Spring Dance met meer dan dans alleen
'Beschaafd' afscheid van de Toneelgroep Centrum
'De Oorlog' verloopt (te) traag
Tina
Turner:
zonder
weerga
Tegenvallend optreden 'The
men they couldn't hang'
Gustav Rivinius wint celloconcours
KUNST
De Keersmaeker toont kwaliteit in theaterregie
Barbara Duyfjes en Lisa Marcus
met The Perfect Portrait' (22 april te
zien in het LAK-theater, Leiden). Su
san Marshall Company, Compag
nie Preljocaj met 'A nos héros* en
Anne Teresa de Keersmaeker met
'Verkommenes Ufer. Medeamaterial.
Landschaft mit Argonautcn.
UTRECHT/LEIDEN - Een cho
reografe die toont ook met tekst
en acteurs te kunnen omgaan,
twee dames die met name de
sensuele kanten van fotografe
Diana Arbus belichten, uiterst
verzorgde dans uit Frankrijk en
een zeldzaam slappe hap uit de
Verenigde Staten. Dat is voorlo
pig de oogst van het negende
Spring Dance Festival, dat ook
deze week nog in Utrecht woedt.
Barbara Duyfjes en Lisa Mar
cus wonnen vorig jaar met 'Wet
Features' een prijs voor de beste
ongesubsidieerde produktie.
Ook Spring Dance beloont nu
hun gevoel voor esthetiek, want
de nieuwe voorstelling 'The Per
fect Portrait' wordt door het fes
tival meegeproduceerd. 'The
Perfect Portrait' is het tweede
deel van een aan de fotografe
Diana Arbus gewijd drieluik. An
ders dan in 'Wet Features' belich
ten Duyfjes en Marcus dit keer
de meer morbide en erotische
kanten van haar werk.
Dat blijkt meteen al in het eer
ste tafereel, dat aan een SM-act
doet denken. Duyfjes bungelt
aan riemen boven een smette
loos wit bed, waarin Marcus met
lange, losse haren aan een ket
ting rukt. Beide vrouwen zijn
halfnaakt en hullen zich later in
een bikini die 25 jaar geleden
hoogst modieus moet zijn ge
weest. Die sfeer van de late jaren
vijftig wordt in de voorstelling
gepaard aan de suspense van b-
films en het ontluikende seksue
le besef van jonge meisjes.
Aanvankelijk blijft door hun
relativerende spel de stemming
luchtig, maar als ze na een ver
nuftig spiegelspel in de huid van
chique dames op leeftijd krui
pen, wordt het schrijnend. De
portretten die Diana Arbus
maakte zijn vaak zo intens, dat ze
niet alleen de pose van de gepor
tretteerde, maar ook diens he
den, verleden en toekomst weet
bloot te leggen. Er zijn vooral in
het tweede deel van 'The Perfect
Portrait' momenten die aan die
intensiteit raken. Het spel van
Duyfjes en Marcus is steeds zeer
subtiel, wat meestal niet van de
te zwaar aangezette muziek kan
worden gezegd.
Glimlach
Susan Marshall Company
uit New York is één van de twee
Amerikaanse groepen op Spring
Dance. Het uit zes korte stukken
bestaande programma heeft in
het geheel niet duidelijk kunnen
maken waarom deze uit vijf dan
sers bestaande groep de oceaan
is overgestoken. Alle choreogra
fieën wekken de indruk te zijn
ontstaan uit contactimprovisatie.
Het is een vallen en vangen,
zwaaien en hangen in alle denk
bare variaties. De patronen zijn
in een dusdanige volgorde gezet
dat er telkens iets van een ver
haaltje uit naar voren komt; over
een man die het goed met zich
zelf heeft getroffen of over een
toevallige ontmoeting op straat.
Een enkele keer is de acrobatiek
goed voor een glimlach. Maar na
Susan Marshall Company.
een paar stukken krijg ik een
wee gevoel van al dat wederzijds
vertrouwen dat nooit eens be
schaamd wordt. De groep van
Susan Marshall is in feite de stu
dio nog amper ontgroeid en ver
sterkt de indruk dat veel jonge
dansgroepen in de Verenigde
Staten op een weinig interessan
te koers zitten.
Preljcocaj
Compagnie Preljocaj uit
Frankrijk, die behalve op Spring
Dance ook afgelopen zaterdag in
het LAK in Leiden te zien was, is
in veel opzichten het tegendeel
van Marshall. Het soortelijk ge
wicht van 'A nos héros' is min
stens het tienvoudige van dat
van de Amerikanen; de produk
tie is zeer verzorgd en doordacht
en bovendien zwaar op de hand.
Angelin Preljocaj, kind van Al-
baanse ouders, heeft zich voorA
nos héros' laten inspireren door
het oostblok. Als je hem mag ge
loven is het achter het ijzeren
gordijn helemaal niet pluis. Er
wordt een niets ontziende pro-
duktieslag gevoerd, waarbij indi
viduele slachtoffers niet tellen.
De staat ontwikkelt zich, maar
de mens niet. Dat lijkt in grote
trekken de boodschap van Prel
jocaj. Een weinig genuanceerd
verhaal, dat in vaak uiterst sub
tiele bewegingen wordt verteld.
Er zijn treffende verbeeldingen
van neurose, strijdbare poses die
zo te zien aan propaganda zijn
ontleend en er is knap, machi
naal samenspel. Een uitgekiende
belichting en suggestief decor
dragen veel bij tot de totaalin
druk. 'A nos héros is aanzienlijk
beter dan wat de groep vorig jaar
op Spring Dance liet zien, maar
ook nu kan het verzorgde geheel
een zekere armoede in de bewe
gingen niet verhullen. Het steeds
vanuit een 'op de plaats rust' be
ginnen maakt het dansen onge
makkelijk. De bewegingen wek
ken een bedachte indruk en mis
sen innerlijke motivatie. Daar
komt bij de dat de kokette hou
ding van de Fransen soms botst
met het gegeven.
Ingedikt
De nieuwe produktie van de
jonge Belgische choreografe An
ne Teresa de Keersmaeker is
waarschijnlijk het programma
van het festival waarnaar tevoren
de meeste belangstelling uitging.
Want nadat in de laatste twee
produkties van haar groep Rosas
het gesproken woord al een
steeds belangrijker plaats was
gaan innemen, zou ze nu een ech
te theaterregie gaan doen; een
versie van Heiner Müllers 'Ver
kommenes Ufer. Medeamaterial.
Landschaft mit Argonauten'.
Het is een indrukwekkende
voorstelling geworden, die door
de locatie in de Voormalige Glas-
handel in Utrecht nog extra
kracht kreeg. Het stuk kent drie
rollen: Medea, Jason en Amne,
de voedster. De Keersmaeker
brengt deze drie personen tot
hun essentie terug, waarmee ze
alle recht doet aan de ingedikte
taal van Müller. Ze gebruikt
daarbij elementen die van haar
dansprodukties bekend zijn: rit
mische herhalingen van bewe
gingen, ondubbelzinnige geba
ren die veel van wat gezegd
wordt overbodig maken.
De voorstelling ontleent haar
kracht vooral aan het afzien van
het gebruik van hulpmiddelen.
De breedte van het podium ver
beeldt de afstand tussen de ste
den Colchis en Corinthe, de
voedster - gespeeld door een jon
gen - geeft met het schilllen van
een grote berg aardappelen het
verstrijken van de tijd aan. De
belichting is uiterst sober, alleen
een windmachine onderstreept
soms de heftigheid van de han
deling. In die omgeving krijgt
het drama van Jason en Medea
een beklemmende lading. De
Keersmaeker laat zien ook met
tekst heel goed weg te weten.
Een bezwaar is wel dat het stuk
in het Duits wordt gespeeld. Wel
iswaar wordt zo de taal van Mül
ler in tact gelaten, maar de be
grijpelijkheid heeft er - mede
door de soms gebrekkige uit
spraak - nogal onder te lijden.
Ook in Leiden zijn deze week
twee voorstellingen van Spring
Dance te zien. Shusaku komt
morgen met 'Cube-Nu' in de
Schouwburg, de Franse dans
groep Compagnie Larsen treedt
vrijdag op in het LAK.
ARIEJAN KORTEWEG
'Lang ben ik vroeg gaan slapen' van
Ton Vorstenbosch door Toneelgroep
Centrum. Regie Mette Bouhuijs, de
cor Paul van den Berg. Met Jacques
Commandeur, Carol van Herwijnen
en Els Ingeborg Smits. Gezien in
Bellevue.
LEIDEN - Alles rond 'Lang ben
ik vroeg gaan slapen' staat in het
kader van afscheidnemen: to
neelgroep Centrum, de vaste be
speler van theater Bellevue, ver
dwijnt aan het einde van dit sei
zoen en doet dat door voor de
meer dan honderdste keer in
haar bestaan een Nederlands
stuk te brengen. Met Centrum
zal de belangrijkste speelplaats
voor Nederlands repertoire ver
dwijnen en het is nog maar de
vraag of dat gat enigszins opge
vuld zal worden.
'Lang ben ik vroeg gaan sla
pen' toont een ietwat deprime
rende driehoeksverhouding tus
sen George, een fraudeur, zijn
vrouw Marion, naar eigen zeggen
'overgevoelig' en haar medebe
woner van een psychiatrische in
richting Estmé, een pedofiele
man. Marion en Estmé krijgen in
de veilige, beschermde wereld
van de inrichting een relatie die
voor beiden een bevrijding lijkt;
zij kan bij hem haar theatrale
overgevoeligheid kwijt en hij bij
haar zijn kinderlijke naïveteit. Of
ze elkaar ook maar enigszins
snappen is de vraag, maar ze
kunnen zich bij elkaar laten
gaan. George staat erbij en kijkt
ernaar, vervuld van jaloezie èn
walging. Onherroepelijk nadert
het moment dat de relatie van
Marion en Estmé stukloopt op de
harde buitenwereld en onherroe
pelijk nadert Marions twaalfde
en succesvolle zelfmoordpoging.
Angst voor en vluchten uit de
grote, boze wereld domineren
het stuk en haar personages. Na
tuurlijk zijn de twee 'gekken'
eerlijker en vrijer dan George die
als hij het zou toelaten ook in de
inrichting zou kunnen, maar ook
zij slagen er niet in tot ontplooi
ing te komen. Leven is overleven
of vluchten in iets dat het draag
lijk maakt. En het is juist op dit
punt dat de voorstelling zowel
slaagt als faalt. Aan de ene kant
heeft de voorstelling een duide
lijkheid en ongecompliceerdheid
die het stuk volledig recht doet,
maar aan de andere kant daar
door haast een afstandelijkheid
die het stuk van zijn emotionele
lading berooft. Alles wat gebeu
ren moet, gebeurt, alles klopt, al
les valt te snappen, maar het doet
me niets. Ik vind het allemaal
wel erg wat er gebeurt, maar al
leen met mijn hoofd. Niet één
keer schiet er iets door me heen,
niet één keer ben ik er volledig
bij betrokken. Soms grinnik ik,
soms vind ik het zielig, maar bul
deren of huilen is er niet bij. Ter
wijl het stuk daar wel mogelijk
heden toe lijkt te bieden.
Het woord dat het best op deze
voorstelling past is 'beschaafd'.
Alles is netjes en mooi gehou
den; het decor, de belichting, de
kostuums. En daarmee bedoel ik
dan ook echt mooi. De voorstel
ling bevat prachtige plaatjes en
effecten, maar ze 'bijten' alleen
niet. Op een gegeven moment
vallen twee grote op het toneel
geplaatste schilderijen om; in
plaats van dat ik me wild schrik,
denk ik: 'Oh, daar vallen twee
schilderijen om'. Het is mooi, ik
snap ook waarom het gebeurt,
maar het doet me niks. Hetzelfde
geldt voor het acteren, waarbij
vooral de heren faalden. Jacques
Commandeur is oninteressant en
Carol van Herwijnen is één brok
techniek: het ziet er ingeleefd
uit, maar is niets dan beheerste
buitenkant. Hij kan alles: huilen,
rood aanlopen van opwinding,
naïef babbelen; maar ik geloof
hem niet. Els Ingeborg Smits
heeft ook een fabelachtige be
heersing en techniek, maar bij
haar is de onderliggende hysterie
en onmacht voortdurend voel
baar. Net zo theatraal, groots en
gevarieerd als Van Herwijnen,
maar ook nog geloofwaardig en
ontroerend. En daar gaat het om.
En dat redt de voorstelling.
PAUL DEVILEE
Edward Bond bij RO Theater
'De Oorlog' van Edward Bond
door het RO Theater. Met: Hilde Uit-
terlinden, Yvonne van den Hurk,
Dick van den Toorn, Jaap van Don
selaar, e.v.a. Regie: Antoine Uitde-
haag/Jos Thie. Vertaling: Peter Ver
stegen. Decor: Judith Lansink. Ge
zien op 4 april in Hal 4, Utopia Rot
terdam. Aldaar nog tot en met 17
mei te zien.
ROTERDAM - Eigenlijk is het
onjuist om het RO Theater te ver
wijten, dat de voorstelling te lang
duurt: er is namelijk al het nodi
ge geschrapt. Edward Bond
schreef een trilogie onder de titel
'The War Plays', waarvan het RO
Theater alleen het derde deel:
'Great Peace' ('Mooie vrede') on
der de titel 'De oorlog' speelt.
Toch roept de voorstelling ge
voelsmatig als belangrijkste
reactie op, dat het ruim drie uur
durende stuk te lang is. Met na
me het gedeelte na de pauze ver
loopt heel traag: de uitzichtloos
heid van de daarin geschilderde
situatie is gevat in het vrijwel ge
lijk blijvende beeld van een
ronddolende vrouw in een on
herbergzaam kale vlakte, die
voortdurend lange monologen
tegen een niet-bestaande baby
afsteekt.
Het stuk verliest daardoor veel
van zijn zeggingskracht, hoe aan
grijpend en beangstigend het
vraagstuk van leven, dood en
overleven na een nucleaire oor
log op zich ook moge zijn. Zelfs
de met veel overgave en groot
vakmanschap spelende Hilde
Uitterlinden (een gastactrice, af
komstig van de befaamde Ant
werpse groep Internationale
Nieuwe Scène) kan daaraan
maar weinig veranderen.
Edward Bond is een belangrijk
modern toneelschrijver, die bij
de behandeling van zijn thema
tiek schokeffecten bepaald niet
uit de weg gaat. Het is hem zelfs
meer dan eens verweten. In het
gedeelte vóór de pauze laat Bond
een legerkapitein zijn soldaten
een dienstbevel geven. Elke sol
daat moet in verband met de
voedselschaarste een klein kind,
niet ouder dan vijf jaar, doden.
(In één van Bonds eerste werken,
'Gered', kwam dit doden van een
baby al voor). In de daarop vol
gende scènes zien we, hoe een
moeder haar eigen baby ten kos
te van een ander kind probeert te
verdedigen. Uiteindelijk is het
haar eigen zoon die het legerbe-
vel als soldaat uitvoert en zijn ei
gen kleine zusje om het leven
brengt. Dat valt op geen enkele
manier te verdedigen met 'bevel
is bevel'. Tot gruwelijke wreed
heid aangezet door een samenle
vingssysteem wordt hij er ook
zelf het slachtoffer van. Eenmaal
terug in het leger durft de zoon
namelijk wel daartegen in te
gaan en weigert hij zwijgend het
dienstbevel, een leeg sigaretten
pakje op te rapen, hetgeen hij
met de dood moet bekopen, ba
naler is nauwelijks denkbaar.
Zijn moeder (dan pas blijkt,
dat zij de centrale figuur van het
stuk is) keert terug in het gedeel
te na de pauze, dat zich zeventien
jaar later afspeelt in een door een
nucleaire oorlog verwoeste we
reld. Als een 'posthistorisch' hol
bewoner doolt zij rond in een
woestenij (in het decor als een
desolate zandvlakte aangege
ven), alwaar zij een zwangere
vrouw, enkele soldaten en men
sen uit een leefbaarder omgeving
tegenkomt. Zij weigert mee te
gaan naar dat nieuwe woonoord
en sterft alleen in de verlaten
woestenij. Een vrouw, die na een
nucleaire oorlog probeert te
overleven: het gegeven staat
voor een zeer extreme situatie,
waarin een mens met tal van
existentiële vragen wordt gecon
fronteerd.
Een toneelstuk met een derge
lijk zwaarbeladen thematiek
vergt heel wat incasseringsver-
Hilde Uitterlinden (staand) en Pauline van Rhenen (liggend) in 'De
Oorlog' bij het RO Theater.
mogen van de toeschouwer. Als
daarbij een niet nader aan te gé
ven drempel wordt overschre
den, haak je af, en laat je het ge
heel emotieloos aan je voorbij
trekken - al was het maar uit
emotioneel zelfbehoud. Aan dat
voor de zeggingskracht van het
toneelstuk funeste gevaar is deze
voorstelling niet ontkomen.
Met deze produktie neemt het
RO Theater afscheid van het
Utopiaterrein, het oude drinkwa
terterrein in Kralingen, waar het
drie jaar lang was gehuisvest. In
de loop van het volgend seizoen
gaat men de nieuwe schouwburg
betrekken. 'De oorlog' biedt - af
gezien van de enigszins misplaat
ste muzikale uitbarsting na de
pauze - minder theatraal spekta
kel dan menigeen RO Theater
fan verwacht zal hebben. Om
dan ook als laatste grote lokatie-
project een dergelijk zwaarbela
den gegeven van een zeer be
langrijk auteur te durven kiezen,
betekent een hoge inzet - helaas
faalt men.
WIJNAND ZEILSTRA.
Tina Turner tijdens haar wervelende show.
ROTTERDAM - Net nu haar car
rière na decennialang ploeteren
voldoende vlucht heeft gekre
gen, haakt Tina Turner (47, wel
licht 52) af. Ze zal nog wel eens
her en der te zien zijn, maar een
podiumdier dat haar gelijke niet
kende (ook niet in de imitatie
van 5 minuten die Anneke Grön-
loh onlangs volledig uitputte) zal
niet langer geregeld toernees ma
ken. Hoe jammer dat is, moge
blijken uit de concertserie die ze
op het ogenblik in een weken
van te voren uitverkocht Sport
paleis Ahoy' geeft.
Zo'n negen jaar geleden stond
Tina nog voor een half gevuld
Carré. Het publiek zag toen een
entertainer die zichzelf volledig
wegcijferde omwille van de
show, maar ook een zangeres die
met krachten smeet en onvol
doende repertoire bezat. Het pro
gramma bestond uit wat verwij
zingen naar de drie jaar eerder
beëindigde muzikale samenwer
king met Ike Turner en wat Las
Vegas-grappen.
Onder invloed van personal
manager Roger Davies en met
behulp van enkele ervaren muzi
kale krachten (Heaven 17, een
songschrijverscombinatie als
Terry Britten Graham Lyle)
kreeg Tina's sololoopbaan einde
lijk 'richting'. Dat is een zeld
zaam voorkomend verschijnsel
in de Hollandse showbusiness,
maar het wil zoveel zeggen datje
het juiste repertoire weet te kie
zen, zodat je performance een
perfecte afspiegeling kan zijn
van je persoonlijkheid.
Velen bereiken dat moment
nooit - voor Turner kwam het
laat, maar verdiend. Ze heeft een
stem die die van Cocker óf Ste
wart in de schaduw plaatst, een
uitstraling die opwindend,
kwetsbaar, sensueel en tegelij
kertijd ook verlegen is. Ze heeft
de afgelopen jaren.meer voor de
vrouw gedaan dan menige femi
niste.
Haar afscheidstoumee heeft al
le allure. De band heeft veel
meer-klasse dan tijdens de vorige
toer. Met sessiemusici als Steve
Scales (Talking Heads), John Mi
les ('Music') en Laurie Wisefield
(Wishbone Ash) wordt een sound
neergezet die dicht aanleunt te
gen het harde, boogiënde roek-
geluid dat Rod Stewart na zijn
vertrek bij The Faces heeft ont-,
wikkeld.
Maar anders dan Stewart, en
menigeen die in dit adult orienta
ted rock-genre actief is, zingt Ti
na alsof, haar leven ervan af
hangt. Via een perfecte videore
gie kan je op een centraal opge
hangen scherm precies volgen
hoeveel ze geeft. Erg veel. Nadat
ze door wat zwakke openings
songs (haar recente album Break
Every Rule heeft wat minder
persoonlijkheid dan Private
Dancer) heen is lopen de rillin
gen me letterlijk over de rug bij
Ann Peebles' I can hear the Rain
en het tedere Two People.
Turner zingt songs als Private
Dancer, waarin ze een zakdoek-
jesdans neerzet zoals een klein
meisje dat zou doen, alsof ze het
lied net heeft ingestudeerd. Tus
sen alle afwisselend snelle roc
kers en ballads brengt ze een in
gestudeerd en geregisseerd
standje: Het uit de film Mad Max
bekende We don't need another
Hero wordt vanaf een klein opge-
lift podium gebracht. Een verwij
zing naar een soort heldendom
dat Turner zelf nooit heeft ge
zocht.
Nadat ze haar rode jurkje heeft
ingewisseld tegen een leren lijfje
gooit ze de laatste beperkingen
van zich af. In Robert Palmer's
Addicted to Love, in What's Lo
ve got to do with it en de Kinks-
cover You really got Me is ze
beurtelings uitdagend, weifelend
en rauw. Een combinatie van zo
veel emoties wordt zelden bin
nen de samenhang van een enke
le rockshow geboden. We zullen
dat vermogen in de kille jaren
tachtig met al zijn namaakster-
ren nog hard missen.
JOHN OOMKES
Tina Turner,'tot en met 6 april in
Ahoy' (alle concerten uitverkocht).
LEIDEN - Dat het opgroeien in
een zwaar industriële omgeving
niet altijd nadelig hoeft te zijn,
bewijzen de heren van 'The men
they couldn't hang op dit mo
ment. Hoewel de teksten bij vla
gen maatschappijkritisch zijn,
heeft de muziek iets vrolijks. En
waar zou dat beter.tot z'n recht
komen dan op een podium? Als
live-band heeft het gezelschap de
laatste tijd in elk geval een be
hoorlijke reputatie opgebouwd.
Maar vreemd genoeg was het
LVC afgelopen zaterdag slechts
matig bezet. Mogelijk dat de toe
gangsprijs, achtenhalve gulden,
daar wat mee te maken had. Hoe
dan ook, degenen die wel aanwe
zig waren kregen een licht tegen
vallend optreden voorgescho
teld.
Al meteen vanaf het begin ging
het vijftal er flink tegenaan. In
een hoog tempo volgden de
nummers elkaar op. Typisch
Britse muziek, waarin vooral
veel folk-invloeden terug te vin
den waren. Maar ook country-,
folk-, en rockbilly-elementen.
Het bleek vooral erg aanstekelij
ke muziek al was dat aanvanke
lijk niet aan het publiek te mer
ken. Het merendeel van de aan
wezigen stond wat verveeld toe
te kijken. Pas na een half uur
slaagde de band er in, niet in het
laatst door het enorme enthou
siasme, de concertgangers mee
te krijgen. Een wilde dans was
het resultaat? Helaas was de lol
maar van korte duur: na amper
een uur spelen hielden de muzi
kanten het voor gezien. Hoewel
de bezoekers de band nog drie
maal tot een toegift wisten te be
wegen, was de werkelijke sfeer
weg. Zo fris als er in het begin
werd gespeeld, zo plichtmatig
was het laatste gedeelte van het
optreden. Op het eind werd te
vens de zwakte van de groep dui
delijk. Op een enkele ballade na,
kent de muziek maar één (snel)
tempo. Bovendien lijken de
nummers, wat melodie en wat
accoordenschema's betreft, wel
erg veel op elkaar. En wanneer
dan ook nog eens het enthousias
me wegvalt bfijft er te weinig
over en klinkt het allemaal heel
braafjes. Gelukkig dat er tijdens
het eerste uur wel met inzet ge
speeld werd. Daardoor was het
geheel nog best te pruimen. Haar
reputatie maakte de groep echter
niet helemaal waar.
HERMAN JOUSTRA
DEN HAAG (GPD) - De 21-jarige
Westduitser Gustav Rivinius heeft
het Cello-concours in het Scheve-
ningse Circustheater gewonnen.
De internationale jury onder lei
ding van de Nederlander Manus
Willemsen is vrijdagavond tegen
middernacht tot dit unanieme oor
deel gekomen. Rivinius heeft naast
deze onderscheiding die een be
drag van 30.000 gulden opbracht,
tevens de prijs gekregen voor de
beste uitvoering van 'Le Songe du
Vergier' van de Nederlandse com
ponist Hans Kox. Op de tweede
plaats is de Oostenrijkse celliste
Johanna Picker (23) geëindigd. De
derde prijs behaalde de Engelsman
Richard Lester (28) en de vierde
prijs werd toegekend aan de 28-ja-
rige Tsjechische Michaela Fukaco-
Van de in totaal 63 deelnemers
die aan het concours hebben mee
gedaan, heeft geen enkele Neder
landse kandidaat de eindstrijd ge
haald. Jury-voorzitter Willemsen
zei na afloop van de finale onder de
indruk te zijn van het bijzonder ho
ge peil van de mededingers. De ju
ry-uitslag gaf duidelijk weer dat
met de aanwijzing van Rivinius tot
winnaar, gekozen is voor warmte
en durf in het cello-spel boven lou
ter technisch kunnen.
Over twee jaar wordt door de or
ganiserende Adama Zijlstra Stich
ting opnieuw een aan de cello ge
wijd concours gehouden. Volgend
jaar staat de wedstrijd in het teken
van de dwarsfluit.
Gustav Rivinius.
AMSTERDAM (ANP) - De leiding
van het Concertgebouworkest
wordt, als het bestuur dat goed
keurt, zo snel mogelijk uitgebreid
met een zakelijk directeur. Die is
nodig omdat het orkest de komen
dejaren minder geld krijgt van rijk
en gemeente Amsterdam en zelf
voor extra inkomsten moet zorgen.
De huidige directeur drs. H. van
Royen deelde dit zaterdag mee.
Van Royen wordt thans bijgestaan
door twee 'adjuncts'.
Van Royen heeft beslist geen
plannen om op te stappen, hoewel
er deze week door een deel van het
Concertgebouw
orkest krijgt
ook zakelijk
directeur
orkest in een motie aan het bestuur
wel in verkapte termen op is aan
gedrongen. 'Ik zou het uiterst on
verstandig vinden weg te gaan', al
dus Van Royen.
Hij erkent dat de huidige leiding
in feite niet is opgewassen tegen de
problemen waar het orkest mee
worstelt. Wie de nieuwe directeur
moet worden is onbekend. Van
Royen noemt de motie 'onverstan
dig en ongelukkig', maar begrijpt
wel het 'ongeduld' van sommige
orkestleden.
De problemen van het Concert
gebouworkest zijn drieërlei: door
de verbouwing van het Concertge
bouw zelf moet buitenshuis wor
den gerepeteerd, er is sprake van
een jarenlange overgang van de ou
de chef-dirigent (Haitink) naar een
nieuwe (Chailly) en er moet fors
worden bezuinigd.