Multatuli en Hermans hebben zee veel gemeen DE KEER Vederlichte vogelcolums van Van Zomeren 'De verdwijning': getuigenis van Aad van den Heuvel Hermine de Graaf: een groot talent De ene grote Nederlandse schrijver over de andere HNSDAG 14 APRIL 1987 W.F. Hermans is een groot schrij ver. Maar door de polemische in slag van zijn schrijverschap en zijn sarcasme heeft hij zich veel vijand schap op de hals gehaald. Hij is niet bang om hoge normen te stel len. aan zichzelf en aan anderen. Daarom staan er steeds bekrom pen en afgunstige mensen langs de kant van de weg klaar om met modder te gooien en "in alle rede lijkheid" te lasteren als de man ook maar één steekje laat vallen. Het is geen wonder dat deze grote, tegen draadse en veelomstreden auteur zich zó aangetrokken voelt tot lot genoot Multatuli, Nederlands grootste en levendigste auteur van de negentiende eeuw, dat hij een prachtige biografie over hem schreef. Multatuli en Hermans hebben veel gemeen. Zowel Multatuli als Hermans hebben ontslag genomen uit een goed betaalde baan en ge kozen voor een onzeker bestaan. Uit onvrede met het gebrek aan za kelijke en morele kwaliteiten van de instituties waarin ze werkzaam waren. Uit woede dat men zich on voldoende hield aan het doel waar voor deze instituties waren opge richt. Als koloniaal ambtenaar in Nederlandsch-Indië kon Multatuli zich niet verenigen met de halfhar tige slapheid waarmee het kolo niaal bewind opkwam voor de be langen van de bevolking. Hermans hield de universiteit voor gezien toen wetenschappelijke normen tengevolge van democratisering en bureaucratisering van de universi teit niet meer de eerste prioriteit kregen. Multatuli en Hermans heb ben een hekel aan Nederland ge kregen, aan dit moerasland van op pervlakkigheid, gemakzucht en handjeklap. Ze gingen in het bui tenland wonen; Multatuli bij Mainz, Hermans in Parijs. Op af stand functioneren zij in de Neder landse cultuur, die op een parado xale manier hun voedingsbodem is én hun bron van irritatie. Polemisten Beide schrijvers zijn eersterangs polemisten. Niemand kan wat dit betreft in hun schaduw staan. Hun woede en hun ontevredenheid zijn bijna steeds gerechtvaardigd. Alle twee wijzen ze de gevestigde machten af, maar ze verwachten ook niets van de zogenaamde pro gressieve oppositie met haar zo ge heel eigen hypocrisie. Hun afkeer van onbenul, geleuter met on nauwkeurigheid, van bedrog en machtswellust hebben ze gemeen. De actuele politiek heeft beiden verleid tot schitterende satirische stukken. Ze zijn uitgesproken anti christelijk en anti-marxistisch (Multatuli adverteerde zelfs dat hij geen socialist was). Alletwee zijn ze wars van elk waansysteem. Het zoeken naar waarheid in de chaos ts voor hen een belangrijk thema. Ze zijn perfectionistisch. Pre ciesheid van stijl en nauwkeurig heid van denken behoren tot hun hoofddeugden. Dat ze hun al gepu bliceerd werk geregeld herzien, soms grondig, soms alleen op on derdelen of onderdeeltjes is een ei genaardigheid van zowel Multatuli als Hermans. Er zijn natuurlijk ook verschil len. Om er een paar te noemen, geld en gezin buiten beschouwing latend: Hermans staat positiever tegenover zijn schrijverschap en tegenover fictie dan Multatuli. Her mans maakt zijn romans dan ook af, Multatuli niet. Multatuli ver wachtte aan de andere kant meer maatschappelijk effect van zijn ge schrijf dan Hermans doet, hij pro beerde een actieve rol te spelen in de politiek, iets wat bij Hermans ondenkbaar is. Hermans is minder ADVERTENTIE argeloos dan Multatuli, cynischer. Dat kan ook moeilijk anders: hij is immers honderd jaar, verscheide ne oorlogen en honderden concen tratiekampen ouder. Personage Hermans Er is nog een belangrijke reden waarom Hermans zich aangetrok ken voelt tot Multatuli. Multatuli - of liever gezegd Eduard .Douwes Dekker die zich achter deze naam verschool - zou een favoriet roman personage van Hermans kunnen zijn. De hoofdpersonen van Her mans zijn figuren die mislukken in hun streven door moedwil en mis verstand. Ze interpreteren de we reld naïef en dus verkeerd en heb ben weinig begrip voor andere in terpretaties (misverstand). En ze worden voortdurend, per ongeluk of expres, door hun medemens be drogen (moedwil). "In deze wereld, waarin tenslotte de natuurkrach ten (machtsdrift, agressiviteit) het winnen, is geen plaats voor begrip pen als vrijheid en verantwoorde lijkheid, noch voor etisch idealis me: in de jungle van het menselijk bestaan is een offer voor de goede zaak zinloos." (Hermans-kenner Frank A. Janssen). Op die manier zou men het leven van Douwes Dekker heel goed kunnen interpre teren. Hermans denkt in elk geval in die richting. Tal van zinnen in De raadselachtige Multatuli on dersteunen deze zienswijze. Het begint al met Multatuli's schrijverschap, geen vrije keuze van Douwes Dekker. Hermans: "Het is de loop der gebeurtenissen die zijn schrijven tot het hoofdfe nomeen maakte, doordat er van al zijn andere plannen niets terecht kwam". Ook Multatuli zelf be schouwde zich als een schrijver te gen wil en dank. Hermans ziet het scherp: "Hij had zich in een schrij verschap begeven dat alleen aan een overwinning kon worden ge holpen door de maatschappelijke ondergang van de schrijver zelf'. Multatuli wilde echter graag rijk worden en aangezien hij geen inko men en zelfs geen uitkering had probeerde hij het heel naïef met gokken. "Maar de roulette is, wat onbarmhartigheid en ongevoelig heid voor goede bedoelingen be treft, een getrouwe afspiegeling van het hele leven - en zij (Multatu li en zijn vriendin) verloren." Bij het huwelijk van Multatuli's doch ter Nonnie met een Italiaan merkt Hermans op: hoe groot zou zijn geluk hebben kunnen zijn, als Nonnie zich nu eens verloofd had met een jongeman die hem vurig bewonderde, zoals er zo veel wa ren. Een minder kwaadaardig noodlot zou dat toch ook voor hem hebben kunnen bewerkstelligen, nietwaar? Maar nee: een schoon zoon die geen woord Nederlands kent, is zijn deel." Nog één voor beeld, naar aanleiding van Multa tuli's liefhebberij om te vliegeren met zijn pleegzoontje: "Zijn ge heimste ambitie schijnt te zijn ge weest eens een vlieger te maken die in de lucht zou blijven zonder aan een touwtje vast te zitten. Van dit soort waren al zijn ambities min of meer, maar de tijd was nog niet rijp: voor zulke vliegers." En zo mislukken - typisch Hermans - bij na al Multatuli's ambities. Ook ty pisch Hermans is zijn aandacht voor de onbetrouwbaarheid van de herinnering van ooggetuigen, ook van die van Multatuli zelf. Her mans geeft daarvan overtuigende bewijzen. Meesterwerk Ik beschouw De raadselachtige Multatuli als een meesterwerk, een hoogtepunt in Hermans' oeu vre. Dat was het ook al in 1976, toen het boek voor het eerst ver scheen, al is dat toen door weinig critici onderkend, voornamelijk omdat ze nogal zwaar onder de in druk waren van hun eigen spits heid en hun eigen gelijk op onder geschikte punten. Het boek is su bliem geschreven, Multatuli waar dig. Het is ook genuanceerd en ver mijdt zowel verering als vergui zing, de twee kwalen waaronder zoveel Multatulistudie te lijden heeft. Men kan voelen dat Her mans zich met Multatuli identifi ceert, maar hij blijft kritisch. Het boek is soms tragisch van toon. soms zelfs ontroerend. Op andere plaatsen geestig. De vele foto's ma ken van De raadselachtige Multa tuli tevens een fraai schrijvers prentenboek. Als, dit keer losse, bijlage bevat ook deze druk een re censie van Max Havelaar door Herman des Amorie van der Hoe ven uit het Bataviaasch Handels blad van 1860. Een uitstekende keus van Hermans: het is één van de belangrijkste recensies die er überhaupt over Max Havelaar ge publiceerd zijn. Deze tweede druk is op verschei dene punten herzien. Op grond van de delen 11 t/m 16 van Multatuli's Volledig Werk, alle verschenen na 1976, zijn sommige passages toege voegd. Enkele nieuwe feiten zijn de vrucht van eigen onderzoek (de relatie met Duymaer van Twist en De Waal). Kleine foutjes zijn verbe terd ('Houwink' in plaats van 'Hou wing'). Er is meer bronvermelding (Annelies Dirkse, J. Kortenhorst). Maar invloed op de grote lijnen van Hermans' visie heeft dat allemaal niet gehad. De belangrijkste veran dering is de toevoeging van vijftig dichtbedrukte pagina's, naar schatting een vijfde deel van het boek en bestaande uit artikelen die Hermans tussen 1975 en 1984 over Multatuli heeft geschreven (over de adatkwestie, over editietechniek, over Multatuli's portretten en an dere specialiteiten). Door Hermans' stijl - helder en vaak onweerstaanbaar geestig - zijn deze artikelen nog heel goed te genieten. Voor de geïnteresseerde geven ze op onderdelen nuttige achtergrondinformatie. Biografie de stukken critiseert Hermans de degelijke, leesbare en nog steeds verkrijgbare biografie van de te vroeg overleden Paul van 't Veer. Deze dikke biografie (473 dicht bedrukte pagina's) heet ten onrechte Het leven van Multatuli. Ze behandelt nl. slechts Multatuli's eerste levenshelft en gaat niet ver der dan 1860, het publicatiejaar van Multatuli's debuut. Multatuli overleed in 1887. Een titel als Mul tatuli's voorbereiding of De jeugd W.F. Hermans. en Indische jaren van Eduard Douwes Dekker zou de lading be ter gedekt hebben. Ook de biogra fieën van Saks en Du Perron, beide verschenen in 1937 ter gelegenheid van Multatuli's vijftigste sterfdag, lijden aan hetzelfde euvel. Er is ei genlijk geen uitvoerige biografie die Multatuli's leven na 1860 be schrijft. Naar verluidt zou Piet Grijs etc. etc. van zins zijn het ver volg op Paul van 't Veer te schrij ven. Ik zie niet hoe. Hoe zou deze kampioen op de ultrakorte baan, die er nimmer van heeft blijk gege ven meer dan duizend woorden sa menhangend te kunnen schrijven een goed gecomponeerde dikke pil van vijfhonderd pagina's kunnen schrijven. Iemand die met lego speelt, is daarom nog niet in staat een huis te bouwen. En hoe zou zo'n meesterleugenaar, die veel te vaak veel te slordig met mensen is omgesprongen, althans verbaal, een evenwichtig, betrouwbaar en goed gedocumenteerd standaard werk tot stand kunnen brengen. De combinatie van bewondering met bluf lijkt me niet voldoende. De raadselachtige Multatuli verhoudt zich tot de halve maar veelomvattende biografie van Paul van 't Veer ongeveer als het be knopte Anmerkungen zu Hitier van Sebastian Haffner tot de lijvi ge, allesomvattende biografieën van Hitier, zoals die van Joachim Fest. Men zou De raadselachtige Multatuli dan ook een biografisch essay kunnen noemen en Het le ven van Multatuli een echte bio grafie. Ideën Naast Hermans' briljante biogra fische essay zou men de goede en leesbare studie van de Vlaming Philip Vermoortel kunnen lezen Multatuli. Ik kan met niemand meegaan. Een derde van dit boekje (in totaal 114 pagina's) wordt inge nomen door een hoofdstuk over de levensloop van Multatuli. Dit stuk heeft een idealiserende en weinig kritische toon en is eigenlijk niet veel meer dan een samenvatting van Stuivelings visies en versies. LITERATUUR in Leiden op Nieuwe Rijn 13 bij BOEKHANDEL KOOYKER Aan het bespieden van vogels be waar ik slechte herinneringen. Met zo'n tien man gingen we op zon dagochtenden in alle vroegte op zoek naar zeldzame vogels. Het is nooit wat geworden: hoewel we ons elke keer weer heilig voorna men om zo stil mogelijk te zijn maakten we teveel kabaal, met als gevolg dat alles wat kon vliegen en lopen er vandoor was gegaan als we ter plekke waren. Nee, vogels bespieden, dat doe je in je eentje. En je moet bovendien niet op stap gaan met ogen die zijn ingesteld op zeldzame vogels, want dan wordt het nooit wat. Gewoon wandelen, nergens op rekenen, dat is volgens mij de methode. Koos van Zomeren doet het zo in elk geval. Hooguit vergezeld door z'n hond of een andere vriend trekt hij er op uit, de onvermijdelijke kij ker om z'n nek bungelend. Je hoeft niet per se naar onherbergzame ge bieden of ontaard vroeg je bed uit om iets opmerkelijks te zien vol gens Van Zomeren. Ook binnen de bebouwde kom kun je - met veel geluk, dat wel - getuige zijn van een spektakel: een sperwer die een spreeuw te grazen neemt. Of je ziet eenden die door de hon ger de kluts kwijt zijn en proberen een kikker op te eten. "Ze wagge len zachtjes snaterend weg en laten de kikker voor dood achter. Wat ie mand kan overkomen in zijn win terslaap! Dezelfde eenden zijn zo schattig als je ze brood voert. Hon ger ontketent het beest in het beest". Voornoemde voorvallen zijn be schreven in 'Een vederlichte wan hoop', de verzamelde vogelco lumns van Van Zomeren, prachtig geïllustreerd door die andere vo gelkenner Peter Vos. Ook de co lumns zijn vederlicht. Niks geen bombarie: luchtig, eenvoudig, af en toe poëtisch, zo schrijft Van Zo meren over wat hij ziet als hij 's ochtends met z'n hond langs de Oude Rijn loopt. Soms gaat hij de grens over. In het mooiste verhaaltje uit dit boek je bijvoorbeeld. 1978. Samen met een vriend is Van Zomeren in Tur kije om de jacht op trekvogels te bekijken "en veroordelen natuur lijk". Op een ochtend staan ze op een heuveltop. "De Zwarte Zee in nevelen, de druipende naaldbo men op de hellingen onder ons af geladen met sperwers". Even later zien ze een eindeloos lint stippen. Elke stip een wespen- dief. "Die dag stroomde heel het Russische achterland leeg. Tien duizenden wespendieven hadden besloten te vliegen. Ik geloof ner gens in - maar dat is missschien hetzelfde als overal in geloven. Het was een ervaring van absoluut reli gieuze schoonheid. Ik vind ook dat iemand die zoiets gezien heeft het eeuwige leven verdient". WIM BRANDS (Stuiveling was de bezorger van het Volledig Werk van Multatuli tot en met deel 17). De andere twee hoofdstukken zijn interessanter. Ze zijn vooral gegrond op lezing van Multatuli's Ideën (ja. met twee e's!), na de Max Havelaar Multa tuli's belangrijkste werk. Door Hermans' doelstelling en werkwij ze is dit aspect van Multatuli's den ken en schrijven bij heb nogal on derbelicht gebleven. Bij Paul van 't Veer komt het vanzelfsprekend nog niet aan de orde. De hoofd stukken van Vermoortel geven zo doende aardig wat aanvullende in formatie. Men krijgt een goede in druk van belangrijke punten als Multatuli's opvattingen over taal en schrijven, over onderwijs en op voeding, over 't "hart" en waar heid, over systeem en moraal. Naast de herziene druk van De raadselachtige Multatuli heeft Hermans in dit Multatuli-herden- kingsjaar ook een nieuwe editie van de Max Havelaar uitgegeven, een fotografische herdruk van de laatse door de auteur zelf herziene uitgave, de vijfde druk uit 1881. Hermans had ook het handschrift als uitgangspunt kunnen kiezen of de eerste druk. Maar de vijfde druk is een uitstekende keus. vooral ook vanwege de 194 aantekeningen en ophelderingen van Multatuli zelf (£1 p.), die in de alternatieven ont breken. De editie is door Hermans voorzien van een inleiding (16 p.) en verklarende noten bij de hele tekst (46 p.). Die verklarende noten van Hermans zelf zijn van allerlei aard: ze behandelen zetfouten en tekstvarianten, geven een korte toelichting op namen van perso nen en zaken, bevatten opmerkin gen over noten in andere edities, geven woordverklaringen en verta lingen (uit Frans, Duits, Engels, Latijn en Maleis) en toetsen Dek kers beweringen aan wat er werkelijk is voorgevallen, voor zover controleerbaar. Vooral de no ten van de laatste categorie zijn zo belangwekkend, dat toekomstige tekstbezorgers er hun voordeel mee kunnen doen. Hermans blijkt in alle categorieën overigens niet naar volledigheid te hebben ge streefd. Ook mis ik noten die een toelichting geven op de algemeen culturele en maatschappelijke ach tergrond (niets over het koloniaal bestuurssysteem, niets over het cultuurstelsel bv.). Deze onderwer pen komen ook niet in de inleiding ter sprake. In de inleiding wordt de opzet van deze editie verantwoord en kritiek geleverd op andere re cente edities. Ook wordt het een en ander gezegd over de personages, in het bijzonder over Havelaar zelf. Allemaal prima, maar om beide ge noemde tekortkomingen kan deze editie al is ze interessant, niet als de definitieve worden gezien. Het is meer een vingerwijzing hoe een definitieve editie er uit zou moeten CHRISTIAAN VISSER Willem Frederik Hermans. 'De raad selachtige Multatuli'. Tweede herziene druk. De Bezige Bij, Amsterdam; 49,50. Multatuli. 'Max Havelaar of de kof fieveilingen der Nederlandsche Han delmaatschappij'. Voor het eerst, na meer dan honderd jaar, een fotografi sche herdruk van de laatste, door de auteur zelf herziene uitgave. Ingeleid en van verklarende noten voorzien door Willem Frederik Hermans. De Be zige Bij, Amsterdam; 49,50. a cassette: Paul van 't Veer. 'Het leven van Mul tatuli'. De Arbeiderspers. Amsterdam: 73,50. Philip Vermoortel. 'Multatuli. Ik kan met niemand meegaan'. Gram mens, Brussel; ƒ21,50. ADVERTENTIE BOEKHANDEL LEIDEN LEIDERDORP OEGSTGEEST - KATWIJK VOORSCHOTEN Alle op deze pagina besproken boeken zijn bij ons dlrekt lever baar, óf vla onze TERMINAL te bestellen en dan binnen drie da- gen verkrijgbaar. In het avontuurlijke genre ver schenen kort achter elkaar twee opmerkelijke Nederland se boeken. Een tweede 'femi nistische thriller' van Ina Bou- man ('Gratis monster') en een avonturenroman van de be kende witte televisiepresenta tor Aad van den Heuvel. De laatste laat in 'De verdwijning' twee collega-presentatoren hoofd rollen vertolken in een serie ener verende gebeurtenissen. Dat geeft hem en passant de gelegenheid om zijn niet al te rooskleurige visie op bepaalde zaken in het tv-wereldje te spuien. Hij begint al op pagina 14 als men zich in het door hem bedachte tv-centrum afvraagt of er ja of nee een programma moet worden ge wijd aan een plotseling verdwenen bekende tv-figuur: 'Er werd zo lang gepraat en vergaderd dat het uiteindelijk niet meer hoefde. Om dat het te laat was'. Net als in zijn uitzendingen ver telt hij in heel bevattelijk proza verder hoe een collega van de ver dwenen presentator na maanden de speurtocht weer opneemt. Zijn chef ziet dat in het begin echter niet zo zitten. Immers: 'De belang rijkste opdracht van zijn directie luidde de koers van de informatie ve afdeling in veilig en neutraal vaarwater te houden en voortdu rend te streven naar maximale kijkcijfers', (pag. 36). En slechts een tiental pagina's verder zegt Van den Heuvel: 'Aan gezien kijkcijfers uitwijzen dat de televisietoeschouwer massaal kiest voor het piepschuim van het flin terdunne vertier, zorgden concur rentie en commercie ervoor dat het scherm zo veel mogelijk vrolijk in beweging was. Het meest demo cratische omroepbestel ter wereld wankelde onder de noodzaak tot werving van begunstigers'. Maar inmiddels gaat Van den Heuvels verhaal verder waarbij de tv-verslaggevers in een niet met name genoemd Afrikaans land ko men, dat door 'de grote Leider' met straffe en harde hand wordt gere geerd en gedirigeerd. Waar marte lingen en moorden tot het normale levenspatroon horen. Waar een mensenleven niet of nauwelijks telt. 'De gedachte dat zij die martelen slechts sadisten kunnen zijn, is on juist want dat zou de overtuiging vereisen dat ieder mens van nature behept is met meegevoel jegens andere mensen. Het folteren vraagt geen perfide geestelijke afwijking, maar slechts de overtuiging van het eigen gelijk en het geloof in de beestachtigheid en de inferioriteit van de schreeuwende en jamme rende slachtoffers. Godsdienst, Aad van den Heuvel. (foto GPD) staatsbelang of het nationaal recht dienen de beul een waarde aan te reiken die belangrijker is dan het leven van de ander. Zolang ook wraak als rechtvaardig wordt ge zien zullen er beulen en folteraars worden gevonden', aldus een be wogen schrijver. In het verhaal een afdoende mo tivering om van een koel en onper soonlijk registrerende televisiever slaggever een actief opererende opstandeling te maken. Toch ge bruikt Aad van den Heuvel de be levenissen van zijn tv-verslagge- vers niet louter en alleen om er zijn beschouwingen aan op te hangen. Hun ervaringen zijn volwassen en onverwacht genoeg om tot een al tijd boeiende, soms ook schokken de en zeker steeds goed leesbare avonturenroman te worden gere gen. Maar de omstandigheden waar onder deze televisiemensen hun werk moeten doen, het doorzet tingsvermogen dat zij moeten op brengen, de koelbloedigheid die vaak wordt vereist en de improvi saties waaraan niet valt te ontko men vormen - met de toegevoegde persoonlijke noten van de auteur - de garnering, die het verhaal toch iets bijzonders geeft. Aad van den Heuvels zwak ironische en sterk relativerende verteltrant doet de rest. Feministisch? Het tweede opvallende boek was 'Gratis monster' van Ina Bouman, die twee jaar geleden al haar eerste 'feministische thriller' afleverde: 'Dames aan de Maas'. Toen bewees ze al een spannend verhaal in elkaar te kunnen zetten. De vertaalrechten zijn naar Enge land verkocht en het ziet er naar uit dat ook haar tweede boek in het Engels zal uitkomen, gerecht, ze levert bekwaam werk af. Ook 'Gratis monster' is een vlot, gemakkelijk en niet zonder humor geschreven verhaal over een on derwerp dat zeker de aandacht ver dient. Een grote farmaceutische multinational springt te noncha lant - in het boek zelfs levensge vaarlijk - om met de belangen, de gezondheid en het geld van proef personen en patiënten. Een journa liste opent daarop de aanval, wat haar bijna heel duur te staan komt.. Zoals gezegd, een goed geschre ven thriller. Alleen begrijp ik die toevoeging 'feministisch' niet. Om dat nu toevallig een journaliste - die een intieme relatie met een vriendin onderhoudt - de hoofd persoon is, maakt zo'n geschiede nis toch niet feministisch? Het had met hetzelfde gemak een journalist kunnen zijn die een relatie onderhield met een vriend (of vriendin). Het zou het boek niet anders, niet beter en ook niet slechter hebben gemaakt. Waarom dan toch zo'n etikettering? Alledaags Ina Boumans boek was ook niet 'feministisch' omdat de schrijfster een voor vrouwen niet alledaags genre beoefent. Want in het buiten land zijn genoeg voorbeelden te vinden van vrouwen die goede thrillers schrijven. En we behoe ven voor misdaadschrijfsters niet eens over de grenzen te gaan, want juist dezer dagen verscheen de der tiende detective van Jackie Lou- rens met de onmogelijke titel 'Stil le getuigen hebben veel te vertel len'. Jackie Lourens is de enige Ne derlandse schrijfster met een con stante produktie van één misdaad roman per jaar. Alledaagse mis daad staat bij haar centraal. Moord op een winkelier. Ontvoering van een kind. Zaken, zoals we ze helaas dagelijks in de media kunnen te genkomen Jackie Lourens debuteerde in 1975. Het werd het eerste avontuur van hoofdinspecteur Erik Jager van de moordbrigade in het denk beeldige plaatsje Castellum aan de Rijn, waarvan we alleen weten dat het dicht bij Leiden ligt. Ook dit maal moet Jager weer aantreden als er een vermoorde vrouw uit de Rijn wordt gevist en kort daarna nog twee vrouwen worden ver mist. Hij is de geijkte detective van deduceren en combineren, van hardnekkig en intensief onder zoek. Weinig spectaculair. Braaf, maar ontspannend om te volgen. KOOS POST 'De verdwijning' door Aad van den Heuvel (De Arbeiderspers - 26,50), 'Gratis monster' door Ina Bouman (Van Gennip - 24,50) en 'Stille getui gen hebben veel te vertellen' door Jac kie Lourens (Zwart Beertje Bruna - 7.25). Hermine de Graaf. Derde bundel met verhalen In de schaduw van de wat over dreven bewierookte Tessa de Loo zijn er meer aankomende of onop gemerkt gearriveerde schrijfsters die in 1987 de aandacht vragen. Van hen is Hermine de Graaf mis schien wel de bekendste. De verha lenbundel waarmee ze debuteerde, "Een kaart, niet het gebied" - dat ik door de vage, mistige sfeer waar mee de inhoud werd verdoezeld, niet kon bewonderen - werd be kroond en ook de daaropvolgende bundel "De zeevlam", waarin "de blik meer gericht (werd) op de we- reld waardoor de personages zich omringd zagen", beschouwde men als een bevestiging van haar talent. Inmiddels is alweer de derde bundel van Hermine de Graaf uit, "Aanklacht tegen onbekend", waarin vooral de personages, hun onderlinge relaties en een verbin dend thema dat men ruwweg als "wraak" kan omschrijven, in de eerste plaats van belang zijn. Maar er is meer, meent de auteur van de flaptekst: de personages hebben een enigszins "verschoven" kijk op de wereld - "en daarmee maakt Hermine de Graaf het vertrouwde op een natuurlijke wijze ongewoon en verrassend". Deze laatste mededeling is niet alleen weinig verhelderend, maar ook aantoonbare onzin. Erg "ver trouwd" en "natuurlijk" is de the matiek van de respectievelijk ver halen allerminst - ik neem ze vlug voor u door: een jongetje dat het misselijke huiskeffertje dood steekt; Albert, die de veertienjarige ik-figuur heeft aangerand, komt jammerlijk om in een wak; de win keldievegge die haar vriendin ver raadt, vindt op een gegeven mo ment haar huisraad in de tuin; de jeugdige aanvoerster van een stel kinderen dat zich verzet tegen de alternatieve commune van hun ou ders, ontvreemdt het lijk van hun vriendje Thomas en begraaft het elders; het jeugdige meisje dat zo van de verhalen van Jack London houdt, loopt romantisch weg met de al even onbezonnen Walt, die daar nog spijt van krijgt; de vissen de zusjes wier vader in het gevang zit en die last krijgen met de botte dorpsgemeenschap; de malle Joris ("de ooievaar") die zo goed water ratten kan doodknuppelen; de (wel vermakelijke) vermenging van la gere dorpsscholierën en de mon gooltjes van het naburige instituut Licht en Kracht; het meisje dat vermoedt dat haar achterlijke broer een moordenaar is; de pop- penkastspeelster en het clowntje; en - tot slot - het perspectief van Hermine's halfdemente, blinde oma. Van vertrouwdheid en natuur lijkheid is bij deze verhalen nauwe lijks sprake, wel van een "ver schuiving" van de werkelijkheid als we de nadrukkelijk éigen visi van de hoofdfiguren op de gebeur tenissen zo mogen beschouwen Want dat is toch het bijzondere var de schrijfster: ze slaagt erin de le zer haar personages (en hun pers pectief) volkomen op te dringen - een haast perfect personaal of ik- perspectief, waardoor lang niet alle details van de gebeurtenissen ob jectief waarneembaar zijn of onom stotelijk vaststaan. Hermine de Graaf laat, als een poppenspeel- ster, haar verhaalpersonages hun eigen gang gaan, hun eigen verhaal doen - van de verteller of degeen die de touwtjes hanteert is ogen schijnlijk geen spoor te bekennen. Voeg daarbij de subtiel-dreigen- de sfeer in de verhalen, het truclo- ze, soepele en natuurlijke taalge bruik, en het wordt duidelijk dat Hermine de Graaf veel meer in haar literaire mars heeft dan ik op grond van haar eersteling dacht. "Aanklacht tegen onbekend" be vat verhalen van ongewone kwali teit, die doen denken aan (een ver re, uiterst subtiele) Roald Dahl. En Hermine de Graaf is een schrijfster tot wie ik mij, tenslotte, onvoor waardelijk heb bekeerd. Een groot talent. ROB VOOREN Hermine de Graaf, 'Aanklacht tegen onbekend'. Verhalen. Meulenhoff, 28.50). Multatuli.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 9