Alleen op een
Himalaya-top
De mens achter
Barend-Van Dorp
Bart Vos beklimt solo top Cho Oyu
ZATERDAG 27 JUNI 1987
EXTRA
PAGINA 29
De Cho Oyu, de berg die de alpinist Bart Vos onlangs in zijn
eentje succesvol heeft beklommen, staat op de zesde plaats van
de allerhoogste toppen ter wereld. Die ranglijst wordt
aangevoerd door de Mount Everest, waarvan Vos als eerste en tot
nu toe enige Nederlander in 1984 de top bereikte. De Cho Oyu ligt
in de directe omgeving van de Mount Everest, op de grens van
Nepal en het door China geannexeerde Tibet. De eerste
"verovering' van de Cho Oyu werd in 1954 gemeld door twee
Oostenrijkers, Tichy en Jochler samen met hun sherpa. Daarna
werd de tocht nog 72 keer met succes voltooid. Maar nooit
gebeurde dat solo. Dat presteerde Bart Vos uit Eemnes op
dinsdag 12 mei om 14.30 uur.
De videoband begint met bibbe
rende beelden. Door de enorme
kou, meer dan 30 graden onder nul,
werken de batterijen niet helemaal
zoals het hoort. Zichtbaar zijn een
strakblauwe hemel en de contouren
van de Mount Everest op de achter
grond.
door Hein Kropman
Dan komt Bart Vos in beeld. Kuchend
en moeizaam ademend doet hij zijn ver
slag op de top van de Cho Oyu. De video
camera die Vos mee naar boven heeft ge
zeuld, staat op een statief vastge
schroefd. Het beschermkapje van de ca
meralens klappert tegen de microfoon
en dat geeft een geluid alsof iemand met
een hamer tegen de rotsen staat te mep
pen.
De opnamen worden beter. De Mount
Everest komt duidelijk in beeld, Bart
Vos herkent de dalen en routes die hij
bij zijn eerdere Everest-beklimmingen
heeft gevolgd. Misschien om overduide
lijk aan te tonen dat hij de tocht heeft
volbracht, zeker naar aanleiding van wil
de verhalen rond zijn Everest-beklim-
ming in 1984, laat Bart Vos dit keer de
videocamera lopen. Die camera en wat
fototoestellen zijn de enige attributen
die Bart Vos bij zich heeft als hij op het
hoogste punt van de Himalaya-reis staat.
Zeven weken heeft de expeditie ge
duurd. Zeven weken die Bart Vos, sinds
hij zijn in bergsport gespecialiseerde bu
reau van de hand heeft gedaan, gewoon
als vakantie heeft opgenomen bij zijn
werkgever IBM. Zeven weken die totaal
begroot zijn op f76.000. In die begroting
gaapt nog een groot gat. Met sponsoring
werd een bedrag van hooguit zesdui
zend gulden bijeen geschraapt. Het ont
brekende bedrag moet opgehoest wor
den door opbrengsten uit lezingen en
het verkopen van foto- en videomate
riaal.
Op 2 april vertrekken Bart Vos en de
Amsterdamse Annet Boom (28), ook een
ervaren klimster die zich heeft gespecia
liseerd tot bergsportarts, met een grote
groep Oostenrijkse klimmers richting
Himalaya. De Oostenrijkers hebben ook
een expeditie naar de top van de Cho
Oyu op het programma.
Medicijn
Bart Vos en Annet Boom hebben zich
om een aantal redenen bij de Oostenrij
kers aangesloten. Allereerst beschikt het
gezelschap over de vergunning om de
berg te mogen beklimmen. Een deel van
de Oostenrijkse klimmers zal zich vrij
willig onderwerpen aan het uittesten
van een medicijn tegen bergziekte waar
mee Annet Boom zich bezighoudt. Vos
en Boom hoeven dan ook niet de hele
tocht, die veel zwaarder zal worden dan
aanvankelijk werd gedacht, alleen te
maken.
Bart Vos: „We zijn als een soort mini-
expeditie in die grote groep meegegaan.
Zeven weken alleen is veel te lang. In
eerste instantie heb ik gezocht naar een
begeleider. Annet was bereid mee te
gaan. Mijn besluit om haar te vragen lag
voor twee/derde aan de uitstekende ver
standhouding die we hebben en voor
een/derde aan het feit dat ze arts is".
Op 4 april wordt de grens tussen Nepal
en Tibet bereikt. De Oostenrijkse expe
ditie zal de Cho Oyu van een andere kant
beklimmen. Na deels nog gezamenlijk
de reis naar de voet van de berg te heb
ben afgelegd, zeulen Bart Vos en Annet
Boom zonder hulp van dragers al hun
bagage, in totaal meer dan 300 kilo, de
bergwand op. Zetten dan op 6 april op
5000 meter hoogte hun basiskamp op.
De Oostenrijkse klimmers zullen de al
bekende route naar de top nemen. Bart
Vos wil in zijn eentje een nog niet eerder
beklommen noordelijke route naar de
top nemen.
In het basiskamp blijven Bart en An
net om te wennen aan de hoogte. Ze
worden geteisterd door enorm slecht
weer, zware storm en temperaturen van
min 25 graden. Op 14 april gaat het ver
der richting Cho Oyu. Ze komen op een
hoogte van 5.700 meter, de afstand naar
de top is dan nog 20 kilometer. Op 10
kilometer van de top wordt een verken
ningskamp opgezet, alle bagage moet in
etappes naar boven worden gedragen.
Op 16 april volgt een eerste verkenning
van de ijswand waarover moet worden
geklommen om de top te kunnen halen.
Op 6000 meter wordt een kampje opge
zet, twee tentjes in de sneeuw. Weer
Annet Boom en Bart Vos in hun basiskamp op zesduizend meter. De video-camera (links) vergezeld Vos naar de top van de Cho Oyu. (fotoGPD)
moet bagage worden overgebracht. Tien
dagen zal dat duren.
Moeilijke nacht
Met dat kamp als uitgangspunt onder
neemt Bart Vos op 26 april een tocht
naar een berg naast de Cho Oyu. Vanaf
de top heeft hij een uitzicht op de route
die hij wil volgen en tevens kan een
nieuwe, 1,2 kilogram lichte tent worden
uitgeprobeerd. Op de smalle kam van de
berg brengt Bart Vos een moeilijke
nacht door. Het stormt vreselijk, aan bei
de zijden van de kam zijn de afgronden
honderden meters diep en het is bitter
koud.
Het weer blijft enorm slecht en daar
om wordt afgedaald naar een lager gele
gen kamp waar Annet Boom en Bart
Vos negen dagen moeten wachten op
beter weer. Ze komen daar ook wat op
krachten. Na die negen dagen lijken de
omstandigheden wat beter. Twee Oos
tenrijkers hebben de top gehaald, maar
in die groep zijn veel ongelukken ge
beurd. Van de groep van 27 klimmers
zijn er zeker zes niet best aan toe. Vier
alpinisten hebben zware bevriezingen
opgelopen, één heeft een hersenoedeem
en een ander is door pure uitputting he
lemaal dolgedraaid en moet zo snel mo
gelijk naar beneden worden gebracht.
"We hebben negen dagen gewacht
tot de storm wat ging liggen. Het
waaide soms zo hard dat de wind onder
de tenten doorsloeg", vertelt Bart Vos.
"Maar op woensdag 6 mei konden we ge
lukkig weer omhoog. Door enorm veel
sneeuw zijn we tot 6000 meter gekomen.
Een dag later stonden we op 6300 meter
aan de voet van de ijswand. Annet is
toen teruggegaan naar het kamp. Ik ben
begonnen met de klim tegen die ijs
wand. Mijn bedoeling was om in een
keer zo snel mogelijk omhoog te gaan,
maar door het slechte weer, de sneeuw
en steenlawines ging dat zeer moeizaam.
Ik heb een hele dag tegen die ijswand
gehangen, terwijl sneeuw en rotsen
langs me naar beneden raasden. Die dag
kon ik in totaal maar vijftig meter op
schuiven".
Het is onmogelijk om via deze route
verder te gaan en Bart Vos besluit terug
te keren naar het kamp waar Annet op
hem wacht. Op 9 mei komt hij daar aan.
Het nemen van de Cho Oyu via de
noordwand blijkt niet mogelijk onder
deze zware omstandigheden en dus
wordt er besloten de top van de andere
kant te nemen, de gangbare route. De
Oostenrijkers hebben ondertussen de
berg verlaten, Bart Vos en Annet Boom
zijn de enige twee menselijke v
de flank, in een omtrek van 90 kilometer
is verder niemand te vinden.
Storm
Op 10 mei onderneemt Vos een twee
de poging de Cho Oyu te bedwingen. In
de storm klimt hij door tot 6700 meter.
Hij maakt een angstige nacht door. Het
stormt vreselijk, de temperatuur daalt
tot 36 graden onder nul. „Toen dacht ik
echt dat het afgelopen was, doodsbang
ben ik die nacht geweest".
In zijn tentje met de gierende storm
buiten moet Bart Vos ook zelf koken.
Vooral veel drinken is noodzakelijk, 4
tot 5 liter vocht moet hij dagelijks opne
men om uitdroging tegen te gaan. Dan,
op dinsdag 12 mei, haalt Bart Vos in één
klim de top van de Cho Oyu in zijn een
tje, zonder extra zuurstof.
De top van de berg is een afgeplat pla
teau; geen scherpe kam, maar een grote
vlakte. Bart Vos weet dat een Chinese
expeditie in 1985 een teken op de top
heeft achtergelaten. Hij vindt het en
filmt het. Ondanks de kou en ondanks
de gierende wind geniet de klimmer van
zijn overwinning en het prachtige uit
zicht over lager gelegen toppen, dalen en
de Mount Everest die duidelijk zicht
baar is. In 1984 stond hij op de top van
die berg waar hij nu schuin omhoog te
genaan kijkt. Ook toen was hij alleen.
Zo'n 20 minuten blijft Bart Vos op de
top, loopt het hele plateau af, filmt en
maakt foto's van zichzelf. Hij haalt een
EG-vlag uit zijn rugzak en houdt die wat
onbeholpen voor de camera. Net op dat
moment is er geen wind en de wimpel
hangt als een oud vod naar beneden.
Bart Vos probeert het vlaggetje toch
strak in beeld te krijgen, maar het lijkt er
meer op of hij een stuk ondergoed op
8201 meter boven de zeespiegel wil laten
drogen.
Dan volgt de snelle afdaling. De vol
gende dag komt Vos, die tijdens de hele
tocht 8 kilogram gewicht zal verliezen,
weer aan bij het kamp waar Annet Boom
op hem wacht. Een dag blijft de bedwin
ger van de Cho Oyu in zijn tent, eten,
veel drinken en uitrusten. Dan volgt de
verdere afdaling.
Bart Vos: „Deze tocht was veel zwaar
der dan ik aanvankelijk had gedacht. De
eenzaamheid, de kou, de angst was veel
heftiger dan ik me had kunnen inden
ken. Dit is pure topsport en ik vecht
voor de erkenning van alpinisme als
sport. Je kunt deze prestatie vergelijken
met die van een hardloper die eerst zelf
het stadion moet bouwen, dan zijn wed
strijd moet lopen en na afloop ook nog
het stadion moet gaan afbreken".
Frits Barend en Henk van Dorp zijn naar eigen zeggen "erg geïnteresseerd in het
dagelijks leven van mensen". Wat doet iemand en waarom doet hij het? Dat zijn
de onderliggende hoofdvragen bij hun interviews met bekende en onbekende
Nederlanders in het wekelijkse radioprogramma 'Tussen Barend en Van Dorp'.
Vandaag zendt de Vara de laatste aflevering van dit seizoen uit. Als schrijvend
journalist werkt het tweetal voor de Nieuwe Revu na vijftien jaar voor Vrij
Nederland te hebben geschreven.
door René T'Sas
Op de vraag waarom Barend en
van Dorp doen wat ze doen, luidt
het korte antwoord van Henk van
Dorp: "Omdat God het wil'. Frits
Barend is iets langer van stof: "Dat
moet je maar aan mijn psychiater
vragen. Wat we doen, doen we voor
namelijk omdat we het leuk vinden.
Denk ik".'
- Met edele motieven als het aan de
kaak stellen van onrecht en wantoestan
den heeft het niks te maken?
Van Dorp: "Wat we maken komt vaak
voort uit irritatie of kwaadheid. Zo irri
teerde het ons zeer dat de voorzitter van
het betaald voetbal, André van der
Louw, en de burgemeester van Den
Haag, Havermans, en vrijwel alle kran
ten vonden dat de bekerfinale FC Den
Haag-Ajax zo prima was verlopen, ter
wijl een heel vak supporters bijna voort
durend dingen riep als: 'Ajax is een jo
denclub, dood aan de neger Menzo en
Menzo naar Artis'. Aan het Songfestival
of de AKO-prijs hebben we aandacht be
steed omdat we helemaal gek werden
van die 'gebeurtenissen'. Als je dat ge
doe rond die AKO-literatuurprijs hebt
gevolgd zou je toch geen boek meer le
zen?" Even later voegt hij eraan toe: "En
soms willen we gewoon een beetje gie
chelig doen. Kortom, het lijken wel twee
mensen, die Frits en ik".
- Een paar weken geleden hadden jul
lie een kermisexploitant in de uitzen
ding. Hoe komen jullie aan zo'n man?
Gewoon een avondje naar de kermis en
daar iemand bij de kraag vatten?
Van Dorp: "Een paar jaar geleden wa
ren we met onze kinderen op de kermis
en daar zagen we een man die zeer be
dreven het publiek naar zijn tent lokte.
Toen we zo met hem in gesprek raakten,
hebben we hem in ons achterhoofd ge
houden. Een jaar geleden hebben we
hem nog eens ontmoet bij een voetbal
wedstrijd en gevraagd of hij eens een
keer in de uitzending wilde komen.
Meer zit daar niet achter".
Als Barend en Van Dorp het nodig
achten richten ze hun pijlen ook wel
eens op de Vara, de omroep waar ze hun
programma voor maken. 'Zo kreeg on
langs de 'Spoorspelshow' er van langs.
Barend: "Een organisatie is sterk als ze
ook kritiek van binnenuit kan hebben".
Henk van Dorp (links) en Frits Barend - alleen God en de psychiater weten wat het tweetal drijft.
Barend: "Belangrijk is of een werkge
ver je in staat stelt of je je journalistieke
vrijheid, uiteraard binnen de beperkin
gen die er altijd zijn, kunt invullen. Met
de Vara hebben we, wat dat betreft, tot
nog toe nooit problemen gehad". Of an
dere omroepen die vrijwel zouden
geven, betwijfelen ze. Barend: "We laten
wel eens onderwerpen liggen, maar dat
komt dan enkel en alleen omdat we er
geen goeie vorm voor kunnen vinden".
Vormgevingsproblemen zouden ge
makkelijk opgelost kunnen worden
door de uitzending op te nemen, maar
Barend en Van Dorp hechten zeer aan
het live-karakter van hun programma.
Barend: "We willen elk moment on
derbroken kunnen worden voor actuali
teiten of wat dan ook. Toen in het
nieuws van elf uur bekend werd dat een
Nederlander de ramp met de Herald of
Free Enterprise had overleefd, hadden
wij de man een paar minuten later aan
de telefoon. Zo hadden we ook Paul
Goossens, de hoofdredacteur van de
Belgische krant De Morgen, meteen aan
de telefoon toen bekend werd dat de
rijkswacht een inval had gedaan bij zijn
krant".
Gesprekken met de gasten van tevo
ren doornemen, doen ze nooit. Barend:
"We zeggen wel tegen iemand waarom
we hem uitnodigen en waarover we wil
len praten, maar verder gaat het niet.
Een gesprek zoals wij dat voeren op de
radio is te vergelijken met een voetbal
wedstrijd. Je neemt je wel een aantal
dingen voor, maar je weet nooit hoe het
zal verlopen".
Onderwerpen voor de radio en de
Nieuwe Revu, het weekblad waar Ba
rend en van Dorp nu voor werken, hou
den ze strikt gescheiden. Van Dorp:
"Dat hebben we niet met onze werkge
vers, maar met onszelf afgesproken".
Barend: "Al gebeurt het wel eens dat
we wanneer we voor de krant bij iemand
zijn dingen horen waarvan we denken:
het zou wel leuk zijn om daar over een
half jaar eens aandacht aan te besteden
in het programma. Omgekeerd gebeurt
het ook wel dat iemand die we voor de
radio spreken bepaalde dingen 'live' niet
wil zeggen, en we daar later voor de
krant nog eens in een andere vorm op
terug kunnen komen".
- Waarom zijn jullie weggegaan bij
Vrij Nederland?
Van Dorp: "Ik zeg daar niks over. We
hebben daar vijftien jaar lang met ple
zier gewerkt. De laatste twee jaar zijn er
dingen gebeurd die we niet zo prettig
vonden en toen zijn we weggegaan".
Barend: "Het huwelijk had vijftien
jaar geduurd, maar was de laatste tijd
niet meer van dien aard dat we nog bij
elkaar in hetzelfde bed konden slapen.
Om grote brokken te voorkomen, zijn
we opgestapt. Maar wel door de voor
deur, niet door een achterdeurtje. Toen
ze bij de Nieuwe Revu hoorden dat we
bij VN weg gingen, waren zij één van de
eersten die aan de bel hingen.
- Nieuwe Revu heeft wel een ander ka
rakter dan VN.
Van Dorp: "Het heeft een beter karak
ter". Barend: 'Bij Nieuwe Revu vinden
we terug wat we aantroffen bij Vrij Ne
derland toen we er kwamen werken. Het
is een ploeg die veel dingen wil, nog veel
van plan is. Nieuwe Revu is een beter
blad dan menigeen denkt". Van Dorp:
"Met een aantal mensen willen we zeker
nog wat veranderen aan het blad, maar
het karakter moet blijven zoals het is.
Voetbalgeweld
Geweld op en rond de voetbalvelden
(zowel verbaal als lichamelijk) maakt
beide journalisten wel eens misselijk,
maar een reden om de voetbalverslagge-
verij aan de kant te zetten is het zeker
niet. Barend: "Het feit dat Lubbers pre
mier is heeft toch ook nog geen parle
mentair journalist doen besluiten om uit
zijn vak te stappen?"
Toch is het wel eens gebeurd dat ze
niet naar een wedstrijd (de competitie
wedstrijd FC Den Haag-Ajax) gingen
omdat van tevoren te voorzien was dat
er weer grote rellen zouden zijn en ze
daar 'even geen zin' in hadden.
Barend: "Eigenlijk zou je aan dat ge
weld elke week aandacht moeten beste
den. Het valt ons ook op dat het verbale
geweld rond het voetbalveld volkomen
geaccepteerd is. Burgemeesters verbie
den een wedstrijd alleen maar omdat er
gevochten wordt, niet omdat er voortdu
rend racistische leuzen geroepen wor
den. Een scheidsrechter staakt een wed
strijd ook pas wanneer er lichamelijk ge
weld gepleegd wordt".
"Het zou goed zijn als scheidsrechters
een wedstrijd durven stoppen omdat er
allerlei schandalige dingen vanaf de tri
bunes geroepen worden. Of dat de spe
lers zouden zeggen: dit pikken we niet,
onder deze omstandigheden willen we
niet verder spelen".
Dat Barend en Van Dorp grote bewon
dering hebben voor sporters als Johan
Cruijff en Ruud Gullit hebben ze nooit
onder stoelen of banken gestoken. In de
Nieuwe Revu van 15 mei schreven ze:
"Toen we bleven geloven in de ideeën
van Cruijff heetten we blinde Cruijff-
aanhangers. En dat mag niet, je moet ob
jectief blijven. Je mag als muziekjourna-
list wel uitzien naar concerten onder lei
ding van Bernard Haitink, als toneel
journalist door de knieën gaan voor
Youp van 't Hek, als filmjournalist alles
goed vinden wat Woody Allen aanraakt,
maar de grootste artiest die Nederland
ooit heeft voortgebracht, mag je om zijn
vakkundigheid niet bewonderen. Toch
is hij het, Johan Cruijff, die als coach
heeft bewezen dat het voor anderen on
mogelijke voor hem mogelijk is".
Eigenlijk, zo zegt Frits Barend, zou het
mogelijk moeten zijn datje als journalist
je bewondering voor iemand nog feller
uit, om op die manier de polemieken uit
te lokken die onze sportjournalistiek he
laas ontbeert. Een groot aantal sport
journalisten, zo vindt hij, heeft te veel
belangen te verdedigen, is te goed be
vriend met deze of gene trainer of speler
om onbevangen te kunnen schrijven wat
ze denken.
Negatief
- Jullie hebben er geen moeite mee iets
negatiefs te schrijven over Gullit als dat
nodig is?
Barend: "Stel, ik zeg stél, dat Cruijff
Kraay-achtige neigingen zou gaan verto
nen, dat hij zou liegen en smoezen ver
zinnen, dan zou ik het daar moeilijk mee
hebben omdat er dan dingen gebeuren
die ik niet in overeenstemming kan
brengen met 's mans karakter. Maar als
hij het gewoon als coach eens een keer
niet zo goed doet, heb ik er geen enkele
moeite mee om dat te schrijven. Het zou
belachelijk zijn als dat wel het geval
was".