'Mijn laatste plaat
zal Beck-af heten'
Onvermoeibare Pia Beek (61) weet niet van wijken
ZATERDAG 2 MEI
EXTRA
IBULAG^/AJ^JE^^IDSCH^A^HEN^DAGB^D
PAGINA 21
Ze heeft de stem van iemand die zingt op de ochtend na de nacht ervoor,
maar ze is de nuchterheid zelve. Ze kan geen noot lezen en beroert de
pïanotoetsen als kopspijkers. Maar jnisschien wel juist daarom is ze een
rasartieste die sinds 1940 wereldwijd successen oogste. Halverwege de
jaren zeventig leek de accu zo langzamerhand leeg, maar Pia Beek zou Pia
Beek niet zijn als ze zichzelf weer niet had opgeladen voor een tweede fase
in haar bijna 50-jarige muzikale loopbaan. Thans springen de vonken er
weer als vanouds van af. Pia is Beek. En hoe. Op dinsdag 5 mei is ze een
uur lang te zien in een tv-special van de Avro. Gesprek met een niet te
temmen entertainer.
Haar naam leent zich uitstekend
voor woordspelingen en daarvan
heeft ze ook zelf altijd dankbaar
gebruik gemaakt tijdens haar
lange internationale carrière. Die
middag echter vindt ze er een die
wel zeer toepasselijk is. Tijdens
het gesprek komt ze er als vanzelf
op. „Ik kijk zelden om, meestal
vooruit", betoogt ze ergens vol
vuur. „Het is dus nooit 'look
back', maar 'back to the future'.
door Paul de Tombe
De kryptische woorden 'terug naar
de toekomst' zijn haar mond nog niet
uit, of ze heeft 'm al. „Beek to the fu
ture, verrek, dat is een hele goeie. Die
heb ik nog niet gebruikt en die
spreuk drukt eigenlijk alles uit. Met
een opschrijven; dat wordt de titel
van mijn nieuwe plaat".
Pia Beck ten voeten uit. Constant
bezig met haar vak, boordevol plan
nen nog. „Ik ben nu eenenzestig,
maar ik ga tekeer als een meid van
achttien", zegt ze, en over afscheid
nemen wil ze derhalve in het geheel
niet horen. Dat heeft ze al eens eerder
gedaan. „Stoppen zou heel fout zijn",
stelt ze op grond van die ervaring met
nadruk. „Ik heb nu meer succes dan
ik ooit heb gehad en ik zing en speel
veel beter dan vroeger. Daarbij vind
ik dat je zo lang mogelijk moet blij
ven doen wat je je hele leven hebt ge
daan. Dat geldt voor iedereen en met
alles. Ik ga dan ook door, zolang ik als
pianiste nog mensen kan entertai
nen".
Compliment
Dat laatste vindt ze zelf haar sterk
ste punt. Oscar Peterson mag haar
dan eren als 'de beste jazzpianiste van
de wereld', Pia Beek persoonlijk om
schrijft de artieste Pia Beek iets an
ders. „Ik vind dat het mooiste com
pliment dat ik ooit heb gehad, maar
ik heb nooit gepretendeerd een jazz
pianiste te zijn. Ik speel swingend
piano en hoe ik swing moet vertalen,
weet ik nog altijd niet. De swing
komt voort uit negerbloed, zigeuner
bloed, natuurtalent"-.
„Vroeger werd ik de Flying Dut
chess genoemd", verhaalt ze niet zon
der trots, „tegenwoordig heet ik de
Grand Lady of Entertainment. Ook
daar is geen goede Nederlandse ver
taling voor. Het is wat Liberace en
Victor Borge deden en doen. Die
stijl".
Ze vertegenwoordigt als zodanig
een uitgestrekt muziekgebied, is in
Nederland en Europa altijd zonder
concurrentie gebleven en heeft na
haar come-back in 1975 en de revival
van dat genre weer net zoveel werk
als in de hoogtijdagen van haar glan
zende loopbaan. Zo'n 150 concerten
gaf ze sinds vorig jaar zomer. „Te veel
van het goede", vindt ze ook zelf,
„daarom ben ik nu aan het miniseren
en selecteren. In elk geval geen
nachtclubs meer, maar alleen nog de
krenten uit de pap. De leuke dingen.
Een tournee naar Bangkok, met za
terdag (vandaag dus) een Oranjebal
in de Nederlandse ambassade en zon
dag een privéconcert voor de koning
in zijn paleis. Een tv-special van een
uur op 5 mei, een cruise in de zomer
naar de Noorse fjorden. Elk jaar een
schouwburg-tournee - ditmaal 'Hap
py songs are Beck again'- het North
Sea Jazzfestival, de festivals in Loos-
drecht, Zandvoort en het cultureel
centrum in Amstelveen. Daar kom ik
al twaalf jaar en dat word ik echt
nooit moe".
Gouden plaat
Zevenenveertig jaar al is ze bezig,
Pia Beek. Vijfenveertig langspeelpla
ten heeft ze gemaakt en talloze
singles („ook op de 78 toeren nog").
Miljoenen zijn ervan verkocht, pas
onlangs kreeg ze haar eerste gouden
lp, met inscriptie. Voor haar hele re
pertoire. „Eén voor alles, alles voor
één", waarmee wat haar betreft een
stukje onrecht is uitgewist. Het on
recht dat anderen wel goud en platina
bij de vleet krijgen. „Maar dat stelt
niks meer voor. Een gouden plaat
krijg je tegenwoordig al wanneer de
maatschappij dat wil. Ik had er twin
tig moeten hebben, maar in mijn tijd
kreeg je ze niet zo gemakkelijk. Daar
om vind ik deze toch mooi, want ik
heb er echt wat voor gedaan".
Nog altijd kan ze geen noot lezen,
maar ze vierde wel successen met
The Millers, zette achttien zomers
lang Scheveningen op z'n kop in de
Vliegende Hollander en veroverde
Amerika. In witte stola stond ze april
1956 op voorpagina van Time Magazi
ne, ze trok over de hele wereld („al
leen in China en Japan ben ik niet ge
weest") en ging om met de groten der
aarde. Ze kwam altijd terug.
„In mijn hart ben ik door en door
Nederlandse en ik hou van mijn
land", zegt ze. „Misschien is door die
heimwee mijn internationale carrière
een beetje bedorven, vooral in de tijd
dat ik het in Amerika maakte. Maar
daar heb ik geen seconde spijt van ge
had. Ik zou misschien een echte we
reldster zijn geworden, maar ach, wat
is een wereldster. Er zijn niet veel
mensen die niet van mijn bestaan af
weten. Ik sta in elke encyclopedie. Ik
vind dat ik het goed heb gedaan. In
Amerika voelde ik me nooit echt
thuis".
In Spanje wel. Daar woont ze al 22
jaar, maar ze wipt met grote regel
maat met haar vriendin over. Naar
haar stek in Noord wijk. Een apparte
ment bij Huis ter Duin. „Een zalig
plekje, bovenop het duin. Uniek in
Nederland". Vergezeld van haar onaf
scheidelijke hond Bianca praat ze er
in het restaurant. Aanvankelijk terug
houdend, later met wat meer overga
ve, hoewel ze een stevige kou heeft
gevat en haar stem moet sparen.
Over haar privé-leven laat ze weinig
meer los dan dat ze al 34 jaar samen
leeft met haar vriendin Marga, die
haar „een vaste thuishaven met kin
deren en kleinkinderen" heeft be
zorgd. Verder gaat ze niet op haar na
tuur in, ze wil niet meer provoceren.
„Privé heeft die me genoeg kwaad ge
daan. Maar ik ben zoals ik ben en dat
hebben ze maar te accepteren. Ik ben
ook niet van plan mezelf te verande
ren. Verder heeft het trouwens maar
weinig problemen gegeven. Nooit
heeft iemand er iets van gemerkt,
want op het toneel zie ik er bijzonder
vrouwelijk uit".
Mannelijk
Als pianiste heeft ze wel een keihar
de mannelijke aanslag. „Vooral door
het spelen van al die boogie-woogies
ben ik ook heel erg sterk geworden in
mijn handen", lacht ze. „Ik heb een
keer een drummer bijna het zieken
huis ingeslagen. Hij beledigde me en
ik haalde keihard uit. En ik Spanje
heb ik drie straatrovers te pakken ge
nomen. Die hadden het tasje van
mijn vriendin gestolen. Ik ben erach
ter aan gegaan en heb het terugge
haald".
Genoemde voorvallen typeren niet
alleen haar kracht, maar ook haar
conditie. Ze is een gezondheidsfreak,
zwemt nog elke dag een kilometer en
heeft 20 jaar geleden de whiskyfles
afgezworen. „Voordien had ik er heel
wat geleegd, maar vanaf die tijd heb
ik de drank laten staan", zegt ze, nip
pend van haar koffie. Het hielp haar
'overleven' in het wereldje van drank
en drugs, die ze overigens verfoeide.
Ze bleef overeind door haar „sterke
karakter, mijn relatie met mijn vrien
din en mijn goede opvoeding. Ik heb
van huis uit een enorme dosis dege
lijkheid en discipline meegekregen".
En muzikaal talent uiteraard. Als
kind al bespeelde ze allerlei instru-
menten, maar toen ze zich wilde
scholen ging het mis. Na twee lessen
werd ze door haar leraar van het con
servatorium gestuurd. „Je hebt een
natuurtalent en dat moeten we niet
verprutsen". Sindsdien ging ze haar
eigen weg. Eigenzinnig en trots ging
ze af op veel hoogtepunten en dat ene
diepe dal, waarover zo dadelijk meer.
Met de Haagse Samoa-meisjes, The
Millers en sinds 1949 met haar eigen
trio. Ze hield Scheveningen achttien
zomers lang in de ban in de
Vliegende Hollander, kreeg een
staande ovatie bij haar eerste optre
den op Broadway en kende een glo
zettend veel voor. Dat kost kapitalen,
vandaar dat daarvoor bij de platen-
verkoop na mijn optredens altijd een
speciale bus klaar staat".
Louter gezien het aantal platen en
haar populariteit kan dat een aardige
bijdrage opleveren. „Waar ik optreed,
lopen de andere zalen vaak leeg",
merkt ze trots op. „Ik heb in Neder
land en Europa maar weinig concur
rentie en een tweede Pia Beek zie ik
niet snel komen. Die zou het heel erg
moeilijk krijgen, denk ik. Want zo' n
lange tijd haal je niet zomaar even
Ze maakt nog elk jaar een lp en om
de tien jaar bovendien nog een lang-
speler die teruggrijpt op een bepaal
de periode. 'Beck to the Fifties',
'Beck to the Sixties', in die trant. „En
straks krijgen we 'Beck to the AOW'
en mijn laatste plaat zal 'Beck-af he
ten".
Lekker bezig
Als het aan haar ligt is het nog lang
niet zo ver. „Ik heb in Amerika ge
leerd - zoals ik m Amerika heel veel
heb geleerd - dat je nooit afscheid
mag nemen. Kijk naar een man als Si
natra, die zul je dat nooit zien doen.
Je gaat gewoon door tot je vindt dat
je niet meer kan, en dat moment be
paal je zelf. Je bent toch geen Heintje
Davids, dat je drie, vier keer terug
komt en als je opgebaard ligt nóg een
keer afscheid neemt. Nee, dat mag je
je pubhek niet aandoen. Ik blijf ge
woon de legende die ik ben, en als ik
doodga laat ik de mensen toch wat
achter dat de moeite waard is".
Die stapel platen groeit nog steeds.
„Ik barst nog van de ideeën. Ik wil dit
jaar nog iets experimenteels uithalen.
Met een Hollandse tekst op een lied
van The Manhattan Transfer. De
hoofdmelodie wil ik samenzingen
met het Schevenings vrouwenkoor",
kijkt ze vooruit. „Ik ben lekker bezig
en ik wil voorlopig ook lekker bezig
blijven. Mijn optreden is ook niet zo
zeer aan leeftijd gebonden. Naarmate
ik ouder word, word ik beter. Met de
hulp van onze Lieve Heer wil ik in elk
geval mijn 50-jarig jubileum halen",
stelt ze gedecideerd. „Daarna zie ik
wel verder. Maar zolang ik dit kan
blijven doen, ga ik door en ik hoop
dat dat nog lang kan".
Nog één keer duikt ze in het verle
den. „Ik kende een pianist van 98 die
nog zijn eigen pianobar had in New
York. Huby Blake. Twee jaar later
zag ik hem in Londen op tv. Een dag
erna was hij dood. Dat zou heel mooi
zijn. Achter de piano heengaan".
Ze staat op en loopt weg. Beck to
the future.
rietijd in de VS als 'The Flying Dut
chess'.
Maar ze werd ook eenmaal uitgeflo
ten in het Parijse Olympia en ging
met haar eigen nachtclub in de jaren
zestig bijna failliet in Torremolinos.
Ze wilde er een zaak met internatio
nale allure. „En dat was het in het be
gin ook". Daarna ging het fout door
samenwerking met de verkeerde per
sonen. Ze moest een bedelgang naar
Holland ondernemen om aan 20.000
gulden te komen en moest twee jaar
lang avond aan avond in haar eentje
optreden om de zaak te redden. „Tan
te Leen-liedjes, 365 dagen per jaar.
Voor de Hollanders die de zaak had
den ontdekt. Die stonden al om 9 uur
voor de deur. Ik begrijp nu nog niet
hoe ik het heb volgehouden".
Geen keus
Tijdens het Leidse Key Town
kant'.
I: 'Entertainen is mijn sterkste
(archieffoto)
veningen, maar ze was ineens ver
dwenen. Ik was te goed vertelde ze
me later nijdig. Om het in haar eigen
woorden te zeggen: you played too
goddamned well. Wel erg compli
menteus, als je dat hoort. Maar het
mooiste compliment dat ik ooit heb
gehad kwam toch van Oscar Peter
son. Toen ik in de hoofdrol stond bij
Mies Bouwman kwam hij vertellen
dat hij mij de beste jazzpianiste van
de wereld vind. Dat stukje is eruit ge
knipt en komt ook in die tv-special op
5 mei".
Zelf is ze dan in Bangkok, een trip
die haar niet alleen muzikaal („de ko
ning is een enorme jazz-fan") char
meert. „Ik ga er ook heen omdat ik al
enige jaren Chinese pillen slik tegen
artrose, waardoor ik op den duur niet
meer zou kunnen spelen. Ik wil me
daar laten uitleggen hoe het komt dat
ik er zoveel baat bij heb".
„Die artrose is trouwens ook één
van de redenen waarom ik in Spanje
woon", zegt ze. „Niet voor dat make
laarskantoor. Dat staat er nog wel,
maar dat is een zaak in ruste. Mijn
vriendin en haar zoon zitten er wel in
de dierenopvang. Daar doen ze ont
Omdat ze geen keus had („ik moest
een gezin onderhouden") kwam ze er
doorheen, maar aan het einde van die
periode kon ze geen piano meer zien.
Ze verkocht haar club en wilde nooit
meer spelen. Financieel kwam ze
toch weer in goede doen met de pre
sentatie van een radio-programma in
Spanje, het schrijven van reisgidsen
en ten slotte met een florerend make
laarskantoor. „Ik had 22 jaar geleden
misschien niet naar Spanje gehoe
ven", kijkt ze nu terug, „maar het was
de Beatle-tijd en de tijd van de Ita
liaanse orkesten in Nederland. Ik had
hier geen werk meer. Het is ondanks
alles dus toch een goede stap ge
weest".
Dat bleek ook na haar come-back
in 1975. Teruggehaald naar Scheve
ningen door onder andere Seth Gaai-
kema, begon artistiek gezien haar
tweede jeugd. Ze moest steeds vaker
heen en weer vliegen, maar bleef toch
in Spanje wonen. Ze heeft er een ge
heel eigen reden voor. „Als ik hier
was gebleven, waren ze snel op me
uitgekeken geweest. Nu blijf ik een
attractie omdat de mensen me in be
perkte mate zien. Zo handelde ik
vroeger ook al, na drie maanden
moest ik weg. Voor de afwisseling,
maar ook met opzet. De grote fout
van alle Nederlandse artiesten is dat
ze veel te veel op tv zijn en dat ze ach
ter elkaar blijven optreden. Tot de
mensen er kotsmisselijk van worden.
Ik doe het bewust anders. Eén keer
per jaar op tv. Al het andere weiger
ik. Je moet een attractie blijven".
Ze was het lange tijd voornamelijk
door haar boogie-woogies en haar im
provisaties. Maar ook door haar ei
genzinnige karakter. Ze hield soms
gewoon op met optreden als de sfeer
haar niet beviel. Ze kreeg er de naam
door lastig en arrogant te zijn, maar
haar verklaring klinkt meer dan rede
lijk. „Als je het beste van jezelf geeft
en ze gaan en blijven dan onbeschoft
zitten praten, dan houd ik het voor
gezien. Maar tegenwoordig komt dat
niet meer voor. Ik treed niet meer in
Achter de piano heengaan, dat zou heel mooi zijn".
nachtclubs op en doe veel meer thea-
therwerk. En de mensen hangen aan
mijn lippen. Dat is gewoon griezelig".
Veranderd
Ook de smaak van het publiek is
veranderd, heeft ze gemerkt. „Het
louter oude nummers spelen is voor
bij. Het zijn niet alleen meer Pia's
boogies die ik ten gehore moet bren
gen, de mensen vragen veel meer
naar andere muziek. Ik trek ook veel
meer jongeren dan heel lang het ge
val is geweest. Men is moe, denk ik.
Moe van het popgebeuren en al die
schreeuwende bands. Dat is de jeugd
ook beu".
Ter illustratie gaat ze terug in de
tijd. Rotterdam, vorig jaar. „Ik wist
niet eens waar ik was, maar ik stond
er ineens op een bühne met laserstra
len. In een disco. Bleek dat er 3000
jongeren waren. Dolenthousiast".
Het deed haar denken aan haar Sche-
veningse tijd, met de Scheveningse
maatjes die door de ramen hingen en
meekeken en meeluisterden als zij
optrad. Ze nam nog een plaat met die
jongens op. „Destijds werd ik al gek
scherend de rattenvanger van Hame
ien genoemd. Nu ik ouder ben, sleep
ik ook weer veel jongeren mee".
Ze geniet ervan, kan na al die jaren
geen periode noemen die ze als de
mooiste tijd wil kenschetsen. „De
mooiste tijd is nu", stelt ze filoso
fisch. „Iedere dag, iedere maand en
ieder jaar heeft z'n eigen hoogtepunt.
Een tv-special maken, een plaat op
nemen een repertoire in elkaar zet
ten, ik vind het allemaal zalig. Ik vind
het mooi dat ik dit nog mag meema
ken, maar hoe moet ik nou andere
hoogtepunten noemen?"
Haar Amerikaanse periode mis
schien? Tenslotte trad ze in die tijd
op voor en met de grootheden uit de
muziekwereld. Eroll Garner, Ella
Fitzgerald, Ray Charles en wie al niet.
Zelf herinnert ze zich in eerste instan
tie alleen de auto die ze er heeft. „Een
prachtige wagen van 24 jaar oud.
Meegenomen uit Hollywood en altijd
bewaard, want auto's zijn mijn twee
de grote hobby". Dan haalt ze nog
een pikant voorval aan uit die jaren.
Na een optreden wilde ze naar Billie
Holiday gaan luisteren. „Maar ze was
dronken en zat in de kleedkamer.
Haar musici vroegen of ik wat wilde
zingen en ik vond het leuk om een
nummer van haar te doen. Lover
man. Daar was ze zo woedend over
dat ze later in de kleedkamer een
whiskeyfles naar mijn hoofd smeet.
Ik had te goed gezongen".
De beste
Iets dergelijks overkwam haar nog
een keer. Met de negerpianiste Mary-
Lou Williams, die ze echt bewonder
de. „We speelden samen op een zoge
heten black and white show in Sche-