'Als het waar is
moeten ze mijn
broer straffen'
Oude Fokker weer de lucht in
Riai de Rijke, verdacht van oorlogsmisdaden
ATERDAG 23 MEI 1987
Het is zondagochtend 17 mei
nog vroeg, als Marinus (Rien)
J. de Rijke (68 jaar) vanuit
het Westduitse Wedel waar
hij na de oorlog is gaan
wonen, zijn zus Jannie (84
jaar) in Monster belt en zegt:
„Ik ga starten." Ze wist dat
hij zou komen; haar
verjaardag sloeg hij nooit
over. Het was een vast punt
in een cyclus van gemiddeld
vier bezoeken per jaar aan
zijn geboortestreek in het
Westland van waaruit hij
langs de familie trok. „Als
een schat van een zwager en
een oom", zegt
Jannie. „Dan gaf hij een
nichtje een tandem, zijn zus
een televisie, een
schoonbroer postzegels.
Iedereen mocht hem".
In zijn snelle wagen - met
naast zich Pio, zijn
lievelingshondje, heeft Rien
de Rijke de woning van zijn
zus niet bereikt. De
Koninklijke Marechaussee
aan de grenspost Denekamp
arresteerde hem als gezochte
op grond van de artikelen
303 lid 2 en 389 van het
Wetboek van Strafrecht in
verband met artikel 27a van
het besluit buitengewoon
strafrecht: verdacht
schuldig te zijn aan een of
meer oorlogsmisdrijven of
misdrijven tegen de
menselijkheid. Concreet:
wreed gedrag in het
strafkamp Erika te Ommen,
Overijssel. Van de
Marechaussee mocht hij zijn
zus bellen. Mevrouw de
Zoete-De Rijke: „Hij was
niet ontdaan. Hij zei: Jannie,
ik moet mee naar Den Haag
maar als ik vrij ben heb ik
geen auto om naar je toe te
gaan. Moet ik je dan laten
halen, vroeg ik. Welnee riep
Rien, ik pak de bus wel".
Rien de Rijke voelde zich zeker bij
zijn bezoeken aan Nederland. Ook
op die zondag en waarom niet? Hij
kwam toch immers al sinds de di
rect na-oorlogse jaren ongehinderd
in Monster. Ondanks een onderzoek
dat de toenmalige Politieke Opspo
ringsdienst in 1946 en 1947 instelde
naar zijn gedrag in het kamp Om
men. De Rijke ging in die tijd - tot
zijn laatste komst, een paar maan
den geleden - langs oude school
vrienden in zijn dorp en bezocht
vaak zijn bejaarde moeder. Bij haar
overlijden in 1980, liep hij onbevan
gen en ongehinderd mee in.de be
grafenisstoet.
door Peter Heerkens
Vanuit het voormalig verzet in Mon
ster is zijn aanwezigheid toen wel ge
meld, maar justitie kon niet ingrijpen:
de signalering van Rien de Rijke als oor
logsmisdadiger bleek ingetrokken. Ze
hadden hem niet kunnen opsporen, ter
wijl hij zich in de tijd dat er naar hem
gezocht werd vrij en onverveerd door
Monster bewoog op weg naar zijn ouder
lijke huis. Of naar zijn zus Jannie die ge
dwongen door geldzorgen kamers ver
huurde en in opspraak kwam omdat ze
woonruimte beschikbaar stelde aan drie
ex-NSB'ers.
„Jongens", zegt Jannie de Zoete, „die
ik in huis haalde op verzoek van „Jeugd
zorg" met de vraag of ik ze wilde op
knappen. Maar Monster wees me na. Ik
was toch die van eh..Van De Rijke. Van
Rien de Rijke, die in de oorlogMaar
ik stond absoluut niet aan de verkeerde
kant. En met Rien heb ik nooit, echt
nooit, gesproken over wat er in de oorlog
is gebeurd. Ik dacht: dat was jouw tijd,
ik heb nu een gezin om voor te zorgen.
Met jouw verleden heb ik niks te maken
en ik wil er niks van weten ook. Dat
dacht ik en dat heb ik altijd gedacht. We
hebben geen woord gewisseld over die
kampen, ook later niet. Voor mij was hij
gewoon een lieve broer. Goed voor zijn
vrouw, goed voor zijn kinderen en klein
kinderen, goed voor de hondjes, goed
voor mij. Ik kan me nóg niet voorstellen
dat Rien zo'n beul is geweest als ze hem
nu in de pers i
Belastend
In de loop der jaren opgenomen uit
spraken van getuigen, lijken straks tij
dens het proces het tegendeel te gaan
bewijzen. Behandelend officier van jus
titie Mr. J. Th. de Wit spreekt van be
langrijke belastende verklaringen tegen
Rien de Rijke. De publicaties omtrent
zijn aanhouding hebben bij De Wit ge
leid tot reacties van ex-gedetineerden
die de aanklachten er ernstig bezwaren-
der op maakten.
Wanneer Rien de Rijke vanuit West-
Duitsland naar Monster afreisde, was
het voor zijn zus Jannie (weduwe) feest.
„Hij nam me overal mee naar toe. We lie
pen de hele club af. Hij kwam als hij zin
had en dan gingen we naar familie in
Olst, Pernis, Delft, Zierikzee, Heenvliet,
noem maar op. Altijd ongehinderd.
Daarom snap ik die aanhouding van jus
titie nu ook niet. Als ze hem zochten,
hadden ze hem al veel eerder kunnen
pakken."
Justitie deed er lang over om Rien de
Rijke te grijpen (exact 41 jaar; in 1946
stelde de toenmalige Opsporings Dienst
een eerste onderzoek in naar zijn verle
den in het kamp Ommen), maar in Mon
ster wisten ze precies wanneer hij er
Mevrouw De Zoete-De Rijke: 'Ik snap het niet. Hij is zo'n lieverd
weer was. Zoveel Westduitse
platen staan er niet dagenlang gepar
keerd in het dorp. Bovendien: vlakbij de
woning van Jannie. „Soms was hij een
week of langer hier", zegt ze en ze wijst
de plaats waar hij sliep en waar hij zijn
lievelingshondje - voor wie hij altijd spe
ciaal voedsel meenam - te ruste legde.
Gemeen
Niemand in Monster die Rien de Rijke
aangaf, terwijl in ernstige mate getwij
feld werd aan zijn oorlogsverleden. Nu
4pas komen de verhalen los. Het verhaal
bij voorbeeld van een oude dorpsslager
die wegens clandestien slachten in het
kamp Ommen belandde, daar kennis
maakte met mensen die met Rien de Rij
ke te maken hadden gekregen en het
verzoek deden later te tippen „om die
beul in vieren te snij en".
„Ik kan me wel voor m'n kop slaan dat
we zo passief zijn geweest", zegt een
jeugdkennis van Rien de Rijke. Hij her
innert zich hem als „een gemeen jon
getje dat nergens voor terugdeinsde.
Klein van stuk, maar fel. Een kemphaan.
Wanneer hij vocht probeerde hij z'n vin
gers in de oogkassen van de ander te
priemen. Zo"n type was 't. Hij had een
slechte naam in het dorp. De tuinder bij
wie ik toen werkte verbood daarom een
van zijn dochters op wie hij verliefd was,
verkering met hem aan te gaan. Moest ik
stiekem briefjes doorgeven en in ruil
daarvoor mocht ik op zijn race-fiets. Of
ik kreeg een kwartje van Rien. Heb ik
gedaan. Tja".
Al die jaren na de oorlog heeft Rien de
Rijke - statenloos, reizend met een
Fremdenpass - aan de grens nooit pro
blemen gekend; noch aan de Westduitse
kant, noch aan de Nederlandse. Zijn zus
Jannie was daar vaak getuige van. Op de
terugreis naar zijn tweede vaderland,
nam hij haar dikwijls mee. Of naar zijn
riante bungalow in Wedel (een stad van
30.000 inwoners aan de Elbe), of naar
Jannies dochter Henny in Hamburg die
daar terecht kwam door haar oom Rien.
Een royale oom. Hij stuurde haar twee
tickets voor Argentinië' (voor Henny en
haar echtgenoot Luis) waar Jannie met
haar man en kinderen in de jaren '50 was
neergestreken om een nieuw zakelijk
bestaan op te bouwen in de aannemerij.
Eerder trakteerde Rien de Rijke zijn zus
en zwager op een gratis overtocht.
Jannie: „Hij vroeg mijn man over te
komen naar Wedel om daar wat te bou
wen. Dat waren eerst acht hokken voor
kalkoenen, toen drie garages. Als je nog
tijd hebt, zei Rien, mag je ook een bun
galow voor me wegzetten. Dat is ge
beurd".
Vuilnisbelten
De basis voor die welgesteldheid, leg
de Rien de Rijke met het overhoop halen
van vuilnisbelten in Hamburg in omge
ving. „Daar ben ik zelfbij geweest", zegt
Jannie. „Als ik bij hem met vakantie
was, hielp ik. Ouwe kranten, lorren, fles
jes. We haalden alles uit het vullis. Hij
heeft zijn geld eerlijk verdiend. Niet met
stelen".
Later ging Rien de Rijke in de „onge
regelde handel" met als hoofdbron van
inkomsten een autosloperij. Zijn echtge
note en twee dochters (thans 32 jaar en
35 jaar) danken er een goed bestaan aan.
„Rien is erg gezien", zegt zijn zus Jannie.
„Ook bij de politie. Daar heeft hij altijd
een goed contact mee gehad. Ze hoefden
maar te bellen voor een wrak en hij haal
de het op".
Haar broer kent ze niet anders dan als
een hulpvaardige en vriendelijke man.
Uitstekend voor zijn gezin. Een steun
voor zijn vrouw in haar tot aan Japan en
China reikende hobby van het honden
ras Bedlington. Die gedrevenheid gaat
ver. „Ze maakt er zich zorgen over", zegt
Jannie na een telefoongesprek met haar
schoonzus, „dat het nieuws rond Rien
de Westduitse pers haalt. Inge is bang
dat dat haar positie bij de hondenclub
kost".
Over zijn oorlogsverleden heeft Rien
de Rijke binnen de familiekring nooit
gesproken. Jannie: „Het enige wat ik
weet is dat hij in kampen heeft gezeten
en dat hij niet wilde dat zijn kinderen
dat te horen kregen. Maar waaro'm en
hoe.. Echt, het is me niet bekend. Als ik
het wel wist zou ik het zeggen. Hij sprak
er nooit over en ik vroeg er niet naar. Het
enige wat me bijstaat is, dat mijn ouders
in die oorlogstijd huilden om Rien. En:
dat mensen uit de streek die hem in Om
men meemaakten de groeten kwamen
doen. Dan zeiden ze dat ze door Rien
goed behandeld waren. Ik weet nog van
een man die vertelde dat hij van Rien
hard moest schreeuwen alsof hij bij het
slaan geraakt werd, terwijl Rien intus
sen op de grond mepte. Daarom: ik kan
echt niet geloven dat hij zo fout was.
Maar a'ls het zo is... dan moeten ze hem
straffen. Daar ben ik eerlijk in".
Om haar mening te vormen, stoppen
dorpelingen uit Monster anoniem kran
tenknipsels over haar broer in de brie
venbus. Met haar 84 jaar en een hart
kwaal waarvoor ze 19 pillen per dag
moet slikken, zit ze er dapper maar ont
daan bij. „Ik snap het echt niet", stamelt
ze. „Het was zo'n lieverd. Vraag het m'n
buren die hem hier ontmoetten; ze wa
ren dol op Rien".
Tegenover zijn tijdelijke advocaat
(raadsman vanwege piketdienst in het
weekeinde dat hij werd gearresteerd)
mr. drs. J.J.A. Janssen te Wassenaar,
heeft Rien de Rijke zich inmiddels
schuldig verklaard. „Niet aan moord",
zegt Janssen, „maar aan mishandeling".
De feiten moeten tijdens het proces naar
voren komen. Er bestaat een lijvig dos
sier, maar daarover zwijgen de autoritei
ten.
Bekend is alleen dat De Rijke zich in
het Durchgangslager Erika (berucht om
barbaarse handelingen) vanuit een ge
vangene-positie opwerkte tot gevreesd
bewaker. Hij belandde er in de z.g. twee
de periode van Erika. Naar eigen zeggen
wegens handel in levensmiddelenbon
nen. Jeugd-kennissen in Monster heb
ben een andere lezing. „Hij is gepakt we
gens een overval op een distributiekan
toor".
Overgeplaatst van kamp-naar-kamp,
leerde hij in Dresden een vrouw kennen
met wie hij trouwde. Een Duitse vrouw,
over wie hij ooit tegen zijn zus Jannie
zei: „Gelukkig stond die familie aan de
goede kant. Ze hebben joodse onderdui
kers gehad". Samen vluchtten ze naar
het Westen en bouwden een bestaan op
in het vlakbij Hamburg gelegen Wedel.
Van zijn oorlogsverleden had geen mens
weet. „Zelfs zijn echtgenote is niet pre
cies op de hoogte van wat er gebeurde",
aldus Mr. Janssen die daarbij aantekent
dat Rien de Rijke tegenover hem ver
klaarde dat hij tevergeefs trachtte met
zichzelf in het reine te komen. Janssen:
„Hij heeft 45 jaar onder zware druk ge
staan. In zekere zin is er nu sprake van
een bepaald soort opluchting".
Vangnet
De arrestatie van Rien de Rijke blijkt
een vangnet geweest waarvan hij zelf het
koord aanhaalde. Nadat zijn arrestatie
bevel was ingetrokken, werd het aan de
hand van nieuwe gegevens in 1983 op
nieuw uitgevaardigd. Uitgerekend in
hetzelfde jaar diende De Rijke een vi
sum-verzoek in en dat is hem noodlottig
geworden.
Aan de basis daarvan staat de korps
chef van de gemeentepolitie Monster,
M.J. Welling die al 12 jaar aasde op Rien
de Rijke maar machteloos stond omdat
de signalering was opgeheven bij gebrek
aan een veroordeling. „De publieke dis
cussie over oorlogsmisdadigers, met na
me de zaak Menten", aldus Welling,
„hield mijn belangstelling gaande voor
De Rijke, van wie ik hoorde toen ik in
Monster kwam".
In nauw overleg met het parket deed
hij de visum-aanvrage af als een routine
handeling daarmee de val wijd open zet
tend. Welling: „Die aanvrage was abso
luut overbodig gezien EG-bepalingen.
Ik herkende meteen de achterliggende
gedachte: De Rijke wilde weten wat oor
logsmisdadigers op 'n gegeven moment
willen weten, namelijk of ze nog gezocht
worden".
Welling taxeerde de situatie op juiste
wijze. Het honoreren van zijn verzoek,
blijkt Rien de Rijke misleid te hebben.
„Hij dacht dat de zaak veijaard was", al
dus de hem toegewezen jurist Mr. Jans-
Rest de vraag waarom het toch nog zo
lang duurde voor Rien de Rijke gearres
teerd werd terwijl de bezoeken aan zijn
zus niet onopgemerkt bleven voor inwo
ners van Monster. Korpschef Welling:
„We hebben echt niet zitten slapen. Die
indruk is ontstaan en dat betreur ik. Wat
wij hebben gedaan, is behoedzaam
werken. Noem het: vissen met de hand.
Wanneer we het pand van zijn zus had
den bewaakt, zou hij gealarmeerd zijn
geweest. Dan was hij nooit meer naar
Nederland gekomen. We hebben geduld
gehad en dat is beloond. Daar ben ik niet
blij om, maar wel voldaan. Nu kan het
recht zijn loop krijgen".
Verslagen
Advocaat Janssen: „De Rijke maakt
een verslagen indruk. Zijn wereld is in
gestort. Ik heb het er moeilijk mee. In
die zin: waarom moetje een man ruim 40
jaar ongemoeid laten om hem op zijn
68ste op te sluiten?"
In 1989 gaat Fokkers 'Lucky Seven'
de lucht weer in. Dit uit 1926/27 da
terende vliegtuig van stalen buizen
en linnen is het oudste vliegende
verkeersvliegtuig ter wereld. Het
biedt plaats aan maximaal acht pas
sagiers. Een kwart eeuw heeft dit
toestel, uitgerust met een negen ci
linder 'stermotor', aan de grond ge
staan. Het is te zien in de Aviodome
op de nationale luchthaven Schip
hol.
door Frans Keijsper
Directeur en conservator W. J. van
Westerop van Aviodome: „We zijn al een
paar jaar bezig met de restauratie van de
Fokker F Vila. Gaandeweg wordt zo'n
project omvangrijker. Het vliegtuig
stond al 25 jaar tentoongesteld en er wa
ren miljoenen handjes langs de linnen
huid gegaan. Pure slijtage. Dus er moest
een nieuwe huid om. Eerst hebben we
gekeken of zij plaatselijk kon worden
opgelapt, maar we besloten al gauw er
een heel nieuw doek omheen te gooien.
Dan ga je zo'n toestel uitpeilen en kom je
wel dingen tegen die vervangen moeten
worden. Maar die Fokker is eigenlijk
verschrikkelijk goed".
„Wij zijn natuurlijk van die gekken die
vinden dat vliegtuigen moeten vliegen,
ook al zetten we ze zelf in musea. Een
vliegtuig dat niet de lucht in kan is geen
vliegtuig. Om dat idee te realiseren moet
je het bespreken met de mensen die het
zouden kunnen gaan uitvoeren. Dat zijn
vrijwilligers".
Nieuwe vleugels
Het drietal dat de 'Lucky Seven' bij
wijze van spreken nieuwe vleugels geeft
zijn H. Verschraagen uit Uithoorn, die
bijna 40 jaar technicus bij Fokker is ge
weest, F. Soest uit Amsterdam die bij de
beklederij van Fokker en KLM heeft ge
werkt en L. Goudswaard uit Ouderkerk
aan de Am stel. Hij werkte vroeger op de
motorenafdeling van de KLM. En nu
geeft hij de motor van de F Vila een ste
vige beurt. Een paar KLM-grondwerk-
tuigkundigen hebben bij de restauratie
de supervisie. Bij elkaar zitten er inmid
dels een paar duizend manuren in.
De F Vila wordt in zijn oorspronkelij
ke vorm teruggebracht. Zo krijgt hij
weer authentieke wielen, die na lang
speuren in een Engels depot werden
ontdekt. De huidige zijn te Idein. Het la
ter bevestigde achterwiel zal waarschijn
lijk door een oorspronkelijke staartslof
worden vervangen, die dient als rem na
het landen. Een gewone rem zit er name
lijk niet op.
„Dat er mensen met formele bevoeed-
Het luchtvaartmuseum Aviodo
me wil in 1989 de oude Fokker F
Vila uit de jaren '20 weer de lucht
in krijgen. Het toestel wordt mo
menteel in de Aviodome op
Schiphol gerestaureerd.
Voorlichter Peter van de Noort:
„Het publiek kan die restauratie
zien. Zij kost veel geld. Als je het
commercieel zou omrekenen
komt het op zo'n drie ton. Het is
voornamelijk vrijwilligerswerk.
En daarnaast hebben de KLM en
Fokker ons geholpen".
Toch heeft de Aviodome nog
meer geld nodig voor de opknap
beurt. „Van WVC hebben we f
20.000 gekregen, maar die zijn al
lang op. We hebben zeker nog
zo'n tien mille nodig. Daarom
zijn we een actie gestart. We ver
kopen voor f9,75 een klein stukje
van de oorspronkelijke huid van
het vliegtuig. Die is gegaran
deerd echt. Er wordt een gesig
neerd certificaat bijgegeven".
Dat authentieke linnen is ver
krijgbaar bij de ingang van het
nationaal lucht- en ruimtevaart-
museum.
Werkzaamheden aan de Fokker
VII-Adie over twee jaar de lucht
weer in gaat. (foto gpd>
hoopt binnenkort over gegevens te be
schikken aangaande de oorspronkelijke
beschildering van het vliegtuig.
Alle onderdelen van de Bristol Jupiter
motor zijn gecheckt en die bleken goed.
Binnenkort wordt de vleugel onder han
den genomen. „Het enige beletsel tegen
het vliegen zou een formeel juridische
kunnen zijn. Dat wordt nog interessant.
De eisen volgens welke vliegtuigen te
genwoordig worden gebouwd verschil
len van die uit 1925. Zou je bijvoorbeeld
nu een replica van de F VII maken, dan
zou die niet voldoen aan de luchtwaar
digheidsvoorschriften. Dat betekent dat
je een soort uitzonderingspositie voor el
kaar moet boksen. In sommige gevallen
kan dat, er zijn mensen die met voorma
lige militaire toestellen vliegen.
„Wij vertonen die grappen niet zo
vaak, maar in bijvoorbeeld de Verenigde
Staten en Engeland is het heel gebruike
lijk. Daar hebben ze een experimentele
categorie. Zoiets hebben we in ons land
eigenlijk formeel niet. Maar we hebben
vertrouwen in de afloop, gezien de wijze
waarop wij werken".
„De Bristol Jupiter motor is eigenlijk
de eerste voor de vliegerij met groot suc
ces toegepaste lucht gekoelde motor. In
wezen de voorloper van die motoren die
hebben gezeten op Dakota's, Constella
tions, DC-7's, enzovoort".
Water gekoelde motoren bleken in de
vliegerij volgens Nederlands luchtvaart
pionier Plesman niet betrouwbaar. „Hij
was de eerste die de luchtgekoelde, in
Engeland ontwikkelde motor, heeft ge
bruikt. Het was een geslaagde gok".
Fratsen
„We gaan straks met de F Vila geen
leuke fratsen uithalen. De bedoeling is
om het toestel tot in lengte van jaren te
handhaven. Onze eerste verantwoorde
lijkheid is dat de volgende generaties
nog steeds het ding in hun bezit kunnen
hebben. Wel zal bewezen worden dat hij
vliegen kan en in het eerste jaar dat hij
gereed is zullen we er een paar vluchten
mee maken. Daarna zullen we hem weer
voorzichtig in het museum zetten".
Van Westerop vindt dat de F Vila zou
moeten worden gevlogen door een test
piloot van Fokker. En hij heeft ook al
iemand op het oog - „als hij mag van zijn
bedrijf'.
„Ik wil er uitsluitend een testpiloot op
hebben. Er zijn vliegers genoeg die het
willen. Maar de meeste moderne
vliegers met al hun bekwaamheden zyn
er niet geschikt voor. Als je toch ziet
hoeveel brokjes er gemaakt worden
door ervaren vliegers met DC 10, DC 9,
DC 8 en Airbussen. Als ze op bijvoor
beeld een licht vliegtuig komen... het
vliegen daarmee is zoveel anders dan op
geautomatiseerde bakken. Zo'n F VII,
dat is vliegen hoor".
„Start of land je met een Cessna dan
kan dat nog best met een stuk zijwind,
maar dat hoef je met zo'n F VII niet te
proberen. Je moet echt straight in de
wind. Anders rol je zo de baan af. Een
beetje wind is niet erg, als die maar recht
in zijn snuit blaast. Dat betekent heel
vaak dat een baan niet in zijn goede rich
ting ligt. Dan kun je twee dingen doen:
ofwel je wacht tot de wind exact uit de
zelfde hoek komt als die van de baan of
je gebruikt een grasveld, zoals ze dat
vroeger ook deden. Met een cirkel in het
midden. Je zette hem in de buurt neer en
dan wist je dat je naar alle kanten vol
doende kon uitrollen. Het was niet ver
schrikkelijk als hij wat van zijn koers af
week, want je had het hele veld ter be
schikking. Met een baan zit je er toch
vrij gauw naast. Je hebt dus een vent no
dig die niet op zijn routine vliegt, maar
de dingen heel goed aanvoelt, antici
peert".
heden naar kijken levert op dat we kun
nen zeggen: wat is uitgevoerd is gebeurd
onder het oog van iemand die de vereis
te papieren daarvoor heeft. Een kwali
teitsniveau dat verantwoord is", aldus
Van Westerop, die er aan toevoegt: „Het
toestel is in 1955 gekocht door KLM en
Fokker samen en aan het museum gege
ven. Het heeft daarna nog een paar
vluchten gemaakt".
Museumstuk
Van dit vliegtuigtype bestaat nog één
exemplaar, dat zich in Luzern bevindt.
Maar dat is louter een museumstuk. De
eerste Fokker van dit type was de F VII
uit 1924. In dat jaar ook maakte het toe
stel de eerste vlucht naar Nederlands-In-
dië. Het kwam per schip naar ons land
terug. Die vlucht duurde echter wegens
oponthoud door motorstoring twee
maanden, een maand langer dan een reis
per boot. De eerste vlucht van de F Vila
was in 1925.
Een iets later ontwikkeld type uitge
rust met drie motoren (F Vila 3-m)
maakte beroemd geworden trips: In
1926 vlogen Floyd Bennett en Pool-pio-
nier Richard Byrd vanaf Spitsbergen als
eersten ter wereld over de Noordpool en
in 1927 maakten luitenant-vlieger Kop
pen en Frijns van de KLM de eerste
vlucht vice versa in 22 dagen met De
Postduif van Amsterdam naar het toen
malige Batavia.
Het te restaureren toestel - met een
lengte van 14,5 meter, een vleugelwijdte
van circa 20 meter, een snelheid van 150
km per uur en een vlieghoogte van 500
tot 700 meter - werd destijds geleverd
aan de Zwitserse maatschappij Balair,
die in 1931 met Ad Astra fuseerde tot
Swissair. En curieus genoeg gaat deze
maatschappij binnenkort als eerste
vliegen met Fokkers nieuwste loot. de F
100. Inmiddels is duidelijk dat Fokker
de promotionele kansen die een
vliegende F Vila kan bieden, niet onge
bruikt zal laten.
De romp van de F Vila bestaat uit ge
laste staalbuis met daar overheen lin
nen. De vleugel, samengesteld uit gre
nenhouten gelamineerde liggers, rust
boven de open cockpit.
Roest
De KLM heeft de lasverbindingen ge
röntgend en die bleken nog heel goed te
zijn. Van het beetje roest dat op de bui
zen zat zijn de restaurateurs bepaald niet
geschrokken. Inmiddels is die staalcon
structie gelakt en is het bekledingskar-
wei zover gevorderd dat de romp bijna
klaar is. Hij is al luchtwaardig en moet
alleen nog in de spanlak worden gezet.
Fokker-luchtvaarthistoricus P. Al ting