'Talent, geschenk dat
je moet ontwikkelen'
PODIUMBLIK
DINSDAG 14 APRIL 1987
KUNST
PAGINA 21
Redactie Pieter C. Rosier
LEIDEN - Voor wie naast het bij
kans verplichte bezoek aan de ve
le passieconcerten deze week nog
tijd kan vinden om naar het
theater te gaan, biedt de uit
agenda een keuze uit een reeks to
neel-. dayis- en cabaretvoorstel
lingen. Bovendien biedt de Leid-
se Schouwburg op de avond van
tweede paasdag een optreden
van de vooruitstrevende prins
van de tango, Astor Piazolla.
Herman Finkers
De theaterweek begint van
avond met een voorstelling van
Herman Finkers in de schouw
burg. Finkers behoort tot de
groep jonge kleinkunstenaars,
die op het ogenblik nogal van
zich doen spreken. Hij valt voor
al op door zijn droogkomieke uit
straling en zijn nuchtere stemge
luid met licht accent. Dit sorteert
in elk geval het nodige effect in
het programma 'EHBO is mijn
lust en mijn leven', waarmee Fin
kers tot nog toe veel succes heeft
weten te oogsten. Het program
ma, Finkers vierde alweer, is hoe
wel aan de oppervlakkige kant
zeker amusant te noemen. Het be
staat uit een serie korte tot zeer
korte anekdotes. Finkers bege
leidt zich zelf soms op de piano,
meestal echter werkt hij met een
geluidsband.
Amphitryon
Toneelgroep 'De Appel' komt
voor het eerst na lange tijd weer
naar Leiden. In de schouwburg
zal woensdagavond Heinrich
von Kleists 'Amphitryon' worden
opgevoerd.
'O Alcmene! Hoe leeg is ook de
Olympus zonder liefde'. Het zijn
de woorden van de zich zelf
rechtvaardigende god Jupiter,
die de gedaante van Amphitryon
aannam en aldus met diens echt
genote Alcmene de liefde bedreef.
Dat is de Amphitryonstof waar
van in de literatuurgeschiedenis
een groot aantal bewerkingen
voorkomt. Heinrich von Kleist
heeft zijn 'Lustspiel' hoofdzake
lijk ontleend aan de komediebe
werking van Molière; de Kleist-
versie echter is volgens een on
langs in deze kolommen afge
Astor Piazzolla, maandagavond in de Leidse Schouwburg.
(foto Tony Thijs)
drukte recensie diepzinniger en
in zekere zin ook tragisch. Want
als Jupiter in het laatste bedrijf
aan alle verwarring een einde
wil maken, is dat slechts een op
pervlakkige oplossing. Kleist
plaatst namelijk het op de proef
stellen van Alcmene centraal. Als
de twee Amphitryons (de 'echte'
en Jupiter als Amphitryon) te
genover elkar staan, moet Alcme
ne de echte Amphitryon aanwij
zen. Een onmogelijk alternatief,
omdat voor Alcmene na het ge
lukkig samenzijn van de afgelo
pen nacht alleen de Jupiter-Am
phitryon bestaatdat wil zeggen
de Amphitryon in zijn meest
ideale vorm. Alcmene stort zich
dan ook gevolesmatig in de ar
men van Jupiter - bij het aanwij
zen van de chte Amphitryon faalt
ze derhalve en tegelijkertijd ook
weer niet: een in zekere zin tragi
sche paradox.
Van regisseur Hans Croiset
krijgt deze paradox naar de me
ning van de recensent terecht
veel aandacht, met als hoogte
punt de schitterende slotscène: de
Alcmene van Will van Kralingen
laat zich enigszins opstandig
voor de onmogelijke keuze stel
len. Op die manier wordt voorko
men dat zij 'slechts' als toonbeeld
van vastberaden echtelijke
trouw wordt gepresenteerd. Aus
Greidanus speelt de getergde
Amphitryon, die machteloos een
god als echtbreker tegenover zich
vindt. Alexander van Heteren
vertolkt de rol van Jupiter, die
zijn lichtelijk triomfantelijke
houding laat varen als hij uitein
delijk inziet, dat Alcmene hem
uitsluitend om zijn Amphitryon-
gedaante lief had.
De driehoeksrelatie Jupiter-
Alcmene-Amphitryon wordt ove
rigens in deze voorstelling op een
ander niveau weerspiegeld. De
god Mercurius heeft de gedaante
aangenomen van Sosias, de
knecht van Amphitryon. In de re
latie tot Charis, de vrouw van So
sias, leidt dit dubbelgangersmo
tief tot komische verwikkelingen.
Deze rollen worden gespeeld door
Hugo Maertens, Porgy Franssen
en Trudy Labij.
Herman van Veen
Met het liedje 'Anne' heeft hij in
de nationale hitparade gestaan.
In het afgelopen najaar werd hij
gehuldigd bi verband met zijn
tweehonderdvijftigste voorstel
ling in het Amsterdamse theater
Carré. In Duitsland en Oosten
rijk kent men zijn naam evenzeer
als in ons land. Herman van
Veen dus. Een cabaretier, over
wie menig criticus in het verle
den is heen gevallen. In een enke
le maanden geleden in deze
krant gepubliceerd interview
gaat Herman van Veen, die do/i-
derdag-, vrijdag- en zaterdag
avond op de planken van de
Leidse Schouwburg staat, op dit
gegeven in. 'Ik heb hier (in Carré,
red.) zeven weken gespeeld en er
zijn vijftigduizend mensen ge
weest; meer dan er ik er ooit in
Nederland heb gehad. Nee, dan
mag je niet zeggen, dat je je onbe
grepen voelt. Ik speel over de hele
wereld en overal komen massa's.
Ze vinden wat ik doe blijkbaar
mooi. Maar recensenten hebben
er moeite mee om mij in een ka
der te plaatsen en dan is het: hup,
een veeg er door of een snier er
bij. Dat is niet zo heel erg. Na
tuurlijk hecht ik zelf wel waarde
aan de mening van zo'n man. Hij
schrijft toch over mij. dat lees je,
dat analyseer je, je bekijkt watje
relevant vindt en wat je onzin
vindt. Ach ik ben al twintig jaar
bezig, er is al het een en ander
over mij uitgegoten. Ik kijk ner
gens meer van op'.
Van Veen vervolgens over het
feit, dat hij na terugkeer uit het
buitenland in de kritieken welis
'Prairie Song', woensdagavond in het LAK-theater.
(foto Hans Gerritsen)
waar wordt geprezen ('een enter
tainer uit de beste traditie van
Toon Hermans') maar de teneur
toch negatief is ('wat een senti
mentele ellende; Van Veen lost
weer op in een waas'): 'Dat is
subjectieve waarneming van de
recensent en dat is één persoon.
Het is zijn goed recht om zoiets te
schrijven. Het heeft alleen met de
voorstelling niets te maken. Je
kan van mijn shows houden of je
kan er niet van houden. Maar ie
dereen zal ervaren dat ik er onge
looflijk hard voor werk en dat ik
echt geloof wat ik zeg en meen
wat ik vind, dat in zing wat ik
begrijp en vermoed. Die oprecht
heid speelt een heel belangrijke
rol, de mensen appreciëren dat.
En dat is iets wat mij er in al die
jaren altijd weer heeft doorge
sleept. Ik schotel de mensen niets
voor, deel geen waarde-oordeel
uit of zo'.
Van Veen tenslotte: 'Deze voor
stelling heeft als rode draad:
angst, althans naar mijn gevoel.
Mensen worden niet door geld,
macht of wat dan ook geleid,
maar door angst. Om die angst te
verdoezelen worden er bewape
ningssystemen neergezet, wordt
er met make-up gesmeerd. Nou,
ik legitimeer die angst. Dat
wordt door de één als een waas
van onduidelijkheid ervaren en
door de ander, die de wereld op
dezelfde manier ervaart als ik,
helemaal niet'.
Van Veen tracht naar eigen
zeggen die angsten op allerlei
manieren te relativeren en terug
te brengen tot iets dat zich in ie
ders hoofd afspeelt, want 'er is
maar één winnaar en dat is de
angst zelf, de geschiedenis kent in
dat opzicht alleen maar verlie
zers'.
Astor Piazzolla
Irritaties wekt ook de figuur
van Astor Piazzolla bij sommi
gen op, vooral bij de traditioneel
ingestelde musici en critici. Het
is vooral de eigenzinnige manier
van componeren die de tango
vertolker tot een omstreden musi
cus hebben gemaakt. Feit is dat
tal van choreografen, onder wie
Pina Bausch en Hans van Ma
nen, zich door zijn muziek heb
ben laten inspireren. Van Piaz
zolla is ook bekend dat hij mu
ziek componeerde voor een hele
reeks films. Het aantal door hem
gecomponeerde tango's wordt op
ruim zevenhonderd geschat. Deze
Piazzolla, de grootmeester van
de Argentijnse bandoneon-mu-
ziek, doet tijdens een korte tour
nee door ons land maandag
avond het theater aan de Oude
Vest aan. Voorwaar een gebeur
tenis.
Astor Piazolla werd in 1921 in
Mar del Plata geboren. Driejaar
later verhuisde het gezin Piazzol
la naar New York, om daar het
geluk te beproeven. Op 9-jarige
leeftijd begon Astor Piazzolla in
die stad zijn bandoneon-studie.
Als begeleider van de legendari
sche Carlos Gardel debuteerde
hij in diens film 'El dia que me
quieras'. Het gezin Piazzolla
keerde later terug naar Argenti
nië, waar Astor kennis maakte
met het werk van de grote tango-
meesters. Snel maakte hij naam
met zijn nieuwe, oorspronkelijke
frasering en zijn originele har
monie-benadering. Ook met zijn
composities trok Piazzolla in
middels de aandacht, o.m. met de
symfonie 'Buenos Aires' en met
de 'Rapsodia Portena'. In 1954
vertrok hij naar Parijs om te stu
deren bij de compositie-docente
Nadia Boulanger. Haar vertelde
Astor van zijn onmacht om te kie
zen tussen de tango en de klassie
ke muziek. Nadia Boulanger
drukte hem echter op het hart
vooral de tango trouw te blijven.
Herman van Veen, drie avonden in de Leidse Schouwburg.
(foto pr)
Een jaar later keerde Piazzolla
naar Argentinië terug, waar hij
zich uitdrukkelijk als vernieu
wer manifesteerde, onder meer
door zijn tango's te verrijken met
elementen uit de eigentijdse mu
ziek en uit de jazz. Maar hoe dan
ook, immer waart in Piazzolla's
muziek de geest van de oorsprong
terugde geest van de tango.
Dansgroep Reflex
De dansgroep Reflex, die eind
januari een geslaagde voorstel
ling verzorgde in het LAK-thea-
ter, treedt woensdagavond op
nieuw in dit theater aan. De jon
ge, Groningse groep voert dan
weer Hans Tuerlings' choreogra
fie 'Nessuno o tutti', waarin met
fascinerend resultaat de grenzen
tussen gekte en normaliteit wor
den verkend, op alsmede 'People
die of Laughter' van de Israëliër
Nir Ben-Gal met als belangrijk
ste motief het steun zoeken en
troosten, met de dood als drei
gend perspectief De choreograaf
behandelt in dit geval de dood
vanuit een ironische invalshoek,
waarbij teksten van Ionesco wor
den gereciteerd.
Op deze avond zullen ook wor
den uitgevoerd 'Prairie Song'
een studie naar het mysterie van
de isolatie van mensen, waartoe
vijf dansers hun ervaringen, in
metaforen, met eenzaamheid,
agressiviteit, angst en afhanke
lijkheid vormgeven) en 'Place
Six', een choreografie die Bob
Foltz speciaal voor de zes dansers
van Reflex heeft gemaakt.
Quaderna
In het Theaterschoolcircuit
reist deze maand een dansvoor
stelling door het land met als titel
'Quaderna'. De voorstelling, ge
maakt door Sylvia van Kospoth
en gedanst door (ex)studenten
van de dansafdeling van de
Theaterschool in Amsterdam, is
donderdagavond te zien in het
LAK. De dansvorm wordt eigen
tijds genoemd met zowel klassie
ke als moderne elementen. Uit
gangspunt voor de choreografie
is de aanwezigheid op het toneel
van een schilder. Deze speelt een
actieve rol in de voorstelling: het
decor wordt gevormd door een
groot, nog niet voltooid schilde
rij. waaraan de schilder verder
werkt. Hij is de centrale figuur in
'het verhaal'. Hoofdthema is het
isolement waarin de schilder zich
bevindt.
Pesetsky
Het Onafhankelijk Toneel
brengt prijdag- en zaterdag
avond 'Pesetsky' naar het LAK-
theater. Pesetsky is de naam van
de schrijfster van de bundel 'Ver
halen tot op zekere hoogte', die
het uitgangspunt vormde voor
deze voorstelling van Amy Gale
en Arnold Goores. De voorstelling
is geheel gebaseerd op de combi
natie van woord- en lichaam
staal. De twee dansers - de een ge
specialiseerd in de verteldans, de
ander beeldend danser - geven in
hun dialoog een ironische lading
aan deze 'verhalen'. Zo sugge
reert het zitten in een ontspannen
lotushouding al een vertrouwde
sfeer waarin persoonlijke beken
tenissen gemakkelijk los komen.
De eerste bewegingen geverj. ook
het spiegeleffect te zien van men
sen, die in hun harmonieuze
stemming dezelfde lichaamshou
dingen aannemen. In hun geza
menlijke herinneringen ligt het
eerste aanknopingspunt voor het
onderlinge commentaar. De twee
dansers lijken daarbij op te gaan
in de spelletjes die kinderen ge
bruiken om de wereld van de vol-
wassenenen te imiteren. Kortom,
er gebeurt van alles in deze wis
selwerking tussen het tweetal.
Te weinig tijd
voor repetities
Marijnen ziet
af van regie
'Don Carlos'
Charles de Wolff veertig jaar dirigent
Charles de IVolff is de dirigent van het enkele jaren geleden in
Leiden opgerichte Bachkoor Holland. Het koor geeft deze week
twee uitvoeringen van de Matthaus Passion in de Pieterskerk.
Het eerste concert heeft plaats op donderdagavond (aanvang
19.00 uurl, de tweede uitvoering is op vrijdagochtend (aanvang
11.30 uur). ifoto gpd)
LEIDEN/ENSCHEDE
(GPD) - „Veertig jaar in het
vak," zegt hij, terwijl hij
koffie zet. „Het is haast niet
te begrijpen. Zo snel is het
gegaan. Mijn vader was van
1930 tot 1935 predikant in
Onstwedde. Daar ben ik
ook geboren. Toen hij werd
beroepen naar de Gerefor
meerde Noorderkerk in En
schede was ik drie jaar en
drie maanden. Ik heb tot
1967 in de pastorie ge
woond. Alles wat ik nu doe
is in Enschede begonnen".
Het begon met de dood van zijn
grootvader, die organist was in
Middelburg. „Een prachtig harmo
nium uit de nalatenschap kwam bij
mijn vader terecht. Dat betekende
dat je orgelles moest nemen, sa-
'men met mijn vader en mijn zus
ter. Het was 1942. Harry Mayer, die
destijds organist van de Noorder
kerk was, werd mijn leraar. Mijn
vader kon het door zijn drukke
werkkring niet volhouden, maar ik
ontwikkelde me snel. Na twee jaar
kon ik in de Oosterkerk spelen.
Dat was in de laatste periode van
de oorlog en kort daarna. In april
1947 ben ik overgestapt naar de
Noorderkerk. De benoemingsacte
hebben ze in het archief gevonden.
Vandaar dat nu zo precies bekend
is wanneer ik daar als kerkorganist
ben aangesteld".
„Intussen zat ik ook op het con
servatorium van Utrecht. Ik was
een treinstudent. De eerste stoom
trein vertrok om tien voor half vijf
's morgens uit Enschede. Om tien
over acht was ik in Utrecht. Ik kon
precies om half negen op les zijn.
Om kwart over twaalf 's avonds
kwam ik thuis. Slapen deed je een
beetje in de trein
„Dat heen en weer reizen deed
ik, omdat ik in Enschede het orgel
beschikbaar had. Als ik thuis was
studeerde ik. Vaak de hele dag
door. Tot ergernis van de koster, de
kerkeraad en de jeugdvereniging.
Die hoorden alsmaar die motor
zoemen. Zondags begeleidde ik de
kerkdiensten en bij trouwerijen
natuurlijk"'.
Toen de vakantie voorbij was
werd het idee geboren, dat hij zijn
eerste orgelconcert moest geven.
„Op dat moment had ik nog geen
vijf jaar les. Het is heel gauw ge
gaan. Misschien had ik wel dat na
tuurtalent. Ik zat ten tijde van dat
eerste concert nog maar een paar
maanden op het conservatorium".
„En ik was wel zo brutaal om een
poging te doen ook voor de radio te
spelen. Ik vroeg de NCRV of ik
voor mocht spelen. Dat resulteerde
in een tweede concert op 18 februa
ri 1948 in de Grote Kerk in Ensche
de, dat rechtstreeks werd uitgezon
den. Ik was nog steeds vijftien jaar
en toch speelde ik al een groot pro
gramma van drie kwartier".
door
Johan Pameijer
„Daarna kwamen er steeds meer
concerten. Het begon te lopen. El
ke maand moest ik wel ergens spe
len. Daarbij heb ik op mijn zeven
tiende zelfs de allerzwaarste
werken gespeeld, die je kunt be
denken. En dat deed ik al voor de
radio ook. Als ik nu de program
ma's doorlees sta ik versteld over
.de stukken, die ik toen durfde te
spelen. Er staan werken op, die ge
settelde organisten moeilijk uit de
vingers krijgen. Ik waagde me in
de Westerkerk in Amsterdam toen
tertijd toch al aan de Symfonische
fantasie van Reger, wat geldt als
een onspeelbaar stuk".
Gewoon
Dat heeft zich doorgezet tot in
1952 toen hij eindexamen deed in
Utrecht. Eerst hoofdvak theorie en
piano en in 1953 hoofdvak orgel.
Hij slaagde met een tien en twee
onderscheidingen voor muzikali
teit en virtuositeit. „Normaal sta ik
niet bij die feiten stil. Het maakte
me niet trots. Het gebeurde ge
woon. Als je talent hebt ben je ver
plicht om je te ontwikkelen. Het is
een geschenk. Daarvoor ga je niet
naast je schoenen lopen. Achteraf
sta ik wel verbaasd over wat ik alle
maal al heb gedaan in mijn leven".
„Na Utrecht ging ik op het con
servatorium te Amsterdam bij An
ton van der Horst studeren. Nu
werd ik treinstudent van Enschede
naar Amsterdam. Van der Horst
was een hele grote man. Toen ik
hem op mijn eerste les had voorge
speeld zei hij: ik weet niet goed wat
ik jou nog moet leren. Met het ge
volg dat ik binnen dat seizoen mijn
prix d'excellence heb gehaald. 21
jaar was ik en ik gaf al door het he
le land concerten, alles vanuit En
schede".
„Na die prix wilde ik verder stu
deren bij een internationale groot
heid. Daar had ik een beurs voor
gekregen. Dat werd Jeanne De-
mêssieux in Parijs. Ook dat ge
beurde vanuit Enschede. In die tijd
bezat ik zo'n kleine Messersch-
midt, een driewielig autootje met
een glazen kap. Daarin reed ik naar
Schiphol, vloog naar Parijs en ging
met de trein terug. Uit en thuis op
'een dag".
„Daarnaast kwam steeds meer
het verlangen op om te gaan dirige
ren. Tijdens mijn Parijse studie
deed ik in Amsterdam hoofdvak
orkestdirectie. Dat resulteerde in
1957 in de dirigentencursus van de
NOS. In de commissie zat Kees
van Baaren. Hij droeg er zijn steen
tje toe bij, dat ik als zijn opvolger
dirigent werd van het Toonkunst-
koor in Enschede. Dat was in 1958.
Mijn eerste uitvoering van de Mat-
theus Passion vond plaats in 1959.
Daar ligt het beginpunt van mijn
loopbaan als orkestdirigent".
Eerste auto
„In 1963 werd het eerste Gaudea-
mus-concours voor hedendaagse
muziek gehouden. Ik gaf mijzelf
als mededinger op. Een eerste prijs
werd niet uitgereikt, maar ik won
de tweede. Het jaar daarop zakte ik
naar de vierde prijs, maar ik was
wel de hoogste Hollander. Zolang
je geen eerste prijs had mocht je
doorgaan. Dat gebeurde in 1966.
Van het geld, wat ik op die con
coursen verdiende, heb ik mijn
eerste auto gekocht, want ik woon
de nog steeds in Enschede. In die
tijd ben ik ook grammofoonplaten
gaan maken. Het was meteen raak.
Een van de eerste kreeg een Edi
son. Inmiddels ben ik aan de 22
platen toe".
"Op een gegeven moment had ik
een orkest, twee koren, de Bach-
vereniging, ik gaf orgelconcerten
en ik was nog steeds kerkorganist
aan de Noorderkerk. Dat werd wel
een beetje zwaar. Vooral omdat de
orgelconcerten niet beperkt waren
tot Nederland. Ik speelde in Parijs,
Londen, Hamburg, Berlijn, War
schau, Italië en waar al niet. Er
moesten knopen doorgehakt wor
den. Het leidde tot mijn verhui
zing, eerst naar Groningen en ze
ven jaar later naar Vierhouten, dat
veel centraler gelegen is".
„In 1983 gingen ze bij de Bach
vereniging een andere koers vol
gen. De rijkssubsidie hield op. Men
wilde uitvoeringen per project op
zetten. Daar heb ik principiële be
zwaren tegen. Ik vond niet dat het
koor van de Bachvereniging als
kaartenbakkoor gebruikt kan wor
den. Er waren mensen die met au
thentieke uitvoeringen wilden ver
dergaan. Daar heb ik niets op te
gen, maar ik huldig het principe
dat je de verworvenheden van de
barok moet kunnen toepassen met
het hedendaagse instrumentarium.
Toen liepen de wegen uiteen in
Naarden. Ik wilde het koor niet
kwijt en de meerderheid van de
koorleden mij niet. Toen het op
stemmen aankwam volgde het
koor mij op drie mensen na naar
Leiden, waar we verder zijn gegaan
onder de naam Bachkoor Holland.
Merkwaardigerwijs heeft het pu
bliek ons niet in de steek gelaten.
We geven twee uitvoeringen in de
Pieterskerk en krijgen per uitvoe
ring tweeduizend bezoekers".
„Ik kan heel snel een nieuw stuk
instuderen", zegt de man, die de
hele orgelliteratuur tot zijn reper
toire kan rekenen. „Op het conser
vatorium van Utrecht, waar ik
hoofdvakleraraar ben, staan ze er
soms versteld van dat ik een sym
fonie van Beethoven of Brahms zo
van de partituur op de piano kan
spelen. Het is geen verdienste. Ik
kan het nu eenmaal. Daardoor kan
ik snel werken en veel hooi op mijn
vork nemen. Ik kan niet stilzitten.
Muziek is als hobby begonnen en
is dat gebleven. Daarbij komt dat
ik mijn leven goed organiseer".
„Studeren doe ik elke dag. Als ik
om half tien een repetitie heb in
Groningen sta ik om half zes op.
Want voor ik weg ga wil ik een uur
tje orgel studeren. Dat gebeurt in
derdaad in een razend tempo".
Huwelijk
Hij verontschuldigt zich om een
boodschap te doen in het dorp.
Scheurt weg. Een stil huis tussen
Elspeet en Vierhouten. Zijn huwe
lijk strandde op de muziek. „Maar
we zijn gelukkig nog altijd goede
vrienden", meldt hij.
Zijn zoon van 25 speelt fluit,
maar is bijna klaar als arts. Zijn
dochter van 21 studeert toegepaste
psychologie. „Ik heb haar uit het
hoofd gepraat om door te gaan met
de piano. Ze speelt uitstekend.
Daar niet van. Maar ze is te laat. Ik
zeg: je vader had op jouw leeftijd al
zijn papieren al op zak. Als je een
muziekloopbaan wilt moetje rond
je twintigste klaar zijn met je tech
nische bagage".
Over het subsidiesysteem van de
overheid zegt hij: „De overheid
heeft veel in het culturele klimaat
geinvesteerd. Je kunt zeggen: hoe
meer subsidie hoe beter het is. Aan
de andere kant werd er wel eens te
veel aan subsidies gegeven. Ik
merk zelf, dat dat ook een zekere
luiheid in de hand werkt".
„Kijk, er is inderdaad enorm ge
kort op de orkesten. Om dat op te
vangen moetje veel economischer
programmeren. Je moet inventie
ver zijn om alle profijt te halen uit
de middelen, die je krijgt. Op be
paalde gebieden is er te veel bezui
nigd. Dat heb ik zelf ervaren met
de Bachvereniging. In 1983 is het
subsidie ingetrokken. Dan kun je
het niet meer klaren. Daaruit is het
Bachkoor Holland ontstaan. De
koorleden zijn volledig beroeps.
Die moeten dus een vergoeding
hebben. Maar als ik vergoedingen
voor mezelf ga vragen kan het koor
niet meer bestaan. Dat heeft tot ge
volg dat ik gratis werk".
„Geld komt bij mij altijd op de
tweede plaats. Op de eerste plaats
staat de muziek. Ik leef niet ex
treem royaal. Nu kan ik gemakke
lijk praten, want ik ben ambtenaar
in vaste dienst van de gemeente
Groningen. Daarom kan ik mij ver
oorloven om andere dingen voor
mijn genoegen te doen. Andere
mensen zullen er meer moeite mee
hebben. Dat zijn de gevallen waar
in men met de bezuinigingen te ver
is gegaan. Veel ensembles bestaan
dank zij de mildheid van mensen,
die er met hun eigen geld in zitten.
Dat is natuurlijk niet de weg. Het is
een bewijs dat er in die gevallen te
fors bezuinigd is. Maar bezuinigin
gen hebben ook een goede kant.
Daardoor ben je genoodzaakt om
dieper na te denken over wat je
doet".
AMSTERDAM (GPD) - De door
Franz Marijnen geregisseerde ver
sie van Verdi's opera .Don Carlos',
die door de Nederlandse Opera als
tweede produktie voor het volgend
seizoen stond genoteerd, gaat niet
door. Marijnen heeft de opdracht
teruggegeven, nadat gebleken is
dat er geen overeenstemming mo
gelijk was over de wijze van voor
bereiding en realisering van de
produktie.
Artistiek directeur van de Neder
landse Opera, Guus Mostart, zegt:
„Marijnen wilde veel meer repeti
tietij d dan wij konden geven. Om
dat de Franse versie van Don Car
los uit 5 akten bestaat, wenste Ma
rijnen daaraan niet te tornen. Hij
achtte het tenslotte onverantwoor
delijk om zijn naam achter de pro
duktie te schrijven".
Bovendien kon Marijnen, aldus
Mostart, onmogelijk genoegen ne
men met het feit dat de Amerikaan
Neil Rosenshein - die de rol van
Don Carlos voor zijn rekening zou
nemen - zes dagen na het begin
van de repetities op 24 augustus
zou arriveren. Mostart: „Don Car
los is onmiddellijk na de opening
'aan de beurt'. Marijnen vond het
te riskant om tijdens de repetities
dan ook niet direct met Rosens
hein te beginnen. Overigens is het
geen onwil van de Amerikaan: hij
heeft contractuele verplichtingen
elders".
Omdat het ondoenlijk is om op
korte termijn een andere regisseur
aan te trekken - Don Carlos moet
op 8 oktober in première gaan -,
zoekt de artistieke leiding van de
Nederlandse Opera naarstig naar
een elders geproduceerde versie
van Verdi's werk. Daarbij zal een
keus worden gedaan uit drie be
staande produkties: die van de
Scala in Milaan, een Parijse versie
en een Don Carlos zoals die door
de opera in San Francisco wordt
gespeeld.
Het is bedoeling dat Don Carlos
de gehele maand oktober in het
Amsterdamse Muziektheater te
zien en horen valt. Er wordt naar
gestreefd dat ®ok de vervangende
produktie Franstalig is.
'Nonnenkoor'
Als gevolg van een tikfout
stond in de krant van gisteren
vermeld dat de op 87-jarige
leeftijd overleden operazange
res Anni Frind in het bijzonder
faam genoot door haar opname
van het 'Mannenkoor' uit Casa
nova. Dit moet uiteraard het
'Nonnenkoor' zijn.