Vonne van der
Meer: soms
Bven tè mooi
DE
KEER
Poëzie van tekstscherven
Gedateerde 'Valstrik in Bern'
De strijd om niet
in de knel te raken
Si
Beeld van jaren 30 in
De wereldtentoonstelling
BURGERSDIJK# NIERMANS
Inkoop verkoop van boeken
'De man in de blauwe
kamerjas' veel te vol
RIJDAG 29 MEI 1987
JJAU1WA
elen Maclnnes, de in 1985 overle-
;n 'koningin van de spionagero-
an', heeft in de titels van haar
/intig boeken even zovele sterk
teenlopende plaatsen op aarde
jnoemd. Van Salzburg tot Delphi,
m Amsterdam tot Mykonos.
Deze consequente titelreeks heb-
sn we ook hier kunnen constate-
:n, want de meeste van haar boe-
sn zijn in het Nederlands versche
en. Maar 'Valstrik in Bern', die in
1955 verscheen, heeft men hier
>t nu toe nooit uitgebracht. De uit-
ever doet daar in een begeleidend
:hrijven wat verbaasd over: 'Hoe-
rel het als een van haar beste boe-
en bekend staat is het nog niet
erder in een Nederlandse verta
ng verschenen'.
Na het verhaal te hebben gelezen
an ik dat echter wel begrijpen.
)e schrijfster Vonne van der Meer
ieeft mij met haar roman 'Een war-
ne rug' weten te boeien. Toch ben
k niet zo enthousiast als destijds,
ia het lezen van haar verhalenbun-
lel 'Het limonadegevoel en andere
erhalen', waarvoor zij in 1985 de
ïeertjan Lubberhuizenprijs mocht
•ntvangen. Waren het toen de ori-
[inele onderwerpen in combinatie
net haar trefzekere stijl die bewon-
lering afdwongen, in de roman is
iet eigenlijk alleen de stijl die mij
ianspreekt. Het verhaal als zoda-
ïig vind ik nogal mager.
De dertienjarige Catherine, een
neisje uit een welgesteld milieu,
loor haar familie 'Prikkebeen' ge-
ïoemd, komt bij het rolschaatsen
,en val. Gilles, een bohémienachti-
?e jongeman, brengt haar in zijn ar-
nen naar huis. Daar ontmoet hij de
noeder van Prikkebeen, een Duit
se van geboorte. Ze is getrouwd
■net een succesvol zakenman.
Het huwelijk is geen succes: de
/rouw is uitgekeken op haar echt
genoot, die altijd maar met zijn
tverk bezig is. De enige met wie ze
Bcht contact heeft gehad, was haar
broer. Die is in de oorlog gesneu
veld. Toen ze aan het sterfbed van
haar vader stond, wuifde de man
haar weg met de woorden:"Gehe,
bitte gehe!" Geen wonder dat ze
hunkert naar aandacht. Die krijgt
ze van Gilles.
De vrouw begint een verhouding
De romans van Doctorow zijn inte
ressant vanwege het tijdsbeeld dat
ze oproepen. Op zich zegt dat nog
weinig: ook 'North and South'
roept vervlogen jaren op. Het gaat
mij dan ook om de invalshoek die
Doctorow gebruikt. In 'Ragtime'
bijvoorbeeld gaat het om het begin
van de eeuw, in 'Het boek van Da
niel' om de jaren vijftig, maar in
beide wordt de 'Doctorow'-wereld
opgebouwd vanuit een hoofdper
soon die uit dezelfde liberale, jood
se sfeer afkomstig is als de schrij-
Dat betekent voor de lezer een
confrontatie met een Amerika dat
hij nauwelijks kent. Met een tradi
tie van socialisme en vrijdenken
die erg Europees aandoet, en de
keerzijde daarvan: een Ameri
kaans anti-semitisme en racisme
dat ouder is dan 1933.
Kennelijk heeft D'ocotorow zelf
ook een voorkeur voor dit milieu,
want het fungeert in zijn laatste ro
man, 'De wereldtentoonstelling',
wederom als achtergrond. De tijd
van handeling is de jaren dertig,
plaats de Bronx in New York en
hoofdpersoon een jongetje dat
over de eerste tien jaar van zijn le
ven vertelt. Vorig jaar kreeg 'De
wereldtentoonstelling', terwijl het
al een fikse bestseller was, de Ame
rican Book Award en werd het ge
prezen vanwege de weergaloze ma
nier waarop Doctorow het beeld
van de jaren dertig wist vast te leg
gen. De radio-shows, de base-ball
wedstrijden, de swingende mu
ziek, met als tegentonen de crisis
jaren, de werkloosheid en de ar
moede.
Ik ben het met die loftuitingen
eens, maar De wereldtentoonstel
ling is méér. Edgar Altschuier, die
het verhaal van zijn jeugd achteraf
vertelt, is niet de enige spreker in
deze roman. Een paar keer name
lijk wordt het woord genomen
door zijn moeder, door zijn broer
en door zijn tante. Je krijgt de in
druk dat Altschuier tydens het
'schrijven' bij zijn familieleden op
ADVERTENTIE
LITERATUUR
in Leiden
op Nieuwe Rijn 13
bij
BOEKHANDEL
KOOYKER
Niet alleen is het een tikkeltje ge
dateerd, de belangstelling voor het
opsporen van door nazi's gestolen
kostbaarheden is vandaag de dag
wel wat weggeëbd. Maar boven
dien heeft de schrijfster de jacht op
door Goering geconfisceerde dia
manten niet zo'n bijster boeiende
verpakking kunnen meegeven.
De betrokken organisaties ko
men niet zo erg goed uit de verf, er
wordt meer gepraat dan gedaan en
de personages volgen vaak onbe
grijpelijke paden. Het lijkt meer op
speels spoorzoeken dan op 'levens
gevaarlijke avonturen', zoals ze
worden aangekondigd.
Dank zij haar routine glibbert
met de jongeman. Prikkebeen
moet toezien hoe haar moeder haar
droomprins inpalmt. Dat komt
haar zuster Marita niet slecht uit:
ze chanteert haar moeder met het
overspel. Als ze niet met haar
vrienden naar het café mag, zal ze
het aan haar vader overbrieven.
Nadat Prikkebeen met deze
wulpse en geraffineerde Marita een
gesprek heeft gehad over de kunst
van het verleiden, biedt ze zich op
een presenteerblaadje aan aan Gil
les. Tevergeefs. Hij ziet niks in haar
stakerige lichaam. En na een tijdje
laat hij ook de moeder in de steek.
Haat Prikkebeen haar moeder nu
omdat de vrouw haar haar kame
raad (Gilles=Egidius) heeft ontno
men? Nee, niet echt. Ook later,
wanneer ze volwassen is, komt ze
niet aan haat toe. Bij het zien van
haar moeders weerloze, warme
rug, beseft ze dat de vrouw net zo
eenzaam is als zij.
In 'Een warme rug' behandelt
Vonne van der Meer het proces
waarmee het jongste kind in een
gezin nogal eens te maken krijgt:
veronachtzaming. Het kind wordt
niet serieus genomen, weet nog te
weinig af van de ernstige zaken des
levens om er over mee te kunnen
praten. Onbewust wordt het op de
ze manier buitengesloten. Vaak
een heel leven lang.
Dat is ook wat er met Prikke
been gebeurt. Het is alsof er tussen
bezoek is gegaan om nadere infor
matie te verwerven.
Wat opvalt in hun verhalen is dat
zij allemaal om Altschuiers vader
draaien, een raadselachtige figuur,
van wie niemand hoogte kon krij
gen. Ook Altschuier zelf niet. Een
linkse intellectueel enerzijds, aan
de andere kant een dromer, een
gokker en een rokkenjager. Een
liefhebbende vader en echtgenoot
als hij zijn best deed, maar bij zijn
eigen ouders in huis de onderwor
pen zoon die zijn echtgenote laat
beledigen. Voor al deze paradoxen
moest één verklaring zijn en De
wereldtentoonstelling laat zien dat
die verklaring niet te vinden is.
De wereldtentoonstelling van
1939, waarin de roman tenslotte
culmineert is een ironisch symbool
van de toekomst. In het boek is de
ze expo belangrijk omdat Altschu
ier een eervolle vermelding heeft
gekregen voor een opstel over 'de
typische Amerikaanse jongen' en
als beloning met zijn familie mag
komen kijken. Hij komt ogen te
kort. Het opstelletje is ontroerend,
omdat de jongen er allerlei ervarin
gen in heeft verwerkt als de keer
dat hij bijna stierf en het feit dat hij
ooit uit angst ontkende dat hij
joods was.
Maar netzomin als de kleine Alt
schuier een typische Amerikaanse
jongen is, is de wereldtentoonstel
ling het symbool van de mooie,
welvarende toekomst. Wat volgde
was de Tweede Wereldoorlog. Eén
van de boeiende kanten aan De we
reldtentoonstelling is dat Docto
row de dreiging van die oorlog van
het begin af aan op de achtergrond
laat meespelen. Dit, én het raadsel
van de vader, maakt de kracht uit
van het boek.
AUGUST HANS DEN BOEF
De wereldtentoonstelling, E.L. Doc
torow. Vert. Willem van Toorn, De
Harmonie, 39,90.
Helen Maclnnes net niet helemaal
onderuit, maar ik had haar in de
herinnering toch hoger staan.
De ex-journalist Robert Littell -
eens bij Newsweek gespecialiseerd
in nieuws uit dé Sowjet-Unie -
heeft kennelijk een hekel aan na
men.
Het kleurrijke, briljante, excen
trieke, maar ook gevaarlijke CIA-
koppel, dat aan de basis van de in
gewikkelde reeks gebeurtenissen
in Littells jongste (zevende) boek
staat, noemt hij steeds 'De gezus
ters' en met die naam levert het
tweetal tevens de titel van het
boek.
haar en haar familieleden een
transparant scherm is opgetrok
ken. Ze nemen het meisje wel waar
en het meisje hen ook, maar we
zenlijk contact is er niet. Het is dan
ook niet toevallig dat Vonne van
der Meer Prikkebeen veel achter
glas laat vertoeven in haar roman.
Dat begint al in het eerste hoofd
stuk, waarin de volwassen Prikke
been (Van der Meer gaat na dit
hoofdstuk terug naar Prikkebeens
jeugd!) in de aankomsthal van
Schiphol staat te wachten op haar
zuster. Daarna, in het ouderlijk
huis, moet ze vanuit de tuin toezien
hoe haar moeder en zuster in de
huiskamer ernstig met elkaar zit
ten te praten terwijl zij met haar
neefje aan het voetballen is. "Ik
moest me beheersen om de bal die
voor me in het gras tot stilstand
kwam niet dwars door het raam
heen te trappen".
Dat beheerste gedrag 'van Prik
kebeen doet in het begin niet
vreemd aan. Het meisje, dat nog
niets van de liefde weet, staat im
mers voor een raadsel wanneer Gil
les 'valt' op haar moeder. Allengs
begint dat gedrag echter iets irri
tants, iets onnatuurlijks te krijgen.
Je denkt bij jezelf: kom, nu een
keer de beuk erin. Maar nee hoor,
niks daarvan. De agressie blijft on
derhuids doorzieken.
Over het geheel genomen vind ik
deze roman dus niet helemaal ge
slaagd. Toch valt er wel het een en
ander in te genieten. Een mooi mo
ment bijvoorbeeld is dat, waarin de
moeder voor het eerst kennis
maakt met haar toekomstige min-
"Stof zijt gij en tot stof zult gij we
derkeren". Met dit bijbelse aforis
me is de voorstelling verbonden
dat God de mens kneedde uit klei
of leem. "Een damp steeg uit de
aarde op, de hele aardbodem werd
vochtig. Toen vormde God, de
Heer, uit het stof van de aardbo
dem de mens en blies levensadem
in de neus. En zo kwam de mens
tot leven".
Als we sterven blazen we de laat
ste adem uit. Als we ons niet laten
verbranden, ontbinden we in leem
of klei tot stof. Over dit proces van
sterven en ontbinden gaat 'Een
leem', de tweede bundel poëzie
van Frans Budé. Er wordt ook ge
zinspeeld op het klank-, maar niet
betekenis-verwante 'leemte'.
Doodgaan laat een leemte na.
De poëzie van Frans Budé is kaal
en karig. De gedichten zijn kort:
meestal tussen de twintig en vijf
endertig woorden, in vijf a acht re
gels. De door Budé gebezigde be
grippen zijn elementair en beper
ken zich voornamelijk tot basisele
menten die verband houden met
de vier elementen - aarde (leem,
steen, grond, bomen, gras); water
(vis, water, ijs); vuur (licht, nacht,
schemer); lucht (wind) - en tot drie
van de vijf zintuigen: oog, mond,
huid.
Leven en dood, de vier elemen
ten, de vijf zintuigen, het zijn heel
traditionele essenties, die al eeu
wenlang in de poëzie worden ge
bruikt. Het uitsluitende gebruik
van deze velden van begrippen zou
heel traditionele, begrijpelijke,
zelfs vervelende poëzie kunnen op
leveren. Dat is bij Budé niet het ge
val. Integendeel.
Scherven
De poëzie van Budé bestaat uit
De man die de moord daarin
moet uitvoeren leren we kennen
als 'De pottenbakker', terwijl zijn
slachtoffer als 'De vorst' door het
leven gaat.
Maar al noemt Littell dan geen
namen, de ouverture, de actie en
de nasleep van het door hem be
schreven moordspel suggeren dui
delijk een Russische luchtje aan de
moord op president John F.Kenne
dy. Dat daarachter een even ge
niaal als dodelijk complot zat, ge
smeed door mensen die om uiteen
lopende redenen bereid zijn alles
en iedereen te verraden. Ook hun
vaderland en president.
naar. Nadat ze Gilles heeft verteld
over de stinkende sigaren van haar
man en over het eeuwige vergade
ren waarmee hij zich bezig houdt,
realiseert ze zich plotseling dat ze
het helemaal niet over hem wil
hebben en laat Van der Meer haar
zeggen: "In de vakantie gaan wij
meestal naar een eiland, wadlopen.
Ik heb het niet zo op wadlopen. Ik
ben altijd bang dat de vloed plotse
ling opkomt, net als in de bijbel, en
over ons heen spoelt". Met het oog
op de dingen die gaan komen, is dit
een passage die getuigt van een
perfect gevoel voor timing. De eer
ste, donkere cellotoon die het dra
ma inluidt.
Beeldend schrijft Van der Meer
ook. Een vrouw in de aankomsthal
van Schiphol wordt door Prikke-
ADVERTENTIE
BOEKHANDEL
LEIDEN LEIDERDORP
OEGSTGEEST KATWIJK
VOORSCHOTEN
Alle op deze pagina besproken
boeken zijn bij ons dlrekt lever
baar, óf vla onze TERMINAL te
bestellen en dan binnen drie da-
gen verkrijgbaar.
scherven. Zoals potscherven uit
een opgraving door een archeoloog
proefondervindelijk aan elkaar ge
past moeten worden, waarbij de
ontbrekende stukken, de leemtes,
door het voorstellingsvermogen
van de archeoloog worden gevuld,
zo moeten de tekstscherven van
Budé door het voorstellingsvermo
gen van de lezer tot een patroon
worden gemaakt.
Lezen van Budé heeft ook wel
iets van kijken naar sommige films
van Tarkovski. Dezelfde nostalgie,
dezelfde geur van heiligheid. Som
mige fragmenten van voorwerpen
of gestalten verwijzen in stukjes
film of tekst naar resten van vroe
gere menselijke cultuur: naar vroe
ger christendom, naar oude rituele
mensenoffers, naar een ongeluk of
een moord lang geleden. Eenmaal
gevonden, gaan de resten eeuwen
later "spreken".
'Een leem' bestaat uit zes cycli,
die cirkelen om het begrip 'ontbin
ding': een eeuwen geleden veron
gelukte ruiter die wordt opgegra
ven, een verdronken man, een kne-
F. van den Bosch is een laatbloeier.
In 1953 debuteerde hij, 31 jaar oud,
met de novelle 'Het regenhuis', die
direct door 'Indië'-verzamelaar
Rob Nieuwenhuys werd opge
merkt. Pas vijfentwintig jaar later
verscheen de eerste publicatie,
weer vijf jaar verder gevolgd door
een tweede, 'In een plooi van de
tijd'. Nu ligt 'De man in de blauwe
kamerjas' in de winkels. Al na vier
jaar en misschien had Van den
Bosch nog even moeten wachten,
want de nieuwe bundel valt wat te
gen.
In het lange titelverhaal snijdt
Van den Bosch een nieuwe thema
tiek aan: die van het ziekenhuis-
verhaal. Een vut-ter vertelt over de
Of die bewering van Russische
bemoeienis met de moord op de
Amerikaanse president op waar
heid berust moge historisch van
groot belang zijn, voor deze thriller
is die waarheidsgetrouwheid ei
genlijk niet relevant.
De scherpe intelligentie van het
verhaal snijdt naar twee kanten.
Enerzijds prikkelt zij de geest en
de aandacht, maar aan de andere
kant werkt zij remmend op de
emotionele beleving. Het blijft een
kil en koel verhaal. Door zijn gege
ven boeiend, maar als thriller wei
nig meeslepend.
KOOS POST
'Valstrik in Bern', Helen Maclnnes,
ultg. SijthofT (ƒ21.75),
'De gezusters', Robert Littell, uitg.
Van Holkema en Warendorf 27,50),
been als volgt beschreven: "Ze be
woog niet een keer, en hield haar
hoofd alsof haar oorbellen kerst
ballen waren, die bij het geringste
schokje zouden breken".
Het is jammer, maar af en toe
keert die beeldende manier van
schrijven zich tegen de schrijfster.
Wanneer Marita, de oudste dochter
van het gezin, haar moeder voor
het eerst samen met Gilles over de
gewonde Prikkebeen gebogen ziet
staan, noteert Van der Meer: "De
oudste dochter aarzelde even voor
ze de kamer inloopt. Iets in het ta
fereel rond de bank vervult haar
met géne: alsof ze een kerststal
binnenwandelt, waar een stralend
paar over een kribbe gebogen
staat".
Het plotselinge, intieme karakter
van de situatie wordt hier door de
schrijfster treffend onder woorden
gebracht. Maar - als dan enkele re
gels verder Prikkebeens bezeerde
enkel wordt vergeleken met een
'kroonjuweel' omdat dit lichaams
deel met ijsblokjes is 'bezaaid' (le
lijk!) en op een kussen rust, vind ik
dat een beetje teveel van het goede.
Jozef en Maria en een kroonjuweel
- die zaken 'vloeken' met elkaar.
En zo zijn er nog wel wat voor
beelden aan te wijzen van elkaar te
snel opvolgende als- of alsof-con-
structies. 'Kill your darlings' ofte
wel 'doseren' is in dit geval het de
vies. Niet alleen dichten is wegla
ten.
CEES VAN HOORE
Een warme rug, Vonne van der Meer,
Uitgeverij De Bezige Bij.
kelbad, ontbinding van een lijk in
de grond:
Ruim van leem en ijzer
Geen ander woord voor aarde
Hij daalt een richting af
Raakt er heel voorzichtig
van lijf en leden af.
Budé's poëzie is echter niet altijd
zo begrijpelijk. Dat ligt niet alleen
aan de scherfsgewijze methode
van informatie, maar ook aan de
soms hoogst eigenaardige woord
combinaties, bv.: "In eigen bloed
de velden door tilt men hem naar
leem".
Toch denk ik dat Budé bij uit
breiding van zijn poëzie tot een
oeuvre een belangrijk dichter zou
kunnen worden. Hij herinnert er
ons aan dat sterven inherent is het
menselijk leven en zo oud als de
mensheid en niet iets dat in deze
tijd met allerlei manipulaties is uit
gevonden.
CHRISTIAAN VISSER
Een leem. Gedichten, Frans Bu
dé. Uitgeverij Meulenhoff; 24,50.
talloze werksters in de gezond
heidszorg die hij gefascineerd aan
zijn oog voorbij ziet gaan en over
de nurkse medepatiënt Manx: de
man met de blauwe kamerjas.
Aanvankelijk is Manx een intri
gerende figuur, wanneer hij onver
wacht tussen de regels opduikt.
Uiteindelijk is de kamerjas-drager,
als hij voor het volle licht komt, to-
In een interview zei tekenaar/
schrijver Peter van Straaten on
langs dat hij na het lezen van het
werk van J.D. Salinger het gevoel
had dat hij nooit meer een boek
wilde lezen. Het klinkt misschien
overdreven, maar ik denk dat meer
lezers van de Amerikaanse schrij
ver dit hebben gedacht. Ik, bij
voorbeeld, ben zo iemand.
De meeste mensen zullen Salin
ger kennen als de auteur van 'The
catcher in the rye', het boek over
de opstandige puber Holden Cau-
field dié met zichzelf en de wereld
overhoop ligt. Dat het een klassie
ker betreft mag blijken uit het feit
dat 'The catcher' al decennia lang
wordt stukgelezen door middelba
re scholieren.
Toch is 'De vanger in het koren',
zoals de Nederlandse titel luidt,
niet het beste boek van Salinger.
De Nederlandse schrijfster
Doeschka Meysing merkte nog
niet zo lang geleden op dat hij met
deze roman, verschenen in 1951,
net iets teveel de keurige burgers
wilde schokken. Ik denk dat ze ge
lijk heeft. Wie de echte Salinger wil
leren kennen, moet zijn drie ande
re boeken lezen: 'Nine Stories',
'Franny and Zooey' en 'Raise high
the roof beam, carpenters and Sey
mour, an introduction'.
Met deze boeken, die nu allemaal
vertaald zijn, heeft Salinger een ge
heel eigen wereld opgeroepen.
Hoofdpersonen zijn de leden van
de familie Glass. Laten we ze even
in de schijnwerpers zetten, een toe
passelijke term aangezien de ou
ders variété-artiesten in ruste zijn:
vader Les, moeder Bessie, de kin
deren: Seymour, Buddy, Boo Boo,
Walt, Waker, Zooey, Franny.
De leden van deze kermishuis-
houding hebben één ding gemeen:
ze hebben allemaal, de kinderen
dan wel te verstaan, meegedaan (of
doen nog mee) aan het radiopro
gramma 'It's a wise child'. Vroeger
was het vooral een quizz voor kin
deren, vertelt Buddy, die overigens
schrijver is (het alter ego van Salin
ger?). Maar Seymour heeft er een
discussieprogramma van gemaakt.
Seymour. Meer nog dan de ou
ders is deze razend intelligente jon
gen - hij is al op ongelooflijk jonge
leeftijd hoogleraar - de spil van het
gezin. Niet zozeer in de zin dat hij
voortdurend boodschappen doet
en de vloeren boent, nee, hij is het
referentiepunt. Ook na zijn dood -
Seymour pleegt zelfmoord - blijft
hij dat.
Op de eerste pagina van het on
langs vertaalde 'Heft hoog de nok
balk, timmerlieden' maken we al
direct kennis met de bijzondere
jongen die Seymour was. Als hij op
een avond zijn zusje Franny hoort
huilen pakt hij een boek om haar
voor te lezen. Schei toch uit, zegt
Buddy, ze is net tien maanden.
"Dat weet ik wel", zei Seymour.
Maar: "Ze hebben oren. Ze kunnen
wat horen".
Nog een voorbeeld. Op een dag
bezoekt vader Les zijn zonen Sey
mour en Buddy die samen een flat
bewonen. Les is humeurig. Hij
kijkt naar foto's aan de muur en
vraagt op een bepaald moment of
Seymour zich nog kan herinneren
dat de artiest Joe Jackson hem,
Seymour, op het stuur van zijn
fiets rondjes over het hele toneel
had laten meerijden.
Seymour denkt diep na, "alsof
dat juist de vragen waren die hij in
zijn leven het liefst gesteld kreeg".
Zegt dan dat hij eigenlijk niet eens
zeker wist of hij ooit van die prach
tige fiets van Joe Jackson was af
gekomen. En zo zou ik nog talloze
voorbeelden kunnen geven, want
het werk van Salinger barst - en
dan bedoel ik: barst - van de frag
menten die je uit het hoofd wilt
kennen.
Aan het begin van deze recensie
schreef ik dat ik na lezing van deze
boeken bij mezelf dacht: dit is het,
een zeldzame sensatie. U vraagt
zich misschien af waarom. Wat is
er tenslotte zo bijzonder aan boe
ken over een grote familie van
taal oninteressant. Van den Bosch
versterkt deze anticlimax door
Manx als enige figuur fonetisch
weergegeven te laten spreken. Een
niet functioneel dédain.
Dan merk je ook hoe de verteller
zijn obsessie voor het aanwezige
vrouwvolk niet aan de lezer weet
over te dragen. Het zijn er zoveel
wijsneuzen. Heeft Salinger niet ge
woon een grote familieroman ge
schreven, een familieroman die
weliswaar ver boven de middel
maat uitsteekt, maar toch niet ge
speend is van de bekende senti
mentele effecten?
Nee. En als het ja is, dan is de
bijbel een detective met de lezer
als dader. Salinger beschrijft niet
zomaar het wel en wee van een gro
te, kleurrijke familie. In eerste in
stantie schrijft hij over de strijd die
mensen moeten leveren om niet in
de knel te raken. Om maar eens
grote woorden te gebruiken - en
waarom niet? - hoe bereik je de zui
verheid, zonder in de armen van de
smeerpijperij te belanden?
Daarover gaat zijn werk. Het zal
u dan ook niet verbazen dat zijn
'helden' niet zelden op het randje
van een zenuwinstorting leven. Zie
'Franny en Zooey', waarin de inzin
king van Franny wordt beschre
ven. Nu moet u niet verwachten
dat Salinger pasklare oplossingen
geeft, maar voor mensen die weten
dat de vuilakkerij één stap buiten
de deur begint, of in het huis, is het
troostrijk om deze boeken te lezen.
Hoewel... geen oplossingen... in
'Franny en Zooey' staat wel dege
lijk een prachtige oplossing. Als
Franny, die zich aan het ontpop
pen is als actrice, zich afvraagt
waar ze het allemaal voor doet,
waar het allemaal goed voor is, ver
telt Zooey een prachtig verhaal.
Voordat hij naar de uitzending van
'It's a wise child' ging moest hij al
tijd zijn schoenen poetsen van Sey-
Zooey begreep dat niet. Waar
om? Niemand zag zijn schoenen
toch, het was een radio-program
ma! Doet er niet toe, antwoordde
Seymour. Er luistert een dikke, zie
lige dame naar het programma.
Voor haar moet je je schoenen
poetsen.
Als dit geen wijs antwoord is!
Maar dat mag je ook verwachten,
vind ik, van iemand die voortdu
rend de verschillende bronnen van
wijsheid onderzoekt. Misschien
richt Salinger zijn blik soms iets te
gretig naar het Oosten. Storend is
dat ondertussen niet: wie eenmaal
een goede verstaander is kan veel
hebben.
Ja, voor de goede verstaander,
voor hem/haar schrijft Salinger.
"In deze geest van entre-nous-zijn
dus, oude vertrouweling, voordat
we ons voegen bij de anderen, de
overal vastgelopenen, met inbe
grip, ongetwijfeld, van de halfbe-
jaarde snelheidsduivels die ons
met alle geweld naar de maan wil
len schieten, de Dharma-fanaten,
de makers van filtersigaretten voor
verstandige mensen, de beatniks,
de slonzen en de nukkigen, de uit
verkoren sekteleden, alle verheven
deskundigen die zo goed weten
wat we wel of niet met onze zielige
geslachtsorganen moeten doen, al
le bebaarde, trotse, ongeletterde
jongelui en onbedreven gitaristen
en Zenmoordenaars en verenigde
esthetische nozems die hun door-
en-door onverlichte neus ophalen
voor deze schitterende planeet
waar (laat me alstublieft doorgaan)
Kilroy, Christus en Shakespeare
alle drie geweest zijn - voordat we
ons bij deze anderen voegen, zeg ik
onder vier ogen tegen u, oude
vriend (eigenlijk tot u, ben ik
bang), wees zo goed dit onpreten
tieuze boeketje zeer vroeg bloeien
de haakjes te accepteren:
Met dit boeketje moeten we hel
sinds 1963 doen, want nadien heefl
Salinger niets meer gepubliceerd
"Ik ben klaar met dit verhaal", laai
hij Buddy schrijven op de voorlaat
ste pagina van 'Seymour, een intro
ductie'. "Beter gezegd, het is klaai
met mij". Joe Jackson mag het to
neel op, om met Seymour voorop
tot in de eeuwigheid rondjes tc
draaien.
WIM BRANDS
Heft hoog de nokbalk, timmerlieder
en Seymour, een introductie. J.D. Sa
linger. Uitgeverij De Bezige Bij.
en de mini-verhaaltjes over hen
zeggen zo weinig. Het minst ge
slaagd is het slotverhaal, 'Thuis
komst', in de vorm van een brief
aan de geliefde Ma'ité, een figuur
die ook in andere verhalen op
treedt. Hier buitelen de figuren, de
anekdotes en de on-gebeurtenis-
sen werkelijk over elkaar heen.
Alsof iemand vijftien verhalen te
gelijk wil vertellen en er niet in
slaagt om er ook maar één tot een
duidelijk einde te brengen. Te
dichtbevolkt om te kunnen zien
wat Van den Bosch nu te zeggen
heeft.
AUGUST HANS DEN BOEF
De man in de blauwe kamerjas, F. van
den Bosch. Uitgeverij Querido, 22,30.
ADVERTENTIE
O.A. KLASSIEKE I N NED. LIT'EKATUUR.GESCHIEDENIS. HLOSOHI
OPENINGSTIJDEN. MA-VR09.00-1H.00ZA 11.00-17.00 KOOPAVOND 19 00-21.00
NIEUWSFEIT, I - 2A11 RW LEIDEN - TELEFOON 071-121067 -I26MI