Verkrachte mannen
J 'v -
m
Anne Frank is in mij tot leven gekomen'
Denkwijzer
Onze taal
ij-
Miep Gies doet eindelijk een boekje open over haar belevenissen in bezettingstijd
ZATERDAG 25 APRIL 1987
EXTRA
PAGINA 23
„Ik ben geen held. Ik sta aan het eind van een heel
lange rij goede Nederlanders die hebben gedaan
wat ik heb gedaan of meer - vee! meer - gedurende
die donkere, vreselijke jaren...". Zo begint Miep
hoofdpersonen uit Anne Franks dagbo
4 -
door René Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden
Criminaliteit is niet het dubieuze voor
recht van de mannelijke bewoners van
deze planeet. Stelen, oplichten, het ple
gen van valsheid in geschrifte, het komt
ook allemaal bij vrouwen voor, zij het
aanzienlijk minder vaak. Ook misdaden
waarbij geweld in het spel is, zoals over
vallen, terreurdaden en moord, worden
wel eens door vrouwen begaan. Maar het
verschil met mannen is hier nog vele ma
len groter dan bij de kleine criminaliteit.
Hoe zit dat, zo kan men zich afvragen,
met aanrandingen en verkrachtingen?
Worden zulke agressieve misdaden ook
wel door vrouwen jegens mannen be
gaan?
Alleen al de suggestie dat mannen
door vrouwen verkracht kunnen worden
roept bij vele mensen ongeloof of scham
pere commentaren op als: "Heeft die
vent even geluk gehad". Afgaande op be
richtgeving in de media en ook in de we
tenschappelijke tijdschriften krijgt men
inderdaad de indruk dat verkrachting
iets is dat alleen mannen, en helaas niet
zelden, met vrouwen doen. Het omge
keerde lijkt nauwelijks te bestaan. Als
het al bestaat. Toch is die indruk onjuist.
Het komt voor dat vrouwen mannen sek
sueel misbruiken of mishandelen. Maar
we weten niet of het een betrekkelijk zeld
zaam verschijnsel is of iets dat vaker ge
beurt. In elk geval is het een verschijnsel
dat zowel in primitieve als moderne sa
menlevingen is vastgesteld. De antropo
loog Malinowski beschreef ooit een ei
land waar vrouwen mannen seksueel
misbruikten en verkrachtten. Voordat u
besluit mij te schrijven om te vragen hoe
u op dat eiland komt, is het misschien
nuttig om te weten dat de vrouwen de
verkrachte mannen na afloop om het le
ven plachten te brengen.
De Amerikaanse sexuoloog Masters
heeft in de afgelopen jaren enige studies
gepubliceerd over door vrouwen ver
krachte mannen. Hoewel het aantal ge
vallen waarop die studies gebaseerd zijn
betrekkelijk klein is - enkele tientallen -
meent Masters dat er veel meer gevallen
moeten zijn. Maar mannen praten er vol
gens hem niet over, omdat hun ego een
dergelijke vernederende ervaring niet
verdraagt. Uit de studies blijkt in elk ge
val dat de gevolgen van verkrachting bij
mannen sterk overeenkomen met de pro
blemen die bij vrouwen na verkrachting
worden gezien. Die gevolgen zijn onder
andere impotentie (die soms vele jaren
kan voortbestaan), een gebrek aan sek
sueel verlangen, een sterke afkeer van
sex (zich soms zelfs uitend in misselijk
heid en braken), en sterk depressieve ge
voelens en gevoelens van minderwaar
digheid en abnormaal zijn. Opmerkelijk
is dat mannen met een verkrachtingser
varing hun huidige seksuele problemen
zelden met die ervaring in verband breng-
gen. Als ze bij een psycholoog of psychia
ter in behandeling zijn voor hun seksuele
problemen, blijken ze ook daar de groot
ste moeite te hebben over die ervaring te
spreken.
Toch zijn hun ervaringen vaak heel bi
zar en traumatisch. Enkele voorbeelden.
Een 27-jarige gescheiden vrachtwagen
chauffeur pikte een vrouw op in een bar,
en bracht met haar in een hotel de nacht
door. Toen hij de volgende morgen wak
ker werd, was hij met handen en voeten
aan de bedspijlen vastgebonden, gekne
veld en had een blinddoek voor. In de
daarop volgende 24 uur werd hij her
haaldelijk gedwongen gemeenschap te
hebben met een viertal vrouwen. Hij
werd regelmatig bedreigd met castratie
met een mes als hij zijn erectie niet kon
houden en werd op allerlei manieren met
woorden vernederd. Nadat hij door an
deren was gevonden en bevrijd, slaagde
hij er niet meer in een normale seksuele
verhouding met een vrouw te hebben.
Toen een volgende huwelijk mede om die
reden dreigde te mislukken zocht hij pro
fessionele huln.
Een 37-jarige man werd door twee
vrouwen met een pistool aangehouden,
in een verlaten gebouw geduwd, ont
kleed, vastgebonden en gedwongen ge
meenschap en orale (met de mond) sex
met ze te bedrijven. Vervolgens werden
zijn geslachtsdelen verminkt en werd een
voorwerp in zijn endeldarm gestoken als
gevolg waarvan hij het bewustzijn ver
loor. Tweeëneenhalf jaar lang zocht hij
geen enkele seksuele toenadering meer
tot zijn vrouw en raakte volledig over
zijn toeren als zij toenadering tot hem
zocht.
Een 17-jarige jongen, die uit picknic
ken ging met een oudere vrouw en twee
getrouwde stellen werd door de mannen
vastgehouden terwijl de drie vrouwen
hem ontkleedden, hem masturbeerden en
orale sex met hem bedreven. Verder werd
hij door ze uitgelachen en vernederd als
"een man die weinig voorstelt". Negen
jaar lang ging hij ieder seksueel contact
uit de weg. Deze voorbeelden wijzen
trouwens op de onjuistheid van het idee
dat angst het voor een man onmogelijk
maakt een erectie te krijgen of te houden
wanneer hij wordt aangevallen of be
dreigd. De meeste van de slachtoffers die
Masters onderzocht spraken van angst,
paniek en verwardheid tijdens de aan
randing. Ondanks deze gevoelens had
den zij erecties en een aantal van hen
zelfs zaadlozingen. Pas achteraf ontwik
kelden zij angst voor sex en bleken ze im
potent bij hun eigen partners.
Hoe is het mogelijk dat deze mannen
onder dwang toch gemeenschap konden
hebben, terwijl ze bij hun eigen partner
impotent werden? Masters meent dat
de mogelijkheid van wat hij 'masochisti
sche prikkeling' noemt, niet bij voorbaat
uitgesloten moet worden. Hij bedoelt
eu.
UI.
oe
DOOR JOOP VAN DER HORST
Voorspellen is moeilijk. Niemand kan
zeggen welke nieuwe woorden volgend
jaar onze taal zullen binnenkomen. Wel
is het soms mogelijk om te voorspellen
dat er voor iets een woord zal komen.
Wanneer in de taal een gat zit, een
open plek, wanneer we voor iets be
langrijks geen goed woord hebben, dan
is het bijna zeker dat er binnenkort een
woord voor komt.
Zo durf ik te voorspellen dat wij spoe
dig een goed woord zullen hebben voor
euthanasie plegen. Want deze aandui
ding is niet langer bruikbaar. Bij plegen
hoort nu eenmaal iets wat slecht is: een
misdaad plegen, een moord plegen, on
tucht, echtbreuk, een aanslag, een
dwaasheid, fraude, een inbraak, ver
raad, verzet, een strafbaar feit. Kortom,
wat gepleegd wordt is allemaal niet zo
mooi. Overleg plegen is een van de wei
nige uitzonderingen. Abortus plegen
hoort ook in de rij maar toen het alge
meen niet meer als slecht gezien werd
kregen we dan ook prompt het woord
aborteren. Dat klinkt meteen een stuk
minder misdadig.
Euthanasie plegen, en dan nog wel
op iemand (Amsterdamse artsen heb
ben op ongeveer tien aidspatienten eu
thanasie gepleegd), is een uitdrukking
die hoort bij een voorbije tijd. Euthana
sie stond in het rijtje strafbare feiten, het
was iets wat men pleegde. Nu het maat
schappelijk meer en meer aanvaard
wordt, hier en daar zelfs wordt verde
digd en gepropageerd, moet er een an
dere benaming voor komen.
Kees van Kooten heeft een fijne neus
voor dit soort gaten in de taal. Hij heeft
al eens in een televisie-uitzending ge
sproken over de euthanasie bedrijven
met iemand. Maar dat roept gedachten
op aan de liefde bedrijven, wat in dit
verband weer ongewenst is.
Soms schrijft een krant over doen in
slapen. Zo'n verbloemende omschrij
ving is echter ook iets uit de tijd dat het
eigenlijk niet mocht. Je moest maar be
ter niet hardop vertellen wat er gebeurd
was. Tegenwoordig is het anders: wij
willen gewoon kunnen zeggen wat er
gebeurt, zonder het te verbergen of het
in de misdadige hoek te trekken.
Vandaar dat ik durf te voorspellen dat
we binnenkort in de Nederlandse taal
een woord zullen hebben voor euthana
sie plegen op iemand. Welk woord zal
het worden? Ik hoop dat het niet eutha
naseren wordt. Met aborteren ben ik al
niet zo gelukkig, maar euthanaseren
zou ik een onding vinden.
Wat zou een geschikt woord zijn voor
euthanasie plegen? Ik heb er lang over
nagedacht zonder een ideale oplossing
te vinden. Je zou kunnen denken aan
termineren. Dat heeft het voordeel dat
het al bestaat en dat het aansluit bij be
staande woorden. We hebben namelijk
ook al een woord terminaal. Terminale
zorg is zorg voor mensen in de eindfase
van hun leven. Ook bestaat het zelf
standig naamwoord terminalen voor
mensen in het allerlaatste levenssta
dium. Termineren betekent 'beëindigen'
en het zou heel goed in het bijzonder
het gewenst beëindigen van het mense
lijk leven kunnen gaan betekenen.
Dat termineren nogal clean klinkt en
nogal officieel of ziekenhuisachtig is,
komt doordat het een geleerd woord is.
Dat kun je zowel een voordeel als een
nadeel noemen. Vanuit de artsen en het
verplegend personeel bezien is het een
voordeel. Voor de persoon zelf en voor
familie en vrienden is het een nadeel.
Wie liever een helemaal Nederlands
woord zou willen moet eens serieus
denken aan uitzorgen, afplegen of ont-
plegen.
daarmee dat sommige mannen juist ge
stimuleerd worden door het geweld dat
op hen wordt gepleegdMaar hij vindt
het waarschijnlijker dat voor bepaalde
mannen seksuele gemeenschap met een
gekozen partner meer spanningverwek
kend kan zijn dan verkrachting. Dat
komt mogelijk omdat sex met een geko
zen partner sterke twijfels aan 'hoe goed
of hoe bevredigend men als minnaar is'
kan oproepen. Bij een verkrachting kan
de angst over het hebben en houden van
een erectie in het niet zinken vergeleken
bij de angst lichamelijk mishandeld te
worden. Het is mogelijk dat de paniek
van het slachtoffer in feite de seksuele po
tentie verhoogt. Uit ander onderzoek is
bekend dat emoties als angst, woede en
pijn onder bepaalde omstandigheden
seksueel stimulerend kunnen werken.
Juist het feit, dat ze seksueel potent wa
ren tijdens de verkrachting, was bij nog
al wat slachtoffers een oorzaak voor hun
latere impotentie. Ze hadden het idee dat
ze seksueel potent hadden gereageerd in
situaties waarin een normale man impo
tent zou zijn geweest. Met als gevolg dat
ze zichzelf als abnormaal gingen zien en
aan hun mogelijkheid tot normale sex
begonnen te twijfelen.
Hetzelfde zien we overigens bij vrou
wen die ernstig in de war raken door het
feit dat ze, zoals kan gebeuren, tijdens
een verkrachting een orgasme krijgen.
Een belangrijk verschil tussen verkrach
te mannen en vrouwen is wel, dat man
nen nooit schuld voelen of er de schuld
van krijgen dat ze zelf de verkrachting
zouden hebben uitgelokt. Iets dat vrou
wen vaak ten onrechte wordt aangewre
ven. Het zou zelfs wel eens zo kunnen
zijn, dat als een man zou mogen geloven
dat hij vrouwen tot zulk vergaand ge
drag als verkrachtig heeft verleid 'om
hem maar te krijgen', hij zich nog enigs
zins gestreeld zou kunnen voelen ook.
Reacties op deze rubriek naar LeidschJAl-
phens Dagblad, Postbus 54,2300 AB Leiden.
Nooit eerder heeft mevrouw Gies zo
uitvoerig haar belevenissen in be
zettingstijd willen vertellen als in
het boek 'Herinneringen aan Anne
Frank' dat binnenkort zal verschij
nen. Als hoofdrolspeelster in wel
licht 's werelds bekendste oorlogs
boek is ze vele malen door uitgevers
en journalisten benaderd, maar zij
schuwde de publiciteit.
door Rimmer Mulder
Ze maakt niettemin een goeie kans nu
toch snel uit te groeien tot Nederlands
bekendste verzetsvrouw, want de grote
Amerikaanse uitgeverij Simon and
Schuster wil van haar boek snel een
bestseller maken. Het verschijnt meteen
in het Engels, Duits, Frans en Neder
lands. Het verhaal is uit de mond van
Miep Gies (in het dagboek door Anne
Frank aangeduid met de schuilnaam
Miep van Santen) opgeschreven door de
Amerikaanse publiciste Alison Leslie
Gold. Zij kwam aanvankelijk alleen
maar naar Amsterdam voor een inter
view, maar ging na lang praten met ge
noeg materiaal voor een flink boek te
rug.
Overhoop gehaald
Miep Gies vertelt hierin onder meer
hoe zij zelf op 4 augustus 1944 het dag
boek van Anne vond. Dat was de dag
waarop de acht bewoners van de kamers
achter het kantoorpand Prinsengracht
263 in Amsterdam, nu over de hele wer
reld bekend als het Achterhuis, waren
afgevoerd: Otto Frank, zijn vrouw en-
dochters Margot en Anne, het echtpaar
Van Daan met zoon Peter en de heer
Dussel. Van hen kwam alleen vader
Frank terug uit de Duitse kampen.
Pas uren later, na kantoortijd, durfden
Miep en haar man Jan, de magazijnbe
diende Van Matto en het kantoormeisje
Elli Vossen het door de Duitsers afgeslo
ten 'achterhuis' binnen te gaan. Ze zagen
dat de hele boel overhoop was gehaald.
In die chaos vond Miep Gies op de slaap
kamer van het echtpaar Frank tussen al
lerlei andere papieren het dagboekje in
linnen band dat Anne op haar dertiende
verjaardag van haar vader had gekregen.
„Ik maakte Elli er op attent en zij buk
te zich om het op te rapen en gaf het me
in handen", vertelt mevrouw Gies. „Ik
herinnerde me hoe blij Anne was ge
weest met dit boekje waar ze haar per
soonlijke ontboezemingen in kwijt kon
en wist hoeveel waarde ze aan dit dag
boek hechtte. Ik zocht de rommel af of
er nog meer van Annes schrijfsels bij la
gen en ik zag de oude kasboeken en an
dere losse vellen die Elli en ik haar had
den gegeven toen haar dagboek vol
Miep en Elli verzamelden nog tiental
len vellen met Annes handschrift. Ze na
men alles mee naar kantoor, waar ze
even kort overlegden wat ze ermee zou
den doen. „Jij bent de oudste, beslis jij
maar", zei Elli. Waarna Miep het dag
boek, de oude kasboeken en de losse
vellen in de onderste la van haar eigen
bureau propte met de woorden: „Ik be
waar alles voor Anne totdat ze terug
komt".
Vele maanden later pas ging de la
weer open. Niet voor Anne, maar voor
haar vader Otto, die in juni 1945 in het
bevrijde Amsterdam wps teruggekeerd.
Hij wist dat zijn vrouw was omgekomen,
maar verkeerde nog tussen hoop en
vrees over het lot van zijn beide doch
ters. Op een zomermorgen bracht een
brief van een verpleegster uit Rotterdam
zekerheid. Met die brief in beide handen
geklemd kwam Otto Frank naar het bu
reau van Miep om haar het doodsbericht
te vertellen: „Miep, Margot en Anne ko
men niet meer terug".
Erfenis
„Ik deed de lade van mijn bureau
open", zo vertelt Miep Gies nu in haar
memoires over dat moment, „en pakte
er de papieren uit die toen bijna een jaar
op Anne lagen te wachten. Niemand,
ook ik niet, had ze aangeraakt. Nu kwam
Anne haar dagboeken niet meer opha
len. Ik haalde alle papieren eruit, legde
het oranje-roodgeruite dagboekje bo
venop en overhandigde alles aan mijn
heer Frank met de woorden: 'Dit is de
erfenis van uw dochter Anne.'
Het heeft jaren geduurd voordat Miep
Gies het dagboek, dat zij maandenlang
in haar bureaulade had bewaard, zelf
durfde te lezen. Pas nadat al tienduizen
den Nederlanders Annes ontboezemin
gen hadden verslonden en de eerste bui
tenlandse vertalingen waren versche
nen, overwon mevrouw Gies haar vrees
en nam zij een exemplaar van de tweede
druk van Het Achterhuis ter hand:
'Bevend van angst sloeg ik het open en
begon te lezen. Ik las het hele boek in
één adem uit. Vanaf het eerste woord
hoorde ik Annes stem tegen me praten.
Annes stem rolde van de bladzijden af,
vol leven, vol nieuwsgierigheid, met al
haar stemmingen en gevoelens. Ze was
niet langer dood, maar in mij tot leven
gekomen.'
Hoewel Miep en haar man Jan tijdens
de onderduikperiode (van juli 1942 tot
augustus 1944) praktisch dagelijks in het
achterhuis over de vloer kwamen, bleek
haar uit het (overigens door vader Frank
behoorlijk gekuiste) dagboek van Anne
dat ze heel wat van de spanningen en
gebeurtenissen in die- schuilplaats had
gemist. Blij was ze dat ze de penne-
vruchten van Anne niet al tijdens de be
zetting had gelezen: „Had ik het wel ge
daan, dan had ik het moeten verbranden
omdat het te gevaarlijk was geweest
r wie Anne schreef'.
Weens accent
Mevrouw Gies (die nu 78 jaar is en met
haar man Jan nog steeds in Amsterdam
woont) gaat in haar memoires ook in op
de vraag wie in de zomer van 1944 de
schuilplaats van de Franks en hun vrien
den aan de Duitse bezetters heeft verra
den. De inval werd geleid door de Oos
tenrijker Silberbauer. Pikant, omdat
Miep Gies zelf ook van Oostenrijkse af
komst is. In 1909 werd zij in Wenen ge
boren als Hermine Santrouschitz. In
1920 kwam ze als ondervoed meisje naar
Nederland om hier in een pleeggezin aan
te sterken, eerst in Leiden, daarna in
Amsterdam.
Ze bleef en vernederlandste. Toch
kreeg ze de Nederlandse nationaliteit
pas in 1941 door haar huwelijk met Jan
Gies. Na de inlijving van haar geboorte
land door Duitsland was ze zelfs Duitse
geworden. Ze vertelt in haar boek hoe zij
vlak voor haar huwelijk met uitzetting
werd bedreigd, omdat ze weigerde lid te
worden van de nationaal-socialistische
meisjesbond. Als Nederlandse kon ze in
Amsterdam blijven.
Op die tragische vierde augustus heeft
haar Weense afkomst haar waarschijn
lijk gered van arrestatie. Tijdens de ang
stigste momenten van de inval ontdekte
ze dat de leidende figuur met een Weens
accent sprak. Op het moment dat hij
haar aan de tand wilde gaan voelen ('nu
ben jij aan de beurt'), overrompelde ze
hem met: „U bent een Wener. Ik ook".
Silberbauer was eerst verstomd en daar
na furieus. Na zijn uitbarsting was hij
even stil, keek Miep doordringend aan
en zei ten slotte: „Uit persoonlijke sym
pathie mag je blijven".
Silberbauer, die na de oorlog weer het
eerzame ambt van politieman in Wenen
uitoefende, is in 1963 nog eens verhoord
over de zaak. Hij wist zich nog te herin
neren dat hij Miep had laten gaan 'omdat
Het Achterhuis aan de Amster
damse Prinsengracht in 1958.
(archieffoto)
Misdadigers
Het moment waarop het verblijf in het
achterhuis moest beginnen werd feite
lijk bepaald door de bezetters. In juli '42
kreeg dochter Margot, zestien jaar oud,
een oproep voor de 'Arbeitseinsatz'.
Miep bracht haar op een regenachtige
maandagmorgen als eerste naar de ka
mers achter vaders kantoor. In alle
vroegte fietsten ze, als twee meisjes die
naar hun werk gingen, door Amsterdam.
..We wisten allebei dat we vanaf het
ogenblik dat we op onze fietsen stapten,
misdadigers waren geworden. Ik verge
zelde een jodin die geen gele ster droeg
en op een illegale fiets reed. Op Margots
gezicht was geen spoor van angst te le
zen".
Diezelfde dag 'verdwenen' ook Otto,
Edith en Anne Frank naar hun onder
duikadres in het hartje van Amsterdam,
vlak bij de Westerkerk. Het drama dat
dit 'Achterhuis' wereldbekend maakte,
was begonnen. Zó bekend dat ruim
veertig jaar later een Amerikaanse uitge
ver een internationale bestseller ziet in
de memoires van de vrouw die het alle
maal zelf meemaakte.
('Herinneringen aan Anne Frank', door
Miep Gies en Alison Leslie Gold. In Nederland
uitgegeven door Bert Bakker in Amsterdam.)
Miep Gies tweede van rechts) in gezelschap van o.a. Anne en vader Otto
Frank midden op de foto) vóór de periode van onderduiken. (archieffoto)
Jan en Miep Gies: voor de familie Frank het belangrijkste contact met de buitenwereld
ze zo'n aardig meisje was'. Wie de verra
der is geweest wist hij niet, want 'er
werd zoveel verraad gepleegd in die
tijd'.
Laster
Bij alle theorieën over dat verraad is
de meeste verdenking steeds geladen op
de magazijnbediende die in Annes dag
boek met de schuilnaam Frits van Matto
wordt aangeduid. Hij kwam pas in de
oorlog in dienst bij het bedrijf aan de
Prinsengracht en werd niet ingelicht
over het achterhuis. Hij kwam er zelf'
achter dat er onderduikers waren. Hij
was een wat stiekeme, wantrouwende
man die zich bij de rest van het perso
neel niet geliefd maakte. Het gevoel bui
tengesloten te zijn zou het motief voor
zijn verraad kunnen zijn geweest.
Miep Gies gelooft daar absoluut niet
in. Ze wist al in de oorlog dat Van Matto
zelf zijn eigen zoon voor de bezetters
verborgen hield. „Daarom waren Jan,
Otto Frank en ik van mening dat Van
Matto, ondanks zijn onsympathieke per
soonlijkheid, niet de verrader was", zo
stelt ze nog steeds, ook nu ze weet dat
diezelfde man heeft geprobeerd haar zelf
verdacht te maken met laster over
'vriendschappelijke betrekkingen' die
zij met een hoge Gestapo-officier zou
hebben onderhouden.
Otto Frank (gestorven in 1980) zag, zo
meldt mevrouw Gies, niets in een ge
rechtelijk onderzoek naar de identiteit
van de verrader, omdat hij 'niet wilde
weten wie het heeft gedaan.' Op de me
dedeling dat Miep Gies tot de verdach
ten kon behoren was zijn commentaar
kort: „Als jullie Miep verdenken, dan
verdenken jullie mij".
Het contact tussen de familie Frank en
Miep Santrouschitz begon in 1933. Zij
kwam als kantoorhulp in dienst bij Otto
Frank, die als jood Nazi-Duitsland was'
ontvlucht en in Amsterdam een handels
huis voor onder andere specerijen en
inmaakartikelen dreef. Al spoedig ont
stond er een veel hechtere band en nadat
ook mevrouw Frank en haar beide doch
tertjes naar Amsterdam waren geko
men, gingen Miep en haar vriend Jan
Gies tot de vrienden van de familie be
horen. Het lag daarom voor de hand dat
Otto Frank juist Jan en Miep (inmiddels
getrouwd) van begin af aan in vertrou
wen nam over zijn onderduikplannen en
dat deze twee naderhand voor de onder
duikers het belangrijkste contact met de
buitenwereld werden.