Kruiswoord II
Kruiswoord
Cartoon-kruiswoord
M Lettergrepenpuzzel
83 i
S3 2 S3
83 83
38 438
S8 538
83 683
$8 738
38 s38
§8 83
83 1083
II 11
sg 123s
|s 1383
§13838383838383*383838383838^
Lettergroeppuzzel
OH
OH
OB
OB
OB
OB
OH
OH
OB
OH
OH
OB
OH
OH
OH
OH
OH
OH
OH
OH
Kruiswoordpuzzel I
Elf natiën
Doorvlechter
3
a
S'
3'
Horizontaal: 1 klein kind; 6 gedeelte v.e.
spoorbaan tussen twee stations; 11 onenig
heid; 12 muzieknoot; 13 opslagplaats voor
goederen; 14 dierenverblijf; 15 voorzetsel;
17 voegwoord; 19 dieregeluid; 21 koren
ziekte; 24 weefsel v.e. spin; 26 heildronk;
29 grote gehoorzaal; 30 zanikpot; 32 weef
sel met fijne mazen; 33 gewricht; 34 te we
ten (afk.); 35 hoewel; 37 mannetjesbij; 38
onvergelijkelijk; 39 zeer godsdienstig; 40
bloeimaand; 42 symbool van neon; 44 per
soonlijk vnw.; 45 kunstprodukt; 48 oude
Peruaanse titel; 50 zacht (muziekterm); 53
ellendige woning; 54 krachtig; 56 jong
schaap; 57 kubieke meter; 58 ten bedrage
van; 60 uitdrukking van bevestiging; 61 fi
le; 62 slotwoord van gebeden; 64 werktuig
om water uit een schip te lozen; 65 land
bouwwerktuig; 67 populaire benaming
voor een bankbiljet van 25,-; 69 acrobati
sche toer v.e. vliegtuig; 72 geschoren pries
terkruin; 73 onderricht; 76 tijdmaat; 77
soort onderwijs (afk.); 78 biersoort; 80 punt
bij cricket; 81 familielid; 82 springstok; 83
de onbekende (afk. Latijn); 84 bespreking
van het voor en tegen; 85 soort paard; 86
voorzetsel; 87 kamerplant; 89 mak; 91 on
dernemingsvorm (afk.); 92 nonsens.
Verticaal: 1 tak van sport; 2 loofboom; 3
grof weefsel; 4 eer bewijzen; 5 bevroren
dauw; 6 nogmaals; 7 tegenstander; 8 zeer
hard gesteente; 9 voormiddag (afk.); 10 be
roep; 16 vogel; 18 klipgeit; 20 vogel; 22 wis
seling van veren bij vogels; 23 voorzetsel;
24 persoonlijk vnw.; 25 dieregeluid; 27 bij-
beldeel (afk.); 28 bladgroente; 30 Europe
aan; 31 nonsens; 34 metaal; 36 haarkruk; 40
koude, droge wind in Z.O.-Frankrijk; 41
boomloot; 43 bezieldheid; 46 insekt; 47
aanlegplaats voor schepen; 49 paardeslee;
51 oosterlengte (afk.); 52 0.01 meter (afk.);
53 karaat (afk.); 55 roofvogel; 57 gezamen
lijk; 59 Europese taal; 60 klimtol; 63 zelf
kant van linnen; 64 Nederlands staatsbe
drijf (afk.); 66 op deze manier; 68 tegen
woordig; 70 rund; 71 rekenkundig teken;
74 gedrocht; 75 ongedwongen; 76 stad in
Duitsland; 77 kleurling; 79 elektrisch gela
den atoom; 80 zeehond; 82 Spaanse munt;
84 onbezonnen; 85 beroep; 88 bloeiwijze;
90 muzieknoot.
rfF Van de lettergrepen: dfe
SS A - AP - CLA - CLAU - DA - DE - DUI - DUK - E - SS
S3 EER - GE - GIE - HAR - HEID - JE - KAART - SS
S3 KAN KEND - KUN - ME - ME - MEERD - MER - SS
Sj? NAAR - NE - NE - NI - O - PA - PEN - PO - PRO - S3
bd RAAT - RE - RE - REI - RIG - SPA - STE - TER - S3
fed THER - TIE - TIE - TIG - TIS - TREIN- VA - VELS bd
SS - VIS - WA - WEK - IJ - ZING - ZO S3
kunnen 13 woorden van navolgende betekenis worden ge- bd
vormd. Bij juiste oplossing vormen de gezamenlijke eerste en
35 vierde letters verticaal gelezen een spreekwoord.
1 periode van vrijaf op scholen; 2 zich vrijelijk uitende; 3 dS
onrechtmatige begunstiging van familieleden enz. by de ver-
vullingen van posten; 4 zeer handig mens; 5 publieke aanprij- S3
zing van artikelen via de radio; 6 kunstplaat; 7 alcoholvrye
38 drank; 8 soort vervoerbewijs; 9 sappige groengele pruim; 10 3S
huivering veroorzakende; 11 toestel waarmee men uit een ge-
w5jzonken duikboot kan ontsnappen; 12 levendig; 13 het streven S3
eer te verwerven en te behouden.
Van de lettergroepen:
AAL AAN AGE ALL ARD ARD AST BLO BUN
CHR DRE EDA EFF EIG ELO EMB EMI END
ENT ERE ERI ETE EXT GOU GRA ICA ICH
ICI IFT INA IND ING KET KFL LIP LOS
MAN NAS NET NEU NOM NSK OOG OPL PIG
RAA ROL SAF TER TIE TIE TIE TJE TRI
UIT UNK VAL VER WRE ZWA
kunnen 20 woorden van 9 let
ters van navolgende betekenis
worden gevormd. Bij juiste op
lossing geven de gezamenlijke
beginletters een spreekwoord te
lezen.
1 houten blaasinstrument; 2 één
der volksnamen van de zwaardle
lie; 3 niet kunnende zwijgen; 4
persoon met een bepaalde mala-fi-
de praktijk; 5 aansporing tot het
goede; 6 doelmatig; 7 toevoeging
aan een brief; 8 verpakking; 9
zenuwarts; 10 appelsoort; 11 be
waarplaats voor voedsel; 12 ze-
nuwstillend middel; 13 uitwijking
naar een ander land; 14 Lijst met
kandidaten; 15 aanwijzing; 16
kleine bewaarruimte; 17 recht
bank voor bijzondere rechtsple
ging; 18 onbarmhartig persoon; 19
hoog denkbeeld van zichzelf; 20
buitenkansje.
HORIZONTAAL: 1. kist onder
de bok v.e. wagen; 6. twee
slachtig dier; 11. geheel van
grondregels v.e. techniek; 12.
voorzetsel; 13. vierwielig rij
tuig; 14. in het jaar (Latijn); 15.
bekend sportevenement (afk.);
17. in oprichting (afk.); 19. bok-
sterm (afk.); 21. gespannen; 24.
inhoudsmaat; 26. rivier in
Frankrijk; 29. omwenteling; 30.
zuil, pilaar; 32. afgesneden
schijf; 33. vlaktemaat; 34. uit
roep van blijdschap; 35. ter ge
dachtenis (afk. Latijn); 37. tot
en met (afk.); 38. vierendeel; 39.
toestand dat er geen oorlog is;
40. verheugd; 42. volksnaam
van de kauw; 44. muzieknoot;
45. waterbewoner; 48. kleur; 50.
deel v.e. fiets; 53. smekend ver
zoek: 54. strijdperk (figuurlijk);
56. lokspijs; 57. stad in Duits
land; 58. chemisch symbool; 60.
•persoonlijk voornaamwoord;
61. uitroep; 62. hengselmand;
64. officiéle benaming voor Ier
land; 65. en dergelijke (afk.); 67.
titel na afgelegd doctoraal exa
men in de rechten; 69. publieke
aanprijzing v.e. artikel enz.; 70.
korte treffende zin voor propa
ganda of reclame.
VERTIKAAL: 1. kaartspel; 2.
persoonlijk voornaamwoord; 3.
schuifknoop; 4. staat in de VS;
5. deel van de hals; 6. bontge
kleurde papegaai; 7. kostbaar
bontsoort; 8. carbolzuur; 9. in
sekt; 10. tot de grens gaand; 16.
inbrekerswerktuig; 18. maand
v.h. jaar; 20. soort eikeboom;
22. insekt; 23. paardeslee; 24.
soort onderwijs (afk.); 25. mu-
Bij deze puzzel gaat het er
om de gehele voorraad let
ters te gebruiken voor het
vormen van 10 woorden aan
de hand van de omschrij
vingen. Bij een juiste invul
ling vormen de eerste let
ters van alle woorden een
Nederlandse plaatsnaam.
De voorraad letters is:
SxA 10x1 3xP
IxC lxK 4xR
4xD 4xL 7xS
15xE ixM llxT
2XF 6xN lxU
lxG 2xO lxX
2xH
OMSCHRIJVINGEN: 1
ontsmetting, 2. onnauwkeu
rig, 3. binnenkort, 4. god
van de onderwereld, 5. vijf
de letter van het Griekse al
fabet, 6. het late najaar, 7.
vrolijkheid, 8. voorplein,
wandelplein, 9. rente, 10.
overpeinzing.
zieknoot; 27. trekdier; 28. sier
lijk dier; 30. sierlijke tafelfles;
31. welriekende harssoort; 34.
spade met gekromd blad; 36.
honingdrank; 40. dapperheid,
durf; 41. oude lap; 43. vlecht
werk van metaaldraad; 46. lof
dicht; 47. bedachtzaam, bezon
nen; 49. voegwoord; 51. che
misch symbool; 52. motorschip
(afk 53. uiting van kou; 55. fij
ne, kenmerkende geur; 57.
kleur; 59. vlinderbloemige
plant; 60. inwendig gedeelte
v.e. viool; 63. sprookjesfiguur;
64. wandversiering; 66. tot
rouwbeklag (afk.) (op visite
kaartjes); 68. voorzetsel (alk.).
HORIZONTAAL: 1. ver
wonding door een steekwa
pen; 4. vredesvogel; 6. fos
siele hars; 8. vod; 10. zang
stem; 13. merkteken het
vaarwater aangevend; 15.
laagte tussen bergen; 16.
tijdrekening; 18. vreemde
munt; 20. vr. hert; 23. log
vrouwmens; 30. nachtvogel;
32. bovendien; 33. noot; 35.
roem; 38. groot en daarbij
flink gebouwd; 41. hemelli
chaam; 42. korenhalm; 43.
politieke onderhandelaar;
48. krachtbron voor stroom.
VERTIKAAL: 1 zuid
vrucht; 2. koortswerend
middel; 3. liefdegod; 4.
krachtseenheid; 5. voorzij
de v.e. troepenopstelling; 6.
zich links en rechts uit
strekkend; 7. woord ge
bruikt ter aanduiding v.e.
persoon; 9. deugniet; 11.
vervoermiddel; 12. voorzij
de v.e. huis; 13. vel papier;
14. vogelverblijf; 17. woon
boot; 18. militair; 19. plaats
o.d. Veluwe; 21. voorz.; 22.
krijt; 24. eerstkomend; 25.
zintuig; 26. verzameling; 27.
effen wollen weefsel; 28.
deel v.d. dag; 29. boom; 31.
ieder; 34. peulvrucht; 35.
eerstkomend; 36. tot de an
tilopen behorend dier uit
Afrika en Azië; 37. lint; 39.
dunne plank; 40. tienpotig
schaaldier met geschaard
achterlijf; 44. land in Azië;
45. voorz.; 46. mestvocht;
47. onmeetbaar getal.
HORIZONTAAL: 1. sporendragende plant; 3. Boheemse
dans; 5. roofvogel; 7. gevangenis; 8. erg; 9. nevens; 11. mis
punt; 13. plezier; 15. vergelding; 17. vrucht; 19. bij elkaar;
21. kledingstuk; 22. collectieve arbeidsovereenkomst; 23.
pakken; 25. oxidatie; 27. maalinrichting; 29. zich samen
trekkend orgaan; 31. blaasachtige opzetting der huid; 33.
vloerbedekking; 35. droog; 36. kom; 37. teint; 38. voertuig;
39. horige.
VERTIKAAL: 1. zoetwatervis; 2. deel v.e. etmaal; 3. Pool
se jood; 4. welriekende stof; 5. verzoekschrift; 6. vloeistof;
10. vogel; 12. boom; 14. achterbout van een varken; 15.
voertuig; 16. graan; 17. bouwland; 18. schijnsel; 19. sterke
wind; 20. telwoord; 24. maand; 26. tijdrekening; 28. wate
ring; 29. plankje om iets bijeen te houden; 30. opsporings
installatie; 31. scheur; 32. reeks van avonturen; 33. kopra;
34. landweg of laan.
HORIZONTAAL: 1. huisdier;
5. sluis; 8. rechthoekig; 13.
kleur; 14. ijzer; 16. ontploffing;
17. ogenblik; 18. wapen; 20. bin
nenkort; 21. godendrank; 23.
vogelprodukten; 26. familielid;
28. boordsel; 30. niet even; 32.
deel v.e. Fr. ontkenning; 33.
noot; 35. voorz.; 36. woord v. af
schuw; 37. liniaal; 40. slot; 43.
stof; 44. roem; 45. uitgifte; 49.
gematigd; 52. noot; 53. noot; 54.
vogel; 56. dwarshout; 57.
scheik. element (afk.); 58.
boom; 60. portierswoning; 62.
degen; 64. door smaad iem. eer
aantasten; 66. voorz.; 67. voor
waarts (in twee woorden uitge
drukt); 69. gard; 71. eer; 73.
houding; 74. Noorse goden; 75.
snedig; 76. wanneer; 77. grote
warmte.
VERTIKAAL: 1. dierenver
blijfplaats; 2. plaats in Duits
land; 3. kweken; 4. daar; 5. he
mellichaam; 6. voorz.; 7. mythe;
9. aankomend; 10. gebergte in
Amerika; 11. vat, waarin boter
wordt bewerkt; 12. groente; 14
stok; 15. muziekinstrument; 18
stok; 19. roofdier; 22. munt; 24
spleet; 25. pandjeshuis; 27
noot; 29. scheepstrap; 31. oud
kerkmuziekteken; 33. heilige
34. maanstand; 36. Hildebrand
38. bijb. fig.; 39. sprookjesfig.
41. voorz.; 42. lidw.; 46. niet ge
spannen; 47. plant; 48. daar; 49.
reeds; 50. rechtelijk ambtenaar
o.h. platteland; 51. nieuwsgieri
ge vrouw; 55. spil; 58. vader; 59
wezen; 60. akker; 61. telw.; 62
kleur; 63. evenredig deel; 64
wapen; 65. schoorsteenzwart
66. open plek in het bos; 68. on
dergang; 70. een zekere; 72
pers. vnw.; 74. bijb. plaats.
r/oo
cN
-
1
'V
V
i
'9
1
u
33
39
J
V
s
iè
7
*9
J O
31
if
3S
36
V
3S
39
y
<tO
v/
'w
V/
♦V
16
V
*9
Sö
n
si
.1
V
i9
B
A
61
fV
69
«j
7
i9
?o
7*
^5
73
79
/d
s
7/