'Een magnifiek racepaard'
Perfectie blijft het sleutelwoord voor Steinway
ZATERDAG 16 MEI 1987
Het was in het midden van de ne
gentiende eeuw dat de piano zich in
alle rangen en standen van de sa
menleving een vaste plaats begon te
veroveren. Plotseling was de brede
grijns van het instrument overal
waarneembaar. In concertzalen en
theaters natuurlijk. Maar ook in
kroegen, waarin men vriendelijk
werd verzocht niet te schieten op de
pianist.
door Cees van Hoore
En - niet te vergeten - in het huisgezin.
De piano werd de vertrouweling van
duizenden jonge meisjes die hem hun
romantische verlangens lieten vertolken
door de nuances van hun spel. Jonge
mannen sloegen met trillende handen
de bladmuziek om voor hun geliefde.
Madame Bovary, uit Flauberts gelijkna
mige roman, greep de pianolessen in de
stad aan als alibi voor ontmoetingen met
haar minnaar. Kortom: de piano werd
een begrip.
Toch was er ook kritiek op het instru
ment. Sommigen vroegen zich af of het
nou echt nodig was dat al die ongetalen
teerde kinderen werden verplicht tot het
nemen van pianolessen. Het stond na
tuurlijk wel erg voornaam, maar je kon
aan hun gammele toonladders al horen
dat ze nooit verder zouden komen als
'boer er ligt een kip in het water'.
'Lawaaimaker'
Edmond de Goncourt, de bekende
Franse schrijver, werd tot razernij gedre
ven door het gepingel in het huis naast
hem. Hij noteerde in zijn dagboek: "Als
ik moest kiezen tussen het dresseren
van honden, het getrouwd zijn met een
danseres of het vaderschap over een
paar pianospelende kinderen, zou ik
daar nog heel lang over moeten naden
ken".
Anderen vreesden dat het instrument
de gezelligheid in het huisgezin kapot
zou maken. Dat de stille winteravonden,
waarop men bij het knappend haard
vuur een goed boek kon lezen, met zo'n
'lawaaimaker' in huis voorgoed tot het
verleden behoorden. Ze vonden het luis
teren naar pianomuziek maar een onin
telligente tijdsbesteding. Het was te pas
sief. Het verstand werd er niet door ge
scherpt.
Ondanks deze kritiek won de piano
aan populariteit. Veel bouwers gaven ge
hoor aan de grillen en wensen van het
publiek, zonder zich daarbij te bekom
meren om de klankkleur van het instru
ment. Ze lieten de piano's beschilderen
met prachtige figuren van vogels en
bloemen in Chinese stijl, bouwden ze in
de vorm van een giraffe of pyramide,
maar een behoorlijke noot was er niet
meer uit tevoorschijn te toveren. Een
pianobouwer die daaraan nooit heeft
meegedaan en voor wie de klank van het
instrument altijd voorop is blijven staan
is Heinrich Engelhard Steinweg.
Hij werd op 22 februari 1797 geboren
in Wolfshagen, een gehucht in het Harz-
gebergte. Zijn vader, Heinrich Zacharias
Steinweg, bezat daar een klein boerde
rijtje en was daarnaast werkzaam als ko
lenbrander. Hij moest hard aanpoten om
zijn twaalf kinderen te kunnen onder
houden. Toen Heinrich, de jongste van
het gezin, veertien jaar was, stierf zijn
vader en moest hij van de armen worden
begraven. Zijn vrouw, Rosine Elisabeth
Bauerochse, was hem enkele jaren eer
der al voorgegaan, evenals veel van haar
kinderen. Toen Heinrich een jaar na de
dood van zijn vader in het weeshuis te
rechtkwam, was hij de enige van het ge
zin die nog in leven was.
Meubelmaker
In het jaar 1814 ging hij in dienst. In
sommige encyclopedieën staat vermeld
dat hij nog aan de Slag bij Waterloo heeft
deelgenomen, maar dat moet naar het
rijk der fabelen worden verwezen. Toen
het Duitse leger de confrontatie aanging
met de troepen van de uit Elba terugge
keerde Napoleon, bleef Heinrich om on
bekende redenen achter in de kazerne.
Tijdens zijn diensttijd probeerde hij de
sleur van het garnizoensleven te verdrij
ven met citer- en gitaarspel. Hij bouwde
uit sparrenhout een gitaar waarvan de
toon algemene bewondering oogstte.
Op 23 juni 1822 zei hij het soldatenle
ven vaarwel en begaf hij zich naar Gos-
lar, om daar het vak van kunstschrijn
werker te leren. Aangezien het in dit be
roep zeer moeilijk was om in korte tijd
de top te bereiken, begon hij zich in zijn
vrije tijd toe te leggen op de bouw van
snaarinstrumenten.
Nadat Heinrich zijn meesterproef als
kunstschrijnwerker had afgelegd, begon
hij in 1825 als meubelmaker voor zich
zelf in Seesen. De zakelijke vooruitzich
ten waren gunstig: in het stadje had net
een verschrikkelijke brand gewoed
waarbij veel gezinnen een aanzienlijk
deel van de huisraad hadden verloren.
In datzelfde jaar trouwde hij met Juliane
Thiemer, die hem op 6 november zijn
eerste zoon Theodore schonk. In Seesen
begon Heinrich, naast zijn werk als meu
belmaker, met de bouw en verkoop van
piano's. Erg veel werkruimte moet hij
niet hebben gehad. De eerste 'Steinweg'
ontstond in de keuken.
De zaken liepen goed, maar het ging
nog beter toen Heinrich in 1839 op een
tentoonstelling in Braunschweig de eer
ste prijs behaalde met een aantal van
zijn vleugels. Na de prijsuitreiking
maakte hij kennis met een componist
die in de jury had gezeten. De man liet in
gesprekken met collega's zijn bewonde
ring blijken voor de Steinweg-piano. En
maakte op die manier gratis reclame
voor Heinrichs produkt.
Emigratie
Toen in 1848 in Duitsland de revolutie
uitbrak kwam de klad in de zaak. Boven
dien vreesde Heinrich dat zijn tweede
zoon Karl binnenkort onder de wapenen
zou worden geroepen en daar zag hij
niks in. Hij dacht aan emigratie, zoals zo
veel Duitsers in die woelige tijd. In april
stuurde hij zijn zoon Karl naar Amerika
om daar de markt voor piano's eens te
gaan verkennen. Toen de berichten gun
stig waren, vertrokken Heinrich en zijn
gezin met het stoomschip 'Helene Slo-
man' naar New York. De overtocht moet
hem een lieve som hebben gekost. Het
gezin telde inmiddels zeven kinderen:
vier zoons en drie dochters. Theodore,
de oudste zoon, bleef achter in Duits
land om daar de zaak van zijn vader
voort te zetten.
Op 29 juni van het jaar 1850 kwam de
familie aan in New York. Heinrich en
zijn zoon Karl konden al snel werk vin
den bij de in Amerika gevestigde piano
vleugels en die vonden daar gretig af
trek. Omstreeks de eeuwwisseling wer
den de Steinway vleugels naar alle delen
van de wereld getransporteerd. Naar
Turkije bijvoorbeeld, waar na de
machtswisseling functionarissen van de
nieuwe regering een grote hoeveelheid
Steinways aantroffen onder de bezittin
gen van een sultan. De man had ze aan
geschaft als kadootjes voor zijn harem-
dames. De instrumenten stonden nog in
gepakt.
In India werden - zoals op een foto is
te zien - olifanten ingezet voor het ver
voer. Deze dikhuiden draaiden voor zo'n
karweitje hun slurf niet om. Maar wat te
denken van die vrouwen die op het kiek
je staan dat is genomen bij de aankomst
van de pianiste Helena Morstzyn in Nag-
pur, in datzelfde India. Trots poseert ze
naast enkele Indiase vrouwen die haar
Steinway op het hoofd dragen, net zoals
ze dat dagelijks deden met een kruik wa
ter.
Van de tien in Europa verkochte pia
no's waren er zo'n zeven van het merk
Steinway. Het ging zo hard dat er al snel
vestigingen in Londen en Hamburg
moesten worden opgericht. En er werd
een 'self-supporting' Steinway-gemeen-
schap opgericht op Long Island, com
pleet met badhuis, bibliotheek, kerk en
een school, waar Duits - de voertaal in
de fabriek - werd onderwezen.
Bekeerd
Tal van bekende componisten hadden
zich in die tijd al bekeerd tot de creatie
van de Duitsers. Giacomo Puccini, Gus-
tav Mahler, Richard Strauss en Edward
Elgar - het is maar een greep uit de kun
stenaars die hun melodieën componeer
den op een Steinway. Hoe Richard Wag
ner over het instrument dacht mag blij
ken uit een briefje dat hij stuurde aan
een klein filiaal in Hannover. Hij
schreef: 'Mijn oprechte dank voor de on
vergelijkelijk mooie Steinway vleugel,
die zeker een betere pianospeler waard
is dan ik ben."
In 1943 werd de Steinway-vestiging in
Hamburg door een bombardement in de
as gelegd. In die dagen ontwikkelden de
Steinways de zogenaamde veld- of GI-
piano die door de Amerikaanse soldaten
tijdens veldtochten kon worden ge
bruikt. Of men zich ook in de Hamburg-
se fabriek met het bouwen van dit soort
piano's bezig hield, maar dan voor de
Duitsers, wordt in het jubileumboek
niet vermeld. Je kunt dan wel zeggen
dat de piano boven de partijen staat,
maar dat wordt natuurlijk anders als het
Horst Wessel-lied erop wordt gespeeld.
Hoe dan ook, van enige 'ondergrondse'
activiteit is in de Steinway-annalen niets
te bespeuren. Of ja, toch. Een van de eer
ste directeuren was een van de initiatief
nemers voor de New Yorkse subway.
Het metrostation 'Steinway' herinnert
daar nog aan.
Anno 1987 vindt de Steinway-vleugel
nog steeds gTetig aftrek. Vanuit de Ham-
burgse fabriek, die na de verwoesting
weer werd opgebouwd, worden de pia
no's naar alle delen van de wereld geëx
porteerd, behalve naar Noord-Amerika,
want daar bespeelt men vrijwel uitslui
tend piano's van de hoofdvestiging in
New York. Alleen daar houdt men zich
bezig met research en stelt men de nor
men vast waaraan de Steinway moet vol
doen. Toch geven nogal wat pianisten de
voorkeur aan de Hamburgse Steinways.
Naar hun zeggen zouden deze een volle
re toon hebben.
Intoneren
Aan Christo Lelie, die voor het dag
blad Trouw enige jaren geleden een
rondgang maakte door de Steinway-fa-
briek in Hamburg, vertelde de Duitse di
rectie dat dit komt omdat men in Duits
land slechts werkt met geschoolde pia
nobouwers en meubelmakers. In Ameri
ka bestaan geen opleidingen voor die
vakken en moeten de arbeiders het vak
in het bedrijf leren. Er speelt volgens Le
lie echter nog iets anders een rol: in de
VS zou een andere smaak bestaan met
betrekking tot het intoneren. Dat intone
ren gebeurt door prikjes te maken in het
vilt waarmee de hamerkoppen zijn be
kleed. Zo kan de intonateur het instru
ment scherper of gedempter laten klin
ken. Aangezien de kneepjes van het in
toneren van generatie op generatie wor
den overgedragen, kunnen er volgens
Lelie gemakkelijk verschillende tradi
ties ontstaan in de twee continenten.
Een Steinway-vleugel kost een klein
vermogen. De prijs van de grote, zwarte
hoogglans concertvleugel bedraagt bij
na 129.000 gulden. En voor de kleinste
vleugel van het merk moet de koper nog
altijd zo'n 60.000 gulden neertellen. Maar
dat is deze piano waard. Althans, vol
gens de Leidse pianohandelaar Barning.
Hij beschouwt de Steinway als de Rolls
Royce onder de vleugels.
De heer Van Hoorn, voorzitter van de
club van Steinway-dealers, denkt er niet
anders over. "De goede pianisten spelen
bijna allemaal Steinway. Dat is niet ver
wonderlijk, want je kunt met dat instru
ment alles doen. Jazz zowel als klassiek.
Op piano's van andere merken kun je óf
vriendelijk óf vreselijk hard spelen. Op
de Steinway zijn beide speelstijlen mo
gelijk. Bovendien leent de vleugel zich
uitermate goed voor het maken van op
namen. Ik heb me eens door een pianist
die een ander merk speelde laten vertel
len dat hij bij het maken van een plaat
opname twaalf microfoons nodig had,
die hij dan allemaal op een heel speciale
manier moest opstellen. Bij een Stein
way kun je het met één microfoon af. De
klank van het instrument is uiterst hel
der en rijk aan boventonen. Neem Horo
witz met zijn delicate touché, op geen
andere vleugel zou hij zo kunnen spelen
als hij dat doet op zijn Steinway".
Niet meer gratis
In het beleid van de firma Steinway is
sinds 1853 nogal het een en ander veran
derd. Zo stelt men in principe geen vleu
gels meer gratis ter beschikking aan pia
nisten. Die reclame heeft men niet meer
nodig. Het produkt heeft zichzelf bewe
zen en wordt niet meer 'gepushed'.
Mochten de pianisten daar anders over
denken, dan hoort men dat wel. Het ma
ken van perfect klinkende piano's is bin
nen het Steinway-concern een erezaak
geworden, een bezigheid waarmee geen
groot geld te verdienen valt. Sommige
muziekliefhebbers vrezen dat de fabri
kanten van mindere merken voor veel
geld straks de goede pianisten zullên
weten over te halen hun Steinway in de
steek te laten. Laten deze pianisten de
uitspraak van hun collega Schelling ter
harte nemen: "De Steinway is een mag
nifiek racepaard, vol levenskracht en
pep, en reageert uiterst gehoorzaam op
al mijn stemmingen. Die diepte, die wel
luidendheid, die adel..nooit kwam ik
die eerder tegen".
bouwers. Evenals in Europa was de pia
no in korte tijd enorm populair gewor
den. Mede dank zij een concerttournee
van 'de Zweedse nachtegaal' Jenny
Lind, georganiseerd door Phineas Tay
lor Barnum, de man van 'The greatest
show on earth', de latere partner van
Bailey. Het concert dat deze zangeres
gaf was de eerste grote muzikale happe
ning waarvan de Steinwegs in de Nieu
we Wereld getuige waren.
In het begin hadden de Duitse emi
granten het erg moeilijk. Het werktem
po was in Amerika veel hoger dan in Eu
ropa en ze konden maar niet wennen aan
het andere klimaat. Karl Steinweg
schreef aan zijn broer Theodore in
Duitsland:"De mensen hier moeten har
der werken dan in Europa, en je went zo
snel aan de betere levensstandaard dat
je ten slotte denkt dat de waterige aard
appelsoep in Duitsland beter smaakt
dan de dagelijkse biefstuk hier... Het
ergste waarmee de Duitsers hier echter
hebben te kampen is het klimaat; er zijn
er maar weinig die dat kunnen verdra
gen; bijna allemaal hebben zij pijn in de
borst...".
Op zolder
Ondanks de aanpassingsmoeilijkhe
den begonnen de Steinwegs in 1853 met
een eigen zaakje. Dat gebeurde op een
zolder. Om commerciële redenen veran
derden ze hun naam in 'Steinway', dat
lag beter in het gehoor van de Amerika
nen. Topverkoopster was Doretta, de
oudste dochter in het gezin. Zij haalde
de klanten over tot de aanschaf van een
piano met het lokkertje dat zij daarbij
gratis pianolessen zou geven. Binnen
een jaar was de zolder te klein geworden
en moest er een groter pand worden be
trokken. Dat het de Steinways al snel
voor de wind ging is te zien op een foto,
waarop de gehele familie, poserend voor
het bedrijf, is vereeuwigd. De deftige
kleding en de elegante calèches geven
niet de indruk dat het hier een stelletje
armoedige pioniers betreft.
De echte 'doorbraak' kwam in 1855,
toen de Steinways op een tentoonstel
ling in het New York Crystal Palace met
enkele piano's een gouden medaille
wonnen. Drie jaar later, tijdens een an
dere tentoonstelling in dit paleis, had
den ze minder geluk. Er brak brand uit
en ze verloren zeventien piano's.
Bij de zogenaamde 'tafelpiano' wer
den de snaren kruiselings aangebracht
in die tijd. Bij de vleugel was dat nog
niet het geval. Het is Henry Steinway jr.
geweest, Heinrichs derde zoon, die dit
systeem ais eerste heeft weten toe te pas
sen voor vleugels. Zijn vinding was een
revolutie op pianogebied. De toon van
de vleugel werd er voller en krachtiger
door, won aan sonoriteit.
Mede door deze vinding was uitbrei
ding noodzakelijk. De nieuwe fabriek
die de Steinways lieten bouwen besloeg
een heel stratenblok in New-York. Hij
werd in 1860 geopend en bleef in ge
bruik tot 1910.
Ondanks de explosieve groei bleef de
firma toch het karakter behouden van
een familie-onderneming die het spreek
woord 'Eendracht maakt macht' hoog in
les (Karl) en Albert, de benjartiin, gingen
in dienst. Charles, die door zijn vader
was behoed voor dienst in het Duitse le
ger, zelfs vrijwillig. Zoiets geeft aan hoe
verknocht de Steinways waren aan hun
nieuwe vaderland, hoe belangrijk zij de
eenheid ervan vonden. In een militaire
parade verschenen ze met drie wagens,
waarop drie vleugels werden meege-
zeuld. Drie vleugels, toegedekt door de
Amerikaanse vlag.
Charles zou, evenals zijn broer Albert,
de burgeroorlog zonder kleerscheuren
doorkomen. Nog geen jaar na het einde
van die oorlog echter stierf hij na een be
zoek aan Duitsland aan typhus. Een
maand daarvoor was zijn broer Henry
aan tuberculose overleden.. De oude
Heinrich betwijfelde of hij het met zijn
twee jongste zoons Albert en William
zou kunnen redden. Hij liet zijn oudste
zoon Theodore overkomen.
In 1859 had Henry al aan zijn broer
Theodore geschreven dat het 'unbedingt
notwendig' was om pianovirtuozen te
gaan interesseren in hun vleugels. Zij
zouden immers hun instrument de nodi
ge bekendheid kunnen geven. Om die
musici naar Amerika te lokken werd in
1860 de Steinway Hall opgericht. Er wer
den talloze concerten gegeven, onder an
dere door het Weense Damesorkest, een
gezelschap dat een run op de toneelkij
kers teweeg bracht. Maar niet alleen de
muziek hield hier domicilie. In 1867 las
Charles Dickens er voor uit eigen werk
en tien jaar later moesten de eerste com
munisten tijdens een politieke vergade
ring hardhandig worden verwijderd.
Heinrich sr. stierf in 1871. In het jaar
daarop contracteerden de Steinways de
pianist Anton Rubinstein voor een tour
nee. Deze kunstenaar had niet zo'n hoge
hoed op van Amerika en stelde enkele
eisen die nu lichtehjk lachwekkend aan
doen. Zo liet hij bijvoorbeeld in het con
tract vastleggen dat hij niet in 'biertui-
nen' zou hoeven te spelen. Ook wat de
uitbetaling van zijn gage betreft had hij
nogal wat noten op zijn zang. Bankbiljet
ten of cheques vertrouwde hij niet. Nee,
hij moest worden betaald in gouden
munten. Toen hij de tweehonderddui
zend francs die zijn tournee opleverde
in deze munten kreeg uigekeerd, 'tilde
hij zich bijna een hernia.
Fonds
Een van de meest succesvolle tour
nees was die van de Poolse pianist Igna-
ce Jan Paderewski in 1891. Hij werd ge
contracteerd toen de Steinway Hall al
was gesloten en vervangen door Carne
gie Hall. Zijn optreden was een 'succes
fou'. De firma Steinway hield er meer
dan 15.000 dollar aan over. Met dit be
drag werd op instigatie van Paderewski
een fonds opgericht voor noodlijdende
Amerikaanse musici. Bovendien werd
het vanaf die tijd bij de Steinways tradi
tie om gratis vleugels af te staan aan be
kende pianisten, die voortaan uitslui
tend dit merk zouden bespelen.
Na 1870 begon Steinway ook op het
continent vaste voet onder de grond te
krijgen. Men was zich in de fabriek gaan
toeleggen op het bouwen van z.g. baby-
"Ik heb hem vastgespijkerd
aan de vloer, zodat ze hem
nooit meer kunnen
weghalen". Dat schreef
Walter Damrosch, in de jaren
dertig dirigent en directeur
van het New York Symphony
Orchestra, in een
kattebelletje aan Theodore
E. Steinway nadat de
bekende pianofabrikant bij
hem een vleugel had laten
bezorgen.
Steinway Sons.
De naam is in
de muziekwereld even
welluidend als de vleugel
zelf. Op alle concertpodia in
de wereld kan het
instrument worden
aangetroffen. De
wereldberoemde pianist
Vladimir Horowitz kreeg er
zelfs eens een per vliegtuig
achterna gestuurd omdat
stakende havenarbeiders in
Buenos Aires, waar hij moest
optreden, niet genegen
waren de piano van de
maestro uit het scheepsruim
te takelen.
In het Witte Huis behoort de
Steinway tot het vaste
meubilair. Om de zoveel jaar
wordt er door de firma een
nieuwe gratis afgeleverd.
Op zondag 17 mei zal in het
Philips
Ontspanningscentrum in
Eindhoven voor de zoveelste
keer een Steinway-concours
worden gehouden. Cees van
Hoore zag daarin aanleiding
in de geschiedenis te duiken
van 's wereld bekendste
pianomerk. Een verhaal over
doorzettingskracht en
ongebreidelde
ondernemingslust.
het vaandel droeg. 'People and pianos',
het in 1953 verschenen boek ter gelegen
heid van het honderdjarig jubileum, be
vat een foto waarop de woningen van de
Steinways uit die tijd zijn afgebeeld.
Drie huizen, opgetrokken uit rode bak
steen. Drie precies eendere huizen. Har
monie, tot het uiterste doorgevoerd.
Verknocht
De Amerikaanse Burgeroorlog ging
ook aan de Steinways niet voorbij. Char-
Aflevering van een Steinway ergens in India rond 1900.
De pianist Paderewski: reclame voor Steinway vleugels.