Spring Dance met meer dan dans alleen 'Beschaafd' afscheid van de Toneelgroep Centrum 'De Oorlog' verloopt (te) traag Tina Turner: zonder weerga Tegenvallend optreden 'The men they couldn't hang' Gustav Rivinius wint celloconcours KUNST De Keersmaeker toont kwaliteit in theaterregie Barbara Duyfjes en Lisa Marcus met The Perfect Portrait' (22 april te zien in het LAK-theater, Leiden). Su san Marshall Company, Compag nie Preljocaj met 'A nos héros* en Anne Teresa de Keersmaeker met 'Verkommenes Ufer. Medeamaterial. Landschaft mit Argonautcn. UTRECHT/LEIDEN - Een cho reografe die toont ook met tekst en acteurs te kunnen omgaan, twee dames die met name de sensuele kanten van fotografe Diana Arbus belichten, uiterst verzorgde dans uit Frankrijk en een zeldzaam slappe hap uit de Verenigde Staten. Dat is voorlo pig de oogst van het negende Spring Dance Festival, dat ook deze week nog in Utrecht woedt. Barbara Duyfjes en Lisa Mar cus wonnen vorig jaar met 'Wet Features' een prijs voor de beste ongesubsidieerde produktie. Ook Spring Dance beloont nu hun gevoel voor esthetiek, want de nieuwe voorstelling 'The Per fect Portrait' wordt door het fes tival meegeproduceerd. 'The Perfect Portrait' is het tweede deel van een aan de fotografe Diana Arbus gewijd drieluik. An ders dan in 'Wet Features' belich ten Duyfjes en Marcus dit keer de meer morbide en erotische kanten van haar werk. Dat blijkt meteen al in het eer ste tafereel, dat aan een SM-act doet denken. Duyfjes bungelt aan riemen boven een smette loos wit bed, waarin Marcus met lange, losse haren aan een ket ting rukt. Beide vrouwen zijn halfnaakt en hullen zich later in een bikini die 25 jaar geleden hoogst modieus moet zijn ge weest. Die sfeer van de late jaren vijftig wordt in de voorstelling gepaard aan de suspense van b- films en het ontluikende seksue le besef van jonge meisjes. Aanvankelijk blijft door hun relativerende spel de stemming luchtig, maar als ze na een ver nuftig spiegelspel in de huid van chique dames op leeftijd krui pen, wordt het schrijnend. De portretten die Diana Arbus maakte zijn vaak zo intens, dat ze niet alleen de pose van de gepor tretteerde, maar ook diens he den, verleden en toekomst weet bloot te leggen. Er zijn vooral in het tweede deel van 'The Perfect Portrait' momenten die aan die intensiteit raken. Het spel van Duyfjes en Marcus is steeds zeer subtiel, wat meestal niet van de te zwaar aangezette muziek kan worden gezegd. Glimlach Susan Marshall Company uit New York is één van de twee Amerikaanse groepen op Spring Dance. Het uit zes korte stukken bestaande programma heeft in het geheel niet duidelijk kunnen maken waarom deze uit vijf dan sers bestaande groep de oceaan is overgestoken. Alle choreogra fieën wekken de indruk te zijn ontstaan uit contactimprovisatie. Het is een vallen en vangen, zwaaien en hangen in alle denk bare variaties. De patronen zijn in een dusdanige volgorde gezet dat er telkens iets van een ver haaltje uit naar voren komt; over een man die het goed met zich zelf heeft getroffen of over een toevallige ontmoeting op straat. Een enkele keer is de acrobatiek goed voor een glimlach. Maar na Susan Marshall Company. een paar stukken krijg ik een wee gevoel van al dat wederzijds vertrouwen dat nooit eens be schaamd wordt. De groep van Susan Marshall is in feite de stu dio nog amper ontgroeid en ver sterkt de indruk dat veel jonge dansgroepen in de Verenigde Staten op een weinig interessan te koers zitten. Preljcocaj Compagnie Preljocaj uit Frankrijk, die behalve op Spring Dance ook afgelopen zaterdag in het LAK in Leiden te zien was, is in veel opzichten het tegendeel van Marshall. Het soortelijk ge wicht van 'A nos héros' is min stens het tienvoudige van dat van de Amerikanen; de produk tie is zeer verzorgd en doordacht en bovendien zwaar op de hand. Angelin Preljocaj, kind van Al- baanse ouders, heeft zich voorA nos héros' laten inspireren door het oostblok. Als je hem mag ge loven is het achter het ijzeren gordijn helemaal niet pluis. Er wordt een niets ontziende pro- duktieslag gevoerd, waarbij indi viduele slachtoffers niet tellen. De staat ontwikkelt zich, maar de mens niet. Dat lijkt in grote trekken de boodschap van Prel jocaj. Een weinig genuanceerd verhaal, dat in vaak uiterst sub tiele bewegingen wordt verteld. Er zijn treffende verbeeldingen van neurose, strijdbare poses die zo te zien aan propaganda zijn ontleend en er is knap, machi naal samenspel. Een uitgekiende belichting en suggestief decor dragen veel bij tot de totaalin druk. 'A nos héros is aanzienlijk beter dan wat de groep vorig jaar op Spring Dance liet zien, maar ook nu kan het verzorgde geheel een zekere armoede in de bewe gingen niet verhullen. Het steeds vanuit een 'op de plaats rust' be ginnen maakt het dansen onge makkelijk. De bewegingen wek ken een bedachte indruk en mis sen innerlijke motivatie. Daar komt bij de dat de kokette hou ding van de Fransen soms botst met het gegeven. Ingedikt De nieuwe produktie van de jonge Belgische choreografe An ne Teresa de Keersmaeker is waarschijnlijk het programma van het festival waarnaar tevoren de meeste belangstelling uitging. Want nadat in de laatste twee produkties van haar groep Rosas het gesproken woord al een steeds belangrijker plaats was gaan innemen, zou ze nu een ech te theaterregie gaan doen; een versie van Heiner Müllers 'Ver kommenes Ufer. Medeamaterial. Landschaft mit Argonauten'. Het is een indrukwekkende voorstelling geworden, die door de locatie in de Voormalige Glas- handel in Utrecht nog extra kracht kreeg. Het stuk kent drie rollen: Medea, Jason en Amne, de voedster. De Keersmaeker brengt deze drie personen tot hun essentie terug, waarmee ze alle recht doet aan de ingedikte taal van Müller. Ze gebruikt daarbij elementen die van haar dansprodukties bekend zijn: rit mische herhalingen van bewe gingen, ondubbelzinnige geba ren die veel van wat gezegd wordt overbodig maken. De voorstelling ontleent haar kracht vooral aan het afzien van het gebruik van hulpmiddelen. De breedte van het podium ver beeldt de afstand tussen de ste den Colchis en Corinthe, de voedster - gespeeld door een jon gen - geeft met het schilllen van een grote berg aardappelen het verstrijken van de tijd aan. De belichting is uiterst sober, alleen een windmachine onderstreept soms de heftigheid van de han deling. In die omgeving krijgt het drama van Jason en Medea een beklemmende lading. De Keersmaeker laat zien ook met tekst heel goed weg te weten. Een bezwaar is wel dat het stuk in het Duits wordt gespeeld. Wel iswaar wordt zo de taal van Mül ler in tact gelaten, maar de be grijpelijkheid heeft er - mede door de soms gebrekkige uit spraak - nogal onder te lijden. Ook in Leiden zijn deze week twee voorstellingen van Spring Dance te zien. Shusaku komt morgen met 'Cube-Nu' in de Schouwburg, de Franse dans groep Compagnie Larsen treedt vrijdag op in het LAK. ARIEJAN KORTEWEG 'Lang ben ik vroeg gaan slapen' van Ton Vorstenbosch door Toneelgroep Centrum. Regie Mette Bouhuijs, de cor Paul van den Berg. Met Jacques Commandeur, Carol van Herwijnen en Els Ingeborg Smits. Gezien in Bellevue. LEIDEN - Alles rond 'Lang ben ik vroeg gaan slapen' staat in het kader van afscheidnemen: to neelgroep Centrum, de vaste be speler van theater Bellevue, ver dwijnt aan het einde van dit sei zoen en doet dat door voor de meer dan honderdste keer in haar bestaan een Nederlands stuk te brengen. Met Centrum zal de belangrijkste speelplaats voor Nederlands repertoire ver dwijnen en het is nog maar de vraag of dat gat enigszins opge vuld zal worden. 'Lang ben ik vroeg gaan sla pen' toont een ietwat deprime rende driehoeksverhouding tus sen George, een fraudeur, zijn vrouw Marion, naar eigen zeggen 'overgevoelig' en haar medebe woner van een psychiatrische in richting Estmé, een pedofiele man. Marion en Estmé krijgen in de veilige, beschermde wereld van de inrichting een relatie die voor beiden een bevrijding lijkt; zij kan bij hem haar theatrale overgevoeligheid kwijt en hij bij haar zijn kinderlijke naïveteit. Of ze elkaar ook maar enigszins snappen is de vraag, maar ze kunnen zich bij elkaar laten gaan. George staat erbij en kijkt ernaar, vervuld van jaloezie èn walging. Onherroepelijk nadert het moment dat de relatie van Marion en Estmé stukloopt op de harde buitenwereld en onherroe pelijk nadert Marions twaalfde en succesvolle zelfmoordpoging. Angst voor en vluchten uit de grote, boze wereld domineren het stuk en haar personages. Na tuurlijk zijn de twee 'gekken' eerlijker en vrijer dan George die als hij het zou toelaten ook in de inrichting zou kunnen, maar ook zij slagen er niet in tot ontplooi ing te komen. Leven is overleven of vluchten in iets dat het draag lijk maakt. En het is juist op dit punt dat de voorstelling zowel slaagt als faalt. Aan de ene kant heeft de voorstelling een duide lijkheid en ongecompliceerdheid die het stuk volledig recht doet, maar aan de andere kant daar door haast een afstandelijkheid die het stuk van zijn emotionele lading berooft. Alles wat gebeu ren moet, gebeurt, alles klopt, al les valt te snappen, maar het doet me niets. Ik vind het allemaal wel erg wat er gebeurt, maar al leen met mijn hoofd. Niet één keer schiet er iets door me heen, niet één keer ben ik er volledig bij betrokken. Soms grinnik ik, soms vind ik het zielig, maar bul deren of huilen is er niet bij. Ter wijl het stuk daar wel mogelijk heden toe lijkt te bieden. Het woord dat het best op deze voorstelling past is 'beschaafd'. Alles is netjes en mooi gehou den; het decor, de belichting, de kostuums. En daarmee bedoel ik dan ook echt mooi. De voorstel ling bevat prachtige plaatjes en effecten, maar ze 'bijten' alleen niet. Op een gegeven moment vallen twee grote op het toneel geplaatste schilderijen om; in plaats van dat ik me wild schrik, denk ik: 'Oh, daar vallen twee schilderijen om'. Het is mooi, ik snap ook waarom het gebeurt, maar het doet me niks. Hetzelfde geldt voor het acteren, waarbij vooral de heren faalden. Jacques Commandeur is oninteressant en Carol van Herwijnen is één brok techniek: het ziet er ingeleefd uit, maar is niets dan beheerste buitenkant. Hij kan alles: huilen, rood aanlopen van opwinding, naïef babbelen; maar ik geloof hem niet. Els Ingeborg Smits heeft ook een fabelachtige be heersing en techniek, maar bij haar is de onderliggende hysterie en onmacht voortdurend voel baar. Net zo theatraal, groots en gevarieerd als Van Herwijnen, maar ook nog geloofwaardig en ontroerend. En daar gaat het om. En dat redt de voorstelling. PAUL DEVILEE Edward Bond bij RO Theater 'De Oorlog' van Edward Bond door het RO Theater. Met: Hilde Uit- terlinden, Yvonne van den Hurk, Dick van den Toorn, Jaap van Don selaar, e.v.a. Regie: Antoine Uitde- haag/Jos Thie. Vertaling: Peter Ver stegen. Decor: Judith Lansink. Ge zien op 4 april in Hal 4, Utopia Rot terdam. Aldaar nog tot en met 17 mei te zien. ROTERDAM - Eigenlijk is het onjuist om het RO Theater te ver wijten, dat de voorstelling te lang duurt: er is namelijk al het nodi ge geschrapt. Edward Bond schreef een trilogie onder de titel 'The War Plays', waarvan het RO Theater alleen het derde deel: 'Great Peace' ('Mooie vrede') on der de titel 'De oorlog' speelt. Toch roept de voorstelling ge voelsmatig als belangrijkste reactie op, dat het ruim drie uur durende stuk te lang is. Met na me het gedeelte na de pauze ver loopt heel traag: de uitzichtloos heid van de daarin geschilderde situatie is gevat in het vrijwel ge lijk blijvende beeld van een ronddolende vrouw in een on herbergzaam kale vlakte, die voortdurend lange monologen tegen een niet-bestaande baby afsteekt. Het stuk verliest daardoor veel van zijn zeggingskracht, hoe aan grijpend en beangstigend het vraagstuk van leven, dood en overleven na een nucleaire oor log op zich ook moge zijn. Zelfs de met veel overgave en groot vakmanschap spelende Hilde Uitterlinden (een gastactrice, af komstig van de befaamde Ant werpse groep Internationale Nieuwe Scène) kan daaraan maar weinig veranderen. Edward Bond is een belangrijk modern toneelschrijver, die bij de behandeling van zijn thema tiek schokeffecten bepaald niet uit de weg gaat. Het is hem zelfs meer dan eens verweten. In het gedeelte vóór de pauze laat Bond een legerkapitein zijn soldaten een dienstbevel geven. Elke sol daat moet in verband met de voedselschaarste een klein kind, niet ouder dan vijf jaar, doden. (In één van Bonds eerste werken, 'Gered', kwam dit doden van een baby al voor). In de daarop vol gende scènes zien we, hoe een moeder haar eigen baby ten kos te van een ander kind probeert te verdedigen. Uiteindelijk is het haar eigen zoon die het legerbe- vel als soldaat uitvoert en zijn ei gen kleine zusje om het leven brengt. Dat valt op geen enkele manier te verdedigen met 'bevel is bevel'. Tot gruwelijke wreed heid aangezet door een samenle vingssysteem wordt hij er ook zelf het slachtoffer van. Eenmaal terug in het leger durft de zoon namelijk wel daartegen in te gaan en weigert hij zwijgend het dienstbevel, een leeg sigaretten pakje op te rapen, hetgeen hij met de dood moet bekopen, ba naler is nauwelijks denkbaar. Zijn moeder (dan pas blijkt, dat zij de centrale figuur van het stuk is) keert terug in het gedeel te na de pauze, dat zich zeventien jaar later afspeelt in een door een nucleaire oorlog verwoeste we reld. Als een 'posthistorisch' hol bewoner doolt zij rond in een woestenij (in het decor als een desolate zandvlakte aangege ven), alwaar zij een zwangere vrouw, enkele soldaten en men sen uit een leefbaarder omgeving tegenkomt. Zij weigert mee te gaan naar dat nieuwe woonoord en sterft alleen in de verlaten woestenij. Een vrouw, die na een nucleaire oorlog probeert te overleven: het gegeven staat voor een zeer extreme situatie, waarin een mens met tal van existentiële vragen wordt gecon fronteerd. Een toneelstuk met een derge lijk zwaarbeladen thematiek vergt heel wat incasseringsver- Hilde Uitterlinden (staand) en Pauline van Rhenen (liggend) in 'De Oorlog' bij het RO Theater. mogen van de toeschouwer. Als daarbij een niet nader aan te gé ven drempel wordt overschre den, haak je af, en laat je het ge heel emotieloos aan je voorbij trekken - al was het maar uit emotioneel zelfbehoud. Aan dat voor de zeggingskracht van het toneelstuk funeste gevaar is deze voorstelling niet ontkomen. Met deze produktie neemt het RO Theater afscheid van het Utopiaterrein, het oude drinkwa terterrein in Kralingen, waar het drie jaar lang was gehuisvest. In de loop van het volgend seizoen gaat men de nieuwe schouwburg betrekken. 'De oorlog' biedt - af gezien van de enigszins misplaat ste muzikale uitbarsting na de pauze - minder theatraal spekta kel dan menigeen RO Theater fan verwacht zal hebben. Om dan ook als laatste grote lokatie- project een dergelijk zwaarbela den gegeven van een zeer be langrijk auteur te durven kiezen, betekent een hoge inzet - helaas faalt men. WIJNAND ZEILSTRA. Tina Turner tijdens haar wervelende show. ROTTERDAM - Net nu haar car rière na decennialang ploeteren voldoende vlucht heeft gekre gen, haakt Tina Turner (47, wel licht 52) af. Ze zal nog wel eens her en der te zien zijn, maar een podiumdier dat haar gelijke niet kende (ook niet in de imitatie van 5 minuten die Anneke Grön- loh onlangs volledig uitputte) zal niet langer geregeld toernees ma ken. Hoe jammer dat is, moge blijken uit de concertserie die ze op het ogenblik in een weken van te voren uitverkocht Sport paleis Ahoy' geeft. Zo'n negen jaar geleden stond Tina nog voor een half gevuld Carré. Het publiek zag toen een entertainer die zichzelf volledig wegcijferde omwille van de show, maar ook een zangeres die met krachten smeet en onvol doende repertoire bezat. Het pro gramma bestond uit wat verwij zingen naar de drie jaar eerder beëindigde muzikale samenwer king met Ike Turner en wat Las Vegas-grappen. Onder invloed van personal manager Roger Davies en met behulp van enkele ervaren muzi kale krachten (Heaven 17, een songschrijverscombinatie als Terry Britten Graham Lyle) kreeg Tina's sololoopbaan einde lijk 'richting'. Dat is een zeld zaam voorkomend verschijnsel in de Hollandse showbusiness, maar het wil zoveel zeggen datje het juiste repertoire weet te kie zen, zodat je performance een perfecte afspiegeling kan zijn van je persoonlijkheid. Velen bereiken dat moment nooit - voor Turner kwam het laat, maar verdiend. Ze heeft een stem die die van Cocker óf Ste wart in de schaduw plaatst, een uitstraling die opwindend, kwetsbaar, sensueel en tegelij kertijd ook verlegen is. Ze heeft de afgelopen jaren.meer voor de vrouw gedaan dan menige femi niste. Haar afscheidstoumee heeft al le allure. De band heeft veel meer-klasse dan tijdens de vorige toer. Met sessiemusici als Steve Scales (Talking Heads), John Mi les ('Music') en Laurie Wisefield (Wishbone Ash) wordt een sound neergezet die dicht aanleunt te gen het harde, boogiënde roek- geluid dat Rod Stewart na zijn vertrek bij The Faces heeft ont-, wikkeld. Maar anders dan Stewart, en menigeen die in dit adult orienta ted rock-genre actief is, zingt Ti na alsof, haar leven ervan af hangt. Via een perfecte videore gie kan je op een centraal opge hangen scherm precies volgen hoeveel ze geeft. Erg veel. Nadat ze door wat zwakke openings songs (haar recente album Break Every Rule heeft wat minder persoonlijkheid dan Private Dancer) heen is lopen de rillin gen me letterlijk over de rug bij Ann Peebles' I can hear the Rain en het tedere Two People. Turner zingt songs als Private Dancer, waarin ze een zakdoek- jesdans neerzet zoals een klein meisje dat zou doen, alsof ze het lied net heeft ingestudeerd. Tus sen alle afwisselend snelle roc kers en ballads brengt ze een in gestudeerd en geregisseerd standje: Het uit de film Mad Max bekende We don't need another Hero wordt vanaf een klein opge- lift podium gebracht. Een verwij zing naar een soort heldendom dat Turner zelf nooit heeft ge zocht. Nadat ze haar rode jurkje heeft ingewisseld tegen een leren lijfje gooit ze de laatste beperkingen van zich af. In Robert Palmer's Addicted to Love, in What's Lo ve got to do with it en de Kinks- cover You really got Me is ze beurtelings uitdagend, weifelend en rauw. Een combinatie van zo veel emoties wordt zelden bin nen de samenhang van een enke le rockshow geboden. We zullen dat vermogen in de kille jaren tachtig met al zijn namaakster- ren nog hard missen. JOHN OOMKES Tina Turner,'tot en met 6 april in Ahoy' (alle concerten uitverkocht). LEIDEN - Dat het opgroeien in een zwaar industriële omgeving niet altijd nadelig hoeft te zijn, bewijzen de heren van 'The men they couldn't hang op dit mo ment. Hoewel de teksten bij vla gen maatschappijkritisch zijn, heeft de muziek iets vrolijks. En waar zou dat beter.tot z'n recht komen dan op een podium? Als live-band heeft het gezelschap de laatste tijd in elk geval een be hoorlijke reputatie opgebouwd. Maar vreemd genoeg was het LVC afgelopen zaterdag slechts matig bezet. Mogelijk dat de toe gangsprijs, achtenhalve gulden, daar wat mee te maken had. Hoe dan ook, degenen die wel aanwe zig waren kregen een licht tegen vallend optreden voorgescho teld. Al meteen vanaf het begin ging het vijftal er flink tegenaan. In een hoog tempo volgden de nummers elkaar op. Typisch Britse muziek, waarin vooral veel folk-invloeden terug te vin den waren. Maar ook country-, folk-, en rockbilly-elementen. Het bleek vooral erg aanstekelij ke muziek al was dat aanvanke lijk niet aan het publiek te mer ken. Het merendeel van de aan wezigen stond wat verveeld toe te kijken. Pas na een half uur slaagde de band er in, niet in het laatst door het enorme enthou siasme, de concertgangers mee te krijgen. Een wilde dans was het resultaat? Helaas was de lol maar van korte duur: na amper een uur spelen hielden de muzi kanten het voor gezien. Hoewel de bezoekers de band nog drie maal tot een toegift wisten te be wegen, was de werkelijke sfeer weg. Zo fris als er in het begin werd gespeeld, zo plichtmatig was het laatste gedeelte van het optreden. Op het eind werd te vens de zwakte van de groep dui delijk. Op een enkele ballade na, kent de muziek maar één (snel) tempo. Bovendien lijken de nummers, wat melodie en wat accoordenschema's betreft, wel erg veel op elkaar. En wanneer dan ook nog eens het enthousias me wegvalt bfijft er te weinig over en klinkt het allemaal heel braafjes. Gelukkig dat er tijdens het eerste uur wel met inzet ge speeld werd. Daardoor was het geheel nog best te pruimen. Haar reputatie maakte de groep echter niet helemaal waar. HERMAN JOUSTRA DEN HAAG (GPD) - De 21-jarige Westduitser Gustav Rivinius heeft het Cello-concours in het Scheve- ningse Circustheater gewonnen. De internationale jury onder lei ding van de Nederlander Manus Willemsen is vrijdagavond tegen middernacht tot dit unanieme oor deel gekomen. Rivinius heeft naast deze onderscheiding die een be drag van 30.000 gulden opbracht, tevens de prijs gekregen voor de beste uitvoering van 'Le Songe du Vergier' van de Nederlandse com ponist Hans Kox. Op de tweede plaats is de Oostenrijkse celliste Johanna Picker (23) geëindigd. De derde prijs behaalde de Engelsman Richard Lester (28) en de vierde prijs werd toegekend aan de 28-ja- rige Tsjechische Michaela Fukaco- Van de in totaal 63 deelnemers die aan het concours hebben mee gedaan, heeft geen enkele Neder landse kandidaat de eindstrijd ge haald. Jury-voorzitter Willemsen zei na afloop van de finale onder de indruk te zijn van het bijzonder ho ge peil van de mededingers. De ju ry-uitslag gaf duidelijk weer dat met de aanwijzing van Rivinius tot winnaar, gekozen is voor warmte en durf in het cello-spel boven lou ter technisch kunnen. Over twee jaar wordt door de or ganiserende Adama Zijlstra Stich ting opnieuw een aan de cello ge wijd concours gehouden. Volgend jaar staat de wedstrijd in het teken van de dwarsfluit. Gustav Rivinius. AMSTERDAM (ANP) - De leiding van het Concertgebouworkest wordt, als het bestuur dat goed keurt, zo snel mogelijk uitgebreid met een zakelijk directeur. Die is nodig omdat het orkest de komen dejaren minder geld krijgt van rijk en gemeente Amsterdam en zelf voor extra inkomsten moet zorgen. De huidige directeur drs. H. van Royen deelde dit zaterdag mee. Van Royen wordt thans bijgestaan door twee 'adjuncts'. Van Royen heeft beslist geen plannen om op te stappen, hoewel er deze week door een deel van het Concertgebouw orkest krijgt ook zakelijk directeur orkest in een motie aan het bestuur wel in verkapte termen op is aan gedrongen. 'Ik zou het uiterst on verstandig vinden weg te gaan', al dus Van Royen. Hij erkent dat de huidige leiding in feite niet is opgewassen tegen de problemen waar het orkest mee worstelt. Wie de nieuwe directeur moet worden is onbekend. Van Royen noemt de motie 'onverstan dig en ongelukkig', maar begrijpt wel het 'ongeduld' van sommige orkestleden. De problemen van het Concert gebouworkest zijn drieërlei: door de verbouwing van het Concertge bouw zelf moet buitenshuis wor den gerepeteerd, er is sprake van een jarenlange overgang van de ou de chef-dirigent (Haitink) naar een nieuwe (Chailly) en er moet fors worden bezuinigd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 20