Het tweede bedrijf Menigeen begint op latere leeftijd voor zichzelf ZATERDAG 6 JUNI 1987 PAGINA 29 Voor jezelf beginnen op latere leeftijd. Wat is daarvan het aantrekkelijke? Een aantal dertigers en veertigers uit de Leidse regio doet er In bijgaande reportage een boekje over open. "Ik had er genoeg van om mijn hand op te houden", zegt de een. "Ik had het in mijn baan allemaal wel gezien", beweert de ander. "Ik doe wat ik al die tijd heb gewild. Materieel, maar vooral geestelijk voel ik me nu veel beter", verkondigt de derde. Verslag van een opmerkelijk staaltje initiatief in een leeftijdsgroep waar men het eigenlijk allemaal al dacht te hebben gezien. Er lijken er steeds meer te komen: mensen die op latere leeftijd een goede baan opgeven of uit de ww stappen en alsnog voor zichzelf be ginnen. Anders dan jonge begin nende ondernemers kloppen ze vrij wel nooit voor financiële hulp aan bij de gemeente, maar zoeken ze het zelf uit. door Paul de Tombe "Ouderen die voor zichzelf beginnen weten kennelijk precies wat ze gaan doen en wat ze willen. Die hebben de gemeente niet nodig. Als ze hulp zouden vragen bij het opstellen van een onder nemingsplan of voor het huren van be drijfsruimte willen we best helpen, maar ik ken ze niet. Ik heb ook niet de indruk dat dat er veel zijn", zegt Herman Ampt- meijer van de gemeentelijke afdeling economische zaken in Leiden. Toch zijn ze er wel degelijk, de men sen die de geborgenheid van een vast en geregeld inkomen verruigen voor de on zekerheid van een nieuw begin. Om het avontuur, de uitdaging, de vrijheid, de financiën. Je treft ze aan in alle lagen van de bevolking. Niet alleen de tegel zetter doet het, ook de directeur van een universiteitsafdeling, of de kapitein van een schip. De meesten gaan door op hun eigen vakgebied, een enkeling stapt over naar iets geheel anders, zoals de gymnastiekleraar die een bar begon. Het draagt in een enkel geval de spo ren van de midlife-crisis ("Veertig is zo' n leeftijd van nu of nooit", zegt één van hen), voor de ander is het bittere nood zaak, maar de meesten zijn er als vanzelf naartoe gegroeid of erin gerold. Ze heb ben gemeen dat ze allemaal keihard moeten werken om hun bedrijfje op te bouwen. De een is succesvol, de ander heeft het 'in leven blijven' als enige filo sofie. Succesverhaal Het echte succesverhaal wordt ge schreven door dr. Peter van Hoesel uit Woubrugge, die met een partner in korte tijd een onwaarschijnlijke groei mee maakte met zijn marktonderzoekbu reau. Begonnen met honderd gulden voor de stichtingskosten en "een kapi taal van nul komma nul", kan hij als een van de twee oprichters-directeuren nu bogen op een personeelsbestand van 75 man en een jaaromzet van 7 miljoen gul den. Hij staat er zelf van te kijken dat het zo snel is gegaan. "Het klinkt onwaar schijnlijk, maar het is ons echt overko- Tot rond zijn veertigste was Van Hoe sel directeur van de dienst sociaal we tenschappelijk onderzoek van de Leidse universiteit die contractonderzoek uit voert in opdracht van de rijksoverheid. „Geen gekke baan natuurlijk. Veel men sen vroegen me dan ook waarom ik daar uitstapte. Maar ik werkte al zestien jaar bij de universiteit en dan komt er een moment dat je je gaat afvragen of je al tijd aan dezelfde instelling verbonden wilt blijven. Tien jaar geleden had ik al de gedachte dat je contractonderzoek ook voor jezelf zou kunnen doen en in 1980 is de basis voor ons bureau gelegd. Door mijn partner, die ik van de univer siteit kende en die dat werk eerder ook elders had gedaan. Samen hebben we dat bureau opgericht, maar ik bén er pas later in gestapt. Omdat dp zaak hem bo ven het hoofd groeide. Hij stelde me voor de keus en ik heb de stap gemaakt omdat ik op mijn veertigste wel eens wat anders wilde. Een paar jaar later zou ik dat niet meer hebben gedaan, maar veer tig is een soort nu-of-nooit-leeftijd", zo motiveert Van Hoesel die beslissing. Het bureau onderzoekt grof gezegd de effecten van beleidsmaatregelen van de overheid en signaleert nieuwe maat schappelijke problemen. "In het begin was het pezen om het hoofd boven water te houden. Zelf je diensten aanbieden", herinnert Van Hoesel zich. Maar na de aanloopperiode van een jaar of vier, groeide het bedrijf snel. Nu zijn er 75 man in dienst in twee panden in Leiden en bedraagt de jaaromzet zeven miljoen gulden. Onwaarschijnlijk „Als we zo, doorgroeien moeten we de effectenmarkt op om onze investeringen te financieren", aldus Van Hoesel. "Je wordt gedwongen je in heel andere za ken te verdiepen nu je de verantwoorde lijkheid hebt voor 75 man. In het begin waren we een groepje vrijbuiters, maar nu moeten wede organisatie heel anders optuigen. Daar zijn we hard mee bezig", zegt Van Hoesel, die bij zijn overstap zelf dacht aan een soort functie als vrije be roepsuitoefenaar, maar nu de leiding heeft over mensen die projecten leiden. "Omdat het zoveel voorspoediger is ge gaan dan we dachten. Nogmaals, het klinkt onwaarschijnlijk, maar het is ons echt overkomen". Die laatste regel gaat ook op voor Lei- denaar Wim van Duivenbode. Alleen in iets andere zin. Balend van het in de rij staan voor zijn ww-uitkering besloot hij op 39-jarige leeftijd een koeriersbedrijfje te beginnen. ,.Ik kon er nooit minder van worden, dacht ik bij mezelf'. Ook hij zag af van financiële hulp en begon met niets. Die situatie is in drie jaar tijd niet veranderd. "Ik kan er net mijn brood in verdienen, maar ik doe dit liever dan mijn hand ophouden. Dat kan altijd nog", schetst hij zijn motivatie om toch door te gaan. Aanvankelijk ging het hem ook om de uitdaging. Om zich te bewijzen, na een aantal banen en mislukte sollicitaties. „Omdat ik nergens aan de bak kwam na mijn laatste vaste baan en omdat het me leuk leek iets voor mezelf te doen". Daarbij werd hij gelokt door de verha- len. „Over het voor jezelf beginnen met de flets en het eindigen met de bolide. Dat is dus mislukt, het is nog steeds de fiets", bekent hij zonder schroom. "En nu is het noodzaak dat ik het doe en is mijn enige filosofie in leven blijven zon der mijn hand op te houden". Aan zijn werklust heeft dat niet gele gen. Hij was bereid alles aan te pakken, maar kreeg wel te maken met (soms voorspelbare) tegenslagen. Kort nadat hij zijn koeriersbedrijfje was begonnen met een oude auto, begon het fenomeen van de stadposten te floreren. „Daar zag ik wel wat in en dat ben ik er met een lease-wagen bij gaan doen. In het begin kreeg ik ook behoorlijk wat klanten, maar die was ik weer snel kwijt toen de PTT er actie tegen ging voeren". Dramatisch Juist op het moment dat het beter leek te gaan na een moeilijke start, vlogen bo vendien zijn twee auto's in de brand. "Over zulke klappen kom je niet heen, als je bent begonnen met een geleend bedrag voor dat oude autootje. Daar blijf je constant achteraan werken". Hij deed en doet er niet dramatisch over, maar ging gewoon door en breidde zijn activi teiten uit met allerlei soorten dienstver lening. "Ik verhuur me nu ook als presentator of organisator, en ik doe van alles wat in die sfeer ligt. Vroeger waren dat mijn hobby's en daar word ik nu gedeeltelijk voor betaald. Met de vrijheid die je hebt en het avontuurlijke, is dat het leuke er van. Het minder leuke is datje financieel nooit precies weet waar je aan toe bent. Ik kan niet op vakantie en ik kan niet ziek zijn, want iedere dag dat ik niet werk kost me geld, omdat ik me niet hoog kan verzekeren en niemand kan in huren. Verder weet ik ook nooit wat ik aan het eind van de week in handen heb. De ene week sluit je lachend af, de ande re week is het huilen met de lamp uit. Gemiddeld houd ik schoon net iets meer Henny Jansen: "Ik wilde vrij zijn, zelf beslissen" tijd maar afwachten of de telefoon wil gaan. Eigenlijk heb ik nog geen recht van spreken, maar tot nu toe gaat het lekker. Materieel, maar vooral geestelijk voel ik me veel beter. Ik doe wat ik al die tijd heb gewild, het is nu alleen nog de vraag of je een lange adem hebt". "Je hebt zeker vier, vijfjaar nodig om je te settelen", is de ervaring van Leide- naar Hans Lamb. De bedrijfsadviseur van TNO begon op 45-jarige leeftijd een bedrijfsadviesbureau en houdt zich be zig met het stimuleren van projectont wikkeling bij bedrijven. "Hoe ze een nieuw produkt moeten maken en hoe ze aan subsidie moeten komen". Ook hij wist vanuit zijn werkervaring waar hij aan begon. "Maar het lijkt altijd simpe ler dan het is". "Als een advies niks kost ben je bij ie dereen welkom, als er betaald moet wor den ligt dat heel anders. Dus moet je enorm veel aan werving doen en daar ben ik constant mee bezig. Zelf bellen, mijn diensten aanbieden en dan maar af wachten wie er terugbelt. Dat is heel erg onzeker ja. Ook wat inkomen betreft. En het is hard werken. Ik ben er al bijna vijf jaar dag en nacht mee bezig, want je moet voortdurend op de hoogte blijven om bedrijven technisch en op het gebied van subsidies de weg te kunnen wijzen. Subsidieland is een ramp, per dag veran dert er wel wat. Maar als je bedrijven dan toch kunt helpen, dan is dat wél be vredigend". Bevrediging Daar gaat het ook om, blijkt uit alles. Om die bevrediging. Gelukkig zijn met wat je doet. Peter Paul Maassen kan er als de jongste van het stel (hij is 28) over meepraten. Hij lijkt het prototype van een zondagskind. De Leidse ex-basket baller was al op miraculeuze wijze aan een baan als gymleraar gekomen - mid den in de nacht, tijdens een feestje - maar gaf die zekerheid na vier jaar op om een bar te gaan drijven in Den Haag. "Het horeca-leven trok me altijd al en toen ik dat een keer opmerkte in een bar waar ik geregeld kwam, bood de eige naar me zijn zaak aan". Hij deed het samen met een collega ("ook om de financiële vooruitzichten"), maar staat er sinds april alleen voor. "Het is een grote bar. En het aantrekke lijke is dat het werk nooit een sleur wordt en dat ik kan zeggen wat er ge beurt. Dat is een grote luxe. Als gymle raar had ik idealen, maar die kon ik op die school niet uitvoeren. Hoe hard ik ook werkte. Als ik dat nu doe komt dat alleen mezelf ten goede. Dan is het kas sa. Niet dat het alleen daarom gaat, maar het is wel lekker. Ik ben er ook van over tuigd dat veel meer mensen het zouden willen, maar die kunnen of die durven niet. Die kiezen voor vastigheid". Gedwongen door de omstandigheden heeft Rein Groenendijk daar ook weer voor moeten kiezen na een uitstapje als eigen baas. De Zoeterwoudse zeeman deed alles wat er te doen viel op de grote plassen (van kapitein op de wilde vaart tot bergingsinspecteur) en was directeur van de stichting die het zeilend zeeschip De Eendracht runde toen hij besloot voor zichzelf te beginnen. „Omdat ik het gezeur zat was van allerlei mensen die het beter wisten". "r Dr. Peter van Hoesel: "Nooit gedacht dat het zó snel zou gaan", (foto h over dan het ww-bedrag. Maar eigenlijk zou toch ik niet anders willen". De Leidse tegelzetter Renzo Candido (42), als uitvoerder te duur geworden voor zijn baas, begon "op aanraden van die baas" vijf jaar geleden voor zichzelf. Zonder enig kapitaal. "Maar dat heb je in dat vak ook niet nodig. Een paar goe de handen, een schop en een oude krui wagen, daar kom je al een heel eind mee". Hij heeft inmiddels drie man in dienst. „Dit bevalt me veel beter dan het werken in loondienst", zegt hij. "Maar dat komt misschien ook omdat je voor dit vak weinig investeringen hoeft te doen en weinig risico's loopt. Kijk, een bungalow zal ik er niet aan overhouden en het is hard werken, maar ik doe het nu voor mezelf. Daardoor werk je wel met meer interesse". Op je donder Candido zet het verschil met het werken in loondienst in de bouwwereld op geheel eigen wijze neer. "Dat is er niet. Je krijgt altijd op je donder. Of van je baas, of van de uitvoerder of van de hoofdaannemer. Wat dat betreft is er weinig veranderd voor me. Het enige is dat ik nu meer verantwoordelijkheid heb en vooruit moet kijken en dat het geld in mijn eigen zak terecht komt. Ik heb het ook wat beter dan vroeger, maar als ik mijn uren ga optellen, komen te gelzetters in loondienst vermoedelijk aan meer. Maar dat vind ik niet belang rijk. Zoals het nu gaat ben ik tevreden, al heb ik nog net zulke doorgewerkte han den als vroeger". Candido begon gedwongen door de omstandigheden voor zichzelf, Guus Hendriks zegt naar die stap te zijn ge groeid. Op 37-jarige leeftijd stapte hij uit zijn baan. Het hoofd van de afdeling per soneel, organisatie en automatisering bij de gemeente Alphen begon een eigen advies- en organisatiebureau. Zonder enige subsidie, of bankkrediet. "Ieder mens doorloopt in zijn leven een aantal processen en komt dan op een punt dat hij zegt: dat kan ik zelf ook en misschien kan ik het wel beter". Voor hem was dat moment zes jaar ge leden aangebroken. Sindsdien adviseert hij met anderen (eerst in een maatschap, nu in een bv) managers in bedrijven en overheidsorganisaties. Hij begeleidt ze en staat ze terzijde bij nieuwe ontwikke lingen. Dat levert tot nu toe veel rende ment op. "We groeien in soorten op drachten en in omzet", meldt Hendriks opgewekt. "En het plezier is veel groter dan in loondienst". Hij ziet louter voordelen van het voor zichzelf werken en somt ze achter elkaar op. "Hard werken voor jezelf betekent meer rendement voor jezelf. Je hebt de vrijheid om iets op een bepaalde manier aan te pakken. Er is sprake van veel va riatie en je zoekt voordurend naar je ei gen grenzen. Dat is de uitdaging. Daarbij komt dat het effect van het werk sneller meetbaar is. Naar een buitenstaander luistert men meer". Marktonderzoek (foto Wim Dijkman) Ook hij is niet zomaar begonnen. "Voorafhebben we marktonderzoek ge daan, dus we wisten waar we in stapten. Dat zou iedereen moeten doen die voor zichzelf begint. Anders loop je de kans op een verzadigde markt terecht te ko men". In zijn geval was daar geen sprake van. "Omdat een managersopleiding ontbreekt en zich steeds nieuwe ontwik kelingen voordoen, zal het adviseren van management een eeuwig durend vak blijven", stelt hij. Hij heeft er nog geen tel spijt van ge had. "Maar ik kan niet zeggen dat ik het eerder had moeten gaan doen. Nee, ik ben er naartoe gegroeid". "Dat komt van binnen uit", beaamt Leidenaar Henny Jansen (39), die zijn vaste baan twee maanden geleden in ruilde om voor zichzelf verder te gaan als televisiemonteur. "De behoefte daar aan leefde bij mij al een hele tijd. Het zelfstandig willen zijn. Het aan niemand verantwoording schuldig zijn, alleen aan jezelf. Die behoefte groeit, maar voor je begint spelen allerlei factoren een rol. Je weet dat de zekerheid, het vaste inko men en de vaste werktijden zullen weg vallen, maar desondanks blijft die wens aanwezig. Naarmate je ouder wordt, wordt die ook sterker. Vooral tegen de veertig. Je gaat je afvragen of je wel zo gelukkig bent met wat je doet. Je wilt wat anders, maar dan werken je leeftijd en je salaris tegen, dus je kan niet weg. Als je ideeën dan ook nog gaan verschil len van die van je werkgever ga je zo'n stap eigenlijk als vanzelf voorzichtig voorbereiden, want die maak je natuur lijk niet van het ene op het andere mo ment". Hij deed het weloverwogen, won aller lei informatie in, maar maakte bewust geen gebruik van de financieringsmoge lijkheden die er waren. Vanuit dezelfde instelling als waarmee hij voor zichzelf begon. "In loondienst moet je je richten naar een ander. Voor de een is dat accep tabel, voor de ander op een gegeven mo ment niet meer. Die vindt dat hij sud dert, dat de dynamiek uit zijn leven is, en dat punt had ik bereikt. Ik wilde vrij zijn. Om die reden heb ik ook geen ge bruik gemaakt van bestaande financie ringsmogelijkheden. Die betutteling wilde ik niet, dan maar liever de vrije markt op voor dat geld. Dat scheelt niet eens zoveel en dan kun je tenminste zelf uit maken welk risico je wilt nemen". Risico's Veel risico's ziet hij overigens niet, nu hij 'aan huis' is begonnen en alleen een werkplaats heeft hoeven inrichten voor de service. "De benodigde contacten had ik al in de aanloopperiode gelegd en ik loop al vijftien jaar in dat werk mee. Vanuit die ervaring weet ik dat er een grote behoefte is aan mensen die goede reparaties verrichten en de behandeling van de klanten voorop zetten. Natuurlijk is er altijd een risico, maar als ik er niet in zou geloven zou ik er niet aan begon nen zijn. Als je goed door de aanlooppe riode heen komt en je raakt een beetje bekend, zou het eigenlijk niet meer fout mogen gaan", denkt hij. "Natuurlijk is het spannend als het eenmaal zo ver is. Je moet tenslotte al- (foto Wim Dijkman) Op 36-jarige leeftijd liet hij de 'beste stuurlui' aan de wal zijn hielen zien en begon met twee compagnons aan het avontuur. Met de Plancius. Een loods boot die voor wetenschappelijke expedi ties naar Spitsbergen werd uitgerust. Groenendijk werd zelf kapitein. "Dat is twee jaar gelukt. Een prachtige tijd, vre selijk leuk, maar voor mij ging het toch mis. Iedere stuiver die we verdienden, moest in dat schip worden gestoken om het te laten voldoen aan de steeds wijzi gende veiligheidseisen. Daardoor lever de het zelf meevaren ten slotte niet meer genoeg op. Die andere twee hadden geen gezin, maar ik moest weer in loon dienst om brood op de plank te krijgen". In loondienst Groenendijk is wel stille vennoot ge bleven, maar is sinds vier jaar zelf weer kapitein in loondienst. Op een z.g. dui kers-moederschip van de olie-industrie dat stilligt op de Noordzee. "Eigenlijk ben ik nu manager, maar dan op zee. Best interessant, maar je komt nergens en ik ben niet gaan varen om nergens te komen". Vandaar dat hij er sterk over denkt op nieuw voor zichzelf te beginnen. "Maar dan anders. Als een soort trouble-shoot er bijvoorbeeld. Ik begin niet meer aan iets waar ik zelf zoveel kapitaal in moet steken als in de Plancius. Van de tijd op die boot heb ik erg veel geleerd. Dat ik mezelf en mijn vak kan verkopen en dat mijn werkhouding met sprongen verbe tert als ik voor mezelf bezig ben. Dat ik dan meer voldoening heb. Ook finan cieel. Omdat ik het al een tijdje heb ge daan weet ik welke secundaire arbeids voorwaarden je dan voor jezelf kunt scheppen. Daarom bestaat die drang nog steeds. Zodra ik de kans krijg, begin ik weer voor mezelf. En niet alleen voor die financiën. Ik denk dat al die mensen die hun hoofd boven water kunnen hou den in hun eigen bedrijfje, gelukkiger zijn dan in loondienst".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 29