Laurent Fignon staat
stijf van de zenuwen
Tk wacht niet af tot de cols komen'
'Eerst overleven, dan verder kijken'
Steven Rooks strijdlustig aan de start
I IQimmer Robert Millar bang voor de eerste tien Tour-dagen
tt*TT BAANDAG 29JUNI 1987
UNI IS
PAGINA 19
SCHLIEREN (GPD) - De lu
xueuze touringcar, waarmee de
PDM-wielerploeg zich verplaatst,
rijdt statig de straten van het Zwit
serse plaatsje Schlieren binnen als
Steven Rooks zich verheft uit de
leren fauteuil. „Kijk", zegt hij en
thousiast, „daar staat een Chevro
let Corvette. Die rode met dat witte
dak. Zo eentje krijg ik binnenkort
ook. Uit Amerika". Niemand in de
bus reageert op de voor deze nuch
tere Noordhollander ongekende
spontaniteit. Rooks zakt nagenie
tend terug in zijn zetel.
Oude auto's: als Rooks, die een
opleiding heeft als automonteur,
daar aan denkt vergeet hij even al
les. Het is zijn ontspanning na het
wielerseizoen, maar ook als de
stress hem midden in het jaar naar
de keel grijpt, duikt hij gewoon
even onder de motorkap om de so
res van alledag kwijt te raken. Vlak
voordat de voorbereiding op de
Tour de France begon sleutelde hij
aan zo'n oudje. „Een Opel GT van
zeventien jaar oud, die ik voor mijn
vriendin heb gekocht. Na de klas
siekers en de Ronde van Romandië
had ik echt afleiding nodig. Aan
zo'n wagen sleutelen vind ik dan
prachtig".
Binnenkort worden er vier Ame
rikaanse sportwagens naar Noord-
Holland verscheept. Rooks heeft
de foto's ervan bij zich, zoals ande
re renners een prentje van hun
hond meenemen. Voorlopig moet
hij het met die papieren wagentjes
doen, want de tweewieler eist al
zijn aandacht op. Nederlands beste
klassementsrenner heeft tijdens de
Tour de France een reputatie hoog
te houden en vooral te verbeteren.
De vraagtekens voor het vertrek,
het leger favorieten en de te ver
wachten wanorde in de eerste an
derhalve week... Rooks glundert al
bij de gedachte. Dat namelijk
speelt hem in de kaart.
„Vanaf de eerste dag zal ik attent
moeten zijn. Ik moet niet wachten
tot de grote jongens wat gaan on
dernemen, maar proberen zelf
voordien al wat tijd te pakken. On
verwacht meegaan in een ontsnap
ping. Ik wacht niet af tot de cols,
ook al is dat wel mijn terrein. Als je
voordien al wat voorsprong heb
kunnen nemen op de favorieten,
ben je scherp en voortdurend met
de wedsrrijd bezig", bedenkt hij.
„Het is in mijn voordeel dat er zo
veel favorieten zijn. Die gaan onge-
twijfedd naar elkaar zitten kijken.
Ik weet niet wie de leiding moet
nemen. Ze bestempelen Roche als
de kanshebber, maar hij is meer
een man die zijn wedstrijd op een
ander afstemt".
Vorig jaar begon de Noordhol
lander zijn Tour de France met
nogal wat tegenslag. Een valpartij
in het Nederlands kampioenschap
hield hem vijf dagen van de flets.
..Bovendien had ik een verdoving
gekregen voor het hechten, dus dat
zat ook nog in mijn lichaam. Ik heb
toen de eerste dagen de reserves
moeten aanspreken, die ik later te
kort kwam".
Het begin was trouwens onge
lukkig voor de hele ploeg, want al
op de tweede dag tijdens de ploe
gentijdrit werden drie renners
„naar huis" gereden. Een stra
fexpeditie van routiniers als Kne-
temann en Rooks tegen het falende
beleid van de toenmalige ploeglei
der Roy Schuiten, werd er gezegd.
Over de rug van jonge renners, die
het ook niet konden helpen.
Rooks: „Schuiten had ons moeten
waarschuwen dat die jongens los
ten. Toen wij omkeken waren ze in
geen velden of wegen meer te zien.
Dan heeft het geen nut om nog te
wachten".
Fouten die dit jaar met gemaakt
worden. Tegen die achtergrond en
gelet op de betere voorbereiding is
Rooks optimistisch. „Na Roman
dië heb ik even rust genomen en
vanwege het slechte weer heb ik
vervolgens zes dagen getraind in
de buurt van Alicante. Bovendien
is de korte tijd tussen de Ronde
van Zwitserland, het nationaal
kampioenschap en de Tour ideaal.
Het loopt mooi in elkaar over. Heb
je de vorm te pakken, dan hou je
'm ook vast", denkt hij.
In de door tegenslagen en uitblij
vende successen geplaagde miljoe
nenploeg loopt Rooks nog altijd
met opgeheven hoofd rond. Hij
presteerde dit vooijaar beter dan
de kopman voor de klassiekers,
Adrie van der Poel, en hij is van
plan in de Tour de France hetzelf
de te doen. Hopend dat de ogen
van de concurrentie gericht zullen
zijn op de Spanjaard Pedro Delga-
do. Oplettendheid die eigenlijk
overbodig is, want Delgado is een
passieve coureur. „Hij rijdt meest
al achterin", weet Rooks. „Er is
vaak tegen hem gezegd dat hij wat
meer van voren moet koersen,
maar dat is hem niet aan te leren.
Tot nu toe is het hem nog altijd zo
gelukt, al zal er een keer komen dat
hij tien minuten verliest. Hij wordt
dan wel vierde in de Ronde van
Spanje, maar daar heeft hij alleen
meegereden. In elk geval heeft hij
te weinig laten zien voor datgene
wat hij verdient", kritiseert hij de
Spanjaard.
Delgado gokt op een goede Tour
de Francu, net zoals de hele ploeg.
„Want als de Tour goed is. is ieder
een gelijk vergeten dat het vooijaar
zwaar is tegengevallen. Er staat bij
ons dan wel niet zo'n druk achter
dat we altijd moeten winnen, op
een gegeven moment is het toch
goed dat het eens gebeurt. Zo'n
overwinning van Knetemann in de
Ronde van Zweden is uitstekend
voor de ploeg. In de publiciteit
wordt er dan wel niet zo veel aan
dacht aan geschonken, bij de
ploegleiding en de directeur op de
fabriek is het toch bekend".
Blijkbaar gelden in die kringen
andere normen dan bij de door
snee toeschouwèr. „Als", zegt
Rooks, ,je eerste Nederlander
wordt in de Tour de France spreekt
dat bij het publiek zeker nog wel
aan. Al hangt het er natuurlijk wel
van af hoe hoog je eindigt en of je
een rit hebt gewonnen of de gele
trui hebt gedragen... Maar bij de
eerste drie eindigen is niet gemak
kelijk".
Een tegenstander om hem van
de eretitel „eerste Nederlander" af
te houden ziet hij niet. Ook niet in
de jonge Eric Breukink, die on
langs derde werd in de Ronde van
Italië. Omdat Peter Post heeft ge
zegd dat hij hem zal sparen?
Rooks: „Ik wil wel eens zien wat er
gebeurt als Breukink net als in Ita
lië onverwacht toch in de top van
het klassement komt. Post zegt wel
dat hij zuinig is op jonge renners,
maar in Zwitserland reed toch ook
John Talen weer mee nadat hij
eerst de Giro had gedaan. Dat is
een eerstejaars prof. Voor mij bete
kent zuinig iets anders". Zelfs als
Breukink opnieuw op de eerste
rang meestrijdt, vreest Rooks hem
allerminst. „Ze schrijven nu wel
dat het een nieuwe Joop Zoete
melk is. maar dat is toch wel wat
voorbarig. Het is knap hoor, wat hij
heeft gedaan. Alleen is de Tour wel
wat anders dan de Giro. Drie, vier
cols in een rit waar keihard tegen
op gereden wordt".
Nee, Rooks twijfelt niet. Hoe
hoog hij eindigt laat hij in het mid
den. maar de beste Batavier - zoals
Tour-directeur Jacques Goddet de
Nederlanders ongetwijfeld weer
zal noemen - zal hij zeker zijn. Na
de Franse Ronde kan hij dan mis
schien over de parkoersen van de
criteriums worden rondgereden.
Als het even kan in een oude auto.
rende 'l'our is voor Laurent Fignon
derhalve de tiende etappe tussen
Seaumur en de Futuroscope bij
Poitiers, een individuele tijdrit
over 82 kilometer. Wie dan „blok
keert" kan zes tot tien minuten - en
daarmee de Tour - verhezen. In
Zwitserland wilde Fignon daar, in
verband met zijn psychologische
blokkade, geen bespiegelingen
over maken. „Zulke vragen kun
nen mij beter niet gesteld worden",
was een kribbige reactie, „ik weet
alleen, dat wie een koers goed
voorbereidt, ook goed moet rijden.
Het zelfvertrouwen is zoek sinds
mijn operatie. Ik ben ziek geweest,
heb ribben en een sleutelbeen ge
broken en ik moest weieens wed
strijden staken. Het geluk was niet
meer met mij, in de laatste Vuelta
kreeg ik ook een verkoudheid."
Herrera
Fignon verklaarde voor de Tour
de France Luis Herrera niet te vre
zen. De Colombiaan won de Ronde
van Spanje, waarin Fignon derde
werd. „Ik heb gezien hoe Herrera
de Vuelta beëindigde. Zijn knie
was helemaal rood aan de achter
kant. De aanhechtingen waren ont
stoken. Herrera heeft bovendien te
weinig wedstrijden gereden om de
inspanningen van de Tour te kun
nen verdragen. Stephen Roche is
een grotere kanshebber. Hij heeft
de Ronde van Italië op zak. Hij is in
de winning mood. Van Jean-Fran-
cois Bernard heeft mij verbaasd,
dat hij in de Giro na een paar dagen
de strijd om de rose trui al heeft
opgegeven."
Met zijn tegenstanders was Fig
non niet veel bezig in de aanloop
naar de Tour. Hij was veel meer in
zichzelf gekeerd bij het naderen
van het „moment supreme". Hij
heeft twee jaar verloren en is toe
aan een nieuwe topprestatie. An
ders gaat hij er financieel zwaar op
achteruit. Fignon verdient op het
ogenblik aanzienlijk meer dan in
zijn topjaar 1984 Voor een crite
rium vraagt hij tien- tot dertiendui
zend gulden. „Dat is nu eenmaal
mijn marktwaarde als tweevoudig
Tour-winnaar", was zijn mening.
Een andere uitspraak van hem
was: „Ik fiets tot mijn dertigste,
daarna ga ik rentenieren". Die
woorden heeft hij later ingetrok
ken. „Zo ver ben ik nog lang niet."
WEST-BERLIJN (ANP) - Met beslist geen betere erelijst
dan enkele anderen is Laurent Fignon aanzienlijk meer
favoriet dan kanshebber in de Ronde van Frankrijk. De nu
bijna 27-jarige Parijzenaar is dat niet eens, omdat hij als
enige van de 203 deelnemers eerder ('83 en '84) de Tour
won. Hij is wel de man, die het nodigst moet.
n Hoewel hij toch als een specialist te boek staat vreest Laurent Fignon c
Tour. 'Dat zit in m'n kop', aldus de tweevoudig winnaar.
i tijdritten van de
Laurent Fignon heeft de afgelo
pen twee jaar zijn zakken met mil
joenen gevuld en zette daar niet
meer dan middelmatige prestaties
tegenover. Zijn erelijst werd door
drenkt met zure regen. Deson
danks vroeg èn kreeg hij, door kei
hard zakendoen in een bv-tje ge
naamd Maxi Sport Promotion met
zijn maatje/ploegleider Cyrille Gui-
mard, salarissen alsof hij de afge
stapte Bretonse held Bernard Hi-
nault verre ging overtreffen. Alleen
al voor de start in de Ronde van
Spanje werd een half miljoen gul
den gevraagd. Daarvoor mocht de
geluidsfirma Bose de naam op de
shirts van de Franse renners zet
ten.
Laurent Fignon is op de Kurfür-
stendamm van Berlijn bij het punt
aangekomen, dat hij de miljonairs-
status moet waarmaken. De ko
mende vier weken zal blijken of hij
een ware kampioen dan wel ach
tervolger van zijn eigen dromen is.
In de Ronde van Zwitserland, waar
hij de afgelopen tien dagen alleen
maar trainde, stond hij reeds stijf
van de zenuwen. In een ogenblik
van openhartigheid bekende hij:
„Als ik aan de inzet denk, krijg ik
het benauwd."
Met de grootste tegenzin heeft
Laurent Fignon zichzelf geduld
moeten bijbrengen. Het was een
medische noodzaak. De kampioen
had er moeite mee na de periode,
waarin hij als challenger de wieier-
hemel bestormde. In '83 was de
Tour net zo open dat dit jaar. Hi-
nault, de patron die het peloton
zijn wil kon opleggen, lag met ge
opereerde knie in het ziekenhuis.
Pascal Simon leek te winnen tot hij
in een onbenullige valpartij zijn
schouderblad brak. Fignon won
voor de eerste keer en omdat de he
le wielerwereld die zege een toe
valstreffer noemde, fietste hij een
jaar later alle coureurs èn Hinault
naar huis. Naar later bleek zichzelf
incluis.
Macht
Laurent Fignon heerste in de
tijdritten en op de cols. Hij spreid
de een nimmer meer vertoonde
macht ten toon. Wanneer hij wilde,
ging hij de pedalen staan en stamp
te net zo hard door tot iedereen
met open mond van de zuurstof
schuld zijn achterwiel moest losla
ten. Fignon was woedend, dat hij
één bergrit (l'Alpe-d'Huez) aan
Luis Herrera had moeten laten.
Het Tourpeloton had een nieuwe
heerser. Maar niet heus.
Een jaar later onderging Fignon
zelf een operatie aan de hiel. Vorig
jaar ging hij wel van start. In Pau
bleef hij als een ziek vogeltje in bed
liggen, toen Hinault en Le Mond
aanzetten voor hun broederstrijd.
Frankrijk en Fignon zelf hebben
uitgemaakt, dat de 74e Tour de
France, weer de zijne moet wor
den. De „superstar" valt anders te
rug naar het niveau van Bernard.
Pensee, Marie of Mottet. Sub-top.
In Zwitserland dekte Fignon zich
in met deze dooddoener: „Als ik de
Tour niet win, komt er geen einde
aan het wielrennen en ook niet aan
mijn leven."
Heeft Laurent Fignon op 27-jari-
ge leeftijd zijn toekomst al achter
zich? Deze Tour de France zal het
laten zien. Hij twijfelt zelf ook. Dit
seizoen ging hij weliswaar steeds
meer vooruit, hij kreeg geen enkele
keer de bevestiging, dat hij met
een gerust hart de duels met Ro
che, Criquielion, Herrera, Hamp-
sten en het Post-colléctief kan aan
gaan. In Parijs-Nice won hij twee
etappes zonder het klassement
naar zijn hand te kunnen zetten. In
de Runde van Spanje was hij
„slechts" derde, viel dikwijls aan,
maar het bleef bij één ritzege. De
overwinning in de Grote Prijs van
Wallonië was ook weer een positie
ve uitschieter in de golfbeweging
van zijn presteren. Wie de Tour de
France wil winnen moet elke dag
even goed zijn, luidt een stelling
uit de oertijd van het cyclisme.
„In de Ronde van Spanje ben al
ik begonnen daar aan te werken",
vertelde Fignon in Zwiterland,
„Vanaf prei heeft alles in het teken
gestaan van mijn voorbereiding op
de Tour. In Zwitserland heb ik me
bewust niets aangetrokken van het
wedstrijdverloop. Dat kostte me
weieens moeite, want ik ben een
winnaar. Zwitserland was een zwa
re ronde en je moest in vorm zijn,
wilde je winnen. Het waren haast
allemaal renners met de Giro d'Ita-
lia in de benen, die vooraan kwa
men. Het was mij ook bekend, dat
wie voluit gaat in de Ronde van
Zwitserland in de Tour de France
moeilijkheden krijgt. Zo ging het
de laatste jaren met Kelly, Ander
son en Millar."
Tijdritten
Laurent Fignon vreest met grote
vreze de tijdritten in de Ronde van
Frankrijk. Enigszins merkwaardig,
want hij heeft er verschillende ge
wonnen. Onlangs nog was hij win
naar in de Ronde van Luxemburg.
Vorige week in Bazel werd zijn
naam pas op de 71ste plaats terug
gevonden. „Ik was nochtans ver
trokken met het idee een prijs mee
te pakken. Mijn benen bleven
blokkeren en en ik gaf het maar op.
Het probleem is niet lichamelijk.
Het zit in mijn hoofd. Het is moei
lijk uit te leggen. Vroeger lag ik
voor tijdritten rustig te slapen. Dat
lukt me sinds die medische in
greep niet meer. Er gaat te veel
door me heen. Voor de tijdrit in
Luxemburg had ik toevallig wel
goed geslapen en won ik..."
Een cruciaal moment in de nade-
SAINT-VINCENT (GPD) -
SJ Hij was twee keer tweede in
is de Ronde van Spanje en dit
t.jaar eindigde hij ook in de
r' Giro d'Italia op de ongeluk-
g kigste plaats die een renner
v zich na drie weken wielren-
nen kan indenken. Zijn
unieke kwaliteit als klim-
e mer hebben hem in de lan-
ge rij van favorieten getild,
o waarmee de Tour de France
e dit jaar van start gaat. „Na-
tuurlijk", zegt de Schot Ro-
,t bert Millar uit de ploeg van
Peter Post, „ben ik favoriet.
e
j Waarom niet. Er is een man,
die we moeten verslaan: Ro-
j che. Daarna komen er zeker
vijf tot zeven renners die de
komende Tour kunnen win-
nen".
Millar is een man van weinig woor
den en weinig twijfels. Althans, zo
komt hij over. Maar de kleine klim
mer wil best erkennen dat ook hij
knap nerveus is als hij woensdag
aan de start staat in Berlijn. „Ik
heb in de weken voor de Ronde
van Frankrijk nog niet een blik ge
worpen op het routeschema. Waar
om zou ik me al zo lang van tevo
ren nerveus maken. De zenuwen
komen vanzelf wel".
En als antwoord op het vraagte
ken dat tegenover hem aan de tafel
zit na die ontboezeming, vervolgt
hij: „Ja, ik ben net als elke renner
zenuwachtig voor de Tour. Niet
vanwege wat ons te wachten staat
aan lastige etappes, maar vooral
voor de eerste tien dagen. Dat
wordt weer een gekkenhuis. Vorig
jaar kon niemand de koers contro
leren. Dat zal ook nu niet lukken.
Je kunt met een ploeg niet zo'n
groot peloton in bedwang houden.
Hinault vor.d dat vorige keer
prachtig. De klimmers werden in
die eerste dagen kapotgereden. Wij
„Maar het ergste is toch wel dat
je voortdurend moet opletten niet
bij een valpartij betrokken te ra
ken. Er gaan 220 renners van start
in de Tour de France. Daar zijn er
veel te veel bij die er niet in thuis
horen. Ik snap absoluut niet waar
om de stand in de wereldbeker niet
gehanteerd kan worden als toela
tingsnorm. De enige norm die de
Tourdirectie nu kent is geld. Wie
een pak bankbiljetten op tafel legt
is welkom. Wat dat voor de renners
betekent telt niet mee. Wij moeten
maar zien dat we heelhuids door
die vlakke ritten komen".
Dan nog wacht de 29-jarige Mil
lar een handicap. Hij verliest veel
tijd in de ritten tegen het horloge.
Zijn Columbiaanse opponent Lu-
cho Herrera bleek tijdens de afge
lopen Ronde van Spanje, die hij
won na de opgave van Sean Kelly,
op dat gebied te hebben bijgeleerd.
Heeft ook Millar zich toegelegd op
het verbeteren van zijn zwakke
plekken? „Nee", zegt hij kortweg.
En na een lange stilte, die hij mys
terieus glimlachend spannend lang
laat duren, herhaalt hij nog een
keer: „Nee. Dat heeft geen zin. Ik
moet er gewoon op hopen dat er
tijdens die vlakke tijdritten niet te
veel wind staat, want dat is zwaar
in mijn nadeel. En in de gewone
etappes moet ik zoveel mogelijk
uit de wind gehouden worden. Dat
is alles".
„Als van Herrera gezegd wordt
dat hij een betere tijdrijder is ge
worden, moet dat eerst nog blijken
in een echte grote wedstrijd. De
Ronde van Italië en die van Spanje
zijn toch zeker niet te vergelijken
met de Tour de France. De ambian
ce, de zwaarte van het parkoers, de
veel grotere aandacht van de me
dia en het publiek... dat legt een
zwaardere druk op elke renner. De
besten van dat moment zijn bij el
kaar en gaan er naar toe om te win
nen. In de Ronde van Italië is dat
niet het geval. Ik heb die uitslui
tend gereden als voorbereiding op
de Ronde van Frankrijk. Dat ik een
Heb je door die instelling je
vriend Stephen Roche niet alleen
maar geholpen, zoals beweerd is?
„Wat er beweerd is kan me niet
schelen. Ik ken Stephen inderdaad
goed. We fietsen al tien jaar samen.
Bij de amateurs al. Maar dat veran
dert mijn manier van koersen niet.
Als ik kan winnen, hou ik me niet
in omdat hij een vriend van me is.
Wie dat zegt kent mij heel slecht en
heeft geen verstand van de wieler
sport. In de Tour de France staan
we weer tegenover elkaar. Wie er
wil winnen zal hem moet verslaan.
En ik wil winnen. Dus zal ik, als ik
daarvoor nog kracht heb en niet
net als vorig jaar ziek word waar
door ik moest opgeven, aanvallen
op het terrein dat mij ligt. Tegen
Roche en andere kanshebbers als
Herrera, Delgado en Leclerq, die ik
als een grotere favoriet zie dan
Jean Francois Bernard waar de
Fransen hun mond vol van heb
ben"
Steven Rooks
(foto ANP)