Werkelijkheid of fantasie? 'Ik ben bang dat de hele zaak is gebaseerd op allerlei geruchten' 'Het kan niet anders dat ouders zijn bevangen door collectieve psychose' Wetenschappers over affaire Oude Pekela se tijdschrift The lawyers magazine werd een en ander in geuren en kleu ren beschreven. In eerste instantie ging men er destijds van uit dat het ging om een delict op kleine schaal. Nadat er meer over bekend was gewor den, raakte de Amerikaanse justitie als het ware bedolven onder de aangiften. Opmerkelijk was dat de klachten steeds ernstiger van aard werden; ten slotte zag de Amerikaanse justitie zich zelfs genoodzaakt de laatste meldingen als onaannemelijk terzijde te leggen. Treffers: „Het is natuurlijk heel wel denkbaar dat er in Oude Pekela een kind op de een of andere manier seksu eel is misbruikt. Maar ik ben bang dat ook die affaire in Oude Pekela groten deels is gebaseerd op geruchten. Dat zich rondom die wellicht ene gebeurte nis een kern van onrust heeft gevormd. In dat klimaat laten geruchten zich ge makkelijk verspreiden, zoiets breidt zich als een inktvlek uit met het gevolg dat aller aandacht erop wordt gericht". „Heel schrijnend vind ik dat, omdat de gevallen waarin werkelijk sprake is van seksueel misbruik daardoor in fei te worden ontkracht. Je ziet dat ook nu weer: de aandacht richt zich massaal op Oude Pekela, terwijl er over de sek suele mishandeling van een kind op Texel amper is bericht. Toen die ge schiedenis daar in Groningen begon te spelen, heb ik met verbazing kennis genomen van de kritiekloze opstelling van zich deskundig noemende weten schappers uit de omgeving van dat dorp. Van die betrokkenen had ik een „Valse beschuldigingen over seksu eel misbruik zijn vergelijkbaar met de valse beschuldigingen over incest. Die worden nogal eens geuit in echtschei dingssituaties. Het is meer dan eens voorgekomen dat een moeder een va der heeft beschuldigd van incestueuze handelingen en daarin het kind heeft betrokken in een poging dat kind te onttrekken aan een bezoekregeling". Pornofilm Niettemin meent een Leids opvoed kundige, die er de voorkeur aan geeft zich anoniem uit te spreken, dat kin derfantasie ook als het gaat om seks meestal wel stoelt op een indruk die een kleuter ergens heeft opgedaan. „Dan hoeft het kind zelf niet eens sek sueel misbruikt te zijn. Op een geheel eigen wijze kan een kind bijvoorbeeld praten over een pornofilm die het thuis bij toeval heeft gezien. Het komt nogal eens voor dat een kind in een onbe waakt ogenblik de video aanzet. En ja, als de ouders dan vergeten zijn de cas sette uit het apparaat te halen..." „Een kind kan daarover natuurlijk gaan vertellen alsof het hem of haar is overkomen. Want een kind is in staat een verhaal aan te dikken. Al was het alleen maar omdat het de aandacht van anderen wil vangen, omdat het interes sant gevonden wil worden. Waarmee ik overigens niet wil zeggen dat al het tu mult in Oude Pekela is voortgevloeid uit een verhaal dat is bedacht door een kind dat z'n fantasie de vrije loop heeft gelaten. Het gebeurt immers herhaal delijk dat kinderen seksueel worden misbruikt". Prof. Kohnstamm onderkent dat laatste ook. Met nadruk verklaart hij de affaire-Oude Pekela niet te willen ba gatelliseren. Voor zover de ontwikke lingspsycholoog zich op grond van de media-informatie een oordeel over het vermeende seksuele misbruik van rond zeventig kleuters uit het Gronin ger dorp heeft kunnen vormen, sluit hij niets uit. Noch dat er „iets strafbaars" is gebeurd, noch dat er vele verhalen die ter plaatse in omloop zijn goed deels op door angst aangewakkerde verbeelding berusten. Wel zegt hij absoluut zeker te weten dat de volksmond, waartoe Kohn stamm ook vertrouwensarts Jonker en enige plaatselijke autoriteiten rekent, zich met het spuien van conclusies in wel erg voorbarige zin heeft geroerd „Ik heb de indruk dat in beginsel zwakke aanwijzingen zijn aangegrepen als bewijs". Het bevreemdt hem niet alleen dat een groep van „zovele kinderen" mini maal een uur uit het zicht van ouders of verzorgers kan verdwijnen, hij ver denkt sommige volwassenen uit Oude Pekela er ook van zich te hebben schuldig gemaakt aan psychologie van de koude grond. Tekeningen Hij doelt daarmee op de tekeningen analyse die onder meer een kleuter leidster heeft gemaakt. „De kinderen werd de vraag gesteld: was er ook licht op de plaats waar jullie zijn geweest? Om te weten te komen of er tijdens die zogenaamde filmopnamen lampen wa ren gebruikt. En ik heb vernomen dat er inderdaad conclusies zijn getrokken in de trant van: er wès veel licht. Op grond van het feit dat de kinderen zo veel wit op het papier hadden gelaten of met feÜe gele kleuren hadden ge werkt. Persoonlijk vind ik het buiten gewoon gevaarlijk om aan dergelijke tekeningen zekerheden te verbinden". Om te kunnen achterhalen in hoever re een verhaal dat een peuter ophangt, is ontleend aan feiten dan wel aan fic tie, dient volgens kinderpsychiater Treffers te worden gekozen voor het persoonlijke gesprek. „Maar dat moet wel worden geleid door een deskundi ge die over de vereiste ervaring be schikt om te kunnen praten met kinde ren van wie wordt verondersteld dat ze seksueel misbruikt zijn. Een deskundi ge is in staat te onderkennen of een kind werkelijk iets heeft meegemaakt of alleen maar iets zit te vertellen wat anderen hem of haar hebben ingefluis terd. Een seksueel misbruikt kind of een kind dat met incest te maken heeft gehad, zal oneindig veel meer geëmo tioneerd zijn. Het kind dat niet het slachtoffer van ontucht is, zal zich meer in verslaggevende vorm uitdruk ken". Dat neemt niet weg dat prof. Treffers verwacht dat een aantal van de betrok ken kinderen uit Oude Pekela psy chisch in meer of mindere mate het kind van de rekening zal worden. „Ook sommige kinderen die niet zijn bloot gesteld aan pedofiele handelingen zul len hiervan schade leiden. Uiteindelijk zijn ze op een heel indringende manier betrokken geraakt bij een opwindende situatie" „Voor mij is het dan ook niet vreemd dat kinderen uit een soort reactie hier op weer in hun bed plassen. Hoe lang het duurt voordat deze kinderen weer normaal gedrag gaan vertonen? Daar voor is helaas geen termijn te noemen. Op het ene kind grijpen dergelijke ge beurtenissen veel meer in dan op een andere. Ik denk dat met enige hulp van onderwijskrachten die kinderen op den duur wel weer met hun beide beentjes op de grond gezet kunnen worden". „En waarvoor ik verder zou willen pleiten, is dat er ook veel aandacht aan de ouders wordt gegeven. Want wil je de kinderen rustig krijgen, dan zullen ook de ouders weer in hun normale doen moeten worden gebracht". Kinderen vertederen en ontroeren volwassenen. Het is daarom niet vreemd dat vrijwel geen onderwerp volwassen mensen zozeer beroert als seksuele mishandeling van jonge kinderen. Al enige tijd is het Groninger dorp Oude Pekela in rep en roer, omdat wordt gevreesd dat met zeker zeventig kleuters ontucht is gepleegd. In hoeverre die vrees is gegrond, is vooralsnog onduidelijk. Tot dusver duiden slechts twee van de vijftig ingediende aangiften op een vergrijp. Hoewel men ook in het veld van psychologen en psychiaters geenszins uitsluit dat er „iets strafbaars" is gebeurd, leeft daar tegelijkertijd het vermoeden dat Oude Pekela is gegrepen door „collectieve psychose". Een deskundige: „Uit de berichtgeving valt af te leiden dat in beginsel zwakke aanwijzingen zijn aangegrepen als bewijs". door Gerard van Putten Informatie-overdracht gaat maar al te vaak gepaard met het geven van persoonlijke toevoegingen aan het verhaal dat men van anderen heeft gehoord. Als gevolg daarvan kan de zoveelste versie van een verhaal over een bepaald voorval in belangrijke mate afwijken van het oorspronkelijke relaas over de desbetreffende gebeurtenis. „Er is ooit onderzoek gedaan naar de manier waarop een verhaal of gerucht zich verspreidt en in welk tempo. Ra zendsnel gaat dat", stelt prof. dr. G.A. Kohnstamm die als ontwikkelingspsy choloog is verbonden aan de Rijksuni versiteit in Leiden. „Afhankelijk van de emoties die een bepaald onderwerp bij mensen oproept kan er binnen een dag een heel ander verhaal ontstaan dat nauwelijks of helemaal niet over eenstemt met de feiten dat het eerste bevatte. Een verhaal wordt dan een ge rucht en gaat op die manier een vol strekt eigen leven leiden". Zeker als een vergrijp als seksuele mishandeling van jonge kinderen het gespreksthema is, verliest naar de me ning van de ontwikkelingspsycholoog menigeen z'n gevoel voor nuance. Hij meent dat ook te kunnen afleiden uit de berichtgeving over de kwestie van de kinderporno die Oude Pekela thans bezighoudt. Zoals bekend doet daar het verhaal de ronde dat een geraffi neerd te werk gaande bende van vier in clownspakken gestoken personen on geveer zeventig kleuters onder dwang hebben aangezet tot seksspelletjes die ze op film zouden hebben vastgelegd. Kettingreactie Intussen heeft de Groninger hoofd officier mr. J.A. Blok verklaard dat in slechts twee van in de totaal vijftig in gediende aangiften concreet in ver band kunnen worden gebracht met mogelijk seksueel misbruik. Ook al neemt hij alle meldingen serieus, Blok houdt er rekening mee dat de eerste klachten over ontucht met kinderen onder de doorgaans nuchtere bevol king van het veenkoloniale dorp een kettingreactie heeft veroorzaakt. Prof. dr. Ph. D.A. Treffers, hoogle raar kinderpsychiatrie aan de Leidse Rijksuniversiteit en tevens directeur van het Academisch Centrum Kinder en Jeugdpsychiatrie Curium in Oegst- geest, merkt op dat de zaak-Oude Pe kela niet nieuw is. Hij ziet overeen komsten met affaires die in de Verenig de Staten veel beroering teweeg heb ben gebracht. In de mei-editie van het Amerikaan- 'Kinderen kunnen fantasie en werkelijkheid behoorlijk door elkaar laten lopen', zegt prof. Kohnstamm. (archieffoto) terughoudender benadering van de zaak verwacht. Dan zou het gevaar voor het uitbreken van massahysterie minder groot zijn geweest". Flut Bij de rijkspolitie drukt men zich met betrekking tot de zaak-Oude Peke la thans lang niet meer met zoveel stel ligheid uit als eerder het geval was. Van de gedachte dat er ter plaatse een „geraffineerd optredende bende" aan het werk is geweest, is de recherche min of meer afgestapt. Waar aanvan kelijk ook werd gesproken over clowns, daar moest politie-woordvoer- der Jan Maring naderhand toegeven dat er een gedetailleerd signalement van de mogelijke daders ontbrak. „Ne genennegentig procent van de tips is flut", zei Maring ook. „Hoe groot de so ciale controle ook is, niet één ouder heeft iets gezien". De reconstructie heeft justitie en po litie nog meer aan het twijfelen ge bracht. Op aanwijzing van de kinderen kwamen de rechercheurs terecht bij een aantal panden, waar de ontucht zou zijn gepleegd. Maar nader onder zoek leerde de rechercheurs dat die ge bouwen onmogelijk de plaatsen van het misdrijf konden zijn geweest. Voor hoofdofficier Blok reden genoeg om alsnog een ontwikkelingspsycholoog in te schakelen, die de op schrift vast gelegde verklaringen aan een nadere analyse moet onderwerpen. Een be sluit dat vanuit het veld van psycholo gen en psychiaters met instemming wordt begroet. Door de Leidse ontwik kelingspsycholoog Kohnstamm bij voorbeeld. „Wat ik gek vind aan deze zaak is, dat de inwoners van dat dorp zich pas vrij laat zijn gaan opwinden. De Riagg had half april al te maken met de eerste klacht. Op een gegeven moment zag het er zelfs naar uit dat alles met een sisser zou aflopen. Maar opeens is het als een grote zaak in de publiciteit ge bracht. Opeens stroomden de aangif ten bij de politie binnen, terwijl de eer ste melding geruime tijd daarvoor was gedaan. Wat mij nu bezighoudt is de vraag: wat is er tussentijds met die ou ders gebeurd? Het kan bijna niet an ders dan dat ze zijn bevangen door col lectieve psychose. Want ik kan me moeilijk voorstellen dat kinderen van die leeftijd onderling over seksuele spelletjes praten, dat die kleuters al die geruchten daarover hebben ver spreid". Opgefokt Naar de mening van kinderpsychia ter Treffers ligt het zeker niet voor de hand dat jonge kinderen fantaseren over seksuele contacten met onbeken den. Kinderen fantaseren wel over iets dat ze in hun leven missen. „Kinder fantasie stoelt vaak op een wens. Het kan zijn dat een kind met een laag ge voel voor eigenwaarde zich in z'n fan tasie heel machtig voelt. Een kind kan ook fantaseren dat zijn ouders weer bij elkaar komen als die gescheiden leven. Als het gaat om seksueel getinte fanta sieën van kleuters, dan wijzen die doorgaans op een verlangen naar lijfe lijk contact met de ouders. De wens om met een wildvreemde te knuffelen zal bij een kleuter zeker niet leven". Mede op grond van die gegevens, rees er in het veld van psychologen en psychiaters al spoedig twijfel over wat menigeen in Oude Pekela voor een pijnlijke waarheid aanneemt. Prof. Kohnstamm vertelt dat sommige colle ga's meteen al vermoedden dat de in woners van Oude Pekela elkaar als het ware hadden opgefokt tot een massale reactie van paniek op de berichten over gepleegde ontucht bij een tweetal kinderen. In eerste instantie twijfelde Kohnstamm aan die theorie, temeer omdat hij had gelezen dat de li chaampjes van bepaalde kinderen wa ren geschaafd of zelfs verwond. „Maar laatst las ik een krant die een moeder van één van die kinderen ci teerde. Zij had in eerste instantie in de veronderstelling verkeerd dat haar kind de billetjes had geschaafd aan het fietsje, maar dat ze nu wel beter wist. Kijk, als zo'n moeder dan vragen gaat stellen aan dat kind, dan sluit ik het niet uit dat ze zo'n kind woorden in de mond gaat leggen. Dat ze onbewust naar de bevestiging zoekt van het beeld dat ze voor zichzelf van dat on derwerp heeft gevormd of door ande ren heeft laten vormen op bijvoorbeeld het schoolplein. Want dat is per defini tie een ontmoetingsplaats voor ouders, waar collectieve psychose gemakkelijk kan ontstaan. Het kan best zo zijn ge weest dat iemand met een zekere uit straling en overtuigingskracht iets heeft verteld dat naderhand weer ge kleurd is doorverteld aan anderen". Niet betrouwbaar De methoden die zijn gevolgd om de bewuste kleuters te ondervragen, zijn voor Kohnstamm op z'n minst voor discussie vatbaar. „Vooropgesteld, ik heb de protocollen niet gezien, ik heb geen inzage gehad in de processen-ver baal van de verhoren. Ik weet dus niet wat die kinderen hebben gezegd en te gen wie. Maar ik heb begrepen dat een kinderpsychiater de ouders heeft aan geraden bepaalde vragen aan die kin deren te stellen. Mijn vraag is: wat is die kinderen gevraagd? Ik zou me kun nen voorstellen dat die vragen nogal suggestief van aard zijn geweest als ik denk aan die moeder die er eerst van uit ging dat haar kind zich had ver wond aan het kinderfietsje en vervol gens zeker zei te weten dat haar kind seksueel misbruikt was". Kohnstamm benadrukt dat niet-pro- fessionele vragenstellers het risico lo pen foute conclusies te trekken uit ge drag en antwoorden van een kind. Bo vendien, stelt Kohnstamm, zijn kinde ren in de leeftijdsgroep van vier tot zes jaar niet de betrouwbaarste informan ten. Recentelijk kwam dat in Zaanstad nog aan het licht. Een kind had verteld dat ter plaatse vier clowns snoepjes hadden uitgedeeld aan kinderen. De korpsleiding van de Zaanse politie zet te prompt tien rechercheurs op een uit gebreid buurtonderzoek dat werd ge staakt, nadat hetzelfde kind had be kend het verhaal over de clowns te hebben verzonnen. „Een kleuter zal best een waarheids getrouw antwoord kunnen geven op de vraag: heb je vanmiddag hagelslag op je brood gehad? Maar kinderen van die leeftijdscategorie missen het onder scheidingsvermogen om over minder eenvoudige zaken gedegen informatie te verstrekken. Zeker iemand van wie ze onder de indruk zijn, zullen ze al gauw naar de mond praten. In zijn al gemeenheid gesproken kunnen kinde ren werkelijkheid en fantasie behoor lijk door elkaar laten lopen". Dat is ook de ervaring van andere kenners van de kinderpsyche. Prof. Treffers zegt vanuit zijn dagelijkse praktijk te spreken als hij zegt dat een kind van een jaar of vier in staat is van het ene op het andere moment iets te gengestelds te beweren. „Het is ge beurd dat een kind na een ontmoeting met mij thuis vertelde dat-ie had ge sproken met een meneer met een witte baard. Het denken van een kind van vier, vijfjaar is nog niet zo ver ontwik keld dat je daaraan dezelfde werkelijk heidsbetekenis mag hechten als aan het denken van volwassenen. Wordt een kind van die leeftijd in een situatie geplaatst die het als eng ervaart, dan zal het geneigd zijn de fantasie nog meer dan anders de vrije loop te laten". „Een politie-agent is zeker niet de meest geschikte gesprekspartner, ook al is die dan geen boeman. Een kind van die leeftijd dat in gesprek is met een agent kan wel denken: misschien moet ik straks wel in het gevang. En dan kan het gebeuren dat het iets gaat vertellen alsof het dat werkelijk heeft beleefd, terwijl het feitelijk praat over iets waarover thuis is gepraat of over iets dat het zelfs tevoren ingefluisterd heeft gekregen". Prof. Treffers: 'Alleen een deskundige onderkent of een kind echt iets heeft meegemaakt of zomaar iets vertelt'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 19