Britten claimen schade Oktoberrevolutie Aanspraken variëren van blikjes sardines tot machinefabrieken Sinds een jaar wordt vrijwel alles dat zich binnen de stadsgrenzen van Leiden bevindt vanuit vliegtuigjes uitgebreid gefotografeerd. De be doeling daarvan is dat de stad tot op de vierkante meter in kaart wordt gebracht en in digitale vorm in de computer wordt gestopt. Op een schaal van 1 op 500. door Gerard van Putten Met de vervaardiging van de zogehe ten grootschalige basiskaart van Leiden, die in honderdtachtig afzonderlijke kaartjes zal worden onderverdeeld, is een bedrag van een miljoen gulden ge moeid. Overeenkomstig de gehanteerde verdeelsleutel brengen de gemeente Lei den en de gezamenlijke nutsbedrijven ieder vier ton op, terwijl het kadaster moet opdraaien voor de resterende twee ton. Bewust laten de betrokken instanties de gegevens die van de oude kaarten zouden kunnen worden afgelezen voor wat ze zijn. Wie meent dat met een aan passing hier en een wijziging daar van de oude kaarten best een goedkopere plattegrond van de stad valt te vervaar digen, maakt volgens landmeetkundig ambtenaar J.J.H. Hoogvliet een ernstige denkfout. „Zou voor die methode zijn gekozen, zonder twijfel h..d het hele pro ject het vijfvoudige gekost", schat hij. „Het kaartenbestand was hopeloos ver ouderd. Het zou een ontzettend arbeids intensief karwei zijn geweest als we die kaarten up to date hadden moeten ma ken. Daarmee zouden wij er dan nog niet zijn geweest. Er had dan ook nog een vertaling moeten worden gemaakt naar het nieuwe systeem, de digitale opslag van de kaart in de computer. Dat zou dubbel werk zijn geweest. En aangezien arbeid en tijd geld kosten, kun je dan beter helemaal opnieuw beginnen". Actueel Het voordeel van de nu gevolgde werkwijze is dat de betrokken instanties in de nabije toekomst niet meer hoeven te werken met een kaart die feitelijk al was verouderd op het moment dat de cartograaf er de laatste hand aan legde. Met behulp van de computers, waarover de Landmeetkundige Dienst van de ge meente Leiden thans beschikt, kan de stadskaart voortaan actueel worden ge houden. „Dit systeem maakt het mogelijk om de kaart pakweg iedere week aan te pas sen aan een nieuwe situatie", vertelt Hoogvliet. „We zijn nu in staat om alles onmiddellijk te registreren. Als de ver bouwing van een huis klaar is, kan het desbetreffende perceel worden opgeme ten en nog dezelfde dag in kaart worden gebracht. De mensen die in de buiten dienst werken doen die metingen met een computertje voor, het veldboek. Dat ding kan worden aangesloten op een theodoliet-toestel dat de gegevens ver taalt in computertaal en ze vervolgens invoert in het bestand van de hoofdcom puter". Tot voor kort kwam de Landmeetkun dige dienst van de gemeente Leiden am per toe aan het bijhouden van de stads kaart. „Meestal werd er gemeten als het noodzakelijk was. Als er iets moest ge beuren in een wijk werd de kaart gauw even bijgewerkt", vertelt Hoogvliet. „Het accent lag wat dat betreft op de nieuwe projecten, op wat wij hier het ka- pitaalswerk noemen, op de werkzaam heden die werden gesubsidieerd met rijksbijdragen. Dat genoot overeenkom stig het beleid van de gemeente priori teit. Vóór alles moesten die gebieden in kaart worden gebrachtwaar de aanne mers, de projectontwikkelaars, de bou wers en noem ze maar op aan de slag moesten. In totaal hebben wij er zes jaar over gedaan om de binnenstad in kaart te krijgen. Daarna is er aan die kaarten praktisch niets meer gedaan, eenvoudig omdat daar geen kapitaalswerk werd verricht". Fouten Overeenkomstig de planning moet de Leidse kaart van een miljoen eind 1988 gereed zijn; tegen die tijd moeten de computers in staat zijn om binnen vijf minuten één van de honderdtachtig fragmenten van de grootschalige basis- kaart uit het geheugen te putten. Hoog vliet: „Voorheen moest er uren naar de gegevens over een bepaald gebied wor den gezocht. Zeker in het verleden moest je er dan rekening mee houden dat er aan die gegevens de nodige fouten konden kleven. Iedere landmeetkundi ge meting wordt dan wel zodanig gecon troleerd dat de verkregen gegevens zich zelf controleren, maar aan het werk zit nu eenmaal wel een menselijke factor Hoge Rijndijk, omgeving Besjeslaan. Het eerste stukje Leiden dat digitaal in kaart is gebracht. vast. Iedere landmeter meet naar eigen inzicht en eigen interpretatie, waardoor afwijkingen kunnen ontstaan. Zo is het nu eenmaal: hoe meer menselijke han delingen er nodig zijn om iets op kaart te brengen, des te meer fouten er ook in een kaarttekening kunnen sluipen. Al kan er vanzelfsprekend ook in een com puterprogramma een fout zitten, je weet in elk geval datje dan te maken hebt met een homogene fout. Daar bedoel ik het volgende mee te zeggen: als een compu ter honderdtachtig kaarten maakt, komt die ene fout op al die honderdtachtig kaarten voor. Maar als je extreem ge steld honderdtachtig mensen ieder af zonderlijk een kaart laat maken, dan zul len er op al die honderdtachtig kaarten steeds verschillende fouten wordt ge schetst. Het foutenrisico wordt door die computer drastisch beperkt". Hij doelt daarmee ook de computer uitdraaien van kaarten die een veel juis ter beeld van een gebied zullen geven dan voorheen de plattegronden die van de oorspronkelijke kaarten werden ge kopieerd. „Weliswaar werden die gron dig gecontroleerd, maar het calqueren gebeurde natuurlijk niet altijd met vaste hand. Een lijntje kon naast het lijntje op de oude kaart worden getekend. Praatje over een lijndikteverschil bij een kaart met een schaal van 1:500, dan praat je over een verschil dat in de praktijk ze ven centimeter bedraagt. Laten we nu eens aannemen dat een dergelijk lijntje een gevel voorstelt. Zo'n minimale afwij king kan betekenen dat die gevel zeven centimeter verder staat dan op de kaart staat aangegeven. De consequenties daarvan zijn datje in de praktijk met lei dingen en kabels in de knoei kan raken". Proefgebied Al heeft de gemeente Leiden nu alleen het proefgebied tussen de Hoge Rijndijk en het Park die Leythe in het bestand opgenomen, nu al ziet Hoogvliet de in troductie van de grootschalige basis- kaart als een belangrijke vooruitgang. „Tijd kost nu eenmaal geld. In ons klei ne land is iedere centimeter grond een boel geld waard. Dus hoe sneller je een kaart kunt maken, hoe beter het is. Een gemeente kan het zich eenvoudig niet meer permitteren dat er alleen al aan het karteren een half jaar werk vastzit. Als die grootschalige basiskaart klaar is kunnen de medewerkers van alle instan ties, die ermee gaan werken, als het ware in één oogopslag alles van een bepaalde straat of gebied gewaar worden. Niet voor niets noemen wij die GBK hier heel populair een huisje-boompje-beestje- kaart. Omdat werkelijk alles op die kaart komt te staan. Waar precies de PTT-lei- dingen liggen. Of een bepaalde straat is geplaveid met asfalt of klinkers. Of er bomen langs de weg staan en waar pre cies. En dat is weer een belangrijk feit, als er in die straat gasleidingen moeten worden gelegd. Want worden die gaslei dingen op de verkeerde plaats gelegd, dan gaan vanzelfsprekend die bomen dood". De grootschalige basiskaart is feitelijk het logische antwoord op het grootscha lige en tegelijk chaotische gebruik van uiteenlopende kaarten door diverse overheidsinstanties. Onderling verschil den de kaarten van inhoud, van actuali teitswaarde, van vorm en van schaal. Als gevolg daarvan plachten diverse dien sten met betrekking tot één en hetzelfde project in het gunstigste geval dubbel werk te verrichten of (erger) driftig langs elkaar heen te werken. Zo werkte het ka daster bijvoorbeeld met kaarten met een schaal van 1 op 1250, terwijl bijvoor beeld de gemeente Leiden zich vasthield aan kaarten met een schaal van maxi maal 1 op 500, „omdat je anders de lei dingen en kabels er niet op kwijt kunt". In die gemeenten waar al wordt ge werkt met de GBK gaat de landmeter pas in een later stadium het veld in om nametingen te verrichten. Ook waar het de grootschalige basiskaart van Leiden aangaat, is het voorwerk gedaan door KLM Aerocarto. „Die maatschappij le vert andere gemeenten nog een kaart als eindprodukt, aan Leiden een diagitale kaart. Dat wil zeggen: ze leveren eigen lijk alleen cijfers die in de computer tot een kaart worden omgevormd". De luchtfotografie is in wezen seizoen werk. In de regel worden er alleen in het vooijaar luchtopnamen gemaakt. Zodra het zicht negen kilometer of meer be draagt, stijgen de vliegtuigjes op. Lucht fotografie kan alleen dan een bevredi gend resultaat geven als de zon behoor lijk hoog aan de hemel staat (een lucht foto mag niet worden ontsierd door slag schaduwen) en de bomen nog in de knop zijn. In beginsel worden de luchtopnamen op een hoogte van 3780 meter gemaakt, zodat per foto een terrein van ruim zes tien vierkante kilometer wordt bestre ken. Van het gebied worden verticale (de lens-as van de camera richt men loodrecht op het aardoppervlak) zwart wit opnamen gemaakt; de schaal van de luchtfoto's is in de regel 1:18.000. De fo to's worden zó genomen, dat ze elkaar in de vliegrichting ongeveer zestig procent overlappen en zijdelings om en nabij twintig procent. De achterliggende ge dachte van die methode is dat elk punt van een terrein op minimaal twee foto's voorkomt. „Het is niet zo dat aan de hand van die foto's ook onmiddellijk een kaart kan worden gemaakt", benadrukt Hoogvliet. „Een vliegtuig vliegt niet al tijd op dezelfde hoogte, het schommelt ook. Als gevolg daarvan geven die foto's geen maatvast beeld, ze verschillen door die hoogtewisselingen van schaal. Van daar dat de foto's verschaald dienen te worden". Juiste plaats Met een z.g. fotogrammetrisch appa raat worden voorts de luchtbeelden uit getekend. Anders gezegd: de gefotogra feerde objecten worden op hun geogra fisch juiste plaats gebracht. Daartoe worden op de luchtfoto vier markante punten aangehouden. Landmeters me ten in het veld op hoe die punten liggen ten opzichte van het rijksdriehoeksnet (het rijksdriehoeksnet is het geografisch coördinatenstelsel van Nederland, waar van de oorsprong of het nulpunt vroeger bij Amersfoort lag). "KLM-Aerocarto heeft alles uitgete kend wat vanuit de lucht kon worden geregistreerd. Maar wat ze niet met de camera hebben kunnen vangen, moet door ons naverkend worden. En datgene wat ze vanuit het vliegtuig slecht heb ben kunnen waarnemen, dat hebben ze op de kaarten aangeduid met stippeltjes. Vanuit de lucht kun je bijvoorbeeld al leen maar dakgoten fotograferen, maar geen gevels. Dus die dakgoten moeten op de kaart in gevels worden omgezet. De mensen van de buitendienst comple teren die kaarten door naverkenning, door ter plaatse bijmetingen te verrich ten". „De GBKN is in het leven geroepen om van alle, in omloop zijnde kaarten een standaardkaart te formeren waarop iedere instantie haar eigen gegevens kwijt kon. De fabricage van die stan daardkaart was eenvoudig, maar het bij houden ervan leverde grote problemen op. Het was eigenlijk een uitgeklede kaart, waarop alleen huizen en trottoirs stonden. Door de digitale opslag in de computer zijn de wijzigingen nu eenvou dig door te voeren. Daarom verwacht ik dat de Leidse versie van de GBK de uit het verleden daterende chaos van de kaart zal vegen". Tijdens de Russische Revolutie verloor de Britse grootindustrieel Leslie Urquhart een waar imperium, waaronder een miljoen hectare land, twaalf goud-, lood- en kopermijnen, 400 kilometer spoorweg en vier complete stadjes. Thans, 70 jaar later, bevinden zijn erfgenamen zich onder de duizenden Britten die van de Sowjet-Unie compensatie claimen voor hetgeen indertijd door hun voorouders is verloren. De aanspraken hebben betrekking op uiteenlopende zaken als papegaaien en drankkastjes tot boerderijen en fabrieken. Groot-Brittannië en de Sowjet-Unie slo ten vorig jaar juli een overeenkomst om de vorderingen te compenseren uit fondsen die sinds 1918 bevroren zijn ge weest in Britse banken. In 1918 maakten de bolsjewieken bekend dat zij de schul den van tsaar Nikolaas II niet overna men, hetgeen prompt leidde tot bevrie zing van de tegoeden. De fondsen zijn met rente inmiddels opgelopen tot 48,6 miljoen pond (163,2 miljoen gulden), hetgeen een aardig bedrag lijkt, maar wat slechts een fractie is van hetgeen in dertijd verloren is gegaan. Volgens financiële deskundigen zijn de Sowjet-autoriteiten teruggekomen op de nietigverklaring van de tsaristische schuldenlast omdat zij hun financiële betrekkingen met de Europese Gemeen schap wensen te verbeteren. De aflos sing zou mogelijke nieuwe investeerders ervan kunnen overtuigen dat de Sowjet- Unie haar schulden ernstig neemt. Fortuin William Foster, een grootgrondbezit ter in Oost-Engeland, maakt aanspraak op compensatie voor een deel van onroe rend goed dat hem is nagelaten door zijn vrouw Jean, Urquharts dochter. Zij overleed verleden jaar. Urquhart vergaarde in de olievelden van Bakoe en Siberië een fortuin. Zijn geschatte verliezen van 56 miljoen pond (indertijd 480 miljoen gulden) zouden vandaag de dag neerkomen op enkele miljarden guldens. Aangenomen 'wordt dat hij indertijd de grootste schuldeiser De gezinnen van Urquharts dochter en vier zonen kunnen waarschijnlijk re kenen op 1,5 miljoen pond, een bedrag dat onder hen verdeeld moet worden. Onder de termen van het Brits-Russi sche akkoord ontvangt de Sowjet-Unie 2,6 miljoen pond (8,7 miljoen gulden) van de bevroren tsaristische tegoeden als compensatie voor Britse interventie tijdens de revolutie van 1918 tot 1921. De resterende 46 miljoen pond (154,5 mil joen gulden) gaan naar Britse schuldei- In de jaren nadat de macht van de tsaar was overgegaan naar de bolsjewieken, dienden ongeveer 37.000 Britten vorde ringen in voor een totaalbedrag van 400 miljoen pond (indertijd 3,6 miljard gul den). Van die som had ongeveer 50 mil joen pond betrekking op keizerlijke Russische obligaties die waren uitgege ven om de kosten te dekken van de aan leg van spoorwegen en de aankoop van wapens. Door de Oktoberrevolutie ver loren de obligaties iedere waarde. Groot- Brittannië staakte in 1951 de registratie van de vorderingen. Advertenties Het ministerie van buitenlandse zaken plaatste verleden jaar advertenties in tijdschriften en dagbladen waarin po tentiële gegadigden werd uitgelegd wat zij moesten doen om hun bestaande ei sen gehonoreerd te krijgen. Op 31 maart verliep de termijn voor obligaties en op 30 juni voor geconfisqueerd onroerend goed. Leslie Cousins, een door de regering benoemde accountant, verklaarde dat bijna 2.000 vorderingen waren inge diend met betrekking tot onroerend goed. Ongeveer 4.700 personen zonden 850.000 Russische obligaties in met een totale waarde van 30 miljoen pond (in dertijd ruim 260 miljoen gulden). De eer ste betalingen worden verwacht in sep tember. Niet alle claims betreffen grote bedra gen. Eén schuldeiser liet weten dat hij een koffer met vier blikken sardines en een seizoenkaart voor de opera had ver loren. Een ander diende een eis voor smartegeld in vanwege het verlies van een papegaai. De vogel werd het laatst gesignaleerd tijdens de bestorming van het Winterpaleis. Andere eisen hadden betrekking op 70 blikken Argentijnse corned beef, zes tel- ramen en 1.984 doosjes lucifers die door het Rode Leger in beslag zouden zyn ge nomen. Een andere Brit toonde zich ver bitterd door het verlies van een drank kastje met 1.814 flessen rum. Veel van de eisers zijn de nazaten van Britse industriëlen en vaklieden die sinds het midden van de vorige eeuw in grote aantallen naar Rusland trokken om het uitgebreide continent te helpen ontwikkelen. De overgrootvader van Oliver Bland emigreerde in 1859 om te werken aan de spoorweg van Moskou naar St. Peters- burg, de eerste die in Rusland werd aan gelegd. Zijn vader was hoofdingenieur van een textielfabriek. Vlucht Bland, een gepensioneerd architect, was 4 toen zijn moeder hem in de ge welddadige zomer van 1917 in een deken wikkelde om hem uit Petrograd te smokkelen. Het was het begin van een enerverende vlucht naar Scandinavië en uiteindelijk een reis naar Groot-Brittan nië. Bland zegt dat hij zich nog goed de drukke straten, de schietpartijen en de brandende trams kan herinneren. „Er was een gevoel van angst, dat is mijn overwegende indruk". „Wij sleepten Rusland de 19de eeuw binnen", aldus Bland. „Mijn vader was éen van de experts. Hij werd met gevaar voor zijn leven gedwongen te vertrek ken. En hij was er altijd op gebrand de rekening te vereffenen. Wij werden er zonder één cent uit gegooid". In 1919 diende de familie Bland een eis tot schadevergoeding in van 5.000 pond (indertijd ongeveer 44.000 gulden). De eis had betrekking op het verlies van een auto, meubilair en andere zaken. De erfgenamen zullen in september waar schijnlijk een paar honderd pond krij gen toegewezen. Michael Clarkson Webbs grootvader, Robert Elworthy, bouwde in de Oekraï ne een bedrijf op waar landbouwmachi nes werden geproduceerd. De geconfis queerde onderneming werd na de revo lutie omgedoopt in Rode Ster Fabriek. De familie diende een eis in voor 1,2 miljoen pond (indertijd 10,4 miljoen gul- den). De erfgenamen verwachten onge veer 30.000 pond (ruim 100.000 gulden) te ontvangen. De 59-jarige Clarkson Webb, een ac countant, is secretaris van het Verbond van Britse Crediteuren dat in de jaren twintig door zijn grootvader werd opge richt om kracht bij te zetten aan vorde ringen daterend uit de periode van de revolutie. De organisatie telde ooit 900 leden, maar daarvan konden thans slecht 20 worden achterhaald. „Het is zuiver een politieke regeling", aldus Clarkson Webb. „Wij waren het al lemaal vergeten." BEN DOBBIN (AP)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 21