'Circuit Le Mans levensgevaarlijk' Rugby in VS neemt grote vlucht 'Bijzondere tulp ontluikt aan Bloemenrivièra' Leerzame trip Nederlands studententeam Kritiek van Jan Lammers Schaakderby onbeslist 'Met doorbraak van Eric Breukink gaat de zon weer schijnen voor wielersport' PAGINA 16 SPORT ZATERDAG 13 JUNI 4087 Het nationale studenten rug- byteam toerde op uitnodiging in mei en juni een drietal we ken door de Verenigde Staten. De ploeg, bestaande uit 23 stu denten van vijf universiteiten onder wie de Leidenaars Yves Kummer, Huub de Veld, Fred Gerretzen, Marcel Krau en Jack van Zijp, speelde zes wedstrijden aan de oostkust van Amerika. Dat ze aan de overkant van de grote plas in middels naast het American Football ook op rugbygebied van wanten weten moesten de Nederlandse studenten aan den lijve ondervinden. Onze rugbymedewerker Eric Jan Berendsen, chef d'equipe van de nationale ploeg, tekende voor het navolgende verslag. LEIDEN - De eerste kennisma king met het Amerikaanse rugby dateert van twee jaar geleden, toen de Junior Eagles (Amerika onder 25 jaar) twee wedstrijden in Neder land speelde, één tegen het natio naal studententeam en één tegen het Nederlands team. Beide wed strijden werden door de Amerika nen gewonnen. Uit de hieruit ont stane contacten vloeide de Ameri- ka-trip van het Nederlands studen tenteam voort. Wat stelt een amateursport als rugby nu eigenlijk voor in een land dat wordt gedomineerd door pro fessionele sporten als Amerikaans voetbal, basketbal en ijshockey? Amerika telt momenteel een mil joen rugbyspelers, verspreid over 8000 clubs en universiteiten. De universiteiten zijn gestart met rug- byprogramma's en goede rugby spelers krijgen een beurs die ne gentig procent van de studiekosten dekt. Een school als Life College heeft een rugbybudget van 500.000 gulden per jaar, ongeveer één mil joen gulden. Geflatteerd Onwetend van dit alles speelden de Nederlandse studenten de eer ste wedstrijd op het Noordameri- kaanse continent tegen de Combi ned Services, een team bestaande uit spelers van leger, luchtmacht, marine en kustwacht. De wedstrijd vond plaats op de Naval Academy in Annapolis (Maryland) en bete kende een goede kennismaking met het Amerikaanse rugby. In een temperatuur van 30 graden kwa men de studenten via een drop- goal met 3-0 voor, maar daarna do mineerden de Amerikanen. Op ba sis van een ongelooflijke conditie en hardheid werden de studenten naar een enigszins geflatteerde 50- 3 nederlaag gespeeld. Niet in het minst ontmoeidgd door de nederlaag trad Oranje twee dagen later in het 600 kilometer noordelijker gelegen Albany (NY) aan tegen New England Colleges, een studentenselectie uit Boston en omgeving. Het grote verschil met de eerste wedstrijd was, dat de Amerikaanse studenten veel oner- en dan de militairen uit de eerste wedstrijd. Door drie sco res van Delftenaar Peter Spaans en een penalty-try kwamen de Neder landers met 24-0 voor en deze voor sprong gaven ze niet meer weg. Een dag later waren de studen ten in Washington, waar twee wed strijden op het programma ston den. Beide wedstrijden werden midden in het centrum van de hoofdstad gespeeld, tussen Lin coln Memorial en Washington Mo nument naast de Reflecting Pool, schuin tegenover het Witte Huis. De eerste wedstrijd was tegen Po tomac District, een selectieteam uit Washington en omgeving. On danks uitstekend spel voor de rust (10-12) dolven de studenten ruim het onderspit door een tekort aan De tweede wedstrijd in Washing ton was tegen de Eastern Rugby Union Junior Eagles. Een jong team met de beste spelers van de Oostkust. In deze wedstrijd waren de weergoden de studenten gun stig gezind, want vlak voor de wed strijd kwamen regen en wind in de plaats van zon en benauwdheid. De studenten wisten de 'Holland se' omstandigheden goed uit te buiten en wonnnen verdiend met 14-6. Hitte Bij de laatste halte in Amerika, Atlanta (GA), werden de studenten opgevangen door Frans van Leeu wen, een Zuidafrikaan die Athletic Director (hoofd sport) van Life Chiropractic College is. Life Colle ge is rugbykampioen van de Oost kust en derde van Amerika en was de eerste tegenstander van de stu denten in Atlanta. Ondanks de hitte (32 graden) en vochtigheidsgraad (80%) speelden de Nederlandse studenten mis schien wel de beste wedstrijd van de hele trip. Life College, met eni ge Zuidafrikanen, Australiërs en Nieuwzeelanders wist zich aanvan kelijk geen raad met de keihard tackelende en goed verdedigende Nederlanders en kon pas ver in de tweede'helft uitlopen naar een ver diende 29-7 overwinning. De laatste wedstrijd die op het programma stond was tegen het nationale Amerikaanse studenten team, de All American Collegians. Een unieke wedstrijd, omdat het de eerste keer in de geschiedenis van het Amerikaanse rugby was dat een nationaal studententeam werd geselecteerd. Helaas voor de Nederlanders werd het de slechtste wedstrijd van de trip. Vermoeid door de vori ge wedstrijden en gesloopt door het klimaat werd het een eenzijdig duel waarin de Amerikaanse stu denten van begin tot eind domi neerden. Nederland slaagde er zelfs niet in om op het scorebord te j komen en werd naar een 38-0 ne derlaag gespeeld. Tijdens het aan- sluitende diner echter niets dan lof voor de 'Dutchies' vanwege hun open en sportieve spel. Duidelijk werd dat de Verenigde Staten niet langer meer geldt als ontwikkelingsland op het gebied van rugby. Terwijl het A-team in Australië bij de wedstrijden om de World Cup een prima indruk bij de kenners achterliet, bleek ook dat de 'onderbouw' met sprongen vooruit gaat. Met budgetten zoals in de States wordt gewerkt is het slechts een kwestie van tijd (vijf a tien jaar) en erkende grootheden als Engeland, Wales en Frankrijk i kunnen rekenen op geduchte con currentie. De stijl van spelen van de Yanks doet vooral denken aan de wijze waarop de absolute groot machten als Australië en Nieuw- Zeeland het spel beoefenen. Kei hard, snel en op basis van een fan tastische conditie. LE MANS (GPD) - Jan Lammers heeft aan de vooravond van de 55e editie van de even beroemde als beruchte '24 uur van Le Mans' uitgehaald naar de organisatoren van de race. De 31-jarige Zandvoortse coureur, die tot de favorieten wordt gerekend voor de overwinning, leverde onder meer in een interview voor de Franse radio felle kritiek op het circuit, dat in zijn ogen erg onveilig is. Lammers: „Het is een belachelijke zaak. De organisatie doet het mini male om de rijders tevreden te stel len, terwyl ze ons maximale veilig heid moet garanderen. Men maakt hier misbruik van het enthousias- - me van de teams en de coureurs". Lammers heeft met name kritiek op de drukte in de smalle pits- straat, die de vergelijking met de Amsterdamse Kalverstraat op een zaterdagmiddag moeiteloos kan doorstaan. Binnenkomende en/of vertrekkende bolides hebben de grootste moeite om belangstellen den niet voor de sokken te rijden. Lammers' grootste zorg betreft echter het lange rechte stuk. „De vangrails zijn daar van ondeugde lijke kwaliteit. Het zijn slappe din gen, waar je zo doorheen knalt met je auto, als je van de baan raakt. Ze moeten de vangrails verhogen en tevens met beton verankeren in de grond. Achter de vangrails zouden ze bovendien hekken moeten neer zetten. De situatie is erg gevaarlijk. Ik zal al met al blij zijn als het zon dagmiddag vier uur is. Ik heb leren leven met angst en kruip zonder probleem achter het stuur, maar op Le Mans gaat het allemaal wel erg ver", aldus Lammers. De ex-for- mule-1-coureur heeft niet overwo gen om zich af te melden voor de start. „Dat doe je niet zo gemakke lijk. Racen is nu eenmaal mijn vak. Bovendien telt de wedstrijd mee vopr het wereldkampioenschap". Het zes kilometer lange rechte eind is een berucht stukje asfalt op het circuit van Le Mans. Er hebben in het verleden al vele dodelijke ongelukken plaatsgevonden. De Oostenrijker Jo Gartner liet er vo rig jaar als laatste het leven. De wrakstukken van zijn wagen lagen over een afstand van zeshonderd meter verspreid. Op het laatste stuk bij Mulsanne bereiken de wagens, die circa 750 pk onder de motorkap meevoeren, schrikbarend hoge snelheden. De turbo aangedreven Peugeot van Roger Dorchy was de afgelopen dagen in de trainingen onbetwiste koploper met 393 kilometer per uur. De Jaguar van Lammers bleef daar 40 kilometer bij achter. Lammers staat niet alleen in zijn kritiek. Zijn teamgenoot John Wat- .son denkt niet veel anders over het hachelijke avontuur op Le Mans. „Eigenlijk moet deze baan net zo streng gekeurd worden als de Grand Prix-circuits. Onze wagens zijn even snel als formule-1-boli- des. Le Mans voldoet volstrekt niet aan de veiligheidseisen. Gevaarlijk is ook, dat de topsnelheden onder ling ver uit elkaar liggen. Op het rechte eind ga ik 80 kilometer har der dan sommige anderen". John Watson (41), die vijf formu le-1-overwinningen op zijn heeft staan, vormt dit seizoe succesvol koppel met Jan Lam mers. De Noordierse-Nederlandse combinatie gaat na overwinningen in Jarama en Monza en een tweede plaats in Silverstone aan de leiding in het wereldkampioenschap voor Prototypes. Lammers en Watson besturen de tweede Jaguar. Eddy Cheever en Raoel Bousel vormen het andere, vaste paar in het Britse team. Speciaal voor Le Mans is een derde auto ingezet met Martin Brundle en John Nielsen. Jaguar is er alles aan gelegen om na dertig jaar weer te winnen op Le Mans. Het team, dat werkt met een jaar-budget van 17 miljoen gulden, heeft speciale wagens laten bou wen voor deze race. In het land van Thatcher is men kennelijk com pleet overstuur geraakt door de vooruitzichten op een Britse zege John Watson bestuurt in gezelschap van Jan Lammers de Porsche in Le Mans. De uitslag van de 21e etappe van de Ron de van Italië is: 1. Robert Millar (GBr) 248 km in 7.22.01 (gem. 34,206 km/u, 20 sec. bo nificatie), 2. Stephen Roche (Ier) op 3 sec. j (15 sec.), 3. Marino Lejarreta (Spa) op 7 sec. (10 sec.), 4. Flavio Giupponi (Ita) op 2 min. 3 sqp. (5 sec.), 5. Eric Breukink (Ned) op 2.09, 6. Eddy Schepers (Bel) op 2.21, 7. Claudio Savini (Ita) op 2.59, 8. Maurizio 6.23, 41. Jean Habets op 11.52, 45. Hennie Kuiper op 14.21,58. Theo de Rooy op 17.38, 63. Henk Lubberding op 21.44, 92. Rob Kleinsman op 37.52,106. Martin Schalkers, John Talen zelfde tijd, 134. en laatste Dan te Morandi (Ita) op 44.13. Niet gestart: Marco Zen en Giuseppe Ma- Roche (Ier) 104 iL_ VU 2. Robert Millar (GBr) op 1 min. 27 sec., 3. Eric Breukink (Ned) op 2.54, 4. Marino Le jarreta (Spa) op 2.55, 5. Flavio Giupponi (Ita) op 5.13, 6. Marco Giovanetti (Ita) op 8.00., 7. Peter Winnen (Ned) op 9.40, 8. Ro berto Visentini (Ita) op 9.59, 9. Phil Ander son (Aus) op 10.11,10. Johan van der Velde (Ned) op 10.30, 47. Kuiper op 1 uur 17 mi nuten en 39 seconden, 62. Habets op 1.39.40, 70. Lubberding op 1.52.33, 94. Kleinsman op 2.31.56, 102. Schalkers op 2.48.50,108. De Rooy op 3.01.48,112. Talen op 3.06.17, 121. Lammerts op 3.22.41, 129. Lammertink op 3.38.06,134. en laatste Dan te Morandi (Ita) op 4.16.29. op het Europese continent, want op zijn minst 30.000 Engelsen heb ben dezer dagen van Le Mans een nieuwe kroonkolonie gemaakt. De concurrentie voor de Britten komt hoofdzakeljk van de fa- brieks-Porsches, die de afgelopen vijf jaar de lange-afstandsracerij hebben beheerst. Bob Wollek was de snelste in de training. „Maar dat verwondert me niks. De Porsches zijn dit seizoen in de trainingen steeds het snelst geweest, omdat ze 'gebruik maken van speciale kwali ficatie-motoren. In de races zijn we hen echter steeds de baas gebleven en daar gaat het uiteindelijk om", aldus Jan Lammers, die vandaag voor de derde keer deelneemt aan de '24 uur'. In 1983 werd hij achtste Danaïden op drempel overgangsklasse LEIDEN - De Danaïden staat op de drempel van de overgangsklasse. Donderdag won de Leidse korf balvereniging met 11-9 van Sportlust uit Eindho ven, waardoor een overwinning op Rohda uit West- zaan, morgenmiddag op het veld van JUKO in Nieuwegein, voldoende is voor promotie uit de eer ste klasse. Het begon niet best voor de Leidse ploeg. Bijna te laat op het veld van PKC in Papendrecht aange komen maakte Heiko Lochen weliswaar het eerste punt van de wedstrijd, maar daarna keek De Danaï den lange tijd tegen een achterstand aan. Dankzij twee treffers van Eric Kromhout en Enrico Mud bleven de Leidenaren wel in de wedstrijd. Vlak voor rust bracht Frans Brand De Danaïden zelfs op voorsprong: 6-5. Daarna nam ook Monique Slingerland twee pun ten voor haar rekening, afgewisseld door treffers van Mud en Eric Peters. Sportlust stelde daar te weinig tegenover om De Danaïden te verontrusten. Toen Lochen het laatste Leidse punt had gespoord zetten de Eindhovenaren nog een eindsprint in, maar meer dan een 11-9 nederlaag leverde dat hen niet op. en in 1984 kon hij al na één minuut naar de kant na een botsing met Jacky Ickx. Deze keer heeft de Zandvoorter heel wat betere kan- De grootste concurrentie komt uit zijn eigen stal. Cheever en Brundle waren in de training een fractie van een seconde sneller. „Daar baalde ik wel van. Ik heb de hele week het tempo aangegeven, maar in de laatste vijf minuten wa ren zij net iets sneller. Dat dankten Cheever en Brundle aan het ge bruik van kwalifïcaTiebanden. Die had ik er ook even op zitten, maar juist toen ik een snelle ronde wilde draaien, werd ik door een langza mere auto opgehouden. Een trai- ningstijd zegt natuurlijk niet zo veel voor een race over 24 uur, maar het was toch aardig voor me geweest als ik van de drie Jaguars het meest vooraan had gestaan". Mocht Lammers winnen, dan is hij niet de eerste Nederlander die na 24 uur hardrijden op het hoog ste podium plaatsneemt. Gijs van Lennep (in 1971 met Helmut Mar- ko en in 1976 met Jacky Ickx) ging zijn Zandvoortse opvolger al twee maal eerder voor. Van Lennep is zelfs nog steeds houder van een re cord op Le Mans. Zestien jaar gele den legde hij in 24 uur 5300 kilome ter af en dat aantal is j troffen. HILVERSUM (ANP) - Na vier ron den m de strijd om de nationale schaaktitel is alleen Liafbern Rie- mersma een vreemdeling aan de top tussen de vier grootmeesters. De negentien-jarige Blaricummer won gedecideerd van de onderaan- staande Helmut Cardon en deelt daardoor de tweede plaats met Genna Sosonko, die vlot remiseer de met Paul van der Sterren. Bei den hebben drie punten, een half punt minder dan Jan Timman, die van Jeroen Vanheste won en zijn afgebroken partij uit de tweede ronde tegen Rini Kuijf zonder ver der spelen remise gaf. Riemersma staat morgen in de vijfde ronde - zaterdag kunnen de deelnemers een dagje bijkomen - voor een krachtproef. Hij moet dan met zwart tegen Timman optornen. Hoewel Riemersma dan zijn twin tigste veijaardag viert, mag hij niet op een goedgeefse bui van Tim man hopen. Hans Ree en Paul Boersma won nen voor de eerste keer in dit toer nooi. Ree, tot nog toe onopvallend met drie rustige remises, rekende genadeloos af met de zwak tegen spel biedende Gert PieterSe. Boersma trof collega-schaakjour nalist en stadgenoot (beiden wo nen in Groningen) Gert Ligterink in een vrijgevige bui in het aange nomen Slavisch. Een vroegtijdig pionoffer van Ligterink was meer een weggevertje. Ook in het ver volg speelde Ligterink beneden zijn kunnen. Juist voor de tijdcon- trole liep hij in een matnet. John van der Wiel kondigde een dag te voren, nog een wraakactie aan te gen Rini Kuijf. Hij leed immers on langs tijdens het zonetoemooi in Budel een nederlaag tegen de man uit Boskoop. In een Siciliaan was er echter weinig van bloeddorstig spel bij Van der Wiel te bespeuren. Na 23 zetten was het ook hier remi- vierde ronde: Jeroen Vanheste - Jan. Timman 0-1, Liaf bern Riemersma - Helmut Cardon 1-0, John van der Wiel - Rini Kuijf 1/2-1/2, Gen- na Sosonko - Paul van der Sterren 1/2-1/2, Gert Ligterink - Paul Boersma 0-1, Hans Ree - Gert Pièterse 1-0. Van der Wiel en Ree 2 1/2, 6. Vanheste en Kuijf 2, 8. Ligterink, Van der MADESIMO (GPD) - Anderhalf jaar lang wist Peter Post niet precies wat hij aan moest met Eric Breukink. Het was bekend dat hij kon tijdrijden en vorig jaar in Zwitserland bleek hij ook bergop redelijk zijn mannetje te kunnen staan, maar pas tijdens de Ronde van Italië kreeg de lange Amstelvener het antwoord. „We zijn nu pas tot ontdekking gekomen dat hij een ronderenner is", meldt hij trots. Op enige meters afstand zit de 23-jarige Breukink op een roze bankstel. „In stijl", glundert public relations-man Fred de Bruyne. Nieuwe talenten worden als kas- „Breukink heeft uitstekend stand plantjes behandeld: zeer voorzich- gehouden, maar Talen is misschien tig. Zeker als het klassementsren ners zijn, want die behoren in wie- lerland tot het zeldzaamste soort. „Een bijzondere tulp ontluikt aan de Bloemenrivièra", bezong een Italiaanse sportkrant Breukink toen hij tussen San Remo en San Romolo, waar een kleurrijk mo- zaiek van snijbloemen de kust strook van de Middellandse Zee versierde, een korte etappe won en de roze trui veroverde. Post besefte echter gaandeweg dat de waarde van de Gelderlander niet zo ver gankelijk zal zijn als een bloem. Zijn schitterende optreden in de Giro is een eerste aanzet tot een grootse carriere. En omdat in de schaduw van Breukink ook John Talen (John Beton voor zijn ploeg maats) tot ontplooiing kwam, wel de grootste openbaring a ze Giro. Iedereen zegt dat hij een van de beteren is die de laatste ja ren van de amateurs is overgeko men. Ook van andere ploegleiders hoor ik dat. Z'n werk valt niet op voor de buitenstaanders, maar hij doet het zo overtuigend en zelfver zekerd, dat wie er met zijn neus bo venop zit er bewondering voor heeft. Het heeft er voor de Neder landse wielersport lang somber uitgezien, maar het zonnetje breekt weer door met Taten en Breu kink", beweert Post en zelfgenoeg zaam zakt de grootmeester onder de ploegleiders terug in zijn witle deren zetel. Dergelijke complimenten maakt de twee beloften van de Neder landse wielersport bijna verlegen. Vincent laaiend enthousiast, ger, i wordt nooit uitbundig. De Italiaanse jubel, die drie weken over hem is uitgestort, heeft dat niet kunnen veranderen. Hij blijft wie hij is. Een beschaafde jongen van goede kom-af. Hij spreekt keu rig Nederlands, altijd zeer bedacht- Vader Wim Breukink was direc teur van de fietsenfabriek Gazelle in Dieren en was in een grijs verle den de sponsor van een grootse wielerploeg met onder anderen Pe ter Post. Actief als wielrenner was Wim Breukink niet. Wel als tennis ser. Hij bracht het tot de nationale top tien en was non-playing cap tain van het Nederlands Daviscup- team met de Vliegende Hollander Tom Okker. Maar tennis lag Eric, de jongste van vier kinderen niet. Hij zag meer in ruwere sporten. Eerst voetbal; verdediger bij Die- rense Boys. Tot hij op zijn zeven tiende via een vriend in aanraking kwam met de wielersport. „Het ging spelenderwijs", weet hij. Dat hij niet met wielrennen is begon nen, omdat hij fietsen moest testen die uit de fabriek van zijn vader kwamen, heeft ie al honderd keer aan buitenlandse journalisten moeten vertellen. Hij doet het nog altijd met een glimlach. Kruiwagen Maar dat zijn afkomst wel dege lijk een rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van zijn carriere staat als een paal boven water. Ga zelle is een kruiwagen geweest, die hem moeiteloos binnenreed bij de grootste ploegen. Bij de amateurs was de keus helemaal niet moei lijk. De formatie die het bedrijf van zijn vader er op na hield kon niet om hem heen, toen bij de junioren was gebleken dat hij echt aanleg had. Hij was gewoonweg veroor deeld tot die formatie. Toen later de ploegleider van de amateurfor matie, Ben van Erp, zichzelf over schatte en met veel tam tam een profploeg op de been bracht, wist Eric Breukink ook dat zijn entree in het peloton van de beroepsren ners in elk geval via de Skala-Ga- zelle ploeg zou lopen. In september 1985 was dat. Het contract werd een maand later ontbonden, toen de jonge Nederlandse ploeg strandde, vervolgens fuseerde en ineens uit 25 renners bestond. „Toen zag ik de bui al hangen", vertelt de 23-jarige Breukink. „Er waren veel te veel renners en ze zouden een klein programma doen. Het betekende dat ik weinig wedstrijden zou kunnen rijden. En dat is juist ongunstig vóór een eer stejaars beroepsrenner. Je moet zo veel mogelijk ervaring zien op te doen". En een ding stond toen al vast voor Eric Breukink: hij wilde alles opzij zetten om te ontdekken of hij kans van slagen had een goe de beroepsrenner te worden. „Ik heb het atheneum gedaan en daarna nog anderhalf jaar heao. Niet afgemaakt, dus. Tegen de zin van mijn vader, die vond dat ik dat risico niet moest nemen om mijn opleiding er aan te geven". Toen Wim Breukink echter merkte dat de beslissing van zijn benjamin- niet te keren viel, sprong hij voor hem in de bres. Hij belde zijn goe de vriend Peter Post, legde de si tuatie uit en bracht hem zo onder dak. Het was een vriendendienst van Post, een relatiegeschenk. Want grote resultaten kon Eric Breukink niet overleggen. Behalye dan dat hij als amateur geen tijdrit verloor, en van tijdrijders is Post altijd ge charmeerd geweest. Maar dat zich een klassementsrenner aandiende, was toen nog niet te voorzien. De Vredeskoers met de nationale ploeg was in 1985 geen succes ge weest. „Ik ben er ziek geworden", herinnert hij zich. Zijn eerste meer daagse wedstrijd bij de profs, de Tour de l'Avenir, was al evenmin een hoogstandje. „Ik had nog nooit een berg gezien", meldt hij veront schuldigend. Al met al geen basis om een renner aan te trekken, ze ker niet als de ploeg al compleet is zoals bij Post het geval was. Rampjaar Onder de vingers van de Panaso- nic-baas kwam er bij Breukink toch meer uit dan menigeen van hem verwachtte. Uitgerekend het rampjaar van de wereldploeg speelde hem in de kaart. Peter Post, die altijd zegt met jonge ren ners zeer voorzichtig om te sprin gen, moest dat principe wat laten varen toen de equipe door ziekte en blessures uitgedund werd. Breukink moest de Ronde van Ita lië en aansluitend de Ronde van Zwitserland rijden. Vijf koerswe- ken achtereen. Zwaar, te zwaar zou vooraf de opvatting zijn geweest. Het tegendeel bleek, want in plaats van slechter ging hij met de dag be ter fietsen. Post: „Eigenlijk herken je daar dë echte klassementsrenner aan. Die groeien in een wedstrijd". Breukink: „In Italië ging het toen niet goed. Dat viel zwaar te gen. Ik dacht dat ik redelijk bergop ging, maar ik kon net in de mid denmoot naar boven rijden. In Zwitserland ging het ineens een stuk beter. Het is voor een groot stuk zelfvertrouwen, dat moet een beetje groeien. Een echte klimmer ben ik niet en zal ik ook nooit wor den. Alles moet op de macht ge beuren. Tempoversnellingen kan ik niet volgen, hoewel het me in de rit naar Madesimo is meegevallen. Alleen de pure klimmers als Millar en Lejaretta kunnen zo hard de marreren dat ze meteen een gat hebben en dan stand houden. Dat zal mij niet gemakkelijk lukken. Een tempo rijden wel. Daarom gaat het in de tijdritten vaak goed. Ik voel goed aan waar mijn plafond ligt en daar kan ik constant tegen aan rijden".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 16