Parkpop opnieuw
heet en gezellig
Componist ?he
Henk Bading
overleden Z
Mozart-spektakel: hecht ensemblewerk
'La Rondine': zwakke
opera Giacomo Puccini j
Rossini's Messe Solennelle in operastijl
Artifact, een tegendraadse studie van Frankfurter Ballett
PAGINA 20
KUNST
MAANDAG 29 JUNI
Tweehonderdduizend bezoekers in het
Zuiderpark zorgen voor recordopkomst
DEN HAAG - De zomer begon
zondagmiddag in Nederland. Toen
Deacon Blue. de eerste groep van
het Parkpop festival begon te spe
len, brak de zon definitief door.
Parkpop heeft een traditie van tro
pische temperaturen hoog te hou
den en deze zevende editie is geen
uitzondering. Meer dan tweehon
derdduizend mensen zorgden voor
een absolute recordopkomst bij dit
grootste popspektakel van Europa.
„Als jullie nu allemaal 'Na na na'
meezingen, dan blazen we die har
drockers van Def Leppard even
van het andere podium af," roept
Katrien Leskanich van Katrina
and the Waves een uur of vijf later
enthousiast. Dat soort momenten -
die muzikaal misschien niet zoveel
om het lijf hebben - tekenen Park
pop, een festival dat de reputatie
heeft behalve groot en zonnig ook
vrij van pretenties en vooral gezel
lig te zijn.
Die gezelligheid vind je overal in
het Zuiderpark terug. Het is een
groot familiefeest, waar mensen
met babys, kleuters, opa's en oma's
naar toe gaan. De clowns Pico en
Paco voeren in een eigen tent de
eeuwige 'waar-is-die-ballon?'-
sketch uit. Om vier uur 's middags
blijkt dat er veel te weinig bier in
geslagen ïs. Op de uitgebreide
markt, waar van tweedehands pla
ten tot zonnebrillen en van Hol
landse Nieuwe tot Greenpeace but
tons worden verkocht, is het druk
ker dan op de Amsterdamse vrij
markt met Koninginnedag.
Maar hoe kermis-achtig ook. het
door
Peter Bruyn
blijft allemaal entourage, want al
les draait natuurlijk om die twaalf
rockgroepen die op twee podia ge
programmeerd zijn. En het is ver
bluffend wat het organiserend Al
gemeen Haags Comitee en pro
grammeur John van Vueren weer
met een minimaal budget hebben
weten te bereiken. Van Vueren
gaat uit van een programmering in
de breedte. Dus geen festival dat is
opgehangen aan een enkele knaller
als U2 of Tina Turner, maar voor
ieder wat wils met als criterium dat
de groepen zich wel als live-act be
wezen moeten hebben.
Fris
Dat levert in praktijk weinig ver
rassingen op, maar ook geen echte
missers. De 'opwarmers' zijn nog
van wat licht kaliber, zoals de sym
pathieke, maar timide overkomen
de Schotse formatie Deacon Blue
die een scheut 'Northern soul' in
de pop stopt, en de iets te cliché
matige rock van Icicle Works. De
Nederlandse Maarten Peters the
Dream houdt zich staande als een
soort Engelstalige Frank Boeijen
en de Bombitas als 'die leuke mei
den bij het kroegbandje' die ieder
een wel als zusjes zou willen heb
ben, zullen we maar zeggen.
De Amerikaanse rock-cowboy
Steve Earle steekt daarbij af met
een op Springsteen-leest geschoei
de countryshow die staat als een
huis. En met steelgitarist Bucky
Baxter als muzikale smaakmaker
gaat hij met zijn 'Sweet little '66'
(Chevrolet) over de 'Hillbilly High
way' naar zijn 'San Antonio Girl'.
Ook The Sound uit Londen heeft
de routine om zo'n groot publiek te
bewerken. De tragiek van de groep
is dat ze nooit uit de schaduw van
U2 en Echo the Bunnymen heeft
kunnen kruipen. Acht jaar na het
debuut maakt The Sound nog
steeds platen, die vooral hetzelfde
laten horen. De aanhang blijft be
hoorlijk, zonder te groeien. In Den
Haag gaan ze er stevig tegenaan en
verdienen daar zelfs een toegift
mee, het door de fans fanatiek
meegezongen Winning. Maar echt
fris klinkt het niet meer.
Frisser is in ieder geval het
Noordierse That Petrol Emotion.
De groep die voortkwam uit de
punkpopformatie The Unn de Brit
se heaw metal formatie Def Lep
pard is daarbij vergeleken ronduit
log. Ondanks de bewonderens
waardige prestatie van drummer
Rick Allen, wiens linkerarm enke
le jaren geleden na een ongeluk
geamputeerd moest worden, is de
muziek te traag en en ouderwets.
Maar wel hard natuurlijk.
Zo hard, dat Katrina the Wa
ves hen op het andere podium niet
even - zoals aangekondigd - weg
blazen. Katrina met haar stralende
tandpasta-blik wil zich graag heel
wat stoerder voordoen dan ze in
werkelijkheid is. Ze probeert ruig
over te komen met Red Wine en
Whisky, maar liedjes als Sun Street
en Walking on Sunshine passen
haar beter. Het is gewoon lekkere
cola- en kauwgumpop die in de te
levisieshow van pak-weg Ted de
Braak niet misstaat.
Als zij-haar liedje Mexico echter
met een motiefje uit La Bamba op
luistert, wordt duidelijk dat ze de
Latijnse klanken beter aan Los Lo
bos over kan laten. Dit gezelschap
Latino's uit Los Angeles kan voor
feest zorgen, al is hun start op
Parkpop wat mat en vermoeid.
Maar als de accordeon eenmaal te
voorschijn komt en een waar Tex-
Mex sfeertje geschapen wordt met
Anselma en Serenata Norten a, dat
komt het publiek spontaan in de
stemming voor polka, polonaise en
horlepiep.
Weergaloos
Ook bij het andere podium
wordt dan voluit gedanst, zij het
wat meer 'cool'. Terwijl de zon ach
ter het podium verdwijnt, ontpopt
de muzikale harteklop van Was
hington, Troublefunk, zich daar tot
het absolute hoogtepunt van Park
pop. Negen man sterk verplettert
deze dansmachine het publiek on
der een moddervette laag 'gogo' en
funk met veel percussie en rap. In
muzikaal opzicht is de show weer
galoos en songs als Rock the Hou
se en Pump me up vloeie'n in een
lange opzwepende dans-'groove' in
elkaar over.
En in hetzelfde park
waar ruim drie jaar geleden hon
derdduizenden tegen atoomwa
pens demonstreerden, dansen tal
lozen nu tijdens de toegift Drop the
Bomb. Maar bij Troublefunk zijn
deze woorden ironisch bedoeld.
Hun boodschap is immers waar dit
hele zomerse Parkpop om draait:
een dag lang 'Party, party.'
ferl
'rie
iiel
MAARHEEZE (ANP) - De com!ez'
nist Henk Badings (80) is vrijda/ak
'zijn woonplaats Maarheeze ove'aa
den. Badings is één van de prod~Yj
tiefste hedendaagse componis-^1
van Nederland. Zijn oeuvre omlet
ruim 1000 composities, waaron^n
vierhonderd koorwerken, hondiroi
orkestwerken, honderd kamerrhei
ziekwerken, veertig pianocompQin
ties, dertig orgelwerken, vijftiat
theater- en filmmuziekstukktes
tien balletten en zes opera's. Vojri
al in het buitenland werden vel
worder. zijn stukken veelvuldig ,oe
speeld.
Badings volgde in eerste inst^J
tie een opleiding aan de TechQ€
sche Hogeschool in Delft, waar -.R
in 1931 afstudeerde, en Zijn eeruc
symphonie werd door het Conc^j€
gebouworkest uitgevoerd toen )e.
nog student was: hij was toen QC
jaar oud. In 1934 werd hij ler£j0
muziektheorie aan het Rotterdai r
Conservatorium. Daarna werL,
hij achtereenvolgens als medeie.
recteur van het Muzieklyceum 'n(
Amsterdam, als directeur van fra
Rijksconservatorium in Den Hav(
en als docent akoestiek en inf<a,
matietheorie aan de Rijksuniver^
tcit Utrecht. Hij bekleedde ook
verse gasthoogleraarschappen
het buitenland. Hij was voorts D
van de Academie voor Wete:h
schappen Letteren en Schotu
Kunsten in België. vi
Ter gelegenheid van zijn tachti
ste verjaardag werd dit jaar de Efe
dings-prijs ingesteld, een jaarlij^
door de Badings-stichting uit a;
reiken onderscheiding voor mu&
ci. Zelf werd Badings vele mal^
onderscheiden. In september cy
jaar worden Badings-festivals g_
'houden in San Fransisco, Pitt
burg en Tilburg. Badings wonl
woensdag in Heeze gecremeerd. J
Brusselse Opera met 'La Finta Giardiniera'
Elzbieta Szmytka (rechts)
en Lani Poulson als Ramiro
(links) in 'La Finta Giardi
niera'. In het midden Mireil
le Mossé in een zwijgende rol
ter ondersteuning van het
fraaie toneelbeeld. (foto pr)
'La Finta Giardiniera' van W.A.
Mozart door de Nationale Opera van
België. Gezien en gehoerd op 27 juni
in de Amsterdamse Stadsschouw
burg. Aldaar nog een voorstelling op
30 juni. Aanvang 18.30 uur.
AMSTERDAM - Het is alweer
enkele jaren geleden, dat Hol
land-Festivalgangers zich per
trein naar de Muntschouwburg
in Brussel konden begeven om
daar een voorbeeldige uitvoering
bij te wonen van Mozarts 'Cosi
fan tutte'.
Eindelijk is het dan zover dat
de Brusselse Opera naar Amster
dam is gekomen om er twee
voorstellingen te geven va'n 'La
Finta Giardiniera', een opera, die
Mozart afleverde, toen hij nog
geen twintig jaar was. Een opera,
die zeer lange tijd onder het stof
heeft gelegen, omdat het werk
met grote hardnekkigheid werd
afgedaan als oninteressant, on
belangrijk en vrijwel onspeel-
baar.
Nu is de Brusselse Munt sinds
het begin van de jaren tachtig
een soort bedevaartplaats gewor
den van de ware operaliefheb
ber. Dit door Gerard Mortier met
een toverstaf geleide instituut
heeft in vrij korte tijd de opera
huizen van bijvoorbeeld Wenen,
Milaan en Covent Garden in zijn
schaduw weten te stellen. Draait
het in deze traditioneel ingestel
de operahuizen veelal om één
grote ster, die de glad-geoliede
voorstelling met zijn of haar
zangtechnische kwaliteiten moet
maken, bij de Brusselse Opera
gaat het in de eerste plaats om
hecht ensemblewerk en een op
de dag van vandaag geënte
vormgeving. Solisten, regisseur,
dirigent en decorontwerper hou
den zich wekenlang intensief be
zig met de totstandkoming van
een nieuwe produktie, die de
perfectie weliswaar moet bena
deren, maar die in elk geval alle
routine moet uitbannen. Hoge ei
sen worden daarbij gesteld aan
de acteerprestaties van de zan
gers en zangeressen, te lang een
zwak punt geweest bij de geves
tigde opera-instellingen.
Gerard Mortier slaat met toe
nemend succes nieuwe wegen in
om de opera in algemene zin een
verjongingskuur te doen onder
gaan. Dat de facelift, die in Brus
sel wordt uitgevoerd, in feite al is
geslaagd, daarvan heeft men zich
zaterdagavond tijdens de eerste
van de twee Mozart-uitvoeringen
in Amsterdam kunnen overtui
gen. Was het publiek, waar
schijnlijk met de bedoeling om
de viereneenhalf uur durende,
vlekkeloos verlopende voorstel
ling niet te veel te verstoren, wat
zuinig met het geven van open
doekjes, na afloop toonde het
zich bijkans uitzinnig enthou
siast. Terecht, want zelfs de
meest fervente operahater zal bij
het aanschouwen van deze fraai
ogende produktie zijn mening
over muziektheater - in dit geval
zeker een dubbele emotie oproe
pend - op z'n minst in herover
weging willen nemen.
Valt er wat pure klankschoon
heid betreft bij deze vroege Mo
zart al verrassend veel te genie
ten, in visueel opzicht js de Brus
selse voorstelling eveneens een
verrukking. Geen wonder eigen
lijk, want decors en kostuums
zijn ontworpen door de regisseur
van het spektakel, Karl-Ernst
Herrmann, van wie al eerder tij
dens dit Holland Festival een de
cor te bewonderen viel, namelijk
dat van 'Triumph der Liebe' van
Marivaux, waarin eveneens een
zeker spoor van vervreemding te
onderkennen viel. Meer dan
veertig berkebomen staan er op
het podium en die vallen tot ver
bazing van het publiek bij opste
ken van een (toneel)storm tege
lijk om, een wonder van vernuft.
'La Finta Giardiniera' (De ge
veinsde tuinierster) is een opera-
buffa (vrolijke opera) in drie be
drijven volgens het beproefde re
cept. A houdt van B, B houdt van
C en C houdt van A. Met enige
vrijmoedigheid zou men het een
voorloper kunnen noemen van
'Le Nozze di Figaro'. Liefde en
verwarring gedrenkt in een ge
compliceerd spel vol intriges.
Een kluchtig geheel met een se
rieuze, psychologische onder
toon. Wordt het in deze Brussel
se 'Giardiniera'. soms niet een
beetje te dik aangezet? Mis
schien wel, maar de capriolen,
die de solisten al zingend en reci
terend moeten uithalen sorteren
in elk geval effect. Men verveelt
zich tijdens deze lange zit
werkelijk geen moment: de voor
stelling is daar te levendig, te tu
multueus voor. Zo zeer zelfs dat
een enkele solist zichzelf in een
aria overzingt en naar adem lijkt
te happen. Dankzij deze gewaag
de aanpak is het echter geen op
voering geworden, die alleen be
vestigt wat het publiek door
gaans wil zien.
Er wordt in deze bezienswaar
dige Mozart-produktie ook heel
mooi gezongen en zoals gezegd
prachtig geacteerd. De Poolse te
nor Marek Torzewski als de ijde-
le graaf Belfiore bijvoorbeeld,
die pronkend gelijk een pauw
het toneel menigmaal beheerst.
En dan niet te vergeten de even
eens uit Polen afkomstige so
praan Elzbieta Szmytka, die als
het kittige, in de liefde hevig te
leurgestelde kamermeisje Ser-
petta zich poedelt in het water
van een beekje, daar enkele ma
len overheen springt om vervol
gens minutenlang balancerend
op de rand van de orkestbak haar
kwaadheid uit te zingen.
Teatro Comunale di Bologna ïj
l
Regie, decors en kostuums: Pierluigi
Samaritani. Gezien in Het Muziek
theater op 28 juni. Herhaling: 30 ju
ni. Aanvang: 20.00 uur.
AMSTERDAM - 'La Rondine'
(De Zwaluw), oorspronkelijk op
gezet als operette, maar later om
gebogen tot onvervalst Italiaans
melodrama, is ontegenzeglijk
Maar laten we eerlijk zijn, ook
alle andere solisten leveren in de
ze indrukwekkende produktie al
even formidabele prestaties.
Teamwerk in optima forma! Het dering voor zijn voortreffelijke
Kamerorkest van de Nationale ondersteuning van al hetgeen op
Opera onder leiding van Sylvain het podium gebeurt.
Cambreling verdient alle waar- PIETER C. ROSIER
Rossini: Messe Solennelle. Susan
Dunn (sopraan), Margarita Zimmer-
mann (mezzo-sopraan), Chris Mer-
ritt (tenor), Helmut Berger-Tuna
(bas), koor en orkest van het Teatro
Comunale di Bologna o.l.v. Riccardo
Chailly. Gehoord in de Nieuwe Kerk
op 27 juni. Herhaling: 29 juni, aan
vang 20.30 uur.
AMSTERDAM - Aan het einde
van zijn leven componeerde Ros
sini zijn Petite Messe Solennelle
voor vier solisten, gemengd
koor, twee piano's en een harmo
nium, een religieus werk van bij
na anderhalf uur, dat naar mo
derne maatstaven opmerkelijk
speels en vrolijk klinkt. Op veler
verzoek vervaardigde hij kort
voor zijn dood echter een tweede
versie, waarbij hij de instrumen
tale begeleiding in handen gaf
van een groot orkest, omdat de
oorspronkelijke bezetting onge
schikt bleek voor uitvoeringen in
grote kerken en concertzalen.
Uitvoeringen van die tweede
versie zijn tegenwoordig nog
zeldzamer dan die van de eerste
en daarom was het op zichzelf
een verheugend feit, dat Chailly
ons tijdens het gastoptreden van
zijn eigen Teatro Comunale uit
Bologna die orkestversie voor
schotelde. Weliswaar moet de
conclusie zijn, dat vooral de me
lodische structuren veel beter
overkomen in een kleinere bezet
ting, maar dat neemt niet weg
dat een enthousiaste uitvoering
in onvervalste operastijl zater
dagavond toch voor een meer
dan alleen maar interessante mu
zikale belevenis zorgde.
Voor een doorsnee Italiaans
operatheater klinken het koor en
orkest uit Bologna opvallend ge
disciplineerd en Chailly liet er
geen twijfel over bestaan dat hij
ook met dit ensemble een hoog
muzikaal niveau kon bereiken.
Interessant voor de echte opera
liefhebber was bovendien het so
listenkwartet, aangevoerd door
een prachtig fraserende en met
kernachtige, slanke tonen zin
gende Susan Dunn, die ook in dit
werk bewees dat zij niet voor
niets een van de leidende Verdi-
sopranen van dit moment wordt
genoemd. Margarita Zimmer-
mann deed haar faam als Rossi-
ni-alt alle eer aan en Helmut Ber-
ger-Tuna gaf een solide vertol
king van de bas-partij, maar het
aandeel van de tenor Chris Mer-
ritt klonk ditmaal keliger dan we
van hem gewend zijn. (Het Hol
landse klimaat?).
De accommodatie en de akoes
tische omstandigheden in de
Nieuwe Kerk bleken echter ver
re van ideaal. Een dergelijke uit
voering is in het Concertgebouw
veel beter op haar plaats en de
beslissing van het Holland Festi
val om voor 'festivalprijzen' een
groot aantal plaatsen met slecht
zicht of helemaal geen zicht te
verkopen, leidde tot een steeds
toenemend aantal 'wandelaars',
wat de sfeer niet ten goede
kwam. Beneden niveau was bo
vendien het programmaboekje
vol onnauwkeurigheden, ondes
kundigheden en stilistische
merkwaardigheden.
PAUL KORENHOF
'Artifact' door het Ballett der Stad-
tische Bühnen Frankfurt. Op 25 juni
in het Muziektheater in Amsterdam.
AMSTERDAM - De Ameri
kaanse choreograaf William For-
sythe, die ook bij het Nederlands
Dans Theater werkzaam was - hij
zette daar in 1980 Say Bye Bye,
in 1982 Glange I, in 1983 Mental
Modern - is sinds 1984 artistiek
directeur van het Frankfurter
Ballett. Een puur klassiek ge
trainde en opgevoede groep al
waar Forsythe sinds zijn komst
een soort aardverschuiving te
weegbracht. Immers, hij is een
van de meest oorspronkelijke en
tegendraadse choreografen van
het moment.
Ook zijn avondvullende Arti
fact dat gisteren in het Muziek
theater als Holland-Festivalvoor
stelling ging en daar1 vanavond
herhaald wordt is een tegen
draadse studie. Op de keper be
schouwd is het een klassiek-aca-
demisch ballet in vier delen.
Maar omdat Forsythe voortdu
rend doende is vervreemdende
elementen door de handeling
heen te weven komt het alles be
halve klassiek en gevestigd over.
Integendeel, Forsythe doet er
van alles aan om de klassieke
dans op de helling te zetten. Hij
wekt daarbij de indruk, voortdu
rend zelf op zoek te zijn naar een
oplossing of zo men wil een
rechtvaardiging om de klassieke
dans in het theater van vandaag
nog te handhaven.
De groep danst dikwijls in
schemerig licht hoewel bij vla
gen duetten, soli en groepen fel
belicht worden. Niet alleen uit de
toneeltoren en de coulissen maar
ook met priemende spots uit de
orkestbak en uitsparingen in het
toneel. Kil licht voornamelijk.
Dezelfde kilheid bevangt de dan
sers, die wel met elkaar bewegen
maar nooit echt tot wezenlijke
contacten komen. Een groep in-
dividulen die in een koude, on
persoonlijke omgeving een weg
probeert te vinden.
Technisch zijn de dansers uit
Frankfurt voortreffelijk toege
rust en kunnen zij zich vaak van
hun beste klassieke kant laten
zien. De armen leiden echter met
extatische zwaaibewegingen een
eigen leven.
De enige decoratie bestaat uit
een aantal witte vlakken, be
schilderd met zwarte lijnen. De
dame met de glitterjurk en de
megafoonman schuiven daar
mee, gooien de vlakken tegen de
vlakte en richten die weer op. Er
worden schuilplaatsen en gan
gen, barrières en openingen op
de dansvloer mee gemaakt. De
dansers lijkt het niet te deren.
Die hebben hun eigen belangen
bestaande uit het zo zuiver mo
gelijk uitvoeren van het klassie
ke vocabulaire.
De belichting, de kleurloos
heid van wit, grijs en zwart in de
cors en kostuums en de muziek,
die van oorsprong zeer klassiek
is maar ook voortdurend wordt
gedeformeerd gevoegd bij de
alom aanwezige dame in glitter
jurk en megafoonman met hun
ordeverstorende teksten werken
onderling vervreemdend. De
Chaconne uit Bachs tweede
vioolpartita wordt door Eva
Crossman-Hecht op de piano in
allerlei vrije variaties uit elkaar
geplukt. Behalve in het tweede
deel. Daar klinkt de Chaconne in
oorspronkelikke vioolversie uit
de speakers en dat is ook de eni
ge scène waarin enige kleur te
bekennen is. De dansers zijn dan
vleeskleurig gekleed. Ook de be
lichting is daar milder. Maar For
sythe kan niet nalaten, het voor
doek bij herhaling tijdens de ge
danste Chaconne met een dreu
nende klap te laten neerstorten.
De muziek gaat onverstoorbaar
verder, de dansers kunnen in die
tijd tot een hergroepering ko
men. Maar het is alsof Forsythe
wil aangeven, dat de dagen van
de klassieken geteld zijn.
Ongetwijfeld heeft Artifact als
danstheater iets te melden over
het ontrafelen en hergroeperen
van bestaande vormen. Het
meest intrigerende is echter de
vraag, door Forsythe zelf opge
worpen, welke kant het met deze
eigenzinnige balletmaker uit zal
gaan. Dat het Holland Festival
het passende kader is voor der
gelijke schouwspelen lijdt geen
twijfel.
LEO VROMANS
een zwak werk. De ingrepen van i
Puccini's tekstdichter Giuseppe
Adami hebben niet kunnen ver
hinderen dat de eerste twee be- 1
drijven nog steeds een verwant- i
schap met de Duitse operette
vertonen en dat het toch al onlo
gische verhaal moeizaam op
gang komt. De derde akte gaat
daarna als een nachtkaars uit en
lijkt nauwelijks meer dan een
verzameling bijeengeharkte cli
chés met reminiscenties aan Ver
di's 'La Traviata', Giordano's 'Fe
dora' en Puccini's eigen 'La Bo
hème'.
Dat het moeilijk is op zo'n ge
geven goede muziek te schrijven,
wordt door de uiteindelijk ont
stane partituur wel bewezen,
maar dat neemt niet weg dat de
eerste akte toch een juweeltje
van sfeertekening is geworden,
waarin Puccini zich muzikaal
van zijn subtielste kant laat zien.
Dat de muziek desondanks nooit
populair is geworden, komt be
halve door het gebrek aan kwali
teit in met name de slotscène on
getwijfeld ook door de omstan
digheid, dat zich in de hele opera
geen enkele aria en zelfs geen af
gerond liefdesduet bevindt. 'La
Rondine' is een conversatie-ope
ra zonder 'tophits' en kon daar
door niet profiteren van de op
komst van de grammofoonplaat,
die juist voor de populariteit van
Puccini's opera zo belangrijk is
geweest.
De uitvoering door het Teatro
Comunale uit Bologna roept ech
ter de vraag op of een uitvoering
in het theater de moeite nog wel
waard is. Het is interessant het
werk een keer gezien te hebben,
temeer daar in de derde akte een
later gecomponeerd fragment
werd opgenomen (waarvan ove
rigens alleen de pianobegelei
ding voorhanden was), dat de
zwakke dramatische ontwikke
ling iets meer reliëf geeft. Aan de
andere kant moet gesteld wor
den, dat juist zo'n zwak werk niet
profiteert van een regie die nau
welijks meer deed dan zoeken
naar mooie plaatjes, bijvoor
beeld door het derde bedrijf te
belichten als een ruim dertig mi
nuten durende zonsondergang.
Muzikaal viel er echter het no
dige te genieten, niet in de laatste
plaats dank zij het door Thomas
Fulton vakkundig geleide koor
en orkest. Ileana Cotrubas leek
gehandicapt door een lichte ver
koudheid die haar borstregister
blokkeerde, maar ontplooide een
zelfverzekerde hoogte en groeide
daarmee naar een prachtig ge
zongen slot-akte. Bruno Beccaria
bleek een tenor met een krach
tig, nog niet helemaal gepolijst
natuurgeluid en moest als to
neelpersoonlijkheid bovendien
zijn meerdere erkennen in de
tweede tenor, Iorio Zennaro, die
dankbaar wist te profiteren van
de kennelijke interesse waarmee
Puccini de dichter Prunier van
muziek voorzien heeft.
PAUL KORENHOF.
Tropische temperaturen bij het grootste popspektakel van Europa: het Parkpopfestival in het Haagse
Zuiderpark. (foto