Vonne van der Meer: soms Bven tè mooi DE KEER Poëzie van tekstscherven Gedateerde 'Valstrik in Bern' De strijd om niet in de knel te raken Si Beeld van jaren 30 in De wereldtentoonstelling BURGERSDIJK# NIERMANS Inkoop verkoop van boeken 'De man in de blauwe kamerjas' veel te vol RIJDAG 29 MEI 1987 JJAU1WA elen Maclnnes, de in 1985 overle- ;n 'koningin van de spionagero- an', heeft in de titels van haar /intig boeken even zovele sterk teenlopende plaatsen op aarde jnoemd. Van Salzburg tot Delphi, m Amsterdam tot Mykonos. Deze consequente titelreeks heb- sn we ook hier kunnen constate- :n, want de meeste van haar boe- sn zijn in het Nederlands versche en. Maar 'Valstrik in Bern', die in 1955 verscheen, heeft men hier >t nu toe nooit uitgebracht. De uit- ever doet daar in een begeleidend :hrijven wat verbaasd over: 'Hoe- rel het als een van haar beste boe- en bekend staat is het nog niet erder in een Nederlandse verta ng verschenen'. Na het verhaal te hebben gelezen an ik dat echter wel begrijpen. )e schrijfster Vonne van der Meer ieeft mij met haar roman 'Een war- ne rug' weten te boeien. Toch ben k niet zo enthousiast als destijds, ia het lezen van haar verhalenbun- lel 'Het limonadegevoel en andere erhalen', waarvoor zij in 1985 de ïeertjan Lubberhuizenprijs mocht •ntvangen. Waren het toen de ori- [inele onderwerpen in combinatie net haar trefzekere stijl die bewon- lering afdwongen, in de roman is iet eigenlijk alleen de stijl die mij ianspreekt. Het verhaal als zoda- ïig vind ik nogal mager. De dertienjarige Catherine, een neisje uit een welgesteld milieu, loor haar familie 'Prikkebeen' ge- ïoemd, komt bij het rolschaatsen ,en val. Gilles, een bohémienachti- ?e jongeman, brengt haar in zijn ar- nen naar huis. Daar ontmoet hij de noeder van Prikkebeen, een Duit se van geboorte. Ze is getrouwd ■net een succesvol zakenman. Het huwelijk is geen succes: de /rouw is uitgekeken op haar echt genoot, die altijd maar met zijn tverk bezig is. De enige met wie ze Bcht contact heeft gehad, was haar broer. Die is in de oorlog gesneu veld. Toen ze aan het sterfbed van haar vader stond, wuifde de man haar weg met de woorden:"Gehe, bitte gehe!" Geen wonder dat ze hunkert naar aandacht. Die krijgt ze van Gilles. De vrouw begint een verhouding De romans van Doctorow zijn inte ressant vanwege het tijdsbeeld dat ze oproepen. Op zich zegt dat nog weinig: ook 'North and South' roept vervlogen jaren op. Het gaat mij dan ook om de invalshoek die Doctorow gebruikt. In 'Ragtime' bijvoorbeeld gaat het om het begin van de eeuw, in 'Het boek van Da niel' om de jaren vijftig, maar in beide wordt de 'Doctorow'-wereld opgebouwd vanuit een hoofdper soon die uit dezelfde liberale, jood se sfeer afkomstig is als de schrij- Dat betekent voor de lezer een confrontatie met een Amerika dat hij nauwelijks kent. Met een tradi tie van socialisme en vrijdenken die erg Europees aandoet, en de keerzijde daarvan: een Ameri kaans anti-semitisme en racisme dat ouder is dan 1933. Kennelijk heeft D'ocotorow zelf ook een voorkeur voor dit milieu, want het fungeert in zijn laatste ro man, 'De wereldtentoonstelling', wederom als achtergrond. De tijd van handeling is de jaren dertig, plaats de Bronx in New York en hoofdpersoon een jongetje dat over de eerste tien jaar van zijn le ven vertelt. Vorig jaar kreeg 'De wereldtentoonstelling', terwijl het al een fikse bestseller was, de Ame rican Book Award en werd het ge prezen vanwege de weergaloze ma nier waarop Doctorow het beeld van de jaren dertig wist vast te leg gen. De radio-shows, de base-ball wedstrijden, de swingende mu ziek, met als tegentonen de crisis jaren, de werkloosheid en de ar moede. Ik ben het met die loftuitingen eens, maar De wereldtentoonstel ling is méér. Edgar Altschuier, die het verhaal van zijn jeugd achteraf vertelt, is niet de enige spreker in deze roman. Een paar keer name lijk wordt het woord genomen door zijn moeder, door zijn broer en door zijn tante. Je krijgt de in druk dat Altschuier tydens het 'schrijven' bij zijn familieleden op ADVERTENTIE LITERATUUR in Leiden op Nieuwe Rijn 13 bij BOEKHANDEL KOOYKER Niet alleen is het een tikkeltje ge dateerd, de belangstelling voor het opsporen van door nazi's gestolen kostbaarheden is vandaag de dag wel wat weggeëbd. Maar boven dien heeft de schrijfster de jacht op door Goering geconfisceerde dia manten niet zo'n bijster boeiende verpakking kunnen meegeven. De betrokken organisaties ko men niet zo erg goed uit de verf, er wordt meer gepraat dan gedaan en de personages volgen vaak onbe grijpelijke paden. Het lijkt meer op speels spoorzoeken dan op 'levens gevaarlijke avonturen', zoals ze worden aangekondigd. Dank zij haar routine glibbert met de jongeman. Prikkebeen moet toezien hoe haar moeder haar droomprins inpalmt. Dat komt haar zuster Marita niet slecht uit: ze chanteert haar moeder met het overspel. Als ze niet met haar vrienden naar het café mag, zal ze het aan haar vader overbrieven. Nadat Prikkebeen met deze wulpse en geraffineerde Marita een gesprek heeft gehad over de kunst van het verleiden, biedt ze zich op een presenteerblaadje aan aan Gil les. Tevergeefs. Hij ziet niks in haar stakerige lichaam. En na een tijdje laat hij ook de moeder in de steek. Haat Prikkebeen haar moeder nu omdat de vrouw haar haar kame raad (Gilles=Egidius) heeft ontno men? Nee, niet echt. Ook later, wanneer ze volwassen is, komt ze niet aan haat toe. Bij het zien van haar moeders weerloze, warme rug, beseft ze dat de vrouw net zo eenzaam is als zij. In 'Een warme rug' behandelt Vonne van der Meer het proces waarmee het jongste kind in een gezin nogal eens te maken krijgt: veronachtzaming. Het kind wordt niet serieus genomen, weet nog te weinig af van de ernstige zaken des levens om er over mee te kunnen praten. Onbewust wordt het op de ze manier buitengesloten. Vaak een heel leven lang. Dat is ook wat er met Prikke been gebeurt. Het is alsof er tussen bezoek is gegaan om nadere infor matie te verwerven. Wat opvalt in hun verhalen is dat zij allemaal om Altschuiers vader draaien, een raadselachtige figuur, van wie niemand hoogte kon krij gen. Ook Altschuier zelf niet. Een linkse intellectueel enerzijds, aan de andere kant een dromer, een gokker en een rokkenjager. Een liefhebbende vader en echtgenoot als hij zijn best deed, maar bij zijn eigen ouders in huis de onderwor pen zoon die zijn echtgenote laat beledigen. Voor al deze paradoxen moest één verklaring zijn en De wereldtentoonstelling laat zien dat die verklaring niet te vinden is. De wereldtentoonstelling van 1939, waarin de roman tenslotte culmineert is een ironisch symbool van de toekomst. In het boek is de ze expo belangrijk omdat Altschu ier een eervolle vermelding heeft gekregen voor een opstel over 'de typische Amerikaanse jongen' en als beloning met zijn familie mag komen kijken. Hij komt ogen te kort. Het opstelletje is ontroerend, omdat de jongen er allerlei ervarin gen in heeft verwerkt als de keer dat hij bijna stierf en het feit dat hij ooit uit angst ontkende dat hij joods was. Maar netzomin als de kleine Alt schuier een typische Amerikaanse jongen is, is de wereldtentoonstel ling het symbool van de mooie, welvarende toekomst. Wat volgde was de Tweede Wereldoorlog. Eén van de boeiende kanten aan De we reldtentoonstelling is dat Docto row de dreiging van die oorlog van het begin af aan op de achtergrond laat meespelen. Dit, én het raadsel van de vader, maakt de kracht uit van het boek. AUGUST HANS DEN BOEF De wereldtentoonstelling, E.L. Doc torow. Vert. Willem van Toorn, De Harmonie, 39,90. Helen Maclnnes net niet helemaal onderuit, maar ik had haar in de herinnering toch hoger staan. De ex-journalist Robert Littell - eens bij Newsweek gespecialiseerd in nieuws uit dé Sowjet-Unie - heeft kennelijk een hekel aan na men. Het kleurrijke, briljante, excen trieke, maar ook gevaarlijke CIA- koppel, dat aan de basis van de in gewikkelde reeks gebeurtenissen in Littells jongste (zevende) boek staat, noemt hij steeds 'De gezus ters' en met die naam levert het tweetal tevens de titel van het boek. haar en haar familieleden een transparant scherm is opgetrok ken. Ze nemen het meisje wel waar en het meisje hen ook, maar we zenlijk contact is er niet. Het is dan ook niet toevallig dat Vonne van der Meer Prikkebeen veel achter glas laat vertoeven in haar roman. Dat begint al in het eerste hoofd stuk, waarin de volwassen Prikke been (Van der Meer gaat na dit hoofdstuk terug naar Prikkebeens jeugd!) in de aankomsthal van Schiphol staat te wachten op haar zuster. Daarna, in het ouderlijk huis, moet ze vanuit de tuin toezien hoe haar moeder en zuster in de huiskamer ernstig met elkaar zit ten te praten terwijl zij met haar neefje aan het voetballen is. "Ik moest me beheersen om de bal die voor me in het gras tot stilstand kwam niet dwars door het raam heen te trappen". Dat beheerste gedrag 'van Prik kebeen doet in het begin niet vreemd aan. Het meisje, dat nog niets van de liefde weet, staat im mers voor een raadsel wanneer Gil les 'valt' op haar moeder. Allengs begint dat gedrag echter iets irri tants, iets onnatuurlijks te krijgen. Je denkt bij jezelf: kom, nu een keer de beuk erin. Maar nee hoor, niks daarvan. De agressie blijft on derhuids doorzieken. Over het geheel genomen vind ik deze roman dus niet helemaal ge slaagd. Toch valt er wel het een en ander in te genieten. Een mooi mo ment bijvoorbeeld is dat, waarin de moeder voor het eerst kennis maakt met haar toekomstige min- "Stof zijt gij en tot stof zult gij we derkeren". Met dit bijbelse aforis me is de voorstelling verbonden dat God de mens kneedde uit klei of leem. "Een damp steeg uit de aarde op, de hele aardbodem werd vochtig. Toen vormde God, de Heer, uit het stof van de aardbo dem de mens en blies levensadem in de neus. En zo kwam de mens tot leven". Als we sterven blazen we de laat ste adem uit. Als we ons niet laten verbranden, ontbinden we in leem of klei tot stof. Over dit proces van sterven en ontbinden gaat 'Een leem', de tweede bundel poëzie van Frans Budé. Er wordt ook ge zinspeeld op het klank-, maar niet betekenis-verwante 'leemte'. Doodgaan laat een leemte na. De poëzie van Frans Budé is kaal en karig. De gedichten zijn kort: meestal tussen de twintig en vijf endertig woorden, in vijf a acht re gels. De door Budé gebezigde be grippen zijn elementair en beper ken zich voornamelijk tot basisele menten die verband houden met de vier elementen - aarde (leem, steen, grond, bomen, gras); water (vis, water, ijs); vuur (licht, nacht, schemer); lucht (wind) - en tot drie van de vijf zintuigen: oog, mond, huid. Leven en dood, de vier elemen ten, de vijf zintuigen, het zijn heel traditionele essenties, die al eeu wenlang in de poëzie worden ge bruikt. Het uitsluitende gebruik van deze velden van begrippen zou heel traditionele, begrijpelijke, zelfs vervelende poëzie kunnen op leveren. Dat is bij Budé niet het ge val. Integendeel. Scherven De poëzie van Budé bestaat uit De man die de moord daarin moet uitvoeren leren we kennen als 'De pottenbakker', terwijl zijn slachtoffer als 'De vorst' door het leven gaat. Maar al noemt Littell dan geen namen, de ouverture, de actie en de nasleep van het door hem be schreven moordspel suggeren dui delijk een Russische luchtje aan de moord op president John F.Kenne dy. Dat daarachter een even ge niaal als dodelijk complot zat, ge smeed door mensen die om uiteen lopende redenen bereid zijn alles en iedereen te verraden. Ook hun vaderland en president. naar. Nadat ze Gilles heeft verteld over de stinkende sigaren van haar man en over het eeuwige vergade ren waarmee hij zich bezig houdt, realiseert ze zich plotseling dat ze het helemaal niet over hem wil hebben en laat Van der Meer haar zeggen: "In de vakantie gaan wij meestal naar een eiland, wadlopen. Ik heb het niet zo op wadlopen. Ik ben altijd bang dat de vloed plotse ling opkomt, net als in de bijbel, en over ons heen spoelt". Met het oog op de dingen die gaan komen, is dit een passage die getuigt van een perfect gevoel voor timing. De eer ste, donkere cellotoon die het dra ma inluidt. Beeldend schrijft Van der Meer ook. Een vrouw in de aankomsthal van Schiphol wordt door Prikke- ADVERTENTIE BOEKHANDEL LEIDEN LEIDERDORP OEGSTGEEST KATWIJK VOORSCHOTEN Alle op deze pagina besproken boeken zijn bij ons dlrekt lever baar, óf vla onze TERMINAL te bestellen en dan binnen drie da- gen verkrijgbaar. scherven. Zoals potscherven uit een opgraving door een archeoloog proefondervindelijk aan elkaar ge past moeten worden, waarbij de ontbrekende stukken, de leemtes, door het voorstellingsvermogen van de archeoloog worden gevuld, zo moeten de tekstscherven van Budé door het voorstellingsvermo gen van de lezer tot een patroon worden gemaakt. Lezen van Budé heeft ook wel iets van kijken naar sommige films van Tarkovski. Dezelfde nostalgie, dezelfde geur van heiligheid. Som mige fragmenten van voorwerpen of gestalten verwijzen in stukjes film of tekst naar resten van vroe gere menselijke cultuur: naar vroe ger christendom, naar oude rituele mensenoffers, naar een ongeluk of een moord lang geleden. Eenmaal gevonden, gaan de resten eeuwen later "spreken". 'Een leem' bestaat uit zes cycli, die cirkelen om het begrip 'ontbin ding': een eeuwen geleden veron gelukte ruiter die wordt opgegra ven, een verdronken man, een kne- F. van den Bosch is een laatbloeier. In 1953 debuteerde hij, 31 jaar oud, met de novelle 'Het regenhuis', die direct door 'Indië'-verzamelaar Rob Nieuwenhuys werd opge merkt. Pas vijfentwintig jaar later verscheen de eerste publicatie, weer vijf jaar verder gevolgd door een tweede, 'In een plooi van de tijd'. Nu ligt 'De man in de blauwe kamerjas' in de winkels. Al na vier jaar en misschien had Van den Bosch nog even moeten wachten, want de nieuwe bundel valt wat te gen. In het lange titelverhaal snijdt Van den Bosch een nieuwe thema tiek aan: die van het ziekenhuis- verhaal. Een vut-ter vertelt over de Of die bewering van Russische bemoeienis met de moord op de Amerikaanse president op waar heid berust moge historisch van groot belang zijn, voor deze thriller is die waarheidsgetrouwheid ei genlijk niet relevant. De scherpe intelligentie van het verhaal snijdt naar twee kanten. Enerzijds prikkelt zij de geest en de aandacht, maar aan de andere kant werkt zij remmend op de emotionele beleving. Het blijft een kil en koel verhaal. Door zijn gege ven boeiend, maar als thriller wei nig meeslepend. KOOS POST 'Valstrik in Bern', Helen Maclnnes, ultg. SijthofT (ƒ21.75), 'De gezusters', Robert Littell, uitg. Van Holkema en Warendorf 27,50), been als volgt beschreven: "Ze be woog niet een keer, en hield haar hoofd alsof haar oorbellen kerst ballen waren, die bij het geringste schokje zouden breken". Het is jammer, maar af en toe keert die beeldende manier van schrijven zich tegen de schrijfster. Wanneer Marita, de oudste dochter van het gezin, haar moeder voor het eerst samen met Gilles over de gewonde Prikkebeen gebogen ziet staan, noteert Van der Meer: "De oudste dochter aarzelde even voor ze de kamer inloopt. Iets in het ta fereel rond de bank vervult haar met géne: alsof ze een kerststal binnenwandelt, waar een stralend paar over een kribbe gebogen staat". Het plotselinge, intieme karakter van de situatie wordt hier door de schrijfster treffend onder woorden gebracht. Maar - als dan enkele re gels verder Prikkebeens bezeerde enkel wordt vergeleken met een 'kroonjuweel' omdat dit lichaams deel met ijsblokjes is 'bezaaid' (le lijk!) en op een kussen rust, vind ik dat een beetje teveel van het goede. Jozef en Maria en een kroonjuweel - die zaken 'vloeken' met elkaar. En zo zijn er nog wel wat voor beelden aan te wijzen van elkaar te snel opvolgende als- of alsof-con- structies. 'Kill your darlings' ofte wel 'doseren' is in dit geval het de vies. Niet alleen dichten is wegla ten. CEES VAN HOORE Een warme rug, Vonne van der Meer, Uitgeverij De Bezige Bij. kelbad, ontbinding van een lijk in de grond: Ruim van leem en ijzer Geen ander woord voor aarde Hij daalt een richting af Raakt er heel voorzichtig van lijf en leden af. Budé's poëzie is echter niet altijd zo begrijpelijk. Dat ligt niet alleen aan de scherfsgewijze methode van informatie, maar ook aan de soms hoogst eigenaardige woord combinaties, bv.: "In eigen bloed de velden door tilt men hem naar leem". Toch denk ik dat Budé bij uit breiding van zijn poëzie tot een oeuvre een belangrijk dichter zou kunnen worden. Hij herinnert er ons aan dat sterven inherent is het menselijk leven en zo oud als de mensheid en niet iets dat in deze tijd met allerlei manipulaties is uit gevonden. CHRISTIAAN VISSER Een leem. Gedichten, Frans Bu dé. Uitgeverij Meulenhoff; 24,50. talloze werksters in de gezond heidszorg die hij gefascineerd aan zijn oog voorbij ziet gaan en over de nurkse medepatiënt Manx: de man met de blauwe kamerjas. Aanvankelijk is Manx een intri gerende figuur, wanneer hij onver wacht tussen de regels opduikt. Uiteindelijk is de kamerjas-drager, als hij voor het volle licht komt, to- In een interview zei tekenaar/ schrijver Peter van Straaten on langs dat hij na het lezen van het werk van J.D. Salinger het gevoel had dat hij nooit meer een boek wilde lezen. Het klinkt misschien overdreven, maar ik denk dat meer lezers van de Amerikaanse schrij ver dit hebben gedacht. Ik, bij voorbeeld, ben zo iemand. De meeste mensen zullen Salin ger kennen als de auteur van 'The catcher in the rye', het boek over de opstandige puber Holden Cau- field dié met zichzelf en de wereld overhoop ligt. Dat het een klassie ker betreft mag blijken uit het feit dat 'The catcher' al decennia lang wordt stukgelezen door middelba re scholieren. Toch is 'De vanger in het koren', zoals de Nederlandse titel luidt, niet het beste boek van Salinger. De Nederlandse schrijfster Doeschka Meysing merkte nog niet zo lang geleden op dat hij met deze roman, verschenen in 1951, net iets teveel de keurige burgers wilde schokken. Ik denk dat ze ge lijk heeft. Wie de echte Salinger wil leren kennen, moet zijn drie ande re boeken lezen: 'Nine Stories', 'Franny and Zooey' en 'Raise high the roof beam, carpenters and Sey mour, an introduction'. Met deze boeken, die nu allemaal vertaald zijn, heeft Salinger een ge heel eigen wereld opgeroepen. Hoofdpersonen zijn de leden van de familie Glass. Laten we ze even in de schijnwerpers zetten, een toe passelijke term aangezien de ou ders variété-artiesten in ruste zijn: vader Les, moeder Bessie, de kin deren: Seymour, Buddy, Boo Boo, Walt, Waker, Zooey, Franny. De leden van deze kermishuis- houding hebben één ding gemeen: ze hebben allemaal, de kinderen dan wel te verstaan, meegedaan (of doen nog mee) aan het radiopro gramma 'It's a wise child'. Vroeger was het vooral een quizz voor kin deren, vertelt Buddy, die overigens schrijver is (het alter ego van Salin ger?). Maar Seymour heeft er een discussieprogramma van gemaakt. Seymour. Meer nog dan de ou ders is deze razend intelligente jon gen - hij is al op ongelooflijk jonge leeftijd hoogleraar - de spil van het gezin. Niet zozeer in de zin dat hij voortdurend boodschappen doet en de vloeren boent, nee, hij is het referentiepunt. Ook na zijn dood - Seymour pleegt zelfmoord - blijft hij dat. Op de eerste pagina van het on langs vertaalde 'Heft hoog de nok balk, timmerlieden' maken we al direct kennis met de bijzondere jongen die Seymour was. Als hij op een avond zijn zusje Franny hoort huilen pakt hij een boek om haar voor te lezen. Schei toch uit, zegt Buddy, ze is net tien maanden. "Dat weet ik wel", zei Seymour. Maar: "Ze hebben oren. Ze kunnen wat horen". Nog een voorbeeld. Op een dag bezoekt vader Les zijn zonen Sey mour en Buddy die samen een flat bewonen. Les is humeurig. Hij kijkt naar foto's aan de muur en vraagt op een bepaald moment of Seymour zich nog kan herinneren dat de artiest Joe Jackson hem, Seymour, op het stuur van zijn fiets rondjes over het hele toneel had laten meerijden. Seymour denkt diep na, "alsof dat juist de vragen waren die hij in zijn leven het liefst gesteld kreeg". Zegt dan dat hij eigenlijk niet eens zeker wist of hij ooit van die prach tige fiets van Joe Jackson was af gekomen. En zo zou ik nog talloze voorbeelden kunnen geven, want het werk van Salinger barst - en dan bedoel ik: barst - van de frag menten die je uit het hoofd wilt kennen. Aan het begin van deze recensie schreef ik dat ik na lezing van deze boeken bij mezelf dacht: dit is het, een zeldzame sensatie. U vraagt zich misschien af waarom. Wat is er tenslotte zo bijzonder aan boe ken over een grote familie van taal oninteressant. Van den Bosch versterkt deze anticlimax door Manx als enige figuur fonetisch weergegeven te laten spreken. Een niet functioneel dédain. Dan merk je ook hoe de verteller zijn obsessie voor het aanwezige vrouwvolk niet aan de lezer weet over te dragen. Het zijn er zoveel wijsneuzen. Heeft Salinger niet ge woon een grote familieroman ge schreven, een familieroman die weliswaar ver boven de middel maat uitsteekt, maar toch niet ge speend is van de bekende senti mentele effecten? Nee. En als het ja is, dan is de bijbel een detective met de lezer als dader. Salinger beschrijft niet zomaar het wel en wee van een gro te, kleurrijke familie. In eerste in stantie schrijft hij over de strijd die mensen moeten leveren om niet in de knel te raken. Om maar eens grote woorden te gebruiken - en waarom niet? - hoe bereik je de zui verheid, zonder in de armen van de smeerpijperij te belanden? Daarover gaat zijn werk. Het zal u dan ook niet verbazen dat zijn 'helden' niet zelden op het randje van een zenuwinstorting leven. Zie 'Franny en Zooey', waarin de inzin king van Franny wordt beschre ven. Nu moet u niet verwachten dat Salinger pasklare oplossingen geeft, maar voor mensen die weten dat de vuilakkerij één stap buiten de deur begint, of in het huis, is het troostrijk om deze boeken te lezen. Hoewel... geen oplossingen... in 'Franny en Zooey' staat wel dege lijk een prachtige oplossing. Als Franny, die zich aan het ontpop pen is als actrice, zich afvraagt waar ze het allemaal voor doet, waar het allemaal goed voor is, ver telt Zooey een prachtig verhaal. Voordat hij naar de uitzending van 'It's a wise child' ging moest hij al tijd zijn schoenen poetsen van Sey- Zooey begreep dat niet. Waar om? Niemand zag zijn schoenen toch, het was een radio-program ma! Doet er niet toe, antwoordde Seymour. Er luistert een dikke, zie lige dame naar het programma. Voor haar moet je je schoenen poetsen. Als dit geen wijs antwoord is! Maar dat mag je ook verwachten, vind ik, van iemand die voortdu rend de verschillende bronnen van wijsheid onderzoekt. Misschien richt Salinger zijn blik soms iets te gretig naar het Oosten. Storend is dat ondertussen niet: wie eenmaal een goede verstaander is kan veel hebben. Ja, voor de goede verstaander, voor hem/haar schrijft Salinger. "In deze geest van entre-nous-zijn dus, oude vertrouweling, voordat we ons voegen bij de anderen, de overal vastgelopenen, met inbe grip, ongetwijfeld, van de halfbe- jaarde snelheidsduivels die ons met alle geweld naar de maan wil len schieten, de Dharma-fanaten, de makers van filtersigaretten voor verstandige mensen, de beatniks, de slonzen en de nukkigen, de uit verkoren sekteleden, alle verheven deskundigen die zo goed weten wat we wel of niet met onze zielige geslachtsorganen moeten doen, al le bebaarde, trotse, ongeletterde jongelui en onbedreven gitaristen en Zenmoordenaars en verenigde esthetische nozems die hun door- en-door onverlichte neus ophalen voor deze schitterende planeet waar (laat me alstublieft doorgaan) Kilroy, Christus en Shakespeare alle drie geweest zijn - voordat we ons bij deze anderen voegen, zeg ik onder vier ogen tegen u, oude vriend (eigenlijk tot u, ben ik bang), wees zo goed dit onpreten tieuze boeketje zeer vroeg bloeien de haakjes te accepteren: Met dit boeketje moeten we hel sinds 1963 doen, want nadien heefl Salinger niets meer gepubliceerd "Ik ben klaar met dit verhaal", laai hij Buddy schrijven op de voorlaat ste pagina van 'Seymour, een intro ductie'. "Beter gezegd, het is klaai met mij". Joe Jackson mag het to neel op, om met Seymour voorop tot in de eeuwigheid rondjes tc draaien. WIM BRANDS Heft hoog de nokbalk, timmerlieder en Seymour, een introductie. J.D. Sa linger. Uitgeverij De Bezige Bij. en de mini-verhaaltjes over hen zeggen zo weinig. Het minst ge slaagd is het slotverhaal, 'Thuis komst', in de vorm van een brief aan de geliefde Ma'ité, een figuur die ook in andere verhalen op treedt. Hier buitelen de figuren, de anekdotes en de on-gebeurtenis- sen werkelijk over elkaar heen. Alsof iemand vijftien verhalen te gelijk wil vertellen en er niet in slaagt om er ook maar één tot een duidelijk einde te brengen. Te dichtbevolkt om te kunnen zien wat Van den Bosch nu te zeggen heeft. AUGUST HANS DEN BOEF De man in de blauwe kamerjas, F. van den Bosch. Uitgeverij Querido, 22,30. ADVERTENTIE O.A. KLASSIEKE I N NED. LIT'EKATUUR.GESCHIEDENIS. HLOSOHI OPENINGSTIJDEN. MA-VR09.00-1H.00ZA 11.00-17.00 KOOPAVOND 19 00-21.00 NIEUWSFEIT, I - 2A11 RW LEIDEN - TELEFOON 071-121067 -I26MI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 9