Parkpop opnieuw heet en gezellig Componist ?he Henk Bading overleden Z Mozart-spektakel: hecht ensemblewerk 'La Rondine': zwakke opera Giacomo Puccini j Rossini's Messe Solennelle in operastijl Artifact, een tegendraadse studie van Frankfurter Ballett PAGINA 20 KUNST MAANDAG 29 JUNI Tweehonderdduizend bezoekers in het Zuiderpark zorgen voor recordopkomst DEN HAAG - De zomer begon zondagmiddag in Nederland. Toen Deacon Blue. de eerste groep van het Parkpop festival begon te spe len, brak de zon definitief door. Parkpop heeft een traditie van tro pische temperaturen hoog te hou den en deze zevende editie is geen uitzondering. Meer dan tweehon derdduizend mensen zorgden voor een absolute recordopkomst bij dit grootste popspektakel van Europa. „Als jullie nu allemaal 'Na na na' meezingen, dan blazen we die har drockers van Def Leppard even van het andere podium af," roept Katrien Leskanich van Katrina and the Waves een uur of vijf later enthousiast. Dat soort momenten - die muzikaal misschien niet zoveel om het lijf hebben - tekenen Park pop, een festival dat de reputatie heeft behalve groot en zonnig ook vrij van pretenties en vooral gezel lig te zijn. Die gezelligheid vind je overal in het Zuiderpark terug. Het is een groot familiefeest, waar mensen met babys, kleuters, opa's en oma's naar toe gaan. De clowns Pico en Paco voeren in een eigen tent de eeuwige 'waar-is-die-ballon?'- sketch uit. Om vier uur 's middags blijkt dat er veel te weinig bier in geslagen ïs. Op de uitgebreide markt, waar van tweedehands pla ten tot zonnebrillen en van Hol landse Nieuwe tot Greenpeace but tons worden verkocht, is het druk ker dan op de Amsterdamse vrij markt met Koninginnedag. Maar hoe kermis-achtig ook. het door Peter Bruyn blijft allemaal entourage, want al les draait natuurlijk om die twaalf rockgroepen die op twee podia ge programmeerd zijn. En het is ver bluffend wat het organiserend Al gemeen Haags Comitee en pro grammeur John van Vueren weer met een minimaal budget hebben weten te bereiken. Van Vueren gaat uit van een programmering in de breedte. Dus geen festival dat is opgehangen aan een enkele knaller als U2 of Tina Turner, maar voor ieder wat wils met als criterium dat de groepen zich wel als live-act be wezen moeten hebben. Fris Dat levert in praktijk weinig ver rassingen op, maar ook geen echte missers. De 'opwarmers' zijn nog van wat licht kaliber, zoals de sym pathieke, maar timide overkomen de Schotse formatie Deacon Blue die een scheut 'Northern soul' in de pop stopt, en de iets te cliché matige rock van Icicle Works. De Nederlandse Maarten Peters the Dream houdt zich staande als een soort Engelstalige Frank Boeijen en de Bombitas als 'die leuke mei den bij het kroegbandje' die ieder een wel als zusjes zou willen heb ben, zullen we maar zeggen. De Amerikaanse rock-cowboy Steve Earle steekt daarbij af met een op Springsteen-leest geschoei de countryshow die staat als een huis. En met steelgitarist Bucky Baxter als muzikale smaakmaker gaat hij met zijn 'Sweet little '66' (Chevrolet) over de 'Hillbilly High way' naar zijn 'San Antonio Girl'. Ook The Sound uit Londen heeft de routine om zo'n groot publiek te bewerken. De tragiek van de groep is dat ze nooit uit de schaduw van U2 en Echo the Bunnymen heeft kunnen kruipen. Acht jaar na het debuut maakt The Sound nog steeds platen, die vooral hetzelfde laten horen. De aanhang blijft be hoorlijk, zonder te groeien. In Den Haag gaan ze er stevig tegenaan en verdienen daar zelfs een toegift mee, het door de fans fanatiek meegezongen Winning. Maar echt fris klinkt het niet meer. Frisser is in ieder geval het Noordierse That Petrol Emotion. De groep die voortkwam uit de punkpopformatie The Unn de Brit se heaw metal formatie Def Lep pard is daarbij vergeleken ronduit log. Ondanks de bewonderens waardige prestatie van drummer Rick Allen, wiens linkerarm enke le jaren geleden na een ongeluk geamputeerd moest worden, is de muziek te traag en en ouderwets. Maar wel hard natuurlijk. Zo hard, dat Katrina the Wa ves hen op het andere podium niet even - zoals aangekondigd - weg blazen. Katrina met haar stralende tandpasta-blik wil zich graag heel wat stoerder voordoen dan ze in werkelijkheid is. Ze probeert ruig over te komen met Red Wine en Whisky, maar liedjes als Sun Street en Walking on Sunshine passen haar beter. Het is gewoon lekkere cola- en kauwgumpop die in de te levisieshow van pak-weg Ted de Braak niet misstaat. Als zij-haar liedje Mexico echter met een motiefje uit La Bamba op luistert, wordt duidelijk dat ze de Latijnse klanken beter aan Los Lo bos over kan laten. Dit gezelschap Latino's uit Los Angeles kan voor feest zorgen, al is hun start op Parkpop wat mat en vermoeid. Maar als de accordeon eenmaal te voorschijn komt en een waar Tex- Mex sfeertje geschapen wordt met Anselma en Serenata Norten a, dat komt het publiek spontaan in de stemming voor polka, polonaise en horlepiep. Weergaloos Ook bij het andere podium wordt dan voluit gedanst, zij het wat meer 'cool'. Terwijl de zon ach ter het podium verdwijnt, ontpopt de muzikale harteklop van Was hington, Troublefunk, zich daar tot het absolute hoogtepunt van Park pop. Negen man sterk verplettert deze dansmachine het publiek on der een moddervette laag 'gogo' en funk met veel percussie en rap. In muzikaal opzicht is de show weer galoos en songs als Rock the Hou se en Pump me up vloeie'n in een lange opzwepende dans-'groove' in elkaar over. En in hetzelfde park waar ruim drie jaar geleden hon derdduizenden tegen atoomwa pens demonstreerden, dansen tal lozen nu tijdens de toegift Drop the Bomb. Maar bij Troublefunk zijn deze woorden ironisch bedoeld. Hun boodschap is immers waar dit hele zomerse Parkpop om draait: een dag lang 'Party, party.' ferl 'rie iiel MAARHEEZE (ANP) - De com!ez' nist Henk Badings (80) is vrijda/ak 'zijn woonplaats Maarheeze ove'aa den. Badings is één van de prod~Yj tiefste hedendaagse componis-^1 van Nederland. Zijn oeuvre omlet ruim 1000 composities, waaron^n vierhonderd koorwerken, hondiroi orkestwerken, honderd kamerrhei ziekwerken, veertig pianocompQin ties, dertig orgelwerken, vijftiat theater- en filmmuziekstukktes tien balletten en zes opera's. Vojri al in het buitenland werden vel worder. zijn stukken veelvuldig ,oe speeld. Badings volgde in eerste inst^J tie een opleiding aan de TechQ€ sche Hogeschool in Delft, waar -.R in 1931 afstudeerde, en Zijn eeruc symphonie werd door het Conc^j€ gebouworkest uitgevoerd toen )e. nog student was: hij was toen QC jaar oud. In 1934 werd hij ler£j0 muziektheorie aan het Rotterdai r Conservatorium. Daarna werL, hij achtereenvolgens als medeie. recteur van het Muzieklyceum 'n( Amsterdam, als directeur van fra Rijksconservatorium in Den Hav( en als docent akoestiek en inf<a, matietheorie aan de Rijksuniver^ tcit Utrecht. Hij bekleedde ook verse gasthoogleraarschappen het buitenland. Hij was voorts D van de Academie voor Wete:h schappen Letteren en Schotu Kunsten in België. vi Ter gelegenheid van zijn tachti ste verjaardag werd dit jaar de Efe dings-prijs ingesteld, een jaarlij^ door de Badings-stichting uit a; reiken onderscheiding voor mu& ci. Zelf werd Badings vele mal^ onderscheiden. In september cy jaar worden Badings-festivals g_ 'houden in San Fransisco, Pitt burg en Tilburg. Badings wonl woensdag in Heeze gecremeerd. J Brusselse Opera met 'La Finta Giardiniera' Elzbieta Szmytka (rechts) en Lani Poulson als Ramiro (links) in 'La Finta Giardi niera'. In het midden Mireil le Mossé in een zwijgende rol ter ondersteuning van het fraaie toneelbeeld. (foto pr) 'La Finta Giardiniera' van W.A. Mozart door de Nationale Opera van België. Gezien en gehoerd op 27 juni in de Amsterdamse Stadsschouw burg. Aldaar nog een voorstelling op 30 juni. Aanvang 18.30 uur. AMSTERDAM - Het is alweer enkele jaren geleden, dat Hol land-Festivalgangers zich per trein naar de Muntschouwburg in Brussel konden begeven om daar een voorbeeldige uitvoering bij te wonen van Mozarts 'Cosi fan tutte'. Eindelijk is het dan zover dat de Brusselse Opera naar Amster dam is gekomen om er twee voorstellingen te geven va'n 'La Finta Giardiniera', een opera, die Mozart afleverde, toen hij nog geen twintig jaar was. Een opera, die zeer lange tijd onder het stof heeft gelegen, omdat het werk met grote hardnekkigheid werd afgedaan als oninteressant, on belangrijk en vrijwel onspeel- baar. Nu is de Brusselse Munt sinds het begin van de jaren tachtig een soort bedevaartplaats gewor den van de ware operaliefheb ber. Dit door Gerard Mortier met een toverstaf geleide instituut heeft in vrij korte tijd de opera huizen van bijvoorbeeld Wenen, Milaan en Covent Garden in zijn schaduw weten te stellen. Draait het in deze traditioneel ingestel de operahuizen veelal om één grote ster, die de glad-geoliede voorstelling met zijn of haar zangtechnische kwaliteiten moet maken, bij de Brusselse Opera gaat het in de eerste plaats om hecht ensemblewerk en een op de dag van vandaag geënte vormgeving. Solisten, regisseur, dirigent en decorontwerper hou den zich wekenlang intensief be zig met de totstandkoming van een nieuwe produktie, die de perfectie weliswaar moet bena deren, maar die in elk geval alle routine moet uitbannen. Hoge ei sen worden daarbij gesteld aan de acteerprestaties van de zan gers en zangeressen, te lang een zwak punt geweest bij de geves tigde opera-instellingen. Gerard Mortier slaat met toe nemend succes nieuwe wegen in om de opera in algemene zin een verjongingskuur te doen onder gaan. Dat de facelift, die in Brus sel wordt uitgevoerd, in feite al is geslaagd, daarvan heeft men zich zaterdagavond tijdens de eerste van de twee Mozart-uitvoeringen in Amsterdam kunnen overtui gen. Was het publiek, waar schijnlijk met de bedoeling om de viereneenhalf uur durende, vlekkeloos verlopende voorstel ling niet te veel te verstoren, wat zuinig met het geven van open doekjes, na afloop toonde het zich bijkans uitzinnig enthou siast. Terecht, want zelfs de meest fervente operahater zal bij het aanschouwen van deze fraai ogende produktie zijn mening over muziektheater - in dit geval zeker een dubbele emotie oproe pend - op z'n minst in herover weging willen nemen. Valt er wat pure klankschoon heid betreft bij deze vroege Mo zart al verrassend veel te genie ten, in visueel opzicht js de Brus selse voorstelling eveneens een verrukking. Geen wonder eigen lijk, want decors en kostuums zijn ontworpen door de regisseur van het spektakel, Karl-Ernst Herrmann, van wie al eerder tij dens dit Holland Festival een de cor te bewonderen viel, namelijk dat van 'Triumph der Liebe' van Marivaux, waarin eveneens een zeker spoor van vervreemding te onderkennen viel. Meer dan veertig berkebomen staan er op het podium en die vallen tot ver bazing van het publiek bij opste ken van een (toneel)storm tege lijk om, een wonder van vernuft. 'La Finta Giardiniera' (De ge veinsde tuinierster) is een opera- buffa (vrolijke opera) in drie be drijven volgens het beproefde re cept. A houdt van B, B houdt van C en C houdt van A. Met enige vrijmoedigheid zou men het een voorloper kunnen noemen van 'Le Nozze di Figaro'. Liefde en verwarring gedrenkt in een ge compliceerd spel vol intriges. Een kluchtig geheel met een se rieuze, psychologische onder toon. Wordt het in deze Brussel se 'Giardiniera'. soms niet een beetje te dik aangezet? Mis schien wel, maar de capriolen, die de solisten al zingend en reci terend moeten uithalen sorteren in elk geval effect. Men verveelt zich tijdens deze lange zit werkelijk geen moment: de voor stelling is daar te levendig, te tu multueus voor. Zo zeer zelfs dat een enkele solist zichzelf in een aria overzingt en naar adem lijkt te happen. Dankzij deze gewaag de aanpak is het echter geen op voering geworden, die alleen be vestigt wat het publiek door gaans wil zien. Er wordt in deze bezienswaar dige Mozart-produktie ook heel mooi gezongen en zoals gezegd prachtig geacteerd. De Poolse te nor Marek Torzewski als de ijde- le graaf Belfiore bijvoorbeeld, die pronkend gelijk een pauw het toneel menigmaal beheerst. En dan niet te vergeten de even eens uit Polen afkomstige so praan Elzbieta Szmytka, die als het kittige, in de liefde hevig te leurgestelde kamermeisje Ser- petta zich poedelt in het water van een beekje, daar enkele ma len overheen springt om vervol gens minutenlang balancerend op de rand van de orkestbak haar kwaadheid uit te zingen. Teatro Comunale di Bologna ïj l Regie, decors en kostuums: Pierluigi Samaritani. Gezien in Het Muziek theater op 28 juni. Herhaling: 30 ju ni. Aanvang: 20.00 uur. AMSTERDAM - 'La Rondine' (De Zwaluw), oorspronkelijk op gezet als operette, maar later om gebogen tot onvervalst Italiaans melodrama, is ontegenzeglijk Maar laten we eerlijk zijn, ook alle andere solisten leveren in de ze indrukwekkende produktie al even formidabele prestaties. Teamwerk in optima forma! Het dering voor zijn voortreffelijke Kamerorkest van de Nationale ondersteuning van al hetgeen op Opera onder leiding van Sylvain het podium gebeurt. Cambreling verdient alle waar- PIETER C. ROSIER Rossini: Messe Solennelle. Susan Dunn (sopraan), Margarita Zimmer- mann (mezzo-sopraan), Chris Mer- ritt (tenor), Helmut Berger-Tuna (bas), koor en orkest van het Teatro Comunale di Bologna o.l.v. Riccardo Chailly. Gehoord in de Nieuwe Kerk op 27 juni. Herhaling: 29 juni, aan vang 20.30 uur. AMSTERDAM - Aan het einde van zijn leven componeerde Ros sini zijn Petite Messe Solennelle voor vier solisten, gemengd koor, twee piano's en een harmo nium, een religieus werk van bij na anderhalf uur, dat naar mo derne maatstaven opmerkelijk speels en vrolijk klinkt. Op veler verzoek vervaardigde hij kort voor zijn dood echter een tweede versie, waarbij hij de instrumen tale begeleiding in handen gaf van een groot orkest, omdat de oorspronkelijke bezetting onge schikt bleek voor uitvoeringen in grote kerken en concertzalen. Uitvoeringen van die tweede versie zijn tegenwoordig nog zeldzamer dan die van de eerste en daarom was het op zichzelf een verheugend feit, dat Chailly ons tijdens het gastoptreden van zijn eigen Teatro Comunale uit Bologna die orkestversie voor schotelde. Weliswaar moet de conclusie zijn, dat vooral de me lodische structuren veel beter overkomen in een kleinere bezet ting, maar dat neemt niet weg dat een enthousiaste uitvoering in onvervalste operastijl zater dagavond toch voor een meer dan alleen maar interessante mu zikale belevenis zorgde. Voor een doorsnee Italiaans operatheater klinken het koor en orkest uit Bologna opvallend ge disciplineerd en Chailly liet er geen twijfel over bestaan dat hij ook met dit ensemble een hoog muzikaal niveau kon bereiken. Interessant voor de echte opera liefhebber was bovendien het so listenkwartet, aangevoerd door een prachtig fraserende en met kernachtige, slanke tonen zin gende Susan Dunn, die ook in dit werk bewees dat zij niet voor niets een van de leidende Verdi- sopranen van dit moment wordt genoemd. Margarita Zimmer- mann deed haar faam als Rossi- ni-alt alle eer aan en Helmut Ber- ger-Tuna gaf een solide vertol king van de bas-partij, maar het aandeel van de tenor Chris Mer- ritt klonk ditmaal keliger dan we van hem gewend zijn. (Het Hol landse klimaat?). De accommodatie en de akoes tische omstandigheden in de Nieuwe Kerk bleken echter ver re van ideaal. Een dergelijke uit voering is in het Concertgebouw veel beter op haar plaats en de beslissing van het Holland Festi val om voor 'festivalprijzen' een groot aantal plaatsen met slecht zicht of helemaal geen zicht te verkopen, leidde tot een steeds toenemend aantal 'wandelaars', wat de sfeer niet ten goede kwam. Beneden niveau was bo vendien het programmaboekje vol onnauwkeurigheden, ondes kundigheden en stilistische merkwaardigheden. PAUL KORENHOF 'Artifact' door het Ballett der Stad- tische Bühnen Frankfurt. Op 25 juni in het Muziektheater in Amsterdam. AMSTERDAM - De Ameri kaanse choreograaf William For- sythe, die ook bij het Nederlands Dans Theater werkzaam was - hij zette daar in 1980 Say Bye Bye, in 1982 Glange I, in 1983 Mental Modern - is sinds 1984 artistiek directeur van het Frankfurter Ballett. Een puur klassiek ge trainde en opgevoede groep al waar Forsythe sinds zijn komst een soort aardverschuiving te weegbracht. Immers, hij is een van de meest oorspronkelijke en tegendraadse choreografen van het moment. Ook zijn avondvullende Arti fact dat gisteren in het Muziek theater als Holland-Festivalvoor stelling ging en daar1 vanavond herhaald wordt is een tegen draadse studie. Op de keper be schouwd is het een klassiek-aca- demisch ballet in vier delen. Maar omdat Forsythe voortdu rend doende is vervreemdende elementen door de handeling heen te weven komt het alles be halve klassiek en gevestigd over. Integendeel, Forsythe doet er van alles aan om de klassieke dans op de helling te zetten. Hij wekt daarbij de indruk, voortdu rend zelf op zoek te zijn naar een oplossing of zo men wil een rechtvaardiging om de klassieke dans in het theater van vandaag nog te handhaven. De groep danst dikwijls in schemerig licht hoewel bij vla gen duetten, soli en groepen fel belicht worden. Niet alleen uit de toneeltoren en de coulissen maar ook met priemende spots uit de orkestbak en uitsparingen in het toneel. Kil licht voornamelijk. Dezelfde kilheid bevangt de dan sers, die wel met elkaar bewegen maar nooit echt tot wezenlijke contacten komen. Een groep in- dividulen die in een koude, on persoonlijke omgeving een weg probeert te vinden. Technisch zijn de dansers uit Frankfurt voortreffelijk toege rust en kunnen zij zich vaak van hun beste klassieke kant laten zien. De armen leiden echter met extatische zwaaibewegingen een eigen leven. De enige decoratie bestaat uit een aantal witte vlakken, be schilderd met zwarte lijnen. De dame met de glitterjurk en de megafoonman schuiven daar mee, gooien de vlakken tegen de vlakte en richten die weer op. Er worden schuilplaatsen en gan gen, barrières en openingen op de dansvloer mee gemaakt. De dansers lijkt het niet te deren. Die hebben hun eigen belangen bestaande uit het zo zuiver mo gelijk uitvoeren van het klassie ke vocabulaire. De belichting, de kleurloos heid van wit, grijs en zwart in de cors en kostuums en de muziek, die van oorsprong zeer klassiek is maar ook voortdurend wordt gedeformeerd gevoegd bij de alom aanwezige dame in glitter jurk en megafoonman met hun ordeverstorende teksten werken onderling vervreemdend. De Chaconne uit Bachs tweede vioolpartita wordt door Eva Crossman-Hecht op de piano in allerlei vrije variaties uit elkaar geplukt. Behalve in het tweede deel. Daar klinkt de Chaconne in oorspronkelikke vioolversie uit de speakers en dat is ook de eni ge scène waarin enige kleur te bekennen is. De dansers zijn dan vleeskleurig gekleed. Ook de be lichting is daar milder. Maar For sythe kan niet nalaten, het voor doek bij herhaling tijdens de ge danste Chaconne met een dreu nende klap te laten neerstorten. De muziek gaat onverstoorbaar verder, de dansers kunnen in die tijd tot een hergroepering ko men. Maar het is alsof Forsythe wil aangeven, dat de dagen van de klassieken geteld zijn. Ongetwijfeld heeft Artifact als danstheater iets te melden over het ontrafelen en hergroeperen van bestaande vormen. Het meest intrigerende is echter de vraag, door Forsythe zelf opge worpen, welke kant het met deze eigenzinnige balletmaker uit zal gaan. Dat het Holland Festival het passende kader is voor der gelijke schouwspelen lijdt geen twijfel. LEO VROMANS een zwak werk. De ingrepen van i Puccini's tekstdichter Giuseppe Adami hebben niet kunnen ver hinderen dat de eerste twee be- 1 drijven nog steeds een verwant- i schap met de Duitse operette vertonen en dat het toch al onlo gische verhaal moeizaam op gang komt. De derde akte gaat daarna als een nachtkaars uit en lijkt nauwelijks meer dan een verzameling bijeengeharkte cli chés met reminiscenties aan Ver di's 'La Traviata', Giordano's 'Fe dora' en Puccini's eigen 'La Bo hème'. Dat het moeilijk is op zo'n ge geven goede muziek te schrijven, wordt door de uiteindelijk ont stane partituur wel bewezen, maar dat neemt niet weg dat de eerste akte toch een juweeltje van sfeertekening is geworden, waarin Puccini zich muzikaal van zijn subtielste kant laat zien. Dat de muziek desondanks nooit populair is geworden, komt be halve door het gebrek aan kwali teit in met name de slotscène on getwijfeld ook door de omstan digheid, dat zich in de hele opera geen enkele aria en zelfs geen af gerond liefdesduet bevindt. 'La Rondine' is een conversatie-ope ra zonder 'tophits' en kon daar door niet profiteren van de op komst van de grammofoonplaat, die juist voor de populariteit van Puccini's opera zo belangrijk is geweest. De uitvoering door het Teatro Comunale uit Bologna roept ech ter de vraag op of een uitvoering in het theater de moeite nog wel waard is. Het is interessant het werk een keer gezien te hebben, temeer daar in de derde akte een later gecomponeerd fragment werd opgenomen (waarvan ove rigens alleen de pianobegelei ding voorhanden was), dat de zwakke dramatische ontwikke ling iets meer reliëf geeft. Aan de andere kant moet gesteld wor den, dat juist zo'n zwak werk niet profiteert van een regie die nau welijks meer deed dan zoeken naar mooie plaatjes, bijvoor beeld door het derde bedrijf te belichten als een ruim dertig mi nuten durende zonsondergang. Muzikaal viel er echter het no dige te genieten, niet in de laatste plaats dank zij het door Thomas Fulton vakkundig geleide koor en orkest. Ileana Cotrubas leek gehandicapt door een lichte ver koudheid die haar borstregister blokkeerde, maar ontplooide een zelfverzekerde hoogte en groeide daarmee naar een prachtig ge zongen slot-akte. Bruno Beccaria bleek een tenor met een krach tig, nog niet helemaal gepolijst natuurgeluid en moest als to neelpersoonlijkheid bovendien zijn meerdere erkennen in de tweede tenor, Iorio Zennaro, die dankbaar wist te profiteren van de kennelijke interesse waarmee Puccini de dichter Prunier van muziek voorzien heeft. PAUL KORENHOF. Tropische temperaturen bij het grootste popspektakel van Europa: het Parkpopfestival in het Haagse Zuiderpark. (foto

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 20