Met de handen in het haar a Lang niet iedere kaalhoofdige kan deelnemen aan spraakmakend haarexperiment ZATERDAG 11 APRIL 1987 EXTRA PAGINA 23 De proef met een nieuw haargroeimiddel in het Rotterdamse Dijkzigt-ziekenhuis heeft heel wat losgemaakt bij de kalende mannen van Nederland. Acht- tot tienduizend personen reageerden op de oproep mee te doen aan het experiment met een produkt dat bij toeval werd ontdekt. Slechts 200 van hen werden uitverkoren, maar ook voor de afvallers gloort hoop. De al eerder geteste lotion is over ongeveer drie maanden op doktersrecept (en voor eigen rekening) verkrijgbaar bij de apotheker en nu wordt de gel onderzocht. Niet alleen in het Dijkzigt-ziekenhuis, maar ook in een Zwitserse, een Duitse en een Belgische universiteitskliniek. Een gat in de markt voor de Amerikaanse fabrikant, maar daar hebben de onderzoekers uiteraard niets mee te maken. Ze houden de commercie verre van zich en richten zich louter op de wetenschappelijke test van het nieuwe middel. Weer een stap vooruit in de bestrijding van kaalheid, of geen haar beter? Een verhaal over de teleurstelling van de afvallers, de problematiek van kaalhoofdigen, het middel en de hoop. van leeftijdgenoten en in de situatie: jon gen ontmoet meisje. Schaamte, een zaamheid en depressieve gevoelens wor den beschreven als de meest emotionele gevolgen van een aangetast uiterlijk. Werkverzuim, slapeloosheid en irritaties thuis worden ook genoemd. De behoefte aan begrip is groot, maar wordt niet vaak geuit in de kennissen- of vrienden kring omdat dat weer tot een uitzonde ringspositie leidt. Jos van der Donk: „Het lag nog in de taboesfeer, maar nu is het veel opener geworden. Door de publiciteit over de instituten voor haartransplantatie, de tv- reclames van Ruud Geels voor hairfu- sion. Voor veel mensen zal dat niet de oplossing zijn. Ik moet zeggen dat ik he le goede voorbeelden heb gezien, maar het blijft een prothese: iets dat niet van jou is en dat niet bij je hoort. Bij trans plantatie zien de mensen vaak op tegen de operatie en de kosten". Gratis De deelnemers aan het onderzoek hoe ven zich over geld geen kopzorgen te maken. Afkomstig uit alle lagen van de bevolking, ook een arts en een analist van het Dijkzigt-ziekenhuis nemen er aan deel, krijgen zij de gel een jaar lang gratis. Daarna moeten ze het middel zelf aanschaffen. In België is de lotion al te koop, voor 120 gulden, „maar hier lopen we een half jaar achter met de registra tie. Die kan elk moment afkomen" Drs. Meulenberg: „Maar dat wil na tuurlijk niet zeggen dat iedereen het pro dukt zomaar moet gaan kopen. Het is en blijft een geneesmiddel, dat alleen te krijgen is op recept. Niet iederen kan het gebruiken of zal er baat bij hebben. Ook wat dat betreft is het dus belangrijk om bij de huisarts langs te gaan. Die kan in formatie geven en voor begeleiding zor gen tijdens het gebruik". Voor de 'proefkonijnen' en de mensen voor wie de lotion en straks de gel ge schikt blijkt te zijn, staat één aspect voorop: „Hoop. Voor de één in verband met het uitzicht op nieuwe haren, voor de ander voor het geval de uitval daar van stopt" (Van der Donk). Jos van der Donk. Renate Meulenberg en Annelies Lootten (v.l.n.r.) in een ontspannen pose rond die helaas (of gelukkig?) afviel. ,fl)t< Telefoonverbinding met het Dijk zigt-ziekenhuis. Aan de lijn een me dewerkster van het team dat het haarexperiment uitvoert. Zij stelt de vragen. „Beschrijf de kaalheid zelf eens". „Welke kleur heeft het haar?". „Hoe groot is de plek op de kruin?". „Hoe staat het met de in hammen?". „Zit er op de brug voor de kruin nog voldoende haar?". Bij het laatste antwoord („Al mijn ken nissen vinden van niet, zelf vind ik van wel") klinkt gelach. „Komt u maar, dan zullen we bekijken of u kunt meedoen". door Paul de Tombe Die ochtend in Rotterdam. Het Dijk zigt-ziekenhuis. Polikliniek huidziekten. Tweede etage, kamer Pa 231, haaronder zoek. Twee mannen aan de telefoon, die constant rinkelt. Steeds dezelfde vragen over het middel dat de haargroei zou sti muleren. Annelies Loonen, doktersas sistente: „De interesse is enorm. Mensen bellen uit het hele land. Van Terschel ling tot Limburg. Die hebben we direct aangeraden maar niet te komen, in ver band met de reiskosten. Ze moeten hier tenslotte in het jaar dat het onderzoek duurt twintig keer komen en dat kan erg oplopen als je van ver komt. Zelf hadden we keus genoeg. We hebben zo'n acht- tot tienduizend aanmeldingen gehad. Van die mensen zijn er hier 800 a 1000 geweest en we hadden er 200 nodig, plus dertig voor de reservelijst". In de kamer een aantal wachtenden. De een knap kaal, de ander nog met een volle bos. Eén voor één in de stoel bij Annelies Loonen, de assistente. Ze kijkt en oordeelt geroutineerd. „We zoeken mensen met dit soort kaalheid", wijst ze naar een papier met een aantal hoofd tekeningen. „U weet het knap te camou fleren, maar het haar is al te dun". „U bent blond, we hebben mensen met don ker haar nodig". „U bent al te kaal om aan het experiment mee te doen". De meesten vallen af, de teleurstelling slaat toe. Om het leed te verzachten krij gen de afvallers een kaartje mée. „Regai- ne. Op doktersrecept over ongeveer drie maanden voor eigen rekening bij de apo theek verkrijgbaar". Slechts een enke ling is opgelucht. Hij heeft vermoedelijk de circulaire in de wachthoek goed gele zen. Hoopgevend Het begin van het epistel is hoopge vend. „Het doel van het onderzoek is na te gaan of het middel Minoxidil op een gel-basis haargroei kan stimuleren en of het een veilige toepassingsvorm is". Aan het eind staat: „De verwachte vooruitgang is dat er nieuwe haargroei op de kale plek(ken) kan ontstaan. Dit zal echter langzaam gaan, daarom kan het 2 tot 7 maanden duren voor u resul taat mag verwachten". Ertussen een informatief gedeelte: „Het is mogelijk dat kleine hoeveelhe den Minoxidil door de huid worden op genomen. Daarom zult u tijdens de duur van het onderzoek nauwkeurig worden om zeker te zijn dat er zich geen bijwerkingen bij u ontwikkelen. Eventuele klachten moet u doorgeven aan uw arts". De arts: drs. Renate Meulenberg. Af komstig uit Temeuzen, woonachtig te Leiden. Ze plaatst onmiddellijk een be langrijke kanttekening bij bovenstaande tekst. „Alleen een allergie die met rood heid en al dan niet met jeuk gepaard gaat komt voor, en die houdt vanzelf op als met het gebruik van het produkt wordt gestopt. Verder is het heel veilig. Dat is gebleken uit het onderzoek naar het gebruik van de lotion bij 5000 men- Het middel is ontwikkeld in de VS als medicijn tegen hoge bloeddruk. De bij werking was haargroei „en dat is al der tien jaar bekend. Het heeft alleen lang geduurd voordat de bijwerking hoofd werking werd en veilig kon worden ge bruikt". Het leidde tot het lotion-onderzoek in het Dijkzigt-ziekenhuis. Dat loopt nog en is inmiddels in de negende maand. De voorlopige resultaten na een half jaar: eenderde van de deelnemers heeft nog geen haargroei, bij eveneens eender de is de groei minimaal en bij de overi gen is die „cosmetisch acceptabel". Van de nieuwe proef met de gel verwacht drs. Meulenberg in principe dezelfde re sultaten. Dat scheelt vermoedelijk slechts een haartje. „De gel is gemakke lijker aan te brengen op de kale plek. Door een beter praktisch gebruik geeft het misschien meer resultaat". Achterhoofd Terug naar de wachtkamer met de laatste opmerking van drs. Meulenberg nog in het achterhoofd: „Met de aankon diging van dit onderzoek hebben we het journaal van half zes, acht uur en elf uur gehaald en gezien de hoeveelheid men sen die zich hebben aangemeld is dit het gesprek van de dag". De telefoon rinkelt maar door. De vra gen klinken. Ze zijn bewust algemeen gehouden. Jos van der Donk, onder- zoekbegeleider: „Je moet heel grof se lecteren om teleurstellingen te voorko men, wantje moet alleen de mensen hier krijgen die aan de criteria voldoen. Daar om hebben we de vragen bewust onzij dig gehouden en noemen we de eisen niet. Anders zouden ze hun kaalheid gaan aanpassen aan de criteria. Dat heeft wel gewerkt, maar niet iedereen begreep dat". Annelies Loonen: „Die mensen waren soms erg teleurgesteld als ze werden af gewezen. We hebben onze kaalheid toch beschreven door de telefoon, waarom heeft u ons dan laten komen?, zeiden ze dan". De enkeling die wordt goedgekeurd ondergaat eerst een uitgebreid medisch onderzoek. Bij hem wordt bloed afgeno men, z'n urine wordt 'verzameld', er wordt een hartfilmpje en een longfoto gemaakt. Bovendien wordt er een echo- onderzoek van het hart gedaan. Ook het hoofd wordt gefotografeerd, om de uit gangssituatie goed vast te leggen. Dan volgt het haarwortel-onderzoek, het epi leren van vijftig haren van twee plaatsen op de hoofdhuid: van de zijkant en van de kruin. Drs. Meulenberg: „Om te kijken hoe de haarwortels verdeeld zijn; om de diagnose te stellen. Of de kaalheid van de betrokkene voortkomt uit ziekte of uit erfelijkheid. Dit onderzoek richt zich alleen op mannen die erfelijk kaal zijn. Vrouwen komen niet in aanmerking. Dat is vanuit ethische overwegingen his torisch gegroeid. Als je een nieuw medi cijn wilt testen is er een bepaalde volgor de. Je begint bij mannen, de volgende stap is het onderzoek bij vrouwen die niet zwanger zijn of kunnen worden, dan volgen kinderen en dan pas zwangere vrouwen. Omdat je wilt voorkomen dat de vrucht wordt aangetast". Rustharen Ook mensen die door ziekte kaal zijn geworden, komen niet in aanmerking. „Zij kunnen met dit middel niet worden geholpen. Bij hen moet de oorzaak wor den opgespoord, moeten de medicijnen misschien worden vervangen. Bij de mensen die wel deelnemen heb je na het haarwortel-onderzoek de uitgangswaar de. Als ze na zes maanden haargroei heb ben, verwacht je op de kruin meer actief groeiende haren en minder rustharen dan voorheen". Zover is het nog lang niet en voor de helft van de deelnemers is het ook na het eerste half jaar nog niet zover. Na de ver deling in twee groepen, ontvangt de ene groep de Minoxidil bevattende gel, de anderen krijgen dezelfde gel, maar zon Het epileren op twee plaatsen van de hoofdhuid. Om te kijken hoe de haarwortels verdeeld zijn. der de actieve component. Niemand weet vooraf in welke groep hij is inge deeld, maar allen moeten tweemaal per dag de gel op de kale plek aanbrengen en inmasseren. Pas na zes maanden gaan alle deelnemers de Minoxidil be vattende gel gebruiken. Renate Meulenberg legt uit waarom voor die formule is gekozen: „Omdat het smeren en masseren op zich ook haar groei zou kunnen geven. Maar je wilt aantonen dat Minoxidil haargroei geeft en niet het smeren op zich". Alle deelnemers aan de proef moeten in het begin om de twee weken op het spreekuur van Renate Meulenberg ver schijnen. Tijdens die visites zal naar de ervaringen worden gevraagd, zal het hoofd worden gefotografeerd en de eventuele haargroei zo objectief moge lijk worden bepaald. Eens per maand worden de bloeddruk en de polsslag ge meten. Halverwege en aan het eind van het onderzoek zal een haarwortelstatus worden afgenomen, tussentijds wordt extra bloed 'getapt' en bovendien zullen iedere maand de haren in een referentie- cirkel van 2,5 cm worden geteld. Door drs. Meulenberg zelf. „Het is lastig om dat betrouwbaar te doen. In het buiten land werd dat soms door twee of meer personen gedaan en kwamen er wel eens fouten voor, wat tot verschillende con clusies zou kunnen leiden. Hier ben ik de enige die telt". Kracht Hoewel. Vermoedelijk zullen ook de deelnemers zelf zich wat dat betreft niet onbetuigd laten, zeker niet nu zij er toch al zoveel voor moeten doen. Gezien de enorme interesse voor de proef blijkt dat geen enkel beletsel, de drang om kaal heid te bestrijden bestaat dan ook al vanaf de oorsprong van de mensheid. Door de eeuwen heen werd het haar als teken van (groei) kracht beschouwd. Wie het kwijtraakte probeerde dat te camou fleren of werd gepest. De lauwerkrans van Julius Caesar zou voornamelijk het eerste doel hebben gehad; de bijbel ver haalt over kinderen die de spot dreven met de profeet Elisa: „Kom op, kaal kop". Die problemen bestaan uiteraard nog steeds, de 'kaalkop' is door de jaren heen enkel getransformeerd tot 'badmuts'. Niet voor niets probeerden standwer kers en voetballers haargroeimiddelen en weeftechnieken aan de man te bren gen, niet voor niets zijn er toupets en flo reren tegenwoordig de haartransplanta- tieklinieken. Bij het lotion-onderzoek stuitte drs. Meulenberg er zo geregeld op dat ze de hulp inriep van de afdeling me dische psychologie. „Ik had voor dat on derzoek veel mensen gezien en kwam bij hen veel problemen tegen die ze toewe zen aan hun kaalheid". Jos van der Donk, sindsdien onder- zoekbegleider in het team: „Het blijkt om allerlei problemen te gaan. Iemand die kaal is heeft die soms in de sociale sfeer. Het minderwaardigheidsgevoel, ik hoor er niet bij, ik voel me vroeg oud, het minder uitgaan. Waar je eenmaal 'bad muts' bent genoemd, keer je niet zo snel terug. Er was in elk geval duidelijk be hoefte aan een psycholoog". Op de medisch psychologische afde ling werden lijsten opgesteld. Met vra gen om erachter te komen wat de pro blemen zijn van iemand die kaal is en of die uit de kaalheid voortspruiten. „Hoe de sociale contacten zijn, maar ook hoe hij zelf in elkaar zit. Want het kan ook zijn dat die problemen zich ook zouden hebben voorgedaan als zo iemand z'n haar nog had gehad. Daarom richt het onderzoek zich ook op drie groepen Groep I bestaat uit de deelnemers aan het onderzoek, groep 2 is de groep die 1 is gemakkelijk op de kale plek aan te brengen. behandeling wenst, maar niet aan de cri teria voldoet, groep 3 bestaat uit over eenkomstig kalenden die geen behande ling zoeken". Doorvoeren Eén groep is al onderzocht, dat waren de mensen die meededen aan het lotion- onderzoek. Van der Donk: „Omdat we er pas later bij kwamen hebben we bij hen een meting gedaan die teruggaat in de tijd. In de trant van: hoe voelde je je zes maanden geleden, afgezet tegen hoe je je nu voelt. Dat onderzoek gaan we nog verder doorvoeren. Dezelfde groep wordt nog een keer gemeten aan het ein de van de proef. Om te kijken of mensen die haargroei hebben gekregen minder problemen hebben dan in het begin". De uitkomsten laten zich zelfs niet ge deeltelijk voorspellen, „omdat het een nieuw probleem is". Van der Donk: „In feite is er nooit echt onderzoek gedaan naar de problematiek van kaalhoofdi gen. De hele kaalheidsproblematiek werd benaderd met een zekere schroom. Het is eeuwenoud, maar in feite is het altijd onderschat". Het blijkt uit eén van de weinige stu dies over dat onderwerp: 'Psychische as pecten van een aangepast uiterlijk', van J. Passchier, als doctor in de psycholo gie verbonden aan het Dijkzigt-zieken huis. Hij merkt daarin op: „Misschien weerspiegelt dit de traditionele houding tegenover het lijden in het algemeen; als er geen lichamelijke invaliditeit dreigt valt het allemaal wel mee". Die houding treft vooral jongeren, bij wie het tot traumatische ervaringen kan leiden. Vanwege de onbarmhartigheid Renate Meulenberg, zelf licht grijzend („maar ik ga mijn haar echt niet verven") schetst de voordelen van het gebruik van het nieuwe middel boven andere in grepen. „Je houdt geen littekens over en met eenvoudig smeren en bijhouden kun je de haargroei die zich voordoet be houden. Het is eigenlijk net als met tan denpoetsen. De een wil graag zijn eigen tanden houden, de ander maalt er niet om een kunstgebit te nemen. Zo is het met dit middel ook. De één zal het wil len, de ander wil het niet en zal gewoon kaal worden. Er zijn natuurlijk mensen die al zó kaal zijn dat wij ze niet meer kunnen helpen, maar als het begint met een klein pleKje is smeren toch het ge makkelijkste. Je krijgt geen littekens en je kunt stoppen wanneer je wilt. Maar om het te houden moet je inderdaad al tijd blijven smeren". Voor haar De deur van kamer Pa 231 op de twee de etage van de polikliniek huidziekten van het Dijkzigt-ziekenhuis valt dicht. Erachter rinkelt nog altijd de telefoon. Nieuwe 'klanten' melden zich. Allemaal voor haar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 23