Zondag: een ravijn van doodse stilte Zoveel drukte om zoveel stilte. Dat denk ik vaak als ik 's zaterdags die stoeten mensen in het centrum zie, al die mannen en vrouwen die inkopen doen voor de zondag. Ach, die dag des Heren. Het lijkt wel alsof de torenklokken zelfs minder hard luiden dan vroeger. Gaan er nog veel mensen naar de kerk of nemen zij, zoals iemand dat zo kernachtig uitdrukte, 's zaterdagsavonds alvast een 'voorschot op de zondag'? Is het daarom in de straten van Leiden zo stil dat men er een kanon kan afschieten? En niet alleen in Leiden heerst die stilte. In de overige steden van Nederland is het minstens zo doods. Of is dat maar schijn en spelen zich achter al die gevels wilde tonelen af? De zondag. Wat is dat eigenlijk voor een dag? Wat gebeurt er zoal tussen hoogmis en Studio Sport? Zondag. Dag van suddervlees. Dag waarop mannen de kinderen krijgen. De gescheiden mannen althans. En de vrouwen? Sommi ge vrouwen zijn deze dag alleen. Veel méér vrouwen zijn dat niet. Zij blijken plotseling echtgeno ten te hebben die onwennig de kinderwagen voortduwen. door Cees van Hoore Kinderen - die moeten uitkijken op zondagen. Vader is dan thuis. Nog ie mand erbij die ze in de gaten houdt. "Af en toe gaan pa en moe met ons naar de speeltuin toe. Dat is voor ons kinderen, ons kinderen, een feest". Een liedje uit de jaren vijftig. Feest? Kom nou toch, pa krijgt het Spaans benauwd als hij de hoge toegangs prijzen ziet. Mijn eigen jeugd. De eerste herin nering die bovenkomt. Een zomerse zondagmiddag. Van verveling sta ik in een raamsponning te bijten. Op het granieten aanrecht een fles Ranja. In een vergiet: aardbeien. Veilig onder een geruite theedoek. Dat is tegen de vliegen, die beneveld door zoveel zoetheid met een tikkend geluid te gen mijn voorhoofd suizen. "Mam, mag ik nog wat te drinken?" "Niet zeuren, jongen, het hoeft niet op, al is het lekker". Nog een herinnering. Dichterbij. De balkondeuren staan wagenwijd open. Wij luisteren naar Radio Tour de France. Onze overburen ook. En ineens dat echo-effect. Het lijkt of de stem van Koos Postema het toestel aan de overkant een fractie van een seconde later bereikt dan het onze. Of komt dat door de diepte van de zon dag, dat ravijn van stilte tussen de werkdagen in? Wij hebben de zondag te danken aan de oude Romeinen. Zij aanbaden de zon. En droegen een dag op aan dit hemellichaam. 'Dies solis' werd die genoemd. Zondag dus, een dag die werd uitgebeeld door een cirkel met in het midden een stip. De eerste christenen, dat wil zeg gen: zij die ontkwamen aan de leeu wen in de arena, gaven een andere in houd aan de dag. De zon, dat was een prachtig symbool voor Christus. Hij was immers het ware licht. Was de zondag dan niet uiterst geschikt om Zijn wederopstanding te vieren? En dat deden ze, die eerste christenen. Ze maakten van de zondag een dag van inkeer. Van overpeinzing. Terwijl de heidenen om hen heen gewoon doorwerkten. Daar ergerden die christenen zich wel aan. Kijk maar naar de zogenaamde 'Feiertags-Chris- tus' ikonen waarop Christus aan een door gereedschappen gevormd kruis hangt. Pas in 813 werd de zondag er kend als een algemene rustdag. Goudstuk Kinderen die op zondag worden ge boren, zouden een gelukkig leven te gemoet gaan. Men beweerde dat ze ter wereld kwamen met een goud stuk in hun mond. Bij Arabische kin deren lag dat anders. Werden zij op een zondag geboren, dan bracht dat ongeluk. Mohammed stierf op een zondag. In Nederland werd op 15 oktober 1953 een wet aangenomen die de zon dagsrust moest waarborgen. Bij ker ken mocht geen lawaai worden ge maakt. Optochten en bijeenkomsten mochten pas vanaf 13.00 uur worden gehouden. De rust zou niet meer mo gen worden verstoord door beroeps- of bedrijfsarbeid. Er waren winkels die daarvan ontheffing kregen. Dat waren de zogenaamde zondagswin kels. Meestal werden die gedreven door joden. Die waren er na 1945 niet veel meer. Als men in Engeland ergens erg lang op moet wachten, beschrijft men zo'n wachttijd wel als 'a month of Sundays'. Daaruit valt af te leiden dat ook Engelsen zich ergeren aan het trage karakter van de zondag. Vooral schrijvers hadden er nog wel eens moeite mee. Alan Sillitoe bijvoor beeld. Tussen zaterdagavond en zon dagmorgen lag voor hem een wereld van verschil. Hij schreef: "Ja, het was zaterdagavond, de leukste en joligste avond van de week - één van de twee ënvijftig korte vakanties in het lang zaam wentelende Grote Wiel van het jaar, een felle inleiding tot de mors- dooie zondag". En onze Nederlandse schrijvers? Was de zondag voor hen wél een kor te vakantie. Je krijgt de indruk van niet. Lamlendig Neem de naturalist Frans Coenen. Bij hem hebben de zondagen het ge daan. De rust van die dag drukt hem neer. Er zijn geen brieven, geen kran ten, er is geen enkele nieuwigheid. Hij heeft het zelfs over 'Zondagsmen- schen', mensen die de vleesgeworden lamlendigheid verpersoonlijken. Ze komen voor in de novelle 'Zondags rust', waarin Coenen een dag uit het leven van een arbeidersgezin be schrijft. Verstikkend is de koude oor log die op zondag woedt tussen de echtgenoten. Ze weten geen raad met hun vrije tijd. Er is ook niet veel geld om die op aangename wijze door te brengen. Het maatje jenever moet uitkomst brengen. Pas na enkele bor rels is moeder de vrouw genegen haar huwelijkse plichten te vervullen in de donkere alkoof. Is de mens niet gemaakt om vrij te zijn? Je zou het wel denken als je 'De Avonden' var Gerard Reve leest. Daarin komt hoofpersoon Frits van Egters er pas laat op de zondagoch tend achter dat hij vrij is. "Het is zon dag", dacht hij opeens, "dat is een meevaller". Gerard Reve - hij moet menige zon dag voor het raam hebben gestaan, de jongens nakijkend die met rieten kof fertjes achterop naar hun voetbal wedstrijden fietsten. De Leidse schrijver F. Hotz bracht de zondagen ook wel door aan het raam. Zijn familie trouwens ook. "Op zomerzondagmiddagen bevond ons gezin zich meestal direct achter de hoogopgeschoven ramen van het bo venhuis aan de Leidse Rijnsburger- weg. Geuren van aarde, klinkers, ver brande benzine en stoom drongen feestelijk binnen. Mijn vader staarde dan misleidend ernstig naar het fiets pad aan de overkant, waar roodver brande meisjes vanaf een uur of vier begonnen terug te keren van het Kat- wijkse strand naar de binnenstad. Hij volgde ze soms even met de ogen, maar altijd zo of hij afkeuring in de zin had. Dikwijls uitte hij die ook: 'Kijk eens éven hoe die daar zich heeft toegetakeld!', zei hij dan van een niet te mooie meid in wonderlijk geachte strandkledij". De jonge Hotz hield niet alleen zijn vader in de gaten. Hij telde ook auto merken. En wachtte op de Ijscokar met banketbakkersijs. Bach Maar goed. Laten we niet alleen boeken laten spreken. Laten we eens vragen hoe mensen uit Leiden en zij die wonen in de omgeving van deze stad hun zondagen zoal doorbrengen, wat ze van die zondagen vinden en hoe ze er tegenaan keken in hun jeugd. Componist Dick Borstlap: "Om kwart voor negen ga ik me wassen, scheren en aankleden. Om tien over negen luister ik naar het radiopraatje van bioloog Midas Dekkers. Daarna draai ik de knop om en zet ik mijn eigen zondagochtendmuziek op: kla- vecimbelwerken van Bach. Vervol gens ontbijt ik uitvoerig. Om kwart voor elf, vaste prik, pak ik de fiets en Zondagochtend in Leiden-noord rij ik naar Oegstgeest om daar koffie te gaan drinken bij Cootje van Baa- ren, de weduwe van mijn leraar com positie. We praten over van alles en nog wat: over astronomie, muziek, en over wat er in de culturele bijlagen heeft gestaan. Om twee uur ben ik weer thuis. Dan lunch ik. 's Middags wordt er geluisterd naar een concert op de radio en lees ik kranten. Met mooi weer wil ik nog wel eens een fietstochtje maken. In de namiddag komt er vaak schaakbezoek. Ja, en dan is er 's avonds de VPRO. Zondag, het is de enige avond dat ik televisie kijk. "In mijn jeugd moesten we 's zon dags naar de kerk. Vervelend. De middag was wel aardig. Als het mooi weer was kon je buiten spelen. De avonden toen vond ik altijd rot. Ik verkeerde 'in bange nood voor de maandag', de dag waarop ik weer naar school moest". "Later, toen ik wat ouder was, wa ren er tussen mijn vader en ons - dat wil zeggen: mijn broer en mij - na de preek soms verhitte discussies. Die gingen dan altijd in de richting van de politiek. Als het te heftig werd ging mijn broer naar buiten om de au to te wassen. Ging ik te lang door, dan riep mijn vader woest: 'Ach man, koop dan een enkele reis Rusland!"'. Gelal Kerkorgelbouwer en -reparateur W.N. de Jongh uit Lisse: "Wij staan op zondag iets later op dan gewoon lijk. De kerkdienst begint om tien uur. Daar gaan we naar toe. Na de dienst drinken we gezamenlijk kof fie. 's Middags, om vier uur, zitten we weer in de kerk. 's Avonds musiceren we. Ik speel dan wat op het orgel, mijn kinderen pakken de fluit. Of we spelen een spelletje Rummy-Kub. Dat is een Israëlisch spel. Ken je dat niet? Nou, dat is een goochem spel letje hoor". "Televisie wordt er bij ons nooit ge keken. Wij zien daar niks in, in dat den plus gratis entree natuurlijk. Je had een soort rouwband om. Ik ben niet erg groot van stuk, dus om de or de daar te kunnen handhaven nam ik altijd een uit de kluiten gewassen vriend van me mee". "Ik heb daar Willem van Hanegem nog zien beginnen. Er waren heel wat discussies over hem bij DHC. Som migen noemden hem een luie kloot zak. Anderen zeiden: nee, dat is juist goed, dat trage. Tijd nemen, tijd ne men!" Mevrouw Van Rhijn uit Katwijk, echtgenote van de beheerder van een joodse begraafplaats: "Wij hebben hier op zondag wel begrafenissen. Niet veel hoor, want die joodse men sen worden zo oud. Ik denk dat dat komt omdat ze zo rein leven. Zelden gaat er een jong iemand dood. Vol gende week, dan hebben we een steenherdenking. Moeten we voor de koffie zorgen. Als er niets te doen is gaan we op zondag altijd naar mijn schoonmoeder. Of we rijden 's mid dags een eindje om, naar Rijpwete- ring of zo" Try-outs Slager Koekenbier: "Wel of niet naar de kerk, het hangt ervan af of het zaterdagavond laat is geworden. Goed. De zondag staat bij ons wel in het teken van het familiegebeuren. We drinken gezamenlijk koffie 's - morgens. Daarna zwaai ik de familie uit. Die gaat dan naar de sportvelden of zo. Dan begin ik aan de dag- en weekbladen die ik nog niet heb gele zen. Ook ga ik altijd nog even langs de zaak. Kijken of de koelmachines braaf blijven werken. Met actieve sport hou ik me niet bezig. Ja, 's zo mers gaan we wel varen met kennis sen of zo. Zalige dag, die zondag. Ik heb geen hobby's. Tuinier niet, verza mel geen munten. Ja, ik kook 's zon dags wel. Dan maak ik exclusieve dingen klaar. Ik noem dat altijd try- outs". Frans Boelen, directeur van de Leidse Schouwburg: "Vroeger, in mijn jeugd, had ik een bloedhekel aan de zondag. Dat naar de kerk gaan en zo, ik beschouwde die dag als een soort natuurramp. Dat gevoel heeft me eigenlijk nooit helemaal verlaten. Toen ik wat ouder was ging ik vaak naar het voetballen, Ajax-Blauw-Wit. Dat gaf me een beetje troost. Soms kon het gebeuren dat ik voor De Tijd, waar ik toen als muziekrecensent werkte, 's middags naar het Concert gebouw moest. Zat ik daar te luiste ren naar Bruckner terwijl Ajax speel de. Ik hou erg van Bruckner, maar ook van voetballen. Een beetje een verscheurd gevoel was dat". "Wat ik nu doe 's zondags? Ik kom de dag wel door. Ik sta wat later op, lees kranten, doe wat met mijn gezin. Soms ga ik nog naar het voetballen. Maar als dat dan eenmaal voorbij is slaat de verschrikking weer toe. De zondagavond is een crime. Behalve als er een leuke Van Kooten en De Bie op tv is. Of een goede Engelse se rie. Dat zijn de kleine lichtpuntjes in een wat mij betreft zwarte dag". China Frank Kouwenhoven, hoofdredac teur van 'Cicero', het personeelsblad van het Academisch Ziekenhuis: "Ik zit elke zondag achter de schrijfma chine. Ja, de zondag vind ik een be trekkelijk saaie dag. Ik hou niet zo van zo'n vastgelegde rustdag. Ik maak zelf wel uit wanneer ik moe ben. Uitgaan doe ik bij voorkeur niet op zondag". "In China, waar ik onlangs was, heeft men geen vaste zondag. Daar zijn de rustdagen over de week ge spreid. Neem Sjanghai - veronderstel dat al die fabrieken daar allemaal op dezelfde dagen zouden draaien. Dat zou ernstige problemen geven met de stroomvoorziening". Mevrouw Zondag uit Leiderdorp: "Nee, ik zeg op zondag nooit mijn naam door de telefoon. Dan krijg je meteen van die flauwe geintjes. Of ik de zondag een saaie dag vind? Nee hoor, best leuk. Ja, in mijn jeugd wel. Dan dacht ik altijd: laat het maar gauw voorbij zijn". Ben Geerts, kunstschilder en direc teur van de Rembrandt Scholenge meenschap: "Zondag? Een prachtige dag! Ik ga dan altijd naar mijn atelier om te schilderen. Ik ben dus een ech te zondagsschilder. Tijdens dat schil deren luister ik naar de radio, naar Musica Religioso bijvoorbeeld. Mijn gezinsleden gaan 's zondags hun ei gen weg. Dat vinden ze prima. Fami liebezoek? Nee, dat komt erg weinig voor. Ik kom uit Twente en heb hier in de verre omtrek geen familie wo nen. 's Ochtends vroeg vind ik Lei den op zondag fantastisch. Dat Ra penburg, die gracht waarin nog geen hoofd wordt weerspiegeld! Zo'n stille Witte Singel, waar nog geen schaduw van een mens te bekennen is. Ja, de schaduw van Rembrandt dan. Maar die mag". Kopje koffie De Zusters van de Voorzienigheid (Boshuizerlaan): "Wij verzorgen 's zondags twee missen. Daarvoor moe ten altijd allerlei zaken worden klaar gezet. Wij zijn met z'n zevenen, dus dat geeft nog heel wat werk. Sommi ge dames zitten in het koor. Tussen de missen door drinkt de priester hier altijd even een kopje koffie, 's Zon dagsmiddags? Dan lezen we of gaan we wat fietsen. En er wordt met de hond gewandeld. Floris heet-ie. Hij komt uit het asiel, is al dertien jaar. Nou ja, en dan kijken we 's avonds naar de televisie of zo. 'Derrick', dat vinden sommigen van ons erg mooi. Een borreltje? Ja hoor, we nemen best wel eens een opkikkertje. Dat heeft een mens na zo'n hele dag toch nodig". Nino d'Avanzo van pizzeria Da Ni no in Voorschoten: "Zondag? Watte die zondag? Ik heb zesenvijftig zit plaatsen in die zaak. Door de week veel lawaai. Die zondag minder. In Italië was dat heel anders. Drukker op straat 's zondags, 's Middags met vrienden ijs eten of thuis mensen in viteren. Meisjes. Ouders erbij. Als die jongens te dicht tegen die meisjes kwamen, kreeg je van die moeder een klap". Frank Koenegracht, dichter en psy chiater: "Ik ben 's zondags meestal thuis aan het werk. Kom de hele dag de deur niet uit. Ik heb iets tegen die zondag, al die gezinnen die dan op de been zijn. Dat klit maar bij mekaar. Deprimerend. Je kunt je dan maar het beste niet buiten wagen". "Vroeger ging ik op zondag altijd samen met mijn vader en moeder naar mijn grootouders. Daar werd dan voor de verandering 's middags warm gegeten. Kip meestal. Vooraf nam men een borreltje. Soms wel twee of drie. Gevolg: men werd slape rig. Ik verschool me bij deze familie bijeenkomsten onder de tafel. Vanuit die schuilplaats zag ik hoe de volwas senen met open mond in hun Liber- ty-stoelen lagen te snurken. En daar stond de zon dan nog een keer op te broeien. Vaak was er op die midda gen operamuziek op de distributiera dio. De waanzinsaria van Donizetti door Callas of zo. Verschrikkelijk. Ik heb er een afkeer van opera aan over gehouden". Helaas Iemand die ik nog graag naar zjjn mening over de zondag had willen vragen, is de schrijver Maarten Bies heuvel. Helaas, ik kon hem niet berei ken. Hij lag toch niet in zijn bootje onder de een of andere brug te kijken naar de wiegelende lichtdraadmazen die het water wierp op de onderkant van het brugdek? Dat deed hij toch alleen maar op zondag? onderuit hangen voor de buis. Trou wens, het is allemaal gelal wat daaruit komt. Nee, de zondag is bij ons nog echt een rustdag". "Oh, ik kan me er toch zo aan erge ren dat agenda's altijd beginnen met de maandag. Zondag, dat is de eerste dag! Als ze de zondag maar kunnen aantasten!" Mevrouw Liauw-a-joe, Surinaamse van geboorte: "De zondag saai? Ach, het is maar net watje ervan maakt. Ik vind de zondag wel gezellig. Wij bren gen hem meestal door bij kennissen of bij de kinderen. Lekker eten en zo. Ja, in Suriname was het wel wat mak kelijker allemaal. Mooi weer genoeg. Dan gingen we vissen of picknicken. Of de winkels in Suriname op zondag wèl open waren? Nee, ook niet. Zoals u weet is de slavernij al een tijdje af geschaft". In de hemel Kees Holierhoek, schrijver: "Vroe ger, in mijn jeugd, moest ik op zon dagochtend altijd naar de kerk. Nu hoeft dat niet meer. Omdat ik - haha - wel graag in de hemel wil komen, doe ik op de zondagochtend wel iets voor mijn naaste. Ik hou 'public office'. Dat wil zeggen: ik hou mij dan bezig met werk voor de Vereniging van Letterkundigen, met auteursrechten en dat soort zaken. Ik zet mij dan in voor collega-schrijvers. Meestal gaat daar de hele ochtend wel mee heen. Soms ook de middag en de avond. Maar als ik het eerder klaar heb be steed ik de rest van de dag aan gepas te sociale activiteiten". "Vroeger, toen ik nog in Delft woonde, ging ik vaak naar het voet ballen. Naar DHC - Delfia Hollandia Combinatie. Met mijn vader. De linksbuiten daar had verkering met mijn zus. Ik had erg veel bewonde ring voor hem, alleen: het was zo'n zwetende speler. Vooral bij hoek schoppen kon ik dat goed zien". "Ik heb er ook een tijdje als sup poost gewerkt. Dan kreeg je vijf gul

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 21