Science fiction wordt langzaam werkelijkheid De nieuwe generatie kan zien, voelen, horen en praten DINSDAG 24 MAART 1987 EXTRA PAGINA 17 Veel ouder dan drie jaar kan het ventje niet zijn. Als hij op z'n tenen staat, kan hij net bij de knop, die ferm wordt inge drukt. Dat had hij beter niet kunnen doen, want in de ruimte achter de knop komt een robotarm langzaam in bewe ging. Stijf van schrik kijkt het jongetje toe hoe de arm omhoog gaat en hoe de klauw aan het uiteinde zijn kant op draait. Dan rent hij in paniek weg. „Ma ma! Mama! H-hij leeft!". door Henk Dam Klein voorval op de tentoonstelling 'Robots en daarna', die op dit moment in het Museum voor Wetenschap in Boston is te zien en daarna nog tot eind 1989 een tournee langs tal van andere Ameri kaanse steden gaat maken. De expositie heeft in Boston al alle re cords gebroken en op goede gronden ook, want nooit eerder is er zo'n volledig overzicht geweest van wat robots alle maal kunnen. Voor degenen die zich door science fictionliteratuur ervan hebben laten overtuigen, dat robots eens zo superieur zullen worden dat ze de boel van ons gaan overnemen, biedt 'Robots en daar na' huiveringwekkend materiaal. Want robots kunnen niet langer alleen wat voortschuifelen, de ogen laten op lichten en nu en dan een metalige 'bliep' ten beste geven. Zelfs de fabrieksrobot die hele auto's in elkaar zet begint tech nisch gezien al 'ouderwets' te worden. De nieuwe generaties robots hebben gevoel, kunnen lezen, praten, vertalen, lesgeven, ramen zemen, componeren, orgel spelen en zelf hersenoperaties uit voeren. En wat nog het meest verontrus tend is: ze kunnen steeds beter echt den ken. Beeld Van oudsher heeft de mensheid slecht de verleiding kunnen weerstaan om de Schepper te evenaren toen deze, getuige Genesis 1 vers 26, besloot: „Laat Ons mensen maken naar Ons eigen beeld". Schilderijen en beeldhouwwerken wa ren al gauw niet genoeg. Het moest ech ter. Het moest levend lijken. In de 13e eeuw behoorden Roger Ba con en Albertus Magnus tot de Westeu ropeanen die de eerste eenvoudige 'an- droiden'[mensachtigen) maakten. Bacon maakte een soort pratend hoofd en Mag nus verbijsterde de menigte met zijn 'ij zeren man'. Een p?ar eeuwen later bereikte de Zwitserse klokkenmaker Pierre Jaquet- Droz nieuwe hoogten met zijn mensach tige machines die handelingen konden verrichten als tekenen of een muziekin strument bespelen. Eén van zijn creaties, 'De Schrijver', bestond uit een pop die zo kon worden geprogrammeerd dat hij stukken tekst van maximaal 40 letters lang kon schrij ven. 'Cogito ergo sum' ('Ik denk, dus ik ben') was het stukje tekst waarmee hij het snelst de handen op elkaar kreeg. Rond diezelfde tijd ontwierp de Duit se baron Wolfgang von Kempelen 'De Schaakspeler', een levensgroot beeld van een Turk die voor een schaakbord zat. Tegenover hem konden mensen gaan zitten en dan was het schaken ge blazen. De Turk beantwoordde elke zet met zijn eigen tegenzet en won menigmaal. Een echte robot? Nee hoor, veel later werd ontdekt dat Von Wempelen een dwerg in zijn schaakspeler verstopt hield die met hendeltjes de arm van de Turk in beweging kon brengen. Slaaf Deze eeuw aanschouwde de geboorte van robots zoals we die nu kennen en trouwens ook van het woord 'robot' zelf. Het is afgeleid van het Tsjechische 'ro- bota' dat zoiets als slaaf betekent. We hebben het te danken aan de schrijver Karei Capek. Hij schreef in 1920 een toneelstuk dat R.U.R. heette, eën afkorting voor 'Ros- sum's Universele Robots'. Het gaat over een fabriekseigenaar die mensachtige machines maakt die fantastisch hard kunnen werken. In wat zou uitgroeien tot een veelvul dig nageaapt thema, beschrijft Capek hoe de robots steeds meer fabrieken be volken, beter en beter worden, en uitein delijk zelfleren denken. Die laatste kwa liteit gebruiken ze al snel om tot de con clusie te komen dat ze hun menselijke meesters eigenlijk kunnen missen als roestplekken, waarna de onvermijdelij ke opstand volgt. Radius, de opperrobot in het toneel stuk, legt het publiek later uit wat er is gebeurd: „De macht van de mens is ge broken. Door de fabriek over te nemen, zijn wij de meesters van alles geworden. Een nieuwe tijd is aangebroken, de tijd van de robots". Klinkt bekend, nietwaar, deze tekst? Tal van boeken en films dichten robots dezelfde onprettige eigenschappen toe, waaronder een cinematografisch mees terwerkje als 'Zombies uit de strato sfeer' uit 1952. Om nog even bij de film te blijven: pas in 'Star Wars', een film uit 1977, zijn er ook vriendelijke robots te zien. Wie her innert zich niet de zwakke, en dus door- en-door menselijke "R2D2, wie niet z'n maatje C3PO? Computer De robots en andere mensachtigen van hierboven zijn natuurlijk allemaal speelgoed, amusement. De ontwikke ling van de computer zorgde ervoor, dat vanaf het eind van de jaren vijftig robots konden worden gemaakt die ook echt praktische toepassingen hadden. De eerste echte industriële robot werd in 1958 vervaardigd door de Amerikanen Devol en Engelberger. Het is misschien goed eerst een definitie van 'robot' te ge ven, want de Amerikaanse uitvinding had op het eerste oog niets van doen met bijvoorbeeld Capek's blikken man. De definitie luidt: 'Robots zijnpro grammeerbare machines die hetzij in optreden hetzij uiterlijk op mannen en vrouwen lijken'. De robot van Devol en Geen toe komstbeeld, maar realiteit. De Japanse ro bot Wabot II kan muziek ma ken lezen en elektronisch or gel spelen. (foto GPD) We zijn eraan gewend geraakt dat computers veel sneller en accurater dan hun scheppers strikt logische taken als berekeningen kunnen uitvoeren. Maar de nieuwe generaties computerpro gramma's kunnen veel meer. De zogenaamde 'expert-systemen' zijn ingewikkelde programma's die bij het oplossen van vraagstukken op hun ter rein niet alleen gebruik maken van ken nis en logische stappen, maar ook van vuistregels en zelfs van iets dat intuïtie benadert. Deze systemen, die onder meer in de medische wetenschap worden gebruikt, geven dus niet de enig logische benade ring van een probleem, maar desnoods de meest waarschijnlijke. Meer en meer gaat het om systemen die kunnen werken met gewone taal. Ze leren ook. Sommige schaakcompu ters bijvoorbeeld worden beter naarma te ze meer schaken, omdat ze van hun fouten leren. En bij het doen van zetten 'weet' de computer dat sommige stuk ken voor hem waardevoller zijn in het centrum dan aan de rand van het bord. Van die 'vuistregel' maakt hij ook ge bruik. Het vermogen om te leren neemt dra matisch toe bij wat de Vijfde Generatie computers wordt genoemd, computers die nu volop in ontwikkeling zijn. Het zijn computers die het menselijk brein als direct voorbeeld gebruiken. Want: de computers zoals we die nu kennen maken al hun berekeningen achter elkaar. Bij menselijke hersens werken veel zenuwcellen tegelijk en de nieuwste computers proberen dat te imi teren. In jargon:" het verwerken van ge gevens gebeurt niet langer lineair, maar parallel. Dat levert frappante resultaten op. Dit soort computers kan associatief denken, werkelijk leren en zelfs, aldus een recent artikel van Erik Larson in het Ameri kaanse tijdschrift 'Omni', leren om zich zelf tot op zeker hoogte te programme- Realiteit Zo wordt science fiction langzaam rea liteit. Wat wij tot voor kort als exclusief menselijke trekjes beschouwden, wordt in robots steeds overtuigender geïmi teerd. Zoals gezegd: robots kunnen zien, voelen, horen, lezen, spelen, werken, praten en - beter en beter - denken. Waar dat toe leidt? Een soort luilek kerland waarin niemand meer iets hoeft te doen omdat de robots alles voor hun rekening nemen? Of - het andere scena rio in veel science fiction-boeken - de opstand van machine tegen mens, een 'Menschheitsdammerung', om een woord van de Duitse dichter Kurt Pin- thus te stelen? De vermaarde science fictionschrijver Isaac Asimov lijkt haast op die laatste mogelijkheid te hopen, getuige deze woorden in zijn boek 'Robots' (New York, 1985): „Als uiteindelijk robots worden ontworpen die beter zijn dan mensen, met krachtiger lichamen en in telligenter hersens en een beter gevoel voor sociale plichten, waarom zouden ze ons dan niet vervangen, zoals ooit zoog dieren de minder intelligente reptielen hebben vervangen als dominerende le- „Misschien móeten we wel vervangen worden door denkende machines die ra tioneler en fatsoenlijker dan wij zijn. En als we dat met waardigheid doen, dan zullen robot-historici in de toekomst over ons schrijven dat niets aan onze le vensvorm ons zo sierde als de manier waarop we verdwenen". Engelberger bestond uit een metalen arm die met behulp van een computer kon worden opgedragen allerhande ta ken uit te voeren. Nog steeds lijken veel industriële ro bots op de geesteskinderen van Devol en Engelberger. Vaak gaat het om arm- achtige machines die kunnen lassen, solderen, verven, schroeven aandraaien, inpakken of opstapelen. Jan de Arbeider is geen concurrent voor Trallfa TR-4000, of Dainichi-Sykes DAROS PT300V. Een beetje industriële robot doet in 1,5 minuut iets waarvoor een mens 40 minuten nodig heeft. De ro bot heeft een accuratessegraad van 98 procent, zijn concurrent van vlees en bloed van slechts 65 procent. Robots staan bij indiensttreding niet op gunstige randvoorwaarden, vragen niet om opslag, hoeven nooit naar de wc, willen best alle diensten in een 24-uurs ploegendienst draaien en verdoen hun tijd niet met beuzelen of lunchen. Kort om, het zijn ideale werknemers. Geen wonder dus, dat ze steeds meer worden toegepast. In Amerika bijvoor beeld waren in 1974 1200 industriële ro bots te vinden, in 1978 2500,6250 in 1982, 13.000 in 1984 en 20.000 nu. En dat is nog weinig vergeleken bij Japan waar er mo menteel meer dan 80.000 'rondlopen'. Wereldwijd draaien, zoemen, lassen en verven nu zeker 130.000 robots, een aan tal dat per jaar met 25 tot 30 procent toe neemt. Volgens sommige futurologen zal er vanaf 1990 met een uitbreiding van 100.000 robots per jaar rekening moeten worden gehouden. Onbemand De gevolgen van deze tweede indus triële revolutie zijn vanzelfsprekend enorm. De onbemande fabriek is in aan tocht en in sommige autofabrieken is nu al heel aardig te zien, hoe dat eruit ziet. Het zal allemaal nog ingrijpender wor den, naarmate robots meer kunnen. Zo genaamde 'smart robots' (knappe ro bots) zijn nu in verschillende stadia van ontwikkeling. Het gaat daarbij om robots die kunnen zien en voelen met computerprogram ma's. Er wordt hard gewerkt aan mobili teit aan het vermogen gesproken beve len op te volgen, aan het vermogen zelf De mens heeft altijd maar slecht de verleiding kunnen weerstaan om de Schepper te evenaren, toen Hij besloot: "Laat ons men sen maken naar ons eigen beeld". Schilderijen en beeld houwwerken waren al snel niet meer voldoende om die zucht te bevredigen. Het moest echter. Het moest 'leven'. Door de eeuwen heen heeft de drang om een evenbeeld te scheppen de mens voortge- stuurd op de weg van uitvindin gen op dat gebied. Aanvankelijk bleef het bij een 'pratend hoofd', maar via een geprogrammeerde pop die kon schrijven, werd de robot ontdekt. Diens ontwikke ling verloopt de laatste jaren huiveringwekkend snel. Robots kunnen niet langer al leen wat voortschuifelen, ogen laten oplichten en nu en dan 'bliep' roepen, nee, de 'slaaf heeft tegenwoordig ook gevoel. Hij kan lezen, praten, vertalen, lesgeven, ramen zemen en zelfs hersenoperaties uitvoeren. En het meest verontrustende van alles is dat de robot steeds beter zelf gaat denken. De 'programmeerbare machi nes die hetzij in optreden, hetzij uiterlijk op mannen en vrouwen lijken', gaan steeds meer func ties vervullen. En de grenzen worden al maar verder verlegd. De tentoonstelling 'Robots en daarna', die op dit moment in een museum in Boston te zien is, laat zien hoe ver. De science fic tion wordt langzaam realiteit. En waar dat toe leidt? Een soort luilekkerland waarin niemand meer iets hoeft te doen, of de opstand van de machine tegen de mens? TM de eigen fouten te corrigeren en aan vei ligheid. Dat laatste is geen kleinigheid. Ook de knapste industriële robot blijft tenslotte een dommekracht die doet wat hem wordt opgedragen en daarvan wil wel eens een toevallige passant het slachtof fer worden. Daarover zijn gruwelijke verhalen te vertellen. Het eerste echte slachtoffer van een industriële robot was een mon teur in de Japanse onderneming Kawa saki. Hij probeerde in 1982 een kapotte robot te repareren. Het ding deed het in eens en sloeg - boink voor dank - de man dood. Uit Japan zijn zo in de loop de jaren nog zeker vijf berichten onder de kop 'Robot doodt man' verschenen. De 34- jarige Harry Allen werd op 21 juli 1984 het dusver enige Amerikaanse slachtof fer toen hij in de weg van een vlijtig werkende robot ging staan en zonder veel omhaal werd doodgedrukt. Ruimte Robots zijn veel meer dan beweeglijke armen die in fabriekshallen zonder kla gen hun slavenarbeid verrichten. Het onderzoek van de ruimte bijvoorbeeld was zonder robots nergens geweest - denk in dit verband maar aan het NASA- karretje dat op Mars foto's maakte en bo demmonsters analyseerde. Robots worden ook ingeschakeld bij reparatiewerkzaamheden op de zeebo dem en bij onderhoudswerk in kern reactoren. Kortom, ze gaan naar die plaatsen waar mensen liever niet ko men, of domweg niet kunnen komen. Ook het op afstand bedienbare wagen tje dat door de Britten in Noord-Ierland wordt gebruikt voor het onderzoeken en onschadelijk maken van mogelijke IRA- bommen geldt als een robot. In Californië is zelfs een 'robot-hersen- chirurg' ontwikkeld die door zijn mense lijke collega zo kan worden geprogram meerd dat hij met door mensenhanden niet haalbare precisie een tumor kan verwijderen. Naast al die serieuze toepassingen, wordt robot-technologie ook meer en meer gebruikt voor wat we maar leer zaam speelgoed zullen noemen. De ma nipulatie van mini-robotarmen met be hulp van een computerprogramma is een apart specialisme voor de liefheb bers van home computers geworden. Sommigen gaan verder en maken zelf een robot. Bij de Amerikaanse Robot Vereniging bijvoorbeeld staan meer dan 200 mensen ingeschreven die op zolder kamertjes, in garages en werkplaatsen hun eigen robot hebben gebouwd. 1 In de winkels zijn produkten als And- ropot's Topo en Tomy's Omnibot te koop. Het zijn de voorlopers van wat eens echt nuttige huisrobots zullen zijn, machientjes die je drankjes kunnen ko men brengen. Elektronische butlers dus. In de sector 'amusement' vallen ook computers die kunnen componeren, schilderen en de ongelooflijke Japanse robot die muziek kan lezen en die mu ziek op een elektronisch orgel ook kan uitvoeren. Huid En de grenzen worden al maar verder verlegd. De tentoonstelling in Boston laat zien hoe ver. Zo is daar het prototy pe van een robot met een 'huid' waar mee het machien kan voelen. Het gaat daarbij om speciaal geprepareerd plastic dat, wanneer ingedrukt, een elektrisch signaal geeft. Jores (l), die handen schudt en met (foto GPD) Ook dat is nog slechts een kwestie van tijd. Brein Mogen deze vorderingen in de robot technologie elk voor zich al indrukwek kend genoeg zijn, het verhaal wordt pas echt opvallend waar het gaat om het brein van de robot, zijn vermogen om te denken. Bezoekers aan de tentoonstelling 'Robots en daarna', worden begroet dc klapperende stalen kaken praat. Raak je de huid zachtjes aan, dan zegt de robot: „Oeh, ik voel dat je me aan raakt". Wie op de plastic huid tikt, hoort: „He, schei daar mee uit! Wie denk je wel datje bent? Een specht?" Andere varia ties leveren andere reacties op. Een speeltje? O, nee. Robots met ge voel kunnen een fantastisch groot aantal toepassingen gaan krijgen. Gewerkt wordt al aan een robothand die met het materiaal is bedekt en die je dus de meest delicate werkjes kunt laten doen. Robots kunnen tegenwoordig ook ho ren. Al een paar jaar zijn machines op de markt die gesproken tekst kunnen ver staan. In veel gevallen kan de robot daarbij niet meer dan enkele tientallen instructies begrijpen, zoals „Kom!", „Ga!" of „Linksaf'. mobiele robot in staat obstakels te beoordelen en te vermijden. „Zien" kan ook de 'leesmachine' van de in robots gespecialiseerde Ameri kaanse Kurzweil Stichting. Je legt een getypt stuk tekst op een glasplaat en een niet eens zo onprettige robotstem leest je voor wat er staat. Handschrift lezen, aldus de stichting, gaat nog niet, maar Maar bij het Thomas J. Watson re search-centrum van IBM in New York is nu het prototype van een computerpro gramma klaar waarmee 5000 woorden kunnen worden verstaan. Het gaat om niet meer dan twee kaartjes vol chips die in een personal computer kunnen wor den bevestigd. Het systeem is nog niet foutloos, maar elke maand brengt nieuwe verbeterin gen. En dus nadert de dag dat secreta resses overbodig worden. Brieven wor den dan gewoon gedicteerd aan een per sonal computer, die alles op het scherm zet en uitprint. Robots kunnen steeds beter zien. Er wordt hard gewerkt aan systemen waar bij een computer analyseert wat bijvoor beeld een cameralens ziet. Dat stelt een Hero 2000 geeft les.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 17