De wederopstanding van Guernica
Terreurbombardement pas na vijftig jaar publiekelijk herdacht
ZATERDAG 25 APRIL 1987
EXTRA
PAGINA 25
Morgenmiddag om
drie uur zullen de
Basken een minuut
stilte in acht nemen.
Daarmee willen zij de
meer dan 1600
slachtoffers
herdenken die op 26
april 1937 bij een
bombardement op de
stad Guernica om het
leven kwamen. De
chef-staf van het
Duitse Condor-legioen
die voor deze
gruweldaad
verantwoordelijk
was, ontkende
destijds in alle
toonaarden iets met
het bombardement
van doen te hebben.
En generalissimo
Franco deed er nog
een schepje bovenop.
"Guernica werddoor
In communiqués van de Spaanse
generaals, die in de zomer van 1936
tegen de republikeinse regering in
opstand waren gekomen, heette het
dat Guernica door de Basken zelf
was verwoest. Verschroeide aarde-
tactiek, verkondigde men, en zo
wasten zij hun handen in onschuld.
door
Jan van Lieshout
In feite was de Heilige Stad der Bas
ken door het Duitse Condor-legioen ge
bombardeerd. Drieënveertig bommen-"
werpers en gevechtsvliegtuigen hadden
die middag tussen siësta en pantoffelpa
rade maar liefst 50.000 kilo brand-, bri
sant- en splinterbommen boven de stad
uitgeworpen. Het was een aanval vol
gens het evangelie van Giulio Douhet,
de Italiaanse luchtmachtgeneraal die in
zijn in 1921 verschenen handleiding II
Dominio dell'Aria had verkondigd dat
aanvallen op burgerdoelen achter de
frontlijn een effectief middel zouden zijn
om de weerstand van de vijand te bre
ken. De Duitsers, door generalissimo
Franco te hulp geroepen, testten deze en
andere strategische concepten in Spanje
uit. Voor hen was de Spaanse Burger
oorlog de generale repetitie voor de
Blitzkrieg die het Derde Rijk meer Le-
bensraum zou moeten verschaffen.
Eerst na vijftig jaar durven de Basken
de slachtoffers van het terreurbombar
dement op Guernica publiekelijk te her
denken. Onder de dictatuur van Franco
zou het niet zijn toegestaan. Maar Guer
nica is uit het Franquistische graf opge
staan en daarmee onderdeel van de
kruisweg die langs Rotterdam, Coven
try, Hamburg, Dresden, Hiroshima en
Nagasaki voerde.
Guernica ligt 33 kilometer ten oosten
van Bilbao. De hoofdstad van Spaans
Baskenkland staat er als Bübo beweg-
wijzerd. Het is de Baskische benaming.
Evenzo is Gemika de Baskische topo
grafische aanduiding van het stadje aan
de rivier Mundaca dat thans 18.000 inwo
ners telt. Het boemeltreintje van Bilbao
naar Bermeo, het schilderachtige vis
sersplaatsje aan de Golf van Bisc^je,
doet er precies een uur over. Een stoom
fluit waarschuwt de boeren in de bergen
voor naderend gevaar. Ze bewerken hun
land nog met ezel en kar. Op almen en in
naaldbossen grazen geiten en schapen.
Als vlaggemasten van de welvaart to
renen bouwkranen boven Guernica uit.
Fabrieken verdringen zich langs de
spoorbaan. De grootste is nog altijd de
wapenfabriek Astra-Unceta, waar toen
al - in 1937 - meer dan 500 mensen werk
ten.
Heilige Eik
Het knusse stationnetje dat uitzicht
biedt op de banken van Guernica, blijkt
een gewild rendez-vous van bedaagde
Basken die zweren bij de zwarte baret.
In het donkere wachtlokaal is slechts
één bank om op te zitten. De dienstrege
ling is met de hand geschreven.
Op een steenworp afstand ligt het park
met de palmen, waar het uitgaansleven
zich concentreert. In 1937 was daar een
markt waar boeren en vissers hun pro-
dukten afzetten. Moeders houden er
babbelend en breiend een wakend oog
op de schooljeugd. Jongens voetballen
er met colablikjes, meisjes springen
touwtje.
Zo luidruchtig als het in het hart van
Guernica toegaat, zo eerbiedig stil is het
een terras hoger waar de Heilige Eik van
Guernica staat. Een jonge boom nog die
de plaats innam van die waaronder eens
de oude en wijze mannen üit de boeren
republieken rond de Golf van Biscaje in
vergadering bijeen kwamen. Een stronk
wordt als relikwie tussen zuilen be
waard. Ernaast staat de Casa de Juntas,
het Baskische parlementsgebouw dat
door Baskische politie wordt bewaakt
en dat slechts met permissie van de
plaatselijke overheid toegankelijk is. Er
staan zestig zetels. Voorts hangen in de
vergaderzaal de portretten van de Heren
van Biscaje en de koningen van Spanje,
die onder de Heilige Eik zwoeren de pri
vileges en wetten der Basken te zullen
eerbiedigen.
Daarom ook kozen de Basken in 1832
partij voor de Carlisten, nadat de Carlis-
tische troonpretendent Don Carlos was
gepasseerd. Het werd ze noodlottig.
Door de Carlistische' oorlogen raakten
de Basken hun zelfstandigheid kwijt.
Verzet tegen de overheersing uitte
zich in ballades die door in het geheim
van dorp tot dorp trekkende trouba
dours ten gehore werden gebracht. De
ballade die balling Iparraguirre in 1853
over de Heilige Eik van Guernica
schreef en in een café in Madrid voor het
eerst voor verbannen Basken zong, vond
zo'n onthaal dat 'Gernikado Arbola' tot
Baskisch volkslied werd verheven.
Zelfstandig
Groot was ook de bijval voor het boek
waarin Sabino Arana y Goiri, zoon van
een Carlistisch officier, in 1883 de onaf
hankelijkheid van Baskenland bepleitte.
Prompt belandde hij in de gevangenis.
Eenmaal daaruit ontslagen, richtte hij in
een café in Bilbao de Baskische Nationa
listische Partij op die langs parlementai
re weg zou proberen tot een zelfstandige
Baskische staat te komen.
De Baskische vlag - een liggend rood
Andreaskruis op een groen veld met
daar doorheen een staand wit kruis -
ging uit toen de republikeinse regering,
die na het terugtreen van koning Alfon
so XIII in 1931 was gevormd, de Basken
in navolging van de Catalanen beperkt
zelfbestuur gaf. Het leidde tot een mon
sterverbond tussen de godsdienstige
Basken en de anticlericale republikei
nen die naar de wapenen grepen toen
Spaanse generaals op 17 juli 1936 een
staatsgreep pleegden, waarbij ze de
steun van monarchisten, fascisten en
clericalen kregen.
In de eerste van een lange reeks felle
radiotoespraken riep de in het zwart ge
klede communiste Dolores Ibarruri de
vrouwen van Spanje op met messen,
scharen en kokende olie mee te vechten
tegen de belagers van de Republiek.
„Het is beter staand te sterven dan ge
knield te leven", orakelde 'La Pasiona-
ria' (De Bewogene) die haar rede afsloot
met de woorden: „No pasaran!" - zij (de
nationalisten) zullen er niet door komen.
Het werd de strijdkreet van de republi
keinen die zich vooral aan nonnen en
priesters vergrepen.
In de strijd tegen deze bolsjewistische
barbarij koos Rome de zijde van de
Spaanse generaals, van wie generaal
Franco in september 1936 met het op
perbevel van de strijdkrachten werd be
last en met het hoogste politieke gezag
werd bekleed.
Gewillig
Francisco Franco was hoofd van het
Spaanse Vreemdelingenlegioen in Ma
rokko geweest en na de bloedige onder
drukking van de opstand van Asturische
mijnwerkers in oktober 1934 militair
commissaris op de Canarische eilanden
geworden. Gewillig was hij ingegaan op
het aanzoek van generaal Emilio Mola -
onder koning Alfonso het gehate hoofd
van de geheime politie en het brein ach
ter de putsch - om de leiding van het
Spaanse Afrikakorps op zich te nemen
dat met Duitse vliegtuigen naar het
Spaanse vasteland was overgevlogen.
Op 1 oktober 1936 werd Franco in Bur
gos als generalissimo geïnstalleerd.
Op dezelfde dag verleende de republi
keinse regering dé Baskische provincie
Vizcaya volledige autonomie. Binnen
een week had José Antonio Aguirre een
voorlopige regering gevormd. Ofschoon
de boeren, de mijnwerkers en de vissers
gebrekkig waren bewapend, had de mi
nister van defensie de beschikking over
46 infanteriebataljons waarvan er drie in
en rond Guernica waren gelegerd. Het
klooster van de Zusters van Liefde was
garnizoenshoofdkwartier, het klooster
van de carmelitessen militair hospitaal.
Nadat de opmars naar Madrid tot
staan was gebracht, richtte de aandacht
van de generaals zich op Vizcaya, door
haar rijkdom aan delfstoffen de indus
triële levensader van Spanje. Op 30
maart 1937 liep het ultimatum af dat ge
neraal Emilio Mola had gesteld. Als de
Basken hun wapens niet zouden neer
leggen zou heel Viscaya met de grond
worden gelijk gemaakt. Om die plannen
te kunnen uitvoeren kreeg hij het Con
dor-legioen ter beschikking. De ge
vechtsvliegtuigen van deze Duitse elite
eenheid werden daartoe in Vitoria gesta
tioneerd, de bommenwerpers in Burgos;
tachtig stuks in totaal. De Heinkels, Jun
kers en Messerschmitts hadden reeds
dood en verderf in Madrid gezaaid, eind
maart/begin april 1937 was Bilbao aan de
beurt, de stad die in een ijzeren ring van
afweergeschut was gevat. Doelwitten
waren verder wapenfabrieken en ver
keersknooppunten. Mochten deze doe
len om wat voor reden ook niet kunnen
worden aangevallen, dan moesten de
bommen maar blindelings worden ge
dropt, zo luidden de consignes.
Zonder erbarmen
Omdat de eerste bombardementen
niet het voordeel brachten waarop de
bevelhebbers hadden gehoopt, werd
Giulio Douhet er nog eens op nagesla
gen. Luchtterreur zonder erbarmen,
luidde het evangelie van de Italiaanse
luchtmachtgeneraal. Op 26 april 1937
werd daarom besloten om de Heilige
Stad der Basken aan te vallen.
Er bevonden zich vele vluchtelingen
in Guernica, dat toen 7000 inwoners tel
de. De markt had vele boeren en vissers
uit omliggende dorpen samengebracht.
Gretig graaiden vrouwen in het markt-
goed en vergaapten kinderen zich aan de
levende have.
Omstreeks half vijf luidden de klok
ken van de Santa Maria. Er was luchtge-
vaar. Luttele seconden later klonk een
doffe plof. Pal voor het station, waar vele
vluchtelingen op de trein naar Bilbao
wachtten, was een bom ingeslagen. Ar
men, benen en hoofden slingerden door
de lucht. Alom was er gekrijs en gekerm.
Terwijl de hulpverlening nog in volle
gang was, doken de Heinkels-111 van
het experimentele eskader van het Con
dor-legioen op de stad. Omdat ze geen
luchtafweergeschut hadden te duchten,
zoals voorvlieger en commandant Ru-
dolf von Moreau had vastgesteld, kon
den de bommen van geringe hoogte
worden afgeworpen. In de hel van bran
dende kramen vonden vele mensen en
dieren de dood. Met machinegeweren
openden Messerschmitts het vuur op de
burgers die in paniek een heenkomen in
bossen en grotten probeerden te vinden.
Dat deden ook de tweedekkers (Hein-
kels-51) die even over half zes hun bom
men afwierpen. Ofschoon huizen reeds
brandden als fakkels, stegen om zes uur
in Burgos nog eens 23 Junkers-52 op
met aan boord 45.000 kilo brand-, brisant
en splinterbommen waarmee de Heilige
Stad der Basken in een alles verzengen
de vuurzee werd herschapen. De dag des
oordeels leek aangebroken.
Massagraf
Eerst om half acht 's avonds konden
overlevenden branden blussen, opgeslo-
tenen bevrijden, gewonden uitgraven en
lijken bergen. Als puzzels moesten licha
men in elkaar worden gepast.
De nationalisten, die de volgende dag
Guernica binnenrukten, dolven een
massagraf buiten het kerkhof. Ze ge
doogden geen begrafenisplechtigheid.
Hoeveel slachtoffers er waren gevallen
kon zodoende nooit exact worden vast
gesteld. Te minder daar zich vele vluch
telingen en marktgangers in Guernica
ophielden. Maar algemeen wordt aange
nomen dat het er meer dan 1600 zijn ge
weest. Voorts waren er meer dan 900 ge
wonden. De stad wred voor driekwart
verwoest.
Opmerkelijk was dat de Heilige Eik en
het Baskisch parlementsgebouw, de wa
pen- en munititiefabrieken en de brug
over de Mundaca gespaard waren geble
ven. Met een bombardement van de
brug hadden de oostelijke invalswegen
kunnen worden afgekurkt. Dat het niet
gebeurde was voor neutrale waarnemers
een bewijs dat het bombardement
slechts een experimentele gruweldaad
was geweest.
Ofschoon ooggetuigen Duitse vliegtui
gen hadden waargenomen en vele nog
onontplofte bommen van Duitse makelij
waren, ontkende luitenant-kolonel Wol
fram Freiherr von Richthofen, de chef
staf van het Condor-legioen, doodleuk
dat zijn vliegers Guernica hadden ge
bombardeerd. Het slechte weer had de
toestellen aan de grond gehouden.
„Zorg er alstublieft voor dat Franco
duidelijk en scherp ontkent dat Duitse
vliegers Guernica aanvielen", seinde
Joachim von Ribbentrop, de Duitse am
bassadeur in Londen, aan het ministerie
van buitenlandse zaken in Berlijn.
„Guernica werd niet door mijn lucht
strijdkrachten gebombardeerd. Het
werd door de Basken zelf met vuur en
benzine vernietigd", luidde het persbe
richt dat Franco op 5 mei 1937 liet uit
gaan.
Picasso
Het meest vernietigende wapen dat te
gen deze (zelfs door de Osservatore Ro
mano verspreide) leugens in stelling
werd gebracht, was een schilderij van
Pablo Picasso. De beeldende kunste
naar had Franco reeds in monsterachti
ge gedaanten afgebeeld. De republikei
nen vroegen hem voor het Spaanse pa
viljoen op de Parijse wereldtentoonstel
ling een muurschildering te maken.
Guernica inspireerde Picasso. Als een
bezetene ging hij aan de slag. Binnen
een maand was zijn 'Guernica' gereed.
Als geen ander portretteerde Picasso
het monsterachtige van de oorlog. Om
de tragedie nog sterker te doen uitko
men schilderde hij slechts in sombere
zwarten, witten en grijzen.
Centrale figuur is een gewond paard
dat het hoofd stuiptrekkend van angst
opricht; onder de hoeven een gesneuvel
de krijger. Links een briesende stier die
de kop verbijsterend in de schroef gooit;
aan de poten een vrouw met een dood
kind in de armen. Rechts drie vrouwen
die in paniek de hel van Guernica trach
ten te ontvluchten.
„Slechts de vijand ontbreekt, een lacu
ne met een huiveringwekkende beteke
nis", concludeert Lael Wertenbaker, ge
wezen correspondente van Time en Life
in Parijs in haar boek 'De wereld van Pi
casso'. „Immers voor de slachtoffers van
een moderne oorlog blijft de vijand on
persoonlijk en anoniem".
Een storm van kritiek stak op toen het
schilderij op de wereldtentoonstelling in
Parijs werd getoond. De opbrengst van
de exposities die volgden, bestemde Pi
casso voor de republikeinen.
Dictatuur
Zij redden het niet in de strijd tegen de
nationalisten. Na Bilbao viel Barcelona
en op 28 maart 1939 hield Franco zijn in
tocht in Madrid. Spanje kreeg een dicta
tuur van fascistische signatuur. Uitin
gen van nationalistische gevoelens wer
den niet langer geduld. Ook werd de
Baskische taal in nieuwsmedia en op
scholen verboden.
In een sfeer van repressie, waarin ook
voor Baskische priesters geen genade
bestond, begon de wederopbouw van
Guernica. De San Juan. waarin vooral
de paupers kerkten, werd niet her
bouwd. De markt werd verplaatst en
overdekt. De fronton, die de beste Bas
kische kaatsers in competitie had ge
bracht, herrees aan de weg naar Bermeo.
Hotel Julian nabij het station werd
bankgebouw. Ervoor in de plaats kwa
men twee nieuwe hotels en enkele res
taurants met een royale keuze aan vis op
de menukaart.
Slagveld-toerisme bleef uit. Een ge
denkteken voor de slachtoffers van de
26ste april 1937 werd niet gedoogd. Al
leen voor de slachtoffers die aan de zijde
van Franco waren gevallen, kregen een
kruis op het kerkhof. Uit angst voor
Franco sloten de burgers van Guernica
een wapenstilstand met hun geweten.
Dat veranderde toen Franco in 1975 op
82-jarige leeftijd overleed en Juan Carlos
als koning van Spanje werd beedigd. Hij
herstelde de democratie en de Spaanse
regering kwam in 1979 met een Baskisch
statuut waarin beperkte zelfstandigheid
van Spaans Baskenland is geregeld. Het
kreeg een eigen politie-apparaat dat met
rode Baskische baretten werd uitge
monsterd, en het mocht het Baskisch
weer als voertaal gebruiken. Prompt
werden de 'calles' (straten) 'kaleas' en
werd een straat in Guernica tot Pablo Pi
casso Kalea herdoopt.
Overleden
De schilder was in 1973 op 91-jarige
leeftijd overleden. Hij had beschikt dat
zijn Guernica pas naar Spanje zou mo
gen terugkeren als de democratie zou
zijn hersteld. Zo kwam het dat op 10 sep
tember 1981 Picasso's Guernica aan
Spanje werd teruggegeven. Het schilde
rij zou een plaats krijgen in het Prado te
Madrid, maar belijdende Basken vinden
dat het in Guernica thuis hoort. Het Bas
kische parlementsgebouw is in hun
ogen de aangewezen plaats. In de Casa
de Juntas komt ook de gedenksteen
voor de slachtoffers van het terreurbom
bardement, die op 26 april zal worden
onthuld.
Om de 50ste veijaardag niet onge
merkt te laten voorbijgaan werden twee
comités opgericht: een van gemeente
wege en een door het volk. „In dat volks
comité zitten politici, cultuur- en sport
beoefenaren", aldus Maria José Urkidi
(24) die het secretariaat in Guernica be
mant. Het eigenlijke secretariaat zetelt
in het Franse Bayonne.
De comités presenteerden zich door
middel van affiches. Het gemeentebe
stuur van Guernica schreef daartoe een
prijsvraag uit. Winnaar José Julio Arre-
gui wist zich geïnspireerd door de witte
duif, die de hel van Guernica trotseerde
om haar jongen bij te staan. „Duif en ei
keblad symboliseren ons Baskenland",
vertelt de 34-jarige kunstenaar uit Gas-
teiz (Vitoria).
Het affiche van het andere comité ver
toont de contouren van Picasso's Guer
nica: het symbool van de vrede en van
de souvereiniteit van het Baskische
volk, zo vermeldt de begeleidende tekst
in verschillende talen. Het volkscomité
heeft duidelijk voelingen en contacten
met de Baskische afscheidingsbeweging
die inmiddels in vele partijen is versplin
terd. Er zijn er die langs vreedzame weg
hun doel trachten te bereiken, maar er
zijn er ook die dit met geweld proberen.
De meest beruchte is de ETA, de Euzka-
di ta Azkatazuna (vertaald: Baskenland
en Vrijheid). Eind maart en begin april
eiste de ETA nog aanslagen in Barcelona
op. Zij heeft het vooral op de Guardia
Civil gemunt.
Vredelievend
„Toch zijn wij Basken een vredelie
vend volk", verzekert VW-directrice
Aintzane Egilior (25). Bij een referen
dum in maart van het afgelopen jaar zei
75 procent van de inwoners van Guerni
ca 'nee' tegen de Navo. Vandaar ook het
ijveren van beide comités om Guernica
als symbool van de vrede te consolide-
Behalve een gedenksteen zal morgen
een vredesmonument worden onthuld.
Het wordt een ronde muur met een gat
erin, dat uitzicht biedt op het Baskisch
parlementsgebouw en de Heilige Eik.
Met concerten en tentoonstellingen
zal worden benadrukt dat Guernica nog
steeds het culturele centrum van Bas
kenland is. Onder meer zullen de teke
ningen worden tentoongesteld die kin
deren uit Guernica van het terreurbom-
bardement maakten. In feite verbeeld
den zij de overlevering van ouders en
grootouders.
Voorts worden beelden van de ver
woestingen in Hiroshima en Nagasaki
getoond. „Guernica was het begin, Hi
roshima en Nagasaki het einde van de
Tweede Wereldoorlog", aldus Ricardo
Abaunza (31), directeur van het cultureel
centrum van Guernica.
„Daarom is het zinvol dat de geschie
denis van het bombardement op Guerni
ca voor het nageslacht wordt vastge
legd", vindt Victor Zarrabeitia (26), de
kabinetschef van de burgemeester van
Guernica. Te meer daar er uit angst voor
de Franquisten veel is verdrongen. Er
komen foto's boven water waarvan nie
mand het bestaan wist.
De 50-jarige herdenking van het Duit
se terreurbombardement is voor Guerni
ca daarom een wederopstanding uit het
Franquistische graf. En de Franquisten
van Guernica - volgens schattingen van
gemeenteambtenaren slechts 0,5 pro
cent - zij zwijgen als het graf.
De communiste Dolores Ibarurri bezocht in 1981 het Prado in Madrid waar Picasso's aanklacht voor het eerst
publiekelijk werd getoond. Zij riep destijds de vrouwen van Spanje op om met messen, scharen en kokende olie mee
te vechten tegen de nationalisten.
Picasso's 'Guernica': vernietigend wapen tegen de leugens die door Franco, de Duitsers en ook nog het Vaticaan over het terreurbombardement werden verspreid.