Dierenarts is niet meer de alwetende geneesheer Mercedes legde basis voor succes met nazi-kapitaal Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde 125 jaar Drinken uit één beker bij avondmaal niet besmettelijk PAGINA 2 WOENSDAG 15 APRIL H WOENS BONN - Westduitslands 'voor beeldfirma' Mercedes-Benz heeft een uiterst kwalijke rol gespeeld in de nazi-tijd. De topleiding steunde Hitier vanaf het begin, maar was handig genoeg om zich vanaf 1943 voor te bereiden op de komende overwinning van de geallieerden. Dankzij het in de oorlog verdiende kapitaal groei de de autofabrikant, die inmid dels is uitgegroeid tot de grootste wapenproducent in de Bondsre publiek, na de oorlog snel uit tot een van de belangrijkste bedrij ven in de wereld. door Hans Hoogendijk Gistermiddag werd in Bonn het roetzwarte hoofdstuk uit de geschiedenis van de succesvolle autofabrikant geopenbaard. Twaalf onderzoekers van de Hamburgse stichting voor socia le geschiedenis in de 20-ste eeuw presenteerden een 800 pagina's dik boekwerk over de rol van het icern in de nazi-tijd. De au teurs komen tot heel andere con clusies dan de geschiedschrij- s die in opdracht van Daim ler-Benz vorig jaar ter gelegen- heid van het 100-jarig bestaan het concern een studie publi ceerden. De voornaamste conclusies 'an de Hamburgse speurders: Daimler-Benz was net als het Flick-concern een soort indus- triefiliaal van de machtige Deut sche Bank. Alle belangrijke be sluiten op het gebied van de in- vesterings-, personeels- en wa- penpolitiek werden in overleg met de Deutsche Bank genomen. De financiers en managers van Daimler-Benz waren toonaange vend bij de opbouw van de eco- nomisch-politieke vleugels van de nazi-partij NSDAP en droe gen bij tot de overgave van de politieké macht aan de nazi's. Terwijl de bedrijfstop zich nazifi- ceerde en de nazi-top systema tisch omkocht, werd het concern in 1933-1934 gesaneerd en omge bouwd tot de belangrijkste leve rancier van motoren en voertui gen voor Hitiers strijdkrachten in opbouw. Dankzij voorschotten, subsi dies, leningen en aanzienlijke staatsschenkingen vertienvou digde Daimer-Benz zijn omzet tijdens de nazi-heerschappij. De winst steeg met 1200 procent. Door een compromisloze lage-lo- nenpolitiek daalde het loonaan- deel in de produktie tussen 1933 en 1944 van 32 tot 15 procent. Al leen door de status van bevoor recht wapenbedrijf slaagde tus sen 1936 en 1937 de doorbraak naar lopende band en massapro- duktie. Niet de politiek bepaalde commandeerde de politiek in het Derde Rijk en Daimler is daar een schoolvoorbeeld van, stellen de schrijvers. Negen van de der tien leden van de raad van be stuur waren lid van de nazi-par tij, twee van hen zaten ook nog in de SS. De opperste baas van Daimler-Benz, Wilhelm Kissel, was SS-Obersturmbahnführer en -drager van de SS-eredolk en SS-Totenkopfring. Een ander gold als persoonlijke vriend van Hitier. Dwangarbeiders Nog ernstiger is de beschuldi ging dat Daimler-Benz zich in 1938-1939 al had voorbereid op de uitbuiting van dwangarbei ders. Volgens de auteurs ont stonden uit de omscholings- werkplaatsen van 1939 in 1941 de eerste dwangarbeiderskampen. - Het percentage slaven bedroeg eind 1941 22 procent van het tota le personeelsbestand en bereikte in 1944 met 50,3 procent (46.400 van de 92.300 werknemers) een hoogtepunt. De meesten van hen waren Russen. In de vier buiten landse vestigingen van Daimler- Benz was het aandeel dwangar beiders zelfs 80 procent. De schrijvers van het 'Daimler- Benzboek' stellen verder dat de concernleiding de ondergang van het 'Duizendjarige Rijk' lang van tevoren had zien aankomen. "Zo radikaal als Daimler-Benz zich voor de nazi-dictatuur, wa penrace en oorlog had ingezet, zo vooruitziend nam men er sinds de herfst van 1943 weer afstand van. Een speciale afdeling van de raad van bestuur regelde het be- j houd van een aanzienlijk deel van het kapitaal, de verhuizing van het machinepark en het ver- mogen uit Berlijn en de toekom- stige Sowjet-zone. Nog voor het j einde van de oorlog werden de sporen uitgewist en de dwangar beiders. en gevangenen uit de concentratiekampen ontslagen of aan de SS terug gegeven". Na de oorlog draaide Daimler- Benz weer snel mee aan de top. Met het naar de Amerikanen be zette deel overgebrachte machi nepark en een uit Berlijn naar Stuttgart meegenomen bankte goed van 250 miljoen mark - een kwart van de tijdens de nazi-tijd gemaakte winst - werden nog voor de zogenaamde valuta-her vorming in de Bondsrepubliek de in de westelijke zones en West-Berlijn gelegen fabrieken gerepareerd en vernieuwd. 'Sturen' In de studie waartoe de Merce- des-leiding zelf opdracht had ge geven en die ook onlangs is ge publiceerd komt het bedrijf er veel beter af. Dat is geen wonder indien men weet dat deze studie is verricht door de 'Gesellschaft fur Unternehmensgeschichte'. In het curatorium van deze stich ting zitten onder meer voorzitter Wilhelm Gurth van de Deutsche Bank en voorzitter Werner Breitschwerdt van de raad bestuur van Mercedes-Benz. Een van de conclusies van de leider van dit onderzoek, professor Hans Pohl, is dat het concern zich in de nazi-tijd weliswaar heeft met de nazi-leiders, maar 'niet boven het onvermijdelijke'. "De contacten", aldus de Benz- versie, "werden in eerste instan tie benut om nationaal-socialisti- sche invloeden op de onderne ming te sturen en zo gering r gelijk te houden". In een laatste hoofdstuk tonen de-kritische auteurs aan dat het concern ook nu nog dubieuze praktijken niet schuwt. Zo Mercedes-Benz de voornaamste autoproducent in Zuid-Afrika, ontwikkelt het bedrijf same met de Zuidafrikaanse politie- e legertop aangepaste voertuigen en zijn tot 1985 meer dan 6000 speciale voertuigen aan de apart- heidsstaat verkocht. Veel van ze wagens zijn ingezet tegen zwarte tegenstanders van het giem-Botha. De schrijvers 1 'Daimler-Benz' stellen dat het concern zijn marktaandeel Zuid-Afrika vergroot naarmate meer Amerikaanse bedrijven zich terugtrekken na protesten in de VS. De ochtendnevel trekt langzaam op wanneer hij via een hobbelige zandweg zijn afgeladen stationcar het erf op rijdt. Zijn komst wordt verwacht en onder de koffie wor den de bedrijfsresultaten doorgenomen. Vervolgens wordt de loopstal bezocht, waar een aantal koeien gereed staat voor een gynaecologisch onderzoek. Na de hand met wat verse mest als een natuurlijk glijmiddel te hebben inge smeerd, verdwijnt met een routineus gebaar de in plastic verpakte arm voor driekwart in het achterwerk van een koe. „Een aanzienlijk deel van dit werk speelt zich in het donker af. Veel voelen en weinig zien", grijnst dierenarts Nico Hoogland. En even later constateert hij tevreden: „Gefeliciteerd. Deze is drachtig". Die Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskun de bestaat dit jaar 125 jaar en heeft een reeks van activiteiten op stapel gezet om het jubileum de nodige luister bij te zetten. Behalve een aantal congressen staan onder meer op stapel een lesproject op scholen, een door Nederland rond trekkende dierengezondheidsbus en een open dag van dierenart spraktijken. Er werken momenteel 3400 dierenartsen in ons land, van wie ruim tachtig procent aangeslo ten is bij de 'Maatschappij'. Een van hen is Nico Hoogland, die samen met zijn collega's Henk Swart en Fokke van der Tol een praktijk 'bestiert' in Doetinchem en in eendrachtige samenwerking met nog vier collega's in Zeddam een maatschap vormt. Zijn dag is vroeg begonnen. Om zes uur is hij vertrokken naar de Doetinchemse veemarkt om er toezicht en contro le op het 's nachts aangevoerde vee te houden. Zijn collega Van der Tol loopt al vanaf half vier 's nachts op de weekmarkt rond en zoekt om zeven uur zijn bed op. Een uur later meldt ook Hoog land zich terug aan de praktijk om vervolgens 'de boer op te gaan'. Dan is Swart al begonnen met de eerste van de zes kleine huisdieren, die die ochtend op het operatie- programma staan. De drie Doetin chemse dierenartsen spreken van een relatief rustige dag. Toch is Swart van acht uur 's morgens tot 's avonds half acht - inclusief twee spreekuren - onafgebroken in de weer met de categorie kleine huis dieren. „Als je dan ook nog eens twee keer uit je bed wordt gebeld voor een verlossing, is je dag echt wel stuk". Hoefsmid De dagindeling van de dierenarts anno 1987 is aanzienlijk gevulder dan die van de collega's rond de oprichting van de jubilerende 'Maatschappij'. Uit oude, vergeel de geschriften blijkt, dat er in 1861 van de 109 toen praktiserende die renartsen, opgeleid aan de Veeart senijschool te Utrecht, een flink aantal geen volledige dagtaak had aan het beroep van veearts. Daarom waren veel dierenartsen destijds tevens werkzaam als dro gist, gemeentesecretaris, fabrikant, koopman, pikeur, boekdrukker, lo gementhouder en niet te vergeten hoefsmid: de benen van het paard zijn nu eenmaal de kwetsbare on derdelen van zo'n dier. De eerste, officieel opgeleide dierenartsen waren eigenlijk ook in hoofdzaak paardenartsen, die hun werkter rein veelal in het leger vonden. De in 1862 opgerichte 'Maatschappij' kwam destijds tot stand gekomen door een samenvoeging van regio nale clubs, waarin de dierenartsen van weleer zich hadden verenigd. Vooral de laatste jaren is er bin nen de diergeneeskunde een dui delijke verschuiving waarneem baar in de werkzaamheden, waar het gaat om de verzorging en be handeling van het grootvee. Secre taris M. Bosman van de Koninklij ke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde in Utrecht: „De dierenarts, zeker de jongere, doet tegenwoordig steeds meer aan be- drijfsbegeleiding. Hij is niet langer de geneesheer sec. Hij werkt nu veelal preventief, denkt mee met de boer en komt vaak niet verder dan de computerruimte van bij voorbeeld een varkensfokkerij. Be studeert daar aan de hand van computer-uitdraaien de groeistag- door Rob Hirdes natie onder de varkens, de uitval bij biggen en dergelijk soort zaken. Het komt voor, dat hij na zijn be zoek geen big in levende lijve heeft gezien". Kalfjes Secretaris Bosman van de Ko ninklijke Nederlandse Maatschap pij voor Diergeneeskunde knikt. „Vroeger reed een dierenarts wel veertig visites per dag. Nu bezoekt hij dagelijks hooguit vier boerde rijen. Het zijn trouwens met name de jongere dierenartsen, die zich met die zogenaamde bedrijfsbege leiding bezighouden. Kerels, die nog niet zo lang geleden van de fa culteit zijn afgekomen, waar ze een heel andere manier van werken is geleerd dan hun wat eerder afge studeerde collega's". Oude rotten Het is dan ook met name die tus sengroep, die de meeste proble men bij deze nieuwe wijze van praktijkvoering ondervindt. „De groep, die tussen de pas-afgestu deerden en de oude rotten in het vak in zit, zit vandaag de dag eigen lijk toch wel in de problemen", moet Bosman constateren. „De ou deren denken er veelal over er bin nen afzienbare tijd uit te stappen en voor de jonge collega's is het fe nomeen van bedrijfsbegeleiding een nieuw verworven kennis. Maar die middenmoot, die in aantal juist zo ruim is vertegenwoordigd, krabt zich nog wel eens achter het oor." Bosman: „Bij de categorie kleine huisdieren red je het misschien nog wel met een goed verhaal al leen. Maar bij de grote huisdieren gaat die vlieger niet meer op. Ver geet niet, dat tussen nu en 1990 de meeste boeren een opleiding heb ben genoten op het niveau van de Hogere Agrarische School. Het zijn nog net geen landbouwkundige in genieurs. Dat maakt de opstelling dierenarts-veehouder heelx an ders." De veterinaire mogelijkheden waren eigenlijk tot rond de Twee de Wereldoorlog uiterst beperkt. .De uitvinding van anti-biotica en de voortschrijding van de chemo- farmaceutica leidden ertoe dat de dierenartsen meer genezend bezig konden zijn. „Vanaf die tijd kon je de beesten beter openmaken zon der het risico te lopen dat ze uitein delijk tengevolge van infecties als nog dood zouden gaan", zegt Bos man. Feitelijk gebruikte men half vorige eeuw nog precies het zelfde medicijnenboekje als 2000 jaar voor Christus. Overgeschre ven van de Romeinen". Zagen Maar terug naar het heden. Dierenarts Swart begint aan zijn laatste operatie van deze ochtend. Een nog jonge Labrador heeft dus danige problemen met een van zijn achterpoten, dat hij nauwelijks nog normaal kan lopen. In de wachtkamer zit inmiddels een vrouw, die net zo angstig kijkt als haar Dobermannpincher. De hond heeft in zijn beestachtige uitbun digheid een schenkel om zijn on derkaak weten te schuiven en die zit nu muurvast. Van der Tol ont fermt zich over het dier, maar ziet geen kans de schenkel los te wrik ken. „Dat wordt zagen'r, concludeert hij na korte tijd. Terwijl het knel lende stuk bot doormidden wordt gezaagd, laat het gekwelde beest zijn ontlasting de vrije loop. De ba zin verontschuldigt zich omstan dig over de ongemanierdheid van haar hond en korte tijd later verlaat zij even opgelucht als haar hond de spreekkamer. Over hondepoep gesproken; Ne derland telt zo'n 1,8 miljoen hon den en een even groot aantal kat ten. Vooral in de jaren zestig heeft het houden van een gezelschaps dier zich in een enorme populari teit mogen verheugen. Bosman: „Het houden van een hond of kat - en dan nog liefst twee, of als over treffende trap drie - gold toen als een soort statussymbool". Hij gelooft overigens, dat het aantal kleine viervoetige huisdie ren niet nog verder zal door groeien. „Ook al door de overlast, die anderen ervan ondervinden. De reacties vanuit de samenleving beginnen het bestand van honden en katten steeds meer te beteuge len. De mensen staan wat betreft het houden van dieren steeds kriti scher tegenover elkaar." Terwijl er in de ziekenboeg van de kliniek nog drie honden liggen te wachten om onder het mes te gaan, is Hoogland begonnen zes kalfjes te verdoven, waarvan even later de hoorntjes moeten worden Nico Hoogland onderzoekt een koe in het kader van de 'bedrijfsbegeleiding' „Veel voelen en weinig zien". (foto GPD) vee, nu telt Nederland drie- tot vierhonderd dierenartsen die puur van de kleine huisdieren bestaan. <foto GPD' afgebrand. „Die worden met die loopstallen van tegenwoordig zo gauw mogelijk weggehaald. Zodat ze elkaar later niet met die hoorns kunnen verwonden", legt hij uit. Er staan nog twee patiënten op de dokter te wachten. Twee koeien, die letterlijk moeilijk uit de voeten kunnen. Blijken tussen- klauw-ontsteking te hebben en worden daarvoor behandeld als geldt het een wat fors uitgevallen pedicure-behandeling. Zijn visite duurt al met al twee volle uren. „In het kader van die bedriifsverzorging kom je gemid deld eens in de drie tot vier weken op elke boerderij, die daarvoor in aanmerking komt. Dan staat het vee, waar problemen mee zijn, al klaar. Vroeger kwam je wel drie tot vier keer per maand op zo'n zelfde bedrijf. Moest je er voor elk geval apart opnieuw heen." "Het is uitgesloten dat het aids- virus wordt overgedragen bij eenmalig contact via wijn, zoals bij de avondmaalsviering. De GG en GD in Amsterdam heeft dat geantwoord op een vraag van de hervormde Raad voor de Herderlijke Zorg". Ds. W. G. Overbosch te Amsterdam, secre taris van het samenwerkingsor gaan voor de eredienst van de Hervormde Kerk en de Gerefor meerde Kerken, deelt dat mee in hel blad 'Eredienstvaardig'. Overbosch behandelt de vraag naar aanleiding van drie verzoe ken in één week. De kop boven zijn verhaal luidt: 'Over grote en kleine bekers'. "Het is de oude vraag naar de besmettelijkheid uit één beker bij de avondmaals viering, maar nu in een nieuwe gedaante: moeten we niet op be kertjes overgaan; we zouden niet graag zien, dat iemand er aids aan overhield". "Daar kan met grote beslist heid op worden geantwoord, dat dit onmogelijk is", schrijft Over bosch. "Aids kan men krijgen door bedenkelijke seksuele om gang, door 'foute' bloedtransfu sie of door het gebruik van een besmette of niet gesteriliseerde naald, maar niet door het drin ken uit wellicht niet helemaal ge reinigd vaatwerk". Ook volgens de directeur van de Wereldgezondheidsorganisa tie, dr. Jonathan Mann, kan het aidsvirus niet door avondmaals bekers worden verspreid. Hij zei dat begin dit jaar in Genève op een hoorzitting over aids tijdens de bestuursvergadering van de Wereldraad van Kerken. Joden In verband met de steeds te rugkerende discussie over de verhouding tussen joden en christenen wijzen de rooms-ka- tholieke bisschoppen van Neder land erop, dat het Tweede Vati caans Concilie twee hardnekkige mythen duidelijk heeft veroor deeld: dat dejoden Jezus hebben vermoord en dat het joodse volk door God vervloekt zou zijn. De bisschoppen schrijven dat aan het Overlegorgaan van Joden en Christenen (Ojec). Dat heeft de kerken gevraagd, de opvattingen van het evangelistenpaar Goeree af te wijzen. "Wat bij het lijden van Jezus werd bedreven, kan nóch alle toen levende joden zonder on derscheid, noch^e joden van on ze tijd worden aangerekend", sprak het concilie toen uit. "Hoe wel de kerk het nieuwe woord van God is, mogen de joden niet als door God verworpen nóch als vervloekt worden voorgesteld, alsof dit uit de Heilige Schrift zou volgen". Wat daar ruim twintig jaar ge leden is gezegd, is geen eindpunt maar een keerpunt, schrijven de Nederlandse bisschoppen nu. "Sindsdien hebben bisschop penconferenties en het Vaticaan zich steeds meer met de relatie kerk-jodendom beziggehouden". De bisschoppen hopen, dat alles wordt vermeden wat joden en christenen tegenover elkaar plaatst. Maar bovenal "dat de ge negenheid zal groeien, zoals dat passend is tussen mensen die weten dat zij kinderen van de zelfde God zijn". 'Diensthuis' De kleine reformatorische kerken voelen er onder de huidi ge omstandigheden niets voor, op een of andere manier betrok ken te raken bij het eenwor dingsproces 'Samen op weg' van hervormden en gereformeerden. Dat blijkt wel uit reacties van ge reformeerd-vrijgemaakte, christelijk gereformeerde en Ne derlands-gereformeerde kant. Zaterdag riep algemeen secre taris ds. mr. J ."Haeck van de Her vormde Kerk de kleinere kerken op niet afzijdig te blijven. Hier door zou deze ontwikkeling aan diepgang en geestelijk gehalte winnen. Haeck - zelf gerefor meerde-bonder - deed dat op de jaarvergadering van de hervorm de Vereniging van Kerkvoogdij en. De vrijgemaakt-gereformeerde dr. W. G. de Vries uit Zwolle (vroeger Leiden), hoofdredac teur van het weekblad 'De Refor matie', ziet 'niet zoveel' in een ge sprek met hervormden en gere formeerden over 'Samen op weg'. "Voor de Gereformeerde Kerken is deelneming aan dat proces een terugkeer in het diensthuis waaruit zij bij de Af scheiding zijn geleid". "En pas als de Hervormde Kerk terug keert tot de dienst des Heren zul len wij daar graag weer tot her eniging komen, maar dat zie ik niet officieel gebeuren". De christelijk gereformeerde ds. J. Westerink uit Urk, voorzit ter van de commissie voor de eenheid onder gereformeerde belijders, gelooft niet, dat uit 'Sa men op weg' een reformator! sche kerk te voorschijn komt. "Als wij de Gereformeerde Ker ken in Nederland uit de Gerefor meerde Oecumenische Synode willen hebben omdat ze in eigen lijke zin niet gereformeerd meer zijn, dan zou het toch vreemd zijn als we tegelijk in Nederland om de tafel gingen zitten om met deze kerken tot een proces van hereniging te komen". De Nederlands-gereformeerde predikant G. Mul uit Amster dam, voorzitter van de commis sie voor contact en samenspre- king met andere kerken, toonde zich blij met de aandacht van de hervormde ds. mr. Haeck voor de kleinere kerken. "Dat is wel eens anders geweest". Maar ook hij ziet 'Samen op weg' als een "ongedaan maken van Afschei ding en Doleantie". Een min of meer vrijblijvend gesprek kan Mul zich wél voor stellen. "Maar onze kritiek is zo ingrijpend, dat ik me afvraag of zo'n gesprek wel zin heeft. Voor al op het punt van bijbelbe schouwing en ethische vragen lopen de visies van deze twee grote kerken en onze kerk ver uiteen". 'Water en brood' Leiden. Het 'Jongerenpasto raat' (rk) in Leiden houdt op Goede Vrijdag van 5 uur 's mid dags tot 10 uur 's avonds een bij eenkomst onder de titel 'Op wa ter en brood' in de kapel van 'Verbum Dei', Plantage 16. Pas tor Jan Jetse Bol: "Jongeren worden uitgenodigd op de her denkingsdag van de dood van Jezus van Nazareth om samen te waken, te vasten en te bidden bij de dood en het onrecht van men sen nu op deze wereld. Centraal staat het lot van vluchtelingen en ter dood veroordeelden". De avond wordt gevuld met muziek, gedichten, gesprek, stil te en gebed. Er is ook water en brood. (Voor nadere inlichtin gen: 071-120070). Hervormde Kerk: beroepen te Birdaard eo (Fr.) J. Maasland Elim (Dr.), te Hoogvliet J. Lug- tigheid Zeist; aangenomen naar Hoogeveen R. Reitsma Woud send (Fr.). Gereformeerde Kerken: be roepen te Boornbergum-Korte- hemmen (Fr.) A. de Ruiter Oost- kapelle; aangenomen naar Dok- kum mevrouw L. A. Burggraaff Gauw-Terzooi (Fr.); bedankt voor Urk R. J. Visser Uithuizen Gereformeerde Kerken Vrij gemaakt: beroepen te Rotter- dam-Delfshaven R van Nus Bruchterveld (Ov.). Nederlandse Protestanten bond: aangenomen de benoe ming tot pastoraal medewerker te Soest H. Kuiper Amstelveen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 2