ZATERDAG 11 APRIL 1987 EXTRA PAGINA 3a In het Westen groeit meer en meer de opvatting dat er meer persoonlijke contacten met Oost-Europa moeten komen om het traditionele KiLbeeW loorhrekeii. Vooroordelen en gebrek aan informatie over het leven van alledag aan gene zijde van het IJzeren Gordijn vertroebelen maar al te vaak de ideeën daarover in het Westen. Twee Leidse jongeren. Lex Loos en Wim Larabóo, vertoefden ruim een week ii. h' £,o>*-U, ti'bva 'r. ju >U n m Oost-Berlijn en noteerden in bijgaand artikel hun bevindingen. Ze maakt zich zorgen over de toe komst van haar zoontje. "Ik denk dat hij een vaderfiguur in zijn opvoeding zal missen. De eerste deugde niet en Klaus denkt ook in de eerste plaats aan zich zelf. En het zal niet meevallen om nieu we woonruimte te vinden. Toen mijn kind een maand oud was, moest ik in mijn geboorteplaats zelfs een huis bezet ten. Dat was eigenlijk voor iemand an ders gereserveerd. Maar omdat ik dat kind had, hebben ze me uiteindelijk maar laten zitten. Ik heb net al mijn geld aan nieuwe spullen uitgegeven. Ik voel er dan ook weinig voor om hier weg te gaan. Hij zal maar moeten gaan". Hoewel er ogenschijnlijk voldoende woonruimte is, hebben meer jongeren moeite iets naar hun zin te vinden. Inge: "Ik werk drie dagen in de week op een kleine sieraadfabriek. In de ochtend oor bellen maken, of ze verkopen op de markt. Eigenlijk woon ik illegaal met Detmar samen. Als ze daar achter ko men gaat mijn baas dat geld kosten. En het is dan maar de vraag of hij me wil houden. Die ruimte van Detmar is ide aal, voor mij zal het nog wel een paar jaar duren voor ik zoiets groots kan krijgen" Alleen Peter heeft ruimte genoeg. Ook hij woont het grootste deel van de tijd samen, ook niet officieel. Naast zijn huis en dat van zijn vriendin heeft hij nog een woning die te boek staat als atelier. Hij verdient voor Oostduitse begrippen zeer goed. "Ik ben Freiberuflich (free-lance) en kan als ik hard doorwerk zeventien honderd in de maand maken plus het sa laris van Evie er nog bij. Wie via de ge wone kanalen een foto bestelt, kan een half jaar wachten op zijn afdrukken. Omdat ik zelf kan afdrukken ben ik in staat iets binnen een week af te leveren. Dan zijn mijn opdrachtgevers wel wat meer kwijt, maar niet alles een jaar tevoren te p Detmar: Uiteindelijk is ontspan ning de oplossing". Gevaarlijk De inkomensverschillen zijn vrij groot. Karin: "Ik verdien zeshonderd in de maand. Voor mezelf zou dat wel ge noeg zijn. Maar met mijn kleine erbij wordt het toch wel erg krap". Ze is de enige die ik sprak die dacht dat het uiten van kritiek gevaarlijk was. "Tegenover jou of onder vrienden praat iedereen zo. In een kroeg zal ik dat toch niet zo snel doen. Je weet maar nooit of er een dienstklopper in de buurt is, die zin krijgt om jou bij de autoriteiten zwart te maken. En dat kan je nog steeds moei lijkheden opleveren. Bijvoorbeeld bij het zoeken naar een betere baan". Dan komt Klaus binnengestormd. Met een grote zwaai wordt de koelkast ge opend en drinkt hij een halve liter bier tegen de fluenza. Voor hij de keuken verlaat vraagt hij of we niet op haar ei gen kamer kunnen gaan zitten. "De keu ken is nog steeds gemeenschappelijk ge bied". Ik zou het niet eens een maand met zo'n vlerk hebben volgehouden. Als de tijd daar is om te vertrekken, is het ons net gelukt om de 25 mark per dag op te maken. Een biertje kostte im mers maar twee kwartjes. En voor een etentje was je inclusief voor- en nage recht maar tien mark kwijt. Zolang je niet hoeft te overnachten in peperdure hotels kun je je geruime tijd zoet houden in een stad waar genoeg te zien en te be leven is. "Ongelooflijk", reageert Detmar als il< hem vertel dat veel mensen het vooroor deel koesteren dat er in het Oostblok voornamelijk sombere mensen over de straten paraderen, die mokkend over het regime hun dagen slijten. "Ik zie geen reden me hier ongelukkig te voelen. Dat is toch het meest frusterende aan die koude oorlog. Dat gewone mensen zich zo door anderen laten beïnvloeden". Igor: "Een leren broek wild statussymbool". Terwijl ik op de Prenzlauer Allee op de tram sta te wachten nadert er een van die zeldzame punkers die Oost-Berlijn de uitstraling van een echte wereldstad bezorgen. door Lex Loos In zijn kielzog volgt een vrouw van mid delbare leeftijd die geen moeite doet haar misprijzen te verbergen. Om haar ergernis tot het toppunt op te drijven blijft ze zo dicht mogelijk in zijn buurt staan. Van tijd tot tijd blikken op zijn geverfde en opgestoken haar werpend. Ik besluit als buffer te fungeren en stel me tussen beide antipoden op. De jon gen wil net als de overige punkers die we op straat tegenkomen liever niet ge fotografeerd worden. Erg spraakzaam is hij evenmin. Hoe lang dost hij zich al zo uit? "Enkele maanden". Hoeveel pun kers zijn er in Oost-Berlijn? "Aardig wat". Steekt er een bedoeling achter zijn outfit? "Ik ben toch vrij". De aankomst van zijn tram maakt een eind aan deze vruchteloze conversatie. Gelukkig waren de meeste jongeren heel wat vrijer en spraakzamer, zodat we toch een aardig beeld kregen van hoe het nu is om jong te zijn achter de muur Duur Het is inmiddels elf uur in de avond als we zonder problemen West-Berlijn achter ons laten en de donkere straten van de Hauptstadt der DDR betreden. De Kastaniënallee, waar ons logeeradres zich bevindt, is volgens de schamele passanten veel te ver weg om te lopen. Naar later blijkt, de typische misvatting van de stadsmens die gewend is overal met het openbaar vervoer naartoe -te gaan. We laten ons verwijzen naar Hotel Metropole waar we geld kunnen wisse len. In het ronduit chic hotel waar het drie delig kostuum overheerst, blijkt onze gastheer Peter telefonisch onbereikbaar. Zou hij de moed hebben opgegeven? We zijn immers wel erg laat. Voorzichtig in formeren we bij de balie wat een over nachting hier kost. Het bedrag van 110 Ost-Mark per persoon is een te grote aanslag op ons budget om het serieus te overwegen. Of er geen goedkopere ho tels zijn? Jawel, even verderop zijn we tien mark goedkoper uit. Dan maar doorhalen tot de volgende morgen in de bar van het hotel. Maar in plaats van de gebruikelijke 51 pfennig kost een biertje daar maar liefst zeven mark vijftig. Visioenen van een wel heel erg kort verblijf schieten door het hoofd. Een tweede telefonische poging om on ze gastheer te bereiken maakt een eind aan onze beslommeringen. Even later zoeven we in een taxi langs de met schijnwerpers beschenen moderne ge bouwen die het centrum sieren. De volgende dag verstrijkt groten deels met het vervullen van de nodige plichtplegingen. Eerst moeten we naar de bank, omdat we 25 mark per dag moeten spenderen, waarbij dat ene uur tje van aankomst uiteraard als volledige dag geldt. Dan naar de politie met het bewijs dat we het nodige geld gewisseld hebben. Dan krijgen we het begeerde stempel in onze paspoorten Simpel Overdag kunnen we meerijden met Peter die zojuist een Trabant heeft aan geschaft. Die op zijn beurt als vrijwel ie dere Trabant in een-onbestemd gelig- beige is gespoten. 's Avonds moeten we het doen met het openbaar vervoer, omdat er op het rij den onder invloed een te hoge straf staat om het risico te nemen. Dat is overigens helemaal geen ramp, omdat je overal kan komen en het is nog gratis ook. Niet officieel, maar voor een jongere met een beetje lef is het een koud kunstje om met een simpele ruk aan de hendel een kaartje uit de automaat te trekken. En omdat er geen gigantische werkloosheid is en omdat de meesten nog braaf hun twintig pfennig in de kaartjes-automaat stoppen, is er geen controleur te beken- Die avond gaan we naar een soort jon- gerensoos waar een jazzband zal optre den. In de Strassenbahn zijn het overwe gend jongeren op weg naar een vrolijke vrijdagavondbesteding die de wagon be volken. Een groepje van vier giebelende meiden doet het luidst van zich spreken. Een fles rum en een fles wodka gaan van hand tot hand en af en toe breekt er een hels gelach los. Dan wil een van hen een sigaret opsteken. Maar de leidster van het groepje steekt daar een stokje voor: "Wir machen alles scheiss, maar we ro ken niet in de S-Bahn". Net München In de jazzkelder blijkt de band zonder opgaaf van redenen te ontbreken. Maar geen nood, elders in de stad speelt ook een band. Daar aangekomen blijkt het te gaan om een wat oubollige variant van wat ooit in een grijs verleden jazz gehe ten moet hebben. Maar de Berliners deert dat niet, velen verkiezen de dans vloer boven de luie stoel. Het bier vloeit zo rijkelijk dat alle glazen in gebruik zijn. "Ik heb maar tachtig plaatsen en er zijn zeker twee keer zoveel mensen", verzucht de kastelein tegen iemand die al een kwartiertje op zijn biertje wacht. Een meisje vraagt me wat ik tot nu toe van Berlijn vindt. "Net München" be sluit ik. Igor, 20 jaar en werkzaam bij de Duitse versie van het gemeentelijke energiebe drijf, heeft zojuist wat leer naar een be vriende naaister gebracht. Leren broe ken zijn een gewild object in Oost-Ber lijn. Je kunt ze ook in het Westen aan schaffen, maar dan ben je zo 800 D. mark kwijt. Met de inschakeling van een naai ster bespaar je meer dan 400 mark. Hij sleept ons mee naar een feestje. "Omdat er op zaterdag maar een paar kroegen open zijn, die ook nog eens ver uit elkaar liggen, organiseren we elke za terdag zelf een feest". Deze zaterdag wordt de kamer van twee kennissen in gewijd. De geluidsinstallatie braakt de vertrouwde Westerse popmuziek uit. Simple Minds, U-2, UB 40. Jaloezie Als ik vertel dat ik al die groepen, som mige zelfs meermalen, wel eens live heb mogen aanschouwen gaat er een golf nauwelijks verhulde jaloezie door de rij en. "Ja, de Rolling Stones ook", doet een verstokte fan verstijven. Hoewel bijna alle westerse muziek op plaat of cassette verkrijgbaar is, blijft het voor de Oost- berlijnse jongeren een frustratie dat er zelden of nooit een band optreedt. Karin, 21 jaar en etaleur, is deze avond de gastvrouw. Ze lijkt het echter hele maal niet naar haar zin te hebben. "We wonen hier nu een maand samen, dat is ook de laatste maand geweest. Heb ik eindelijk weer én een vriend én huisves ting, krijgen we enorme ruzie". Wan neer? "Vanmiddag". Haar vriend - of moet ik al ex zeggen - Klaus ziet er die avond ook niet uit. Het tempo waarmee hij zijn bier achterover slaat spreekt boekdelen. Hoewel hij ook blond haar heeft, kan zijn misère me om mysterieuze redenen niet echt raken. Ik spreek dan ook met Karin af, dat ik haar later in de week mee uit eten zal nemen. Om één uur is er nergens meer een druppel drank te vinden. Klaus is niet de enige geweest die de alcohol rijkelijk heeft laten vloeien. Omdat er nog geen behoefte aan slaap is ontstaan, wordt de avond gerekt met een pot thee. Rondrijden Om vier uur 's nachts worden we met zachte drang het appartement uitgezet. Peter, in een uitgelate stemming, staat erop een typisch staaltje Berlijns liften ten beste te geven. "Er rijden een hoop mensen alleen maar rond voor het rond rijden. Voor een paar mark zetten ze je voor de deur af". Misschien ligt het aan Scholieren op bezoek in het voormalige concentratiekamp Ravensbruck. Drie Oostberlijnse schoorsteenvegers wachten op de bus. van pakweg drie jaar aan haar vader vra gen. Inge: "Op je dertiende moet je met de hele klas naar een oud concentratie kamp. Maar dat vond ik niet genoeg. Je bent op die leeftijd nog niet rijp, veel te lacherig nog. Later ben ik er voor mezelf nog een keer wezen kijken. Toen besefte ik beter hoeveel ellende we over de we reld hebben afgeroepen. En als je me nu vraagt, ga ik zo nóg een keer kijken". Karin: "Een zo'n bezoek vond ik wel afdoende. Daarnaast krijg je over die pe riode nog zoveel les op school. Met alles watje erover te horen krijgt word ik daar te depressief van". Detmar. 24 jaar en maker van teksten in grafstenen: "Mijn vader was zestien jaar toen hij zich vrijwillig bij het leger meldde. Ik heb mezelf nou al zo vaak af gevraagd wat ik in zijn situatie gedaan zou hebben. Al zijn vriendjes deden het zelfde in een soort collectief heldenge- loof. Die schuldvraag blijft er steeds. En ik heb nog nooit voor mezelf kunnen be slissen wat ik nou zelf in die situatie ge daan zou hebben". Zijn vriendin Inge: "Dat zegt hij nu wel, maar hij is zelf niet in het leger ge gaan. In plaats daarvan heeft hij sociaal werk gedaan". Niets te zoeken Van degenen die we spreken is nie mand lid van de Freie Deutsche Jugend. de officiële jeugdorganisatie van de So cialistische Partij. Detmar is wel een blauwe maandag lid geweest. "Wordt toch lid, zeiden mijn ouders telkens weer. Dat levert je alleen maar voorde len op. Uiteindelijk ben ik voor die druk gezwicht. Maar na een week had ik al door dat ik daar niets wezenlijks te zoe ken had. Toen ben ik weer opgestapt". Karin: "Je mocht daar helemaal niets zelf doen. Je mocht niet meebeslissen, je moest alleen maar bevelen opvolgen. Dat is niets voor mij. Op een dag ben ik weggebleven en er nooit meer naartoe gegaan". Van een overdreven geloof in de won deren van het socialisme blijkt in Oost- Berlijn weinig. Karin: "Officieel werk ik bij een VAB, dat betekent dat dat bedrijf eigendom is van de arbeiders. Een soort opgedrongen idealisme dat niet met de praktijk van de bedrijfsvoering strookt". Detmar: "Het is mode om niet meer in politiek te geloven. Ik denk dat jongeren zo hun cynisme verbergen. Het kapita lisme heeft nooit gewerkt en ons sys teem werkt ook niet. Iedereen voelt dat aan en ziet eigenlijk geen oplossing voor dat probleem. Maar ik denk dat de op lossing uiteindelijk in ontspanning is ge legen. En dat is toch ook een vorm van politiek". Peter: "Er zijn tegenwoordig jongeren die er plezier in scheppen om slecht be kend te staan. De zogenaamde Asoz. Als ze maar genoeg bij de muur protesteren dan hopen ze dat de staat zegt: aan hem hebben we niks, laat die maar naar het Westen gaan. Ik heb daar zo mijn twij fels over, volgens mij maken ze het zich zelf alleen maar moeilijk en bereiken ze hun doel toch nooit". Griep Als ik later in de week Karin bel om haar aan onze afspraak te herinneren, blijk ik niet het enige slachtoffer van de heersende Berliner Flu. Ze ligt ook met griep op bed en ze weet nog zeven men sen die op het feest geweest zijn, met de zelfde verschijnselen. In plaats van een etentje wordt het een soort wederzijds ziekenbezoek. De situatie met haar vriend blijkt niet verbeterd, zijn status van ex wordt met de dag sterker. zijn te uitgelaten armbewegingen, in elk geval zijn we na een half uur nog geen honderd meter opgeschoten. Het wordt uiteindelijk een taxi die ons voor drie mark naar ons warme bedje brengt. Wie in Berlijn vertoeft kan niet om de oorlog heen. Zowel de Tweede Wereld oorlog als de koude oorlog drukken hun stempel op de stad. In de eerste plaats staat die muur daar. En er is niets wat een jongere liever wil dan daar achter eens een kijkje te nemen. Parijs. Madrid, Rome en Amsterdam lonken. Peter: Het gekke is eigenlijk dat ik in het ge heel niet van plan ben om me ooit in het Westen te vestigen. Ik heb het hier als fotograaf prima naar mijn zin. Ik verdien goed en voel me hier nu eenmaal thuis. En toch krijg ik van de staat niet eens toestemming om een weekje bij jullie langs te komen. Gewoon om de sfeer eens te proeven". Karin: "Ik zou er veel voor over heb ben om eens door de straten van Rome te lopen. Ik geloof alleen niet dat ik het nog zal meemaken. Dat er voor onze ge neratie de mogelijkheid zal zijn eens in het Westen te kijken. Maar wie weet zal mijn kind dat nog meemaken". Kind? "Ja ik heb een zoon van driejaar". En de vader dan? "Die heb ik na de bevalling nooit meer gezien". Pokdalig De sporen van de Tweede Wereldoor log zijn in het straatbeeld overduidelijk aanwezig. Veel gebouwen die de aansla gen overleefd hebben zijn pokdalig door de kogelgaten. De herstelwerkzaamhe den zijn nog in volle gang en - vanwege het 750-jarig bestaan van Berlijn - extra opgevoerd. Talloos zijn de gedenkte kens die steevast een waarschuwing te gen het nog steeds bestaande fascisme meedragen. "Is dit gebouw ook wegge bombardeerd, Vati"?, hoor ik een meisje

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 33