust
van zouden zijn daaraan te lijden. Eén
daarvan is de jaloezie die ouder worden
de mensen kunnen koesteren jegens jon
geren. Het is vooral de jeugdige vitali
teit, het jonge, gave lichaam en het feit
van nog een heel leven met allerlei moge
lijkheden voor zich te hebben waardoor
jongeren het voorwerp van jaloezie van
ouderen kunnen worden.
Die jaloezie kan soms een zodanige
heftigheid aannemen dat het gedrag van
een oudere daardoor in sterke en vaak
kwaadaardige mate wordt bepaald. Een
voorbeeld daarvan was een bijna 50-ja-
rige man, gehuwd en met twee zoons van
respectievelijk 16 en 18 jaar, die zich eni
ge tijd geleden om psychologische hulp
bij mij meldde. De directe aanleiding er
toe .was een al maanden voortslepende
ruzie tussen hemzelf aan de ene kant en
zijn vrouw en oudste zoon aan de andere
kant. Inzet van de ruzie w'as het meisje
met wie de zoon sinds 10 maanden een
(vaste) relatie had. De man was absoluut
tegen de relatie gekant en stond er op dat
zijn zoon deze zou verbreken. Hij had al
lerlei zwaar geschut in stelling gebracht,
zoals weigeren het meisje thuis te ont
vangen, nooit over haar te spreken en
zijn financiële bijdrage aan de studie
van zijn zoon in te houden.
Wat hij tegen het (overigens knappe)
meisje had, was dat ze regelmatig en
soms zelfs tamelijk bloot als fotomodel
werkte en zijn zoon voor zo'n "del" te
goed vond. De jongen was zodanig ver
liefd dat hij ondanks alle weerstand van
zijn vader de relatie aanhield. Met de
stilzwijgende goedkeuring van zijn moe
der. Tijdens één van de vele ruzies over
het meisje had die moeder zich ten slotte
duidelijk uitgesproken en gezegd dat
hun zoon het recht had zelf te beslissen
met wie hij omging. De man had dit als
verraad van zijn vrouw en een keuze
van haar vóór de zoon en tegen hem er
varen. Hij had daarop besloten het huis
gezin te verlaten en was op een kamer
gaan wonen.
Hij kwam bij me omdat hij in een vol
strekte impasse zat. Naar huis terug
gaan en, voor zijn gevoel, het hoofd bui
gen voor vrouw en zoon (en zijn vrien
din) wilde hij niet. Maar voorgoed schei
den en vrouw en zoon verliezen wilde hij
evenmin. Eén van de meest pijnlijke in
zichten die deze doodongelukkige man,
na veel slikken in onze gesprekken op
deed, was het feit dat hij hevig jaloers
was op zijn zoon: "In feite kan ik het heel
moeilijk verteren dat hij zo jong is als hij
is, een veel belovende studiekop is, er
goed uitziet, een mooie jonge vriendin
heeft, enfin, nog van alles voor zich heeft,
terwijl ik niet veel meer bijzonders in
mijn leven te verwachten heb. Als ik met
hem op straat loop, is er geen meisje dat
naar mij kijkt, wel naar hem natuur
lijk".
Er waren zelfs momenten dat hij, in de
spiegel kijkend naar zijn eigen rimpels,
zich het nog gave gezicht van zijn zoon
voor de geest riep. En zich dan afgunstig
voelde. Geleidelijk aan begon hij te besef
fen dat hij zijn eigen frustaties over wal
door René Diekstra
hooglëraarpsychologie te Leiden
het leven hem geboden had - of liever:
onthouden -..en de agressieve gevoelens
die daarvan het gevolg waren, op zijn
zoon richtte die daar part noch deel aan
had. De krachttoer, die hij daarna uit
haalde en waarvoor ik hem zeer bewon
derde, was dat hij met dit inzicht gewa
pend met zijn zoon ging spreken en ver
volgens ook met zijn vrouw. Lange tijd
daarna, toen 'ik hem ooit weer eens
sprak, zei hij heel terecht: "Ik benijd
mijn zoon nog altijd, maar jaloers ben ik
niet meer op hem".
Er is weinig bekend over het voorko
men van ouderlijke jaloezie jegens kin
deren en evenmin is er veel bekend over
de invloed die dit heeft op gezinsrelaties.
Maar mijns inziens is het een sterk on
derschat verschijnsel. Een klassiek gege
ven is de jaloezie die een vader koestert
jegens de jongeman die hun dochter mee
neemt. En even klqssiek is de jaloezie
vdn moeders ten aanzien van de vrou
wen die hun zoons impalmen. De ellende,
die uit zulke jaloeziegevoelens voort
komt, heeft waarschijnlijk aanleiding
gegeven tot vaak grinnekend uitgespro
ken schoonmoeder- moppen en -deuntjes
als: "gooi je schoonmoeder van de trap".
Maar de jaloezie die ouders ten aan
zien van de jeugd) van hun eigen kinde
ren koesteren is nauwelijks nog beschre
ven. De paar schrijvers die zich wel ge
waagd hebben aan thema's als 'moeders
en dochters' en 'vaders en zonen' laten
duidelijk zien dat jaloezie een belang
rijk probleem in die relaties kan zijn.
Sommige ouders onthouden hun kinde
ren uit jaloezie allerlei plezierige dingen
(zoals gezellige feestjes of moderne
kledingfof maken het verkrijgen van die
dingen voor hun kinderen zo moeilijk
dat veel van het plezier'ervan verloren
gaat.
Jaloezie gaat soms ook schuil achter de
neiging om voor zoon of dochter geen en
kelejongen of meisje 'goed genoeg' te vin
den. In wezen wil de ouder het kind dan
gewoon niet aan een ander afstaan of
kan men niet verdragen dat een ander
de eerste plaats in het leven van zoon of
dochter gaat innemen.
De onveranderlijke natuurwet dat oud
vervangen wordt door nieuw is voor ve
len innerlijk onverteerbaar. Het veront
rustende is dat die onverteerbaarheid
door het moderne denken over jeugd en
ouderdom lijkt te worden versterkt.
Wanneer bewoners van een andere
planeet in eerste instantie met onze pla
neet zouden kennismaken via onze rekla-
meborden, Sterspotjes en de foto's uit
reisgidsen, dan zouden ze denken dat de
gemiddelde aardbewoner 20 tot 25 jaar
oud is met een buitengewoon gladde op
perhuid waarop vóór of na het vitale
sporten voortdurend zalfjes worden ge
smeerd. De ET's zouden vervolgens ver
bijsterd constateren dat de meesten van
ons ouder zijn, veel gerimpelder, maar
dat we inderdaad als idioten smeren om
dat weg te krijgen. Ouderdom wordt
daarmee een soort van persoonlijke te
kortkoming, iets dat je eigenlijk niet
kunt maken en datje op z'n minst zoveel
mogelijk dient te verbergen.
Het lijkt op het eerste gezicht verwon
derlijk dat de meeste ouderen aan die
discriminatie van zichzelf meedoen. Ze
ker als we bedenken dat die discrimina
tie nog andere ver strekkende gevolgen
kan hebben, zoals ongeacht je vitaliteit
of capaciteiten enkel op grond van je
leeftijd uitje baan of positie gesmeten te
worden.
Dé verwondering wordt minder groot
als we constateren, dat volgens verschil
lende studies de zelfwaardering van
mensen na hun 60ste jaar in het alge
meen afneemt. Met andere woorden: ou
der wordende mensen gaan zichzelf in
vergelijking met jongeren ook werkelijk
als minder 'waardevol' beleven, (jonge
ren blijken dat ook met ouderen te
doen!).
Het is van alle tijden dat jeugdigheid
als een begerenswaardig iets wordt ge
zien. Maar het is van deze tijd om ouder
dom als een minderwaardig iets te zien.
Daarmee is grondstof voor het geelgroe
ne gif dat we jaloezie noemen aange
toond. Het valt te hopen dat er binnen
kort een bejaardenrevolutie zal uitbre
ken, waarin de cosmetische industrieën
en de reclamebureaus worden platge
brand en de ketenen van de jeugdwaan
worden gebroken.