'U rijdt nu op
de bodem van
de Noordzee'
De hang naar zekerheid is groot in dit land. Het
is Nederlanders eigen om al wat mogelijk is van
tevoren vast te leggen. Het risico van een
miskoop of wat voor financiële strop dan ook
spreekt maar weinigen aan, de rechtgeaarde
Hollander eist bij wijze van spreken al waar
voor z'n geld voordat het is uitgegeven. Het is
daarom niet vreemd dat de vakantie van
menigeen de charme van de improvisatie
ontbeert. Toch bestaan ze nog, de mensen die
iets van een pionier in zich hebben. Af en toe
springen ze uit de band en laten ze zich
meeslepen door het diep weggedrukte verlangen
naar avontuur, dat bijvoorbeeld kan worden
bevredigd met een dagtocht die naar onbekende
bestemming voert. „Waar we naartoe gaan is
niet belangrijk. Als we maar niet verdwalen en
als het maar gezellig is".
Onbekend maakt in de regel onbe
mind, maar gelukkig bestaat er ook
op die regel een uitzondering. Sinds
jaar en dag geldt in het reiswezen de
ook wel als vraag tekentocht aange
duide dagtocht met onbekende be
stemming als een goed lopend ver
koopartikel.
door Gerard van Putten
Het Rijswijkse reisbureau BAB claimt
de landelijke primeur van dagtochten in
het algemeen en van dagtochten met on
bekende bestemming in het bijzonder.
„We zijn in 1959 begonnen met het orga
niseren van dagtochten", vertelt balie
medewerker Koen de Haas, „het eerste
reisdoel heette Alkmaar en de reissom
bedroeg vijf gulden".
Niet veel later werden ook de da^och-
ten met onbekende bestemming in het
reisprogramma opgenomen. Op zich
leek dat een gok, ervan uitgaande dat
menige reislustige Nederlander niet
graag op de bonnefooi ergens heen gaat.
„Maar de onbekende slaat altijd aan",
beweert De Haas, „vooral bij het iets ou
dere publiek is die ontzettend populair".
Met name op alleenstaanden schijnen
verrassingstochten een onweerstaanba
re aantrekkingskracht uit te oefenen.
Wellicht, omdat het bewuste reisbureau
in advertenties veelbelovend gewaagt
van een romantische 55 plus-tocht.
„Maar", benadrukt Koen de Haas, „met
romantisch willen wij in dit geval niet
zeggen dat dit een tocht is om relaties
aan te knopen. Uiteraard mag dat, maar
met romantisch bedoelen wij te zeggen:
we rijden langs romantische plekjes".
Maar ook de doorgewinterde dagtoe
risten boeken nogal eens voor een tocht
die afgezien van de gebruikelijke koffie
met gebak en de traditionele koffietafel
als enige zekerheid de onzekerheid van
het reisdoel biedt. „Klanten die zowat al
le dagtochten van het programma heb
ben afgewerkt, raken op een gegeven
moment verzadigd. Ze hebben alles al
gezien, maar ze willen toch een dagje uit
met de bus omdat ze dat gezellig vinden.
En menigeen voelt zich aangesproken
door dat onbekende. Dat roept een be
paalde vorm van spanning op, dat maakt
het verlangen naar avontuur in de mens
wakker".
De employé van het reisbureau, dat
dagjesmensen uit de Leidse regio de ge
legenheid biedt voor dergelijke tochten
te boeken bij de samenwerkende reisbu
reaus Cebuto Pullman en Beuk, be
zweert dat de onbekende de geachte
clientèle telkens langs andere dreven
voert. Al was het alleen maar om.te voor
komen dat een passagier die al eerder is
meegeweest de andere deelnemers aan
de reis wijsneuzig gaat vertellen wat er
die dag zoal staat te gebeuren.
Zandweggetjes
„De route die wordt gekozen is elke
keer weer anders, we komen ook steeds
weer bij andere restaurants uit. Het dag
programma wordt in overleg met onze
chauffeurs samengesteld. Die kennen
heel Nederland uit hun hoofd, tot de on
aanzienlijkste zandweggetjes aan toe".
Donderdagmorgen 8.00 uur. Slechts
drie deelneemsters hebben zich verza
meld in de Doezastraat, voor Leidenaars
het opstappunt voor deze tocht. Het zijn
mevrouw Blöte uit de Kanaalstraat, haar
zuster die zich voorstelt als mevrouw
Van Schaik en nog een dame die om pri-
ve redenen haar naam liever voor zich
houdt. Ze worden hartelijk begroet door
buschauffeur Van der Kraan, die verze
kert dat de herkomst van de dagjesmen
sen per tocht kan verschillen. „De ene
keer heb je meer Leidenaars dan Hage
naars in de bus, de andere keer zie je
weer meer Westlanders. Voor dat ver
schijnsel kun je eenvoudig geen goeie
verklaring verzinnen".
Het matineuze tijdstip van vertrek
noodt niet direct tot een geanimeerde
conversatie. Maar straks zal elders in
den lande koffie met gebak worden ge
serveerd, een aantrekkelijk vooruitzicht
op deze vroege ochtend, want koffie en
gebak zijn bij dergelijke toeristische on
dernemingen nu eenmaal bij uitstek de
smeermiddelen om tongen in beweging
te brengen.
Onderweg naar de opstapplaatsen in
Den Haag, Rijswijk en Delft menen twee
reeds om half acht ingestapte families
uit Wateringen een surrogaat te hebben
gevonden om de opkomende trek in kof
fie tijdelijk te stillen. „Moet jij ook een
toffee?", vraagt een dame een heer die
op een stoel aan de overzijde van het
gangpad heeft plaatsgenomen. De heer,
naar later op de dag zal blijken haar zwa
ger, bedankt beleefd voor deze tractatie.
„Nee dank je wel, die kleeftroep moet ik
niet, ik voel er weinig voor dat vandaag
mijn onder- en bovengebit aan mekaar
komen te zitten". „Dat zou anders wel
mooi zijn", antwoordt de echtgenoot van
de dame van het zakje toffees, „dan
hoorden we je tenminste een tijdje niet".
Gezelligheid kent derhalve geen tijd
tijdens de eerste kilometers van deze
tocht en gezegd moet worden dat dit de
hele dag zo zou blijven. 'De bus', na de
laatste halte in Delft bevolkt door 41 per
sonen, geniet intens van een onderhand
zeldzaam geworden natuurverschijnsel:
de zon schijnt!
Raadsels
Intussen wordt er in de bus druk ge
gist naar het reisdoel, keer op keer
vraagt men zich af „waar die gozer nu
weer naartoe rijdt". De Leidse mevrouw
Blöte laat het als één van de weinigen
allemaal rustig op zich afkomen. Zij en
haar zuster hebben bewust voor deze
tocht geboekt. „Je komt telkens weer
voor raadsels te staan en wij houden van
raadsels. Of we ons niet een beetje onze
ker voelen, omdat we niet weten waar
we heen gaan? Ben je mal, die chauffeur
brengt ons heus wel weer thuis".
We mogen Jan zeggen tegen de chauf
feur en dat schept kennelijk een band.
In de bus is het heterogene gezelschap
van Hagenaars, Rijswijkers, Westlan
ders, Delftenaren en Leidenaars verras
send snel gesmeed tot een eenheid. De
zakjes snoep, de fruitella's, de hoestbon-
bons en de rollen kaakjes gaan geregeld
de hele bus door.
En dan is er koffie! Chauffeur Jan van
der Kraan parkeert zijn touringcar om
kwart voor tien voor de deur van het
Rotterdamse restaurant Plaswijck.
Voordien had hij zijn gehoor verbaasd
met zijn parate kennis over de beziens
waardigheden in de omgeving van Over-
schie en ook in het verdere verloop van
de reis zal Van der Kraan laten blijken
zich met het oog op deze trip goed te
hebben gedocumenteerd. Onvermoei
baar spuit hij jaartallen, historische en
hedendaagse feiten, zonder overigens
maar een moment zijn klanten te ver-
„Integendeel", spreekt een gedistin
geerd uitziende Rijswijkse haar bewon
dering voor de chauffeur uit, „het is alle
maal interessant wat die man te vertel
len heeft. Ik heb dat wel anders meege
maakt. Ik herinner me chauffeurs, die
deden de hele dag hun bek niet open.
Dat waren dan meestal jongere chauf
ZATERDAG 27 JUN11987
PAGINA 19
BIJLAGE VAN HET LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD
hier bij Plaswijck stopte, want ik moest
heel erg nodig".
Kennelijk hebben de humoristen in
het gezelschap de geest gekregen door
de koffie. Ook mevrouw Bissels uit
Voorburg blijkt niet van humor ge
speend, getuige de volgende vraag die ze
chauffeur Jan van der Kraan met een
schalkse blik stelt: „Komen we ook nog
op plekjes waar we dia's kunnen schie
ten?"
Geamuseerd knikt Jan van der Kraan
van 'ja', hij rijdt lang genoeg mee om te
weten dat mevrouw Bissels deze vraag
alleen maar heeft gesteld om hem ertoe
te verleiden het reisdoel te verraden.
Van der Kraan: „De mensen die voor
tochten als deze boeken, hebben welis
waar nog iets van de avonturier in zich,
maar als ze eenmaal in de bus zitten kun
nen ze hun nieuwsgierigheid toch moei
lijk bedwingen. Er zijn erbij die je op een
hele subtiele manier uitje tent proberen
te lokken. Vanmorgen was er nog een
die bij het instappen al zei: ik wil wed
den dat je je een keer verspreekt. Geluk
kig is me dat nooit overkomen. Trou
wens, bij mijn weten mijn collega's ook
niet. En dat is maar goed ook. Want stel
je voor dat ik nu uit mijn mond liet val
len: dames en heren, straks gaan we eten
in Den Briel. De hele clou is dan toch
van zo'n reis af'.
Schapies tellen
„Even mijn schapies tellen, zegt Van
der Kraan, „ik ben met 41 mensen weg
gegaan en ik wil ook weer met 41 men
sen thuiskomen". „Maar Jan", roept een
passagier, „de bus is toch vol". „Klopt",
antwoordt Van der Kraan gevat, „maar
ik wil even laten zien dat ik met tellen
verder kom dan tien".
Hij laveert zijn touringcar vervolgens
door het centrum van Rotterdam, langs
de havens en daarna door het Botlek-ge
bied. Van der Kraan verstrekt uitgebrei
de toelichting op alles wat groeit, bloeit
en toch altijd weer zo boeit. „Hier",
houdt Van der Kraan zijn toehoorders
voor „hier klopt het economische hart
van Nederland". Hij wijst naar het land
schap van olietanks, naar de grasvelden
eromheen die naar zijn zeggen worden
kortgehouden door grazende schapen.
„Dat scheelt in de kosten, vindt de Shell,
dan hoeft het gras niet te worden ge
maaid". Van der Kraan zorgt voor enige
hilariteit, als hij vertelt dat er wel eens
een schaap verdwijnt. „Als er Griekse
zeelui in de buurt zijn".
In de bus stijgt hier en daar enige kri
tiek op. Enkele personen zouden nu
toch wel eens wat bos willen zien, ter af
wisseling van al dat water, die olietanks
en al die landerijen. „Aanmerkingen
krijg je altijd, dat weet je", reageert Jan
van der Kraan enige tijd later gelaten.
„De een vindt dit mooi en de ander dat.
Maar ik heb de indruk dat de meeste
mensen het toch wel naar hun zin heb
ben".
Staan
Al toerend door de Maasvlakte („U
rijdt nu op de bodem van de Noordzee")
merkt de reisleider dat 'de bus' in meer
derheid nog aan zijn lippen hangt. De
hoofden gaan nog altijd naar ünks en
naar rechts. En als hij zegt dat achter
„deze duintjes de Noordzee ligt die u
kunt zien als u gaat staan", gaan zeker
tien mensen ook staan om vervolgens
naar de Noordzee te staren alsof ze die
plas water voor het eerst van hun leven
zien.
13.00 uur. Jan van der Kraan stuurt
zijn touringcar door de smalle straten
van Den Briel, daarbij niet verzuimend
te vertellen over Alva die hier zijn bril
verloor, over de Watergeuzen en over de
Griekse martelaren. Even later bekent
Van der Kraan in het restaurant, waar de
lunch wordt gebruikt: „Ik weet op dit
moment nog niet of ik vanmiddag op
Zierikzee aan rij of op Willemstad in
West-Brabant. Zierikzee heeft als nadeel
dat ik een stukje grote weg moet ne-
Het wordt uiteindelijk tóch Zierikzee.
En al moet Nederland weer eens onder
de douche en begint het (anders dan Pel-
leboer het eerder op de dag heeft doen
voorkomen) te regenen, het humeur in
de bus blijft onveranderd stralend.
„Want dit is toch heel erg leuk", zo ver
tolkt de Leidse mevrouw Blöte het ge
voelen van de meeste passagiers.
Dagboek
De 57-jarige Henk Kleijweg uit Wate
ringen is zelfs zó enthousiast dat hij een
dagboek bijhoudt van de rit. Compleet
met bijzonderheden over het aantal pas
sagiers en het aantal gereden kilometers.
„Sinds 1983 ben ik Nederland aan het
ontdekken in het gezelschap van mijn
zus. Tot de dood van onze moeder waren
we nooit verder gekomen dan Oudewa
ter. Naar het buitenland gaan, daar heb
ben we geen behoefte aan. Nederland is
heel mooi en bovendien wil ik 's avonds
in mijn eigen bed liggen. Ik ben vrijge
zel, heb altijd van 's morgens vroeg tot 's
avonds laat in de tuinderij gewerkt en
nooit een cent opgemaakt. Ik kan nu dus
rentenieren en me helemaal wijden aan
mijn hobby. En dat is met dagtochten
meegaan, daarvan in de bus een verslag
te maken. Dat werk ik thuis dan uit, ik
schrijf alles in het net over op de ansicht
kaarten die ik koop in de dorpen waar
we komen, 's Winters bekijken mijn zus
en ik die ansichtkaarten, dan zitten we
samen nog na te genieten van die dag
tochten".
Het loopt tegen half zeven, het eind
punt van de onbekende nadert. Chauf
feur Jan van der Kraan kondigt dat op
zijn manier aan: „Ik hoop dat dank zij
deze tocht een onbekend stukje Neder
land bij u wat bekender is geworden".
En dan breekt het onherroepelijke tijd
stip van afscheid nemen aan. Al heet het
in het reiswezen dat BAB niet staat voor
Buitelaars Automobiel Bedrijven maar
voor Bij Aankomst Bewusteloos, het
blijkt in de praktijk mee te vallen. De
Leidse dagtoeristen verlaten de bus op
merkelijk monter en kwiek, er worden
handen geschud, wildvreemden zijn in
één dag tijd vage kennissen geworden.
De laatste groet is bestemd voor chauf
feur Jan van der Kraan, waarna de drie
dames vervolgens een tocht met beken
de bestemming aanvaarden. Op huis
aan.
feurs. Die lieten de hele dag van die jen-
gelmuziek door de luidspreker klinken.
Van die rommel waarvan alleen de jeugd
houdt. Nou, als ze dan zo nodig muziek
willen laten horen, laat het dan iets van
Rudolf Schock zijn. Of van Marco Bak
ker, dat is ook geen slechte".
Ervaring
Hij leunt op een „goeie dertig jaar er
varing als buschauffeur", de 55-jarige
Wateringer Jan van der Kraan die zich
ten opzichte van zijn publiek steeds cor
rect en aimabel opstelt zonder ooit al te
amicaal te worden. Hij heeft jaren op het
buitenland gereden, maar thans rijdt
Van der Kraan liever dagtochten. „Ik wil
's avonds graag thuis zijn", motiveert de
chauffeur zijn hedendaagse voorkeur.
„Ik mag graag enige achtergrondinfor
matie geven over datgene, wat er op zo'n
tocht te zien is. Al pleeg ik me wat dat
betreft enigszins aan het publiek aan te
passen, oudere mensen moet je niet
voortdurend lastig vallen met jaartallen.
Die blijven dan toch niet hangen".
Dagtochten met onbekende bestem
mingen uitstippelen, dat doet Van der
Kraan net als zijn collega's grotendeels
zelf. „Van het reisbureau krijg je enkele
aanknopingspunten aangereikt, de res
taurants. Vandaag de dag kun je immers
niet meer ergens binnenvallen met een
gezelschap van een man of veertig, de
koffie met gebak en de koffietafel moe
ten van tevoren worden besteld. Dat
doet het reisbureau. Verder ligt er eigen
lijk niets vast".
„Afhankelijk van de tijd die er voor de
tocht beschikbaar is, zet je rondom die
aanlegplaatsen een bepaalde route uit.
Je moet daarbij voor ogen houden datje
oudere mensen niet te lang in de bus laat
zitten, anders hebben sommigen 's
avonds last van dikke benen. De avond
voor de onbekende raadpleeg ik thuis de
kaart en een paar boeken om me enigs
zins te oriënteren. De mensen zijn tegen
woordig wel zo bereisd datje ze geen on
zin kunt verkopen over bepaalde dingen
die je onderweg tegenkomt. Het komt
wel eens voor dat je van je eigen route
moet afwijken. Als er ergens een file
staat bijvoorbeeld. In het geval van een
trip met onbekende bestemming geeft
dat niet. Als chauffeur kun je er alle kan
ten mee op, zelfs de goede. Dat heeft het
voordeel dat je naar een zeker punt dat
je voor ogen had dag met je handje kunt
zeggen en ergens anders heengaat. En
geen mens die daarover zal klagen, nie
mand kan immers weten dat je fout
rijdt".
Eenzaamheid
Al heeft zijn werkgever onder meer
tochten als De grote romantische onbe
kende en deze romantische 55+ tocht in
de aanbieding, nooit heeft Van der
Kraan het meegemaakt dat twee alleen
staanden pakweg een jaar later als stel in
de bus terugkeerden. Hij gelooft ook
niet dat zijn klanten zijn touringcar zien
als een rijdend trefpunt voor romanti
sche ontmoetingen, Van der Kraan
houdt het er op dat er nogal wat mensen
zijn die de dagtochten beschouwen als
een uitgelezen mogelijkheid om een dag
de eenzaamheid te ontvluchten. „Ik ken
mensen die elkaar geregeld tegenkomen
op diverse dagtochten. Maar dergelijke
ontmoetingen leiden doorgaans niet tot
een zodanig contact dat ze bij elkaar
over de vloer komen".
De koffiestop van drie kwartier zit er
inmiddels op. „Het heeft gesmaakt",
meldt een opgewekte Delftenaar onze
chauffeur. „Ik was trouwens blij dat u
In de bus wordt druk gegist
naar het reisdoel. Keer op keer
vraagt men zich af 'waar die go
zer nu weer naartoe rijdt'. Chauf
feur Jan laat zich echter niet uit
zijn tent lokken en houdt geheim
dat de tocht ditmaal voert naar
het haventje van Den Briel en la
ter naar Zierikzee.
(foto's Win» Dijkman)
■»-"
Ongeduldig wachten drie Leidse dames bij de klok op de Doezastraat op
de bus. Komt-ie wel, komt-ie niet. Hij komt.