'Talent, geschenk dat je moet ontwikkelen' PODIUMBLIK DINSDAG 14 APRIL 1987 KUNST PAGINA 21 Redactie Pieter C. Rosier LEIDEN - Voor wie naast het bij kans verplichte bezoek aan de ve le passieconcerten deze week nog tijd kan vinden om naar het theater te gaan, biedt de uit agenda een keuze uit een reeks to neel-. dayis- en cabaretvoorstel lingen. Bovendien biedt de Leid- se Schouwburg op de avond van tweede paasdag een optreden van de vooruitstrevende prins van de tango, Astor Piazolla. Herman Finkers De theaterweek begint van avond met een voorstelling van Herman Finkers in de schouw burg. Finkers behoort tot de groep jonge kleinkunstenaars, die op het ogenblik nogal van zich doen spreken. Hij valt voor al op door zijn droogkomieke uit straling en zijn nuchtere stemge luid met licht accent. Dit sorteert in elk geval het nodige effect in het programma 'EHBO is mijn lust en mijn leven', waarmee Fin kers tot nog toe veel succes heeft weten te oogsten. Het program ma, Finkers vierde alweer, is hoe wel aan de oppervlakkige kant zeker amusant te noemen. Het be staat uit een serie korte tot zeer korte anekdotes. Finkers bege leidt zich zelf soms op de piano, meestal echter werkt hij met een geluidsband. Amphitryon Toneelgroep 'De Appel' komt voor het eerst na lange tijd weer naar Leiden. In de schouwburg zal woensdagavond Heinrich von Kleists 'Amphitryon' worden opgevoerd. 'O Alcmene! Hoe leeg is ook de Olympus zonder liefde'. Het zijn de woorden van de zich zelf rechtvaardigende god Jupiter, die de gedaante van Amphitryon aannam en aldus met diens echt genote Alcmene de liefde bedreef. Dat is de Amphitryonstof waar van in de literatuurgeschiedenis een groot aantal bewerkingen voorkomt. Heinrich von Kleist heeft zijn 'Lustspiel' hoofdzake lijk ontleend aan de komediebe werking van Molière; de Kleist- versie echter is volgens een on langs in deze kolommen afge Astor Piazzolla, maandagavond in de Leidse Schouwburg. (foto Tony Thijs) drukte recensie diepzinniger en in zekere zin ook tragisch. Want als Jupiter in het laatste bedrijf aan alle verwarring een einde wil maken, is dat slechts een op pervlakkige oplossing. Kleist plaatst namelijk het op de proef stellen van Alcmene centraal. Als de twee Amphitryons (de 'echte' en Jupiter als Amphitryon) te genover elkar staan, moet Alcme ne de echte Amphitryon aanwij zen. Een onmogelijk alternatief, omdat voor Alcmene na het ge lukkig samenzijn van de afgelo pen nacht alleen de Jupiter-Am phitryon bestaatdat wil zeggen de Amphitryon in zijn meest ideale vorm. Alcmene stort zich dan ook gevolesmatig in de ar men van Jupiter - bij het aanwij zen van de chte Amphitryon faalt ze derhalve en tegelijkertijd ook weer niet: een in zekere zin tragi sche paradox. Van regisseur Hans Croiset krijgt deze paradox naar de me ning van de recensent terecht veel aandacht, met als hoogte punt de schitterende slotscène: de Alcmene van Will van Kralingen laat zich enigszins opstandig voor de onmogelijke keuze stel len. Op die manier wordt voorko men dat zij 'slechts' als toonbeeld van vastberaden echtelijke trouw wordt gepresenteerd. Aus Greidanus speelt de getergde Amphitryon, die machteloos een god als echtbreker tegenover zich vindt. Alexander van Heteren vertolkt de rol van Jupiter, die zijn lichtelijk triomfantelijke houding laat varen als hij uitein delijk inziet, dat Alcmene hem uitsluitend om zijn Amphitryon- gedaante lief had. De driehoeksrelatie Jupiter- Alcmene-Amphitryon wordt ove rigens in deze voorstelling op een ander niveau weerspiegeld. De god Mercurius heeft de gedaante aangenomen van Sosias, de knecht van Amphitryon. In de re latie tot Charis, de vrouw van So sias, leidt dit dubbelgangersmo tief tot komische verwikkelingen. Deze rollen worden gespeeld door Hugo Maertens, Porgy Franssen en Trudy Labij. Herman van Veen Met het liedje 'Anne' heeft hij in de nationale hitparade gestaan. In het afgelopen najaar werd hij gehuldigd bi verband met zijn tweehonderdvijftigste voorstel ling in het Amsterdamse theater Carré. In Duitsland en Oosten rijk kent men zijn naam evenzeer als in ons land. Herman van Veen dus. Een cabaretier, over wie menig criticus in het verle den is heen gevallen. In een enke le maanden geleden in deze krant gepubliceerd interview gaat Herman van Veen, die do/i- derdag-, vrijdag- en zaterdag avond op de planken van de Leidse Schouwburg staat, op dit gegeven in. 'Ik heb hier (in Carré, red.) zeven weken gespeeld en er zijn vijftigduizend mensen ge weest; meer dan er ik er ooit in Nederland heb gehad. Nee, dan mag je niet zeggen, dat je je onbe grepen voelt. Ik speel over de hele wereld en overal komen massa's. Ze vinden wat ik doe blijkbaar mooi. Maar recensenten hebben er moeite mee om mij in een ka der te plaatsen en dan is het: hup, een veeg er door of een snier er bij. Dat is niet zo heel erg. Na tuurlijk hecht ik zelf wel waarde aan de mening van zo'n man. Hij schrijft toch over mij. dat lees je, dat analyseer je, je bekijkt watje relevant vindt en wat je onzin vindt. Ach ik ben al twintig jaar bezig, er is al het een en ander over mij uitgegoten. Ik kijk ner gens meer van op'. Van Veen vervolgens over het feit, dat hij na terugkeer uit het buitenland in de kritieken welis 'Prairie Song', woensdagavond in het LAK-theater. (foto Hans Gerritsen) waar wordt geprezen ('een enter tainer uit de beste traditie van Toon Hermans') maar de teneur toch negatief is ('wat een senti mentele ellende; Van Veen lost weer op in een waas'): 'Dat is subjectieve waarneming van de recensent en dat is één persoon. Het is zijn goed recht om zoiets te schrijven. Het heeft alleen met de voorstelling niets te maken. Je kan van mijn shows houden of je kan er niet van houden. Maar ie dereen zal ervaren dat ik er onge looflijk hard voor werk en dat ik echt geloof wat ik zeg en meen wat ik vind, dat in zing wat ik begrijp en vermoed. Die oprecht heid speelt een heel belangrijke rol, de mensen appreciëren dat. En dat is iets wat mij er in al die jaren altijd weer heeft doorge sleept. Ik schotel de mensen niets voor, deel geen waarde-oordeel uit of zo'. Van Veen tenslotte: 'Deze voor stelling heeft als rode draad: angst, althans naar mijn gevoel. Mensen worden niet door geld, macht of wat dan ook geleid, maar door angst. Om die angst te verdoezelen worden er bewape ningssystemen neergezet, wordt er met make-up gesmeerd. Nou, ik legitimeer die angst. Dat wordt door de één als een waas van onduidelijkheid ervaren en door de ander, die de wereld op dezelfde manier ervaart als ik, helemaal niet'. Van Veen tracht naar eigen zeggen die angsten op allerlei manieren te relativeren en terug te brengen tot iets dat zich in ie ders hoofd afspeelt, want 'er is maar één winnaar en dat is de angst zelf, de geschiedenis kent in dat opzicht alleen maar verlie zers'. Astor Piazzolla Irritaties wekt ook de figuur van Astor Piazzolla bij sommi gen op, vooral bij de traditioneel ingestelde musici en critici. Het is vooral de eigenzinnige manier van componeren die de tango vertolker tot een omstreden musi cus hebben gemaakt. Feit is dat tal van choreografen, onder wie Pina Bausch en Hans van Ma nen, zich door zijn muziek heb ben laten inspireren. Van Piaz zolla is ook bekend dat hij mu ziek componeerde voor een hele reeks films. Het aantal door hem gecomponeerde tango's wordt op ruim zevenhonderd geschat. Deze Piazzolla, de grootmeester van de Argentijnse bandoneon-mu- ziek, doet tijdens een korte tour nee door ons land maandag avond het theater aan de Oude Vest aan. Voorwaar een gebeur tenis. Astor Piazolla werd in 1921 in Mar del Plata geboren. Driejaar later verhuisde het gezin Piazzol la naar New York, om daar het geluk te beproeven. Op 9-jarige leeftijd begon Astor Piazzolla in die stad zijn bandoneon-studie. Als begeleider van de legendari sche Carlos Gardel debuteerde hij in diens film 'El dia que me quieras'. Het gezin Piazzolla keerde later terug naar Argenti nië, waar Astor kennis maakte met het werk van de grote tango- meesters. Snel maakte hij naam met zijn nieuwe, oorspronkelijke frasering en zijn originele har monie-benadering. Ook met zijn composities trok Piazzolla in middels de aandacht, o.m. met de symfonie 'Buenos Aires' en met de 'Rapsodia Portena'. In 1954 vertrok hij naar Parijs om te stu deren bij de compositie-docente Nadia Boulanger. Haar vertelde Astor van zijn onmacht om te kie zen tussen de tango en de klassie ke muziek. Nadia Boulanger drukte hem echter op het hart vooral de tango trouw te blijven. Herman van Veen, drie avonden in de Leidse Schouwburg. (foto pr) Een jaar later keerde Piazzolla naar Argentinië terug, waar hij zich uitdrukkelijk als vernieu wer manifesteerde, onder meer door zijn tango's te verrijken met elementen uit de eigentijdse mu ziek en uit de jazz. Maar hoe dan ook, immer waart in Piazzolla's muziek de geest van de oorsprong terugde geest van de tango. Dansgroep Reflex De dansgroep Reflex, die eind januari een geslaagde voorstel ling verzorgde in het LAK-thea- ter, treedt woensdagavond op nieuw in dit theater aan. De jon ge, Groningse groep voert dan weer Hans Tuerlings' choreogra fie 'Nessuno o tutti', waarin met fascinerend resultaat de grenzen tussen gekte en normaliteit wor den verkend, op alsmede 'People die of Laughter' van de Israëliër Nir Ben-Gal met als belangrijk ste motief het steun zoeken en troosten, met de dood als drei gend perspectief De choreograaf behandelt in dit geval de dood vanuit een ironische invalshoek, waarbij teksten van Ionesco wor den gereciteerd. Op deze avond zullen ook wor den uitgevoerd 'Prairie Song' een studie naar het mysterie van de isolatie van mensen, waartoe vijf dansers hun ervaringen, in metaforen, met eenzaamheid, agressiviteit, angst en afhanke lijkheid vormgeven) en 'Place Six', een choreografie die Bob Foltz speciaal voor de zes dansers van Reflex heeft gemaakt. Quaderna In het Theaterschoolcircuit reist deze maand een dansvoor stelling door het land met als titel 'Quaderna'. De voorstelling, ge maakt door Sylvia van Kospoth en gedanst door (ex)studenten van de dansafdeling van de Theaterschool in Amsterdam, is donderdagavond te zien in het LAK. De dansvorm wordt eigen tijds genoemd met zowel klassie ke als moderne elementen. Uit gangspunt voor de choreografie is de aanwezigheid op het toneel van een schilder. Deze speelt een actieve rol in de voorstelling: het decor wordt gevormd door een groot, nog niet voltooid schilde rij. waaraan de schilder verder werkt. Hij is de centrale figuur in 'het verhaal'. Hoofdthema is het isolement waarin de schilder zich bevindt. Pesetsky Het Onafhankelijk Toneel brengt prijdag- en zaterdag avond 'Pesetsky' naar het LAK- theater. Pesetsky is de naam van de schrijfster van de bundel 'Ver halen tot op zekere hoogte', die het uitgangspunt vormde voor deze voorstelling van Amy Gale en Arnold Goores. De voorstelling is geheel gebaseerd op de combi natie van woord- en lichaam staal. De twee dansers - de een ge specialiseerd in de verteldans, de ander beeldend danser - geven in hun dialoog een ironische lading aan deze 'verhalen'. Zo sugge reert het zitten in een ontspannen lotushouding al een vertrouwde sfeer waarin persoonlijke beken tenissen gemakkelijk los komen. De eerste bewegingen geverj. ook het spiegeleffect te zien van men sen, die in hun harmonieuze stemming dezelfde lichaamshou dingen aannemen. In hun geza menlijke herinneringen ligt het eerste aanknopingspunt voor het onderlinge commentaar. De twee dansers lijken daarbij op te gaan in de spelletjes die kinderen ge bruiken om de wereld van de vol- wassenenen te imiteren. Kortom, er gebeurt van alles in deze wis selwerking tussen het tweetal. Te weinig tijd voor repetities Marijnen ziet af van regie 'Don Carlos' Charles de Wolff veertig jaar dirigent Charles de IVolff is de dirigent van het enkele jaren geleden in Leiden opgerichte Bachkoor Holland. Het koor geeft deze week twee uitvoeringen van de Matthaus Passion in de Pieterskerk. Het eerste concert heeft plaats op donderdagavond (aanvang 19.00 uurl, de tweede uitvoering is op vrijdagochtend (aanvang 11.30 uur). ifoto gpd) LEIDEN/ENSCHEDE (GPD) - „Veertig jaar in het vak," zegt hij, terwijl hij koffie zet. „Het is haast niet te begrijpen. Zo snel is het gegaan. Mijn vader was van 1930 tot 1935 predikant in Onstwedde. Daar ben ik ook geboren. Toen hij werd beroepen naar de Gerefor meerde Noorderkerk in En schede was ik drie jaar en drie maanden. Ik heb tot 1967 in de pastorie ge woond. Alles wat ik nu doe is in Enschede begonnen". Het begon met de dood van zijn grootvader, die organist was in Middelburg. „Een prachtig harmo nium uit de nalatenschap kwam bij mijn vader terecht. Dat betekende dat je orgelles moest nemen, sa- 'men met mijn vader en mijn zus ter. Het was 1942. Harry Mayer, die destijds organist van de Noorder kerk was, werd mijn leraar. Mijn vader kon het door zijn drukke werkkring niet volhouden, maar ik ontwikkelde me snel. Na twee jaar kon ik in de Oosterkerk spelen. Dat was in de laatste periode van de oorlog en kort daarna. In april 1947 ben ik overgestapt naar de Noorderkerk. De benoemingsacte hebben ze in het archief gevonden. Vandaar dat nu zo precies bekend is wanneer ik daar als kerkorganist ben aangesteld". „Intussen zat ik ook op het con servatorium van Utrecht. Ik was een treinstudent. De eerste stoom trein vertrok om tien voor half vijf 's morgens uit Enschede. Om tien over acht was ik in Utrecht. Ik kon precies om half negen op les zijn. Om kwart over twaalf 's avonds kwam ik thuis. Slapen deed je een beetje in de trein „Dat heen en weer reizen deed ik, omdat ik in Enschede het orgel beschikbaar had. Als ik thuis was studeerde ik. Vaak de hele dag door. Tot ergernis van de koster, de kerkeraad en de jeugdvereniging. Die hoorden alsmaar die motor zoemen. Zondags begeleidde ik de kerkdiensten en bij trouwerijen natuurlijk"'. Toen de vakantie voorbij was werd het idee geboren, dat hij zijn eerste orgelconcert moest geven. „Op dat moment had ik nog geen vijf jaar les. Het is heel gauw ge gaan. Misschien had ik wel dat na tuurtalent. Ik zat ten tijde van dat eerste concert nog maar een paar maanden op het conservatorium". „En ik was wel zo brutaal om een poging te doen ook voor de radio te spelen. Ik vroeg de NCRV of ik voor mocht spelen. Dat resulteerde in een tweede concert op 18 februa ri 1948 in de Grote Kerk in Ensche de, dat rechtstreeks werd uitgezon den. Ik was nog steeds vijftien jaar en toch speelde ik al een groot pro gramma van drie kwartier". door Johan Pameijer „Daarna kwamen er steeds meer concerten. Het begon te lopen. El ke maand moest ik wel ergens spe len. Daarbij heb ik op mijn zeven tiende zelfs de allerzwaarste werken gespeeld, die je kunt be denken. En dat deed ik al voor de radio ook. Als ik nu de program ma's doorlees sta ik versteld over .de stukken, die ik toen durfde te spelen. Er staan werken op, die ge settelde organisten moeilijk uit de vingers krijgen. Ik waagde me in de Westerkerk in Amsterdam toen tertijd toch al aan de Symfonische fantasie van Reger, wat geldt als een onspeelbaar stuk". Gewoon Dat heeft zich doorgezet tot in 1952 toen hij eindexamen deed in Utrecht. Eerst hoofdvak theorie en piano en in 1953 hoofdvak orgel. Hij slaagde met een tien en twee onderscheidingen voor muzikali teit en virtuositeit. „Normaal sta ik niet bij die feiten stil. Het maakte me niet trots. Het gebeurde ge woon. Als je talent hebt ben je ver plicht om je te ontwikkelen. Het is een geschenk. Daarvoor ga je niet naast je schoenen lopen. Achteraf sta ik wel verbaasd over wat ik alle maal al heb gedaan in mijn leven". „Na Utrecht ging ik op het con servatorium te Amsterdam bij An ton van der Horst studeren. Nu werd ik treinstudent van Enschede naar Amsterdam. Van der Horst was een hele grote man. Toen ik hem op mijn eerste les had voorge speeld zei hij: ik weet niet goed wat ik jou nog moet leren. Met het ge volg dat ik binnen dat seizoen mijn prix d'excellence heb gehaald. 21 jaar was ik en ik gaf al door het he le land concerten, alles vanuit En schede". „Na die prix wilde ik verder stu deren bij een internationale groot heid. Daar had ik een beurs voor gekregen. Dat werd Jeanne De- mêssieux in Parijs. Ook dat ge beurde vanuit Enschede. In die tijd bezat ik zo'n kleine Messersch- midt, een driewielig autootje met een glazen kap. Daarin reed ik naar Schiphol, vloog naar Parijs en ging met de trein terug. Uit en thuis op 'een dag". „Daarnaast kwam steeds meer het verlangen op om te gaan dirige ren. Tijdens mijn Parijse studie deed ik in Amsterdam hoofdvak orkestdirectie. Dat resulteerde in 1957 in de dirigentencursus van de NOS. In de commissie zat Kees van Baaren. Hij droeg er zijn steen tje toe bij, dat ik als zijn opvolger dirigent werd van het Toonkunst- koor in Enschede. Dat was in 1958. Mijn eerste uitvoering van de Mat- theus Passion vond plaats in 1959. Daar ligt het beginpunt van mijn loopbaan als orkestdirigent". Eerste auto „In 1963 werd het eerste Gaudea- mus-concours voor hedendaagse muziek gehouden. Ik gaf mijzelf als mededinger op. Een eerste prijs werd niet uitgereikt, maar ik won de tweede. Het jaar daarop zakte ik naar de vierde prijs, maar ik was wel de hoogste Hollander. Zolang je geen eerste prijs had mocht je doorgaan. Dat gebeurde in 1966. Van het geld, wat ik op die con coursen verdiende, heb ik mijn eerste auto gekocht, want ik woon de nog steeds in Enschede. In die tijd ben ik ook grammofoonplaten gaan maken. Het was meteen raak. Een van de eerste kreeg een Edi son. Inmiddels ben ik aan de 22 platen toe". "Op een gegeven moment had ik een orkest, twee koren, de Bach- vereniging, ik gaf orgelconcerten en ik was nog steeds kerkorganist aan de Noorderkerk. Dat werd wel een beetje zwaar. Vooral omdat de orgelconcerten niet beperkt waren tot Nederland. Ik speelde in Parijs, Londen, Hamburg, Berlijn, War schau, Italië en waar al niet. Er moesten knopen doorgehakt wor den. Het leidde tot mijn verhui zing, eerst naar Groningen en ze ven jaar later naar Vierhouten, dat veel centraler gelegen is". „In 1983 gingen ze bij de Bach vereniging een andere koers vol gen. De rijkssubsidie hield op. Men wilde uitvoeringen per project op zetten. Daar heb ik principiële be zwaren tegen. Ik vond niet dat het koor van de Bachvereniging als kaartenbakkoor gebruikt kan wor den. Er waren mensen die met au thentieke uitvoeringen wilden ver dergaan. Daar heb ik niets op te gen, maar ik huldig het principe dat je de verworvenheden van de barok moet kunnen toepassen met het hedendaagse instrumentarium. Toen liepen de wegen uiteen in Naarden. Ik wilde het koor niet kwijt en de meerderheid van de koorleden mij niet. Toen het op stemmen aankwam volgde het koor mij op drie mensen na naar Leiden, waar we verder zijn gegaan onder de naam Bachkoor Holland. Merkwaardigerwijs heeft het pu bliek ons niet in de steek gelaten. We geven twee uitvoeringen in de Pieterskerk en krijgen per uitvoe ring tweeduizend bezoekers". „Ik kan heel snel een nieuw stuk instuderen", zegt de man, die de hele orgelliteratuur tot zijn reper toire kan rekenen. „Op het conser vatorium van Utrecht, waar ik hoofdvakleraraar ben, staan ze er soms versteld van dat ik een sym fonie van Beethoven of Brahms zo van de partituur op de piano kan spelen. Het is geen verdienste. Ik kan het nu eenmaal. Daardoor kan ik snel werken en veel hooi op mijn vork nemen. Ik kan niet stilzitten. Muziek is als hobby begonnen en is dat gebleven. Daarbij komt dat ik mijn leven goed organiseer". „Studeren doe ik elke dag. Als ik om half tien een repetitie heb in Groningen sta ik om half zes op. Want voor ik weg ga wil ik een uur tje orgel studeren. Dat gebeurt in derdaad in een razend tempo". Huwelijk Hij verontschuldigt zich om een boodschap te doen in het dorp. Scheurt weg. Een stil huis tussen Elspeet en Vierhouten. Zijn huwe lijk strandde op de muziek. „Maar we zijn gelukkig nog altijd goede vrienden", meldt hij. Zijn zoon van 25 speelt fluit, maar is bijna klaar als arts. Zijn dochter van 21 studeert toegepaste psychologie. „Ik heb haar uit het hoofd gepraat om door te gaan met de piano. Ze speelt uitstekend. Daar niet van. Maar ze is te laat. Ik zeg: je vader had op jouw leeftijd al zijn papieren al op zak. Als je een muziekloopbaan wilt moetje rond je twintigste klaar zijn met je tech nische bagage". Over het subsidiesysteem van de overheid zegt hij: „De overheid heeft veel in het culturele klimaat geinvesteerd. Je kunt zeggen: hoe meer subsidie hoe beter het is. Aan de andere kant werd er wel eens te veel aan subsidies gegeven. Ik merk zelf, dat dat ook een zekere luiheid in de hand werkt". „Kijk, er is inderdaad enorm ge kort op de orkesten. Om dat op te vangen moetje veel economischer programmeren. Je moet inventie ver zijn om alle profijt te halen uit de middelen, die je krijgt. Op be paalde gebieden is er te veel bezui nigd. Dat heb ik zelf ervaren met de Bachvereniging. In 1983 is het subsidie ingetrokken. Dan kun je het niet meer klaren. Daaruit is het Bachkoor Holland ontstaan. De koorleden zijn volledig beroeps. Die moeten dus een vergoeding hebben. Maar als ik vergoedingen voor mezelf ga vragen kan het koor niet meer bestaan. Dat heeft tot ge volg dat ik gratis werk". „Geld komt bij mij altijd op de tweede plaats. Op de eerste plaats staat de muziek. Ik leef niet ex treem royaal. Nu kan ik gemakke lijk praten, want ik ben ambtenaar in vaste dienst van de gemeente Groningen. Daarom kan ik mij ver oorloven om andere dingen voor mijn genoegen te doen. Andere mensen zullen er meer moeite mee hebben. Dat zijn de gevallen waar in men met de bezuinigingen te ver is gegaan. Veel ensembles bestaan dank zij de mildheid van mensen, die er met hun eigen geld in zitten. Dat is natuurlijk niet de weg. Het is een bewijs dat er in die gevallen te fors bezuinigd is. Maar bezuinigin gen hebben ook een goede kant. Daardoor ben je genoodzaakt om dieper na te denken over wat je doet". AMSTERDAM (GPD) - De door Franz Marijnen geregisseerde ver sie van Verdi's opera .Don Carlos', die door de Nederlandse Opera als tweede produktie voor het volgend seizoen stond genoteerd, gaat niet door. Marijnen heeft de opdracht teruggegeven, nadat gebleken is dat er geen overeenstemming mo gelijk was over de wijze van voor bereiding en realisering van de produktie. Artistiek directeur van de Neder landse Opera, Guus Mostart, zegt: „Marijnen wilde veel meer repeti tietij d dan wij konden geven. Om dat de Franse versie van Don Car los uit 5 akten bestaat, wenste Ma rijnen daaraan niet te tornen. Hij achtte het tenslotte onverantwoor delijk om zijn naam achter de pro duktie te schrijven". Bovendien kon Marijnen, aldus Mostart, onmogelijk genoegen ne men met het feit dat de Amerikaan Neil Rosenshein - die de rol van Don Carlos voor zijn rekening zou nemen - zes dagen na het begin van de repetities op 24 augustus zou arriveren. Mostart: „Don Car los is onmiddellijk na de opening 'aan de beurt'. Marijnen vond het te riskant om tijdens de repetities dan ook niet direct met Rosens hein te beginnen. Overigens is het geen onwil van de Amerikaan: hij heeft contractuele verplichtingen elders". Omdat het ondoenlijk is om op korte termijn een andere regisseur aan te trekken - Don Carlos moet op 8 oktober in première gaan -, zoekt de artistieke leiding van de Nederlandse Opera naarstig naar een elders geproduceerde versie van Verdi's werk. Daarbij zal een keus worden gedaan uit drie be staande produkties: die van de Scala in Milaan, een Parijse versie en een Don Carlos zoals die door de opera in San Francisco wordt gespeeld. Het is bedoeling dat Don Carlos de gehele maand oktober in het Amsterdamse Muziektheater te zien en horen valt. Er wordt naar gestreefd dat ®ok de vervangende produktie Franstalig is. 'Nonnenkoor' Als gevolg van een tikfout stond in de krant van gisteren vermeld dat de op 87-jarige leeftijd overleden operazange res Anni Frind in het bijzonder faam genoot door haar opname van het 'Mannenkoor' uit Casa nova. Dit moet uiteraard het 'Nonnenkoor' zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 21