Annie M.G. Schmidt
hoogetepunt poëzienacht
Surinaamse groep Ponda O'Bryan
steelt show op Slagwerkfestival
Overdonderende koorzang
van Maastreechter Staar
Museum voor
naïeve kunst
in Rotterdam
Herman Finkers: amusant, maar oppervlakkig
MAANDAG 23 MAART 1987
UTRECHT (GPD) - Het is bijna
vijf uur in de ochtend als de jonge
dichter Rogi Wieg het podium van
muziekcentrum Vredenburg be
stijgt. Hij is de hekkesluiter van de
zevende Nacht van de Poëzie die
zaterdag in Utrecht werd gehou
den. Het sterk uitgedunde publiek
heeft er dan al zo'n negen uur op
zitten. „Voordeel van als laatste op
treden, is dat u met mijn gedichten
in uw hoofd naar huis terugkeert",
veronderstelt Wieg optimistisch.
Mijn hoofd biedt geen spat ruimte
meer, maar traditiegetrouw mag
Wieg volgend jaar de Nacht ope
nen, dus hij krijgt nog een herkan
sing.
Negen uur is net even teveel van
het goede om tot het eind gecon
centreerd naar poëzie te kunnen
blijven luisteren. Er traden een
kleine vijfentwintig dichters op en
er waren ook nog eens negen en-
tractes. Het enige verwijt dat de or
ganisatoren valt te maken, is dat
sommige entractes wel wat erg
lang duurden. Natuurlijk, het op
treden van bijvoorbeeld de slag
werkers en blazers van de Gronin
ger Tam Tam Fanfare was tot in de
puntjes verzorgd en Harvey The
Wallbangers speelden met hun
aanstekelijke rock and roll de hele
zaal plat, maar de poëzie kwam
daardoor regelmatig in het ge
drang.
Leesbril
Onbetwist hoogtepunt van de
Nacht was het optreden van de
echte koningin van Nederland, uw
en mijn leesmoeder Annie M. G.
Schmidt. Voorzien van een specia
le leesbril en met presentator Ed
Leeflang in de noodzakelijke rol
van souffleur, stal zij met haar rit
mische, heldere verzen de show.
Het is dat de PC Hooftprijs ook
niet meer is wat hij was, anders zou
ik het wel weten, merkte presenta
tor Piet Piryns na afloop terecht
op.
En ook de absurde act van het
duo Kamagurka Herr Seele (Wij
zijn van de Vereniging ter Verdedi
ging van de Gordijnen. Elke avond
worden tienduizenden gordijnen
opgehangen zonder enige vorm
van proces) ging er in als koek.
Datzelfde gold voor de aanstekelij
ke Cinema Dansant-muziek van de
gelegenheidsformatie The Magnifi
cent 7, met onder anderen de voor
malige Doe Maar-leden Henny
Vrienten, Jan de Hont en Jan Pij
nenburg. Niet alleen dichtbundels
ontroeren, maar ook sommige B-
films, sneerde Vrienten.
Partituur
De dichter Jan G. Elburg zei toen
hij een gedicht voorlas dat ook in
de speciale programmabundël
stond afgedrukt: U heeft de parti
tuur al, maar nu kunt u horen hoe
het klinkt. En met die opmerking
raakte hij de essentie van dit soort
spektakels. Zonder partituur als je
het werk van de voorlezende dich
ter dus niet kent wordt het alle
maal een stuk moeilijker te volgen.
Of je moet zoals Nico Scheepma
ker kiezen voor 'light verse' die in
één keer te begrijpen valt. Een
dichter als Frank Koenegracht, die
zijn tamelijk gecompliceerde poë
zie ook nog eens monotoon voor
las, kan het daarom wel schudden.
Je moet wel de voordrachts
kunst van een Hugo Claus in huis
hebben om met voor mij althans
onbekend werk toch te kunnen
boeien. En ook Elly de Waard en
Tom van Deel intrigeerden. Het
spervuur van de jonge Belgische
auteur Tom Lanoye (Het enige
goedaardige aan Reagan zijn zjjn
gezwellen) werd vreemdgenoeg
door een gedeelte van het publiek
onthaald op afkeurend geklap en
gefluit. En dat terwijl hij toch feil
loos begreep dat je op dit soort
Nachten niet te moeilijk moet
doen.
AMSTERDAM - Tien met olieverf beschilderde sculpturen van Karei Appel zijn gisteren bij Sotheby's in
Amsterdam geveild. De opbrengst bedroeg bijna één miljoen. (foto anp»
Het Tweede Slagwerkfestival. Met
de Ponda O'Bryan Groep, het Martin
van Duynhoven Percussie Ensem
ble, het Circle Ensemble en Zilte
Swing. Gehoord op 21 maart in de
Waag.
LEIDEN - Ondanks het akelige
weer, koud en nat, was de publie
ke belangstelling voor dit in Ne
derland unieke festival weer gro
ter dan de eerste keer. Na het
gratis toegankelijke middagpro
gramma, waarin onder meer de
jonge groep Zilte Swing te horen
was, trok het interessante avond
programma onverwacht veel be
zoekers.
Een goede zaak, want muzi
kaal gezien verdient dit festival
het om in een vergrote editie
jaarlijks terug te komen. Door
subsidieperikelen kon een bij
zonder gewaagd onderdeel, 'Op
Eenzame Hoogten' niet door
gaan. De bedoeling was om vier
drummers op strategische pun
ten van tenminste tien meter
hoogte te installeren en ze in de
open lucht met elkaar samen te
laten spelen. Hopelijk reageert
de gemeente volgend jaar wat
sneller en positiever.
De avond werd geopend door
een kort concert gegeven door
twee drummers van lagere-
schoolleeftijd, die voor hun leef
tijd zeer aardig samenspeelden,
maar solistisch iets minder uit de
verf kwamen. Na dit leuke op
warmertje kon het publiek op de
tijdelijke tribune genieten van
percussiewerk uit culturen, waar
slagwerk heel wat meer betekent
dan in de maat slaan. De groep
van de Surinaamse percussionist
Ponda O'Bryan bracht een uit
stekend en afwisselerid program
ma van Surinaamse kawina en
apinti, daarna patronen uit Gha-
na, Guinee en Senegal.
Een interessante reis groten
deels afgelegd op de apinti-trom-
men, van het wat vierkante Suri
naamse ritme, naar de verende,
lichte ritmiek uit de Afrikaanse
savanne, met als tussenstops de
ingewikkelde patronen van de
Westafrikaanse kust. Zonder eni
ge aarzeling en met verrassend
gemak werd de polyritmiek als
het ware uit de mouwen van het
viertal geschud. Zeer informatief
was de korte uitleg die O'Bryan
bij elk stuk gaf.
Zeer Europees klonk na dit
tropische avontuur de uit zes
man bestaande groep van Martin
van Duynhoven. Er werden gro
tendeels oudere stukken ge
speeld, wat niet nadelig was voor
de kwaliteit van het gebodene.
Naast de bekende vertragings-
en versnellingsakties, waarin de
leider een erkend meester is, viel
ook op hoe haarfijn door alle le
den op de snarentrom werd ge
speeld.
Door de grote tegenstellingen
met de vorige groep, werd nog
eens duidelijk gemaakt hoe ver
schillend de Afrikaanse en de Af-
ro-Amerikaanse opvattingen
enerzijds en de Europese ander
zijds zijn. In de eerstgenoemde
culturen valt de nadruk veeleer
op de spanning binnen het me
trum, terwijl in Europa en in
mindere mate in Azië de ontwik
keling van spanning vooral in
het lineaire verloop van een stuk
te vinden is.
piano, Wilma Verbeet sopraan, Mar-
tijn Nieuwlands bariton, en Ber
Schellinks bas. Gehoord op 21 maart
in de Pieterskerk.
LEIDEN - Zeer velen hadden de
kans aangegrepen om de wel
haast legendarische Maastreech
ter Staar, voor het eerst in haar
103-jarige bestaan in Leiden, in
natura te horen. Dat deze eerste
kennismaking uitstekend beval
len is werd duidelijk uit het toe
nemende enthousiasme van het
publiek.
Voor dit enthousiasme
was dan ook alle reden: de tradi
tie van gedisciplineerde en ver
zorgde koorzang staat bij de
Staar hoog in het vaandel ge
schreven, een vaandel dat trots
meegedragen wordt en waaraan
de oranje wimpel behorend bij
het predicaat 'Koninklijke' be
vestigd is.
Deed het openingsnummer,
Les Martyrs van Gounod nog
vrezen dat deze 150 zingende
mannen een weliswaar sonor
maar vooral erg massaal geluid
voortbrengen, in de rest van het
programma werd die vrees weg
genomen en bleek het koor wel
degelijk tot genuanceerd zingen
in staat. De zekerheid waarmee
alles gebracht wordt duidt op
een grote discipline, waarbij
niets aan het toeval of de inspira
tie van het ogenblik wordt over
gelaten.
Elke nuance van een
fors forte tot en met een fluiste
rend piano, elke rimpeling in het
tempo wordt goed gedrild ten ge
hore gebracht, waarbij dirigent
Hennie Raemakers de touwtjes
strak in handen houdt. De enige
aanmerking die men op deze be
wonderenswaardige koorzang
zou kunnen maken betreft de
verstaanbaarheid; door slechte
articulatie ging de tekst van Brit
ten's Ballad of little Musgrave
geheel verloren.
De veelzijdigheid van de Staar
weerspiegelde zich in het pro
gramma kerkelijke en geestelij
ke muziek naast operafragmen
ten, een kleine wereldlijke canta
te van Mozart, de al genoemde
volksliedjesparafrase van Brit
ten en een koorlied van Bruck
ner. Volstaan moet worden met
het noemen van enkele hoogte
punten: voor mij was dat in de
"eerste plaats het Alliluia uit de
De muziek van Van Duynho
ven, die tussen de jazz en de Eu
ropese kunstmuziek te plaatsen
is, vormde een goede overgang
naar het Circle Ensemble, dat
zijn inspiratiebronnen vindt in
de neo-traditionele Japanse en
de hedendaagse westerse mu
ziek. Deze avond trad een ver
kleinde versie op met vijf man,
die zeer formeel te werk ging. In
het programmavel aangekon
digd als het onbetwiste hoogte
punt van het festival, kon het
Circle Ensemble de hooggespan
nen verwachtingen niet hele
maal inlossen.
Zeer spectaculair was het ge
bruik van de odaiko, de grote Ja
panse trommen met genagelde
vellen, die hier voornamelijk be
kend zijn van de toernees van
Ondekoza en Kodo. Hiervoor is
echter een enorme fysieke in
spanning nodig die veel training
vereist. Helaas bleek de lichame
lijke conditie van de Nederland
se percussionisten niet geheel
opgewassen tegen de hoge eisen
die deze trom aan de bespeler
stelt, zodat het een en ander aan
precisie tekort schoot.
Een ander minpunt vond ik de
gebrekkige dynamiek in het ge
boden spel; zeker na het vooraf
gaande optreden viel het op dat
het Circle Ensemble öf zacht öf
hard kon spelen, maar niets daar
tussenin. Er werd op de marim
ba, die het grootste deel van het
melodische materiaal leverde,
zonder mededogen pentatoni
sche loopjes herhaald, iets wat
met de ontbrekende dynamische
afwisseling op den duur lichte
lijk begon te vervelen. Op het
kleinere slagwerk werd in elk ge
val zeer precies gemusiceerd,
ook op de kleine gong, die de
enorme Japanse trom, een bui
tenformaat kakko met een dia
meter van een meter of twee, in
het slotnummer begeleidde. Een
spectaculair einde aan een wat
statisch concert op basis van
goede ideeën.
Een geslaagd festival, georga
niseerd door de gemeente Lei
den in samenwerking met de
Slagwerkkrant en Hot House,
dat dit jaar programmatisch ge
zien zeer is vooruitgegaan.
KEN VOS
Slavische eredienst met Martijn
Nieuwlands en het Credo van
Gretchaninoff met Ber Schel-
lings als voorzangers, muziek
met een veel grotere emotionali
teit dan wij in onze kerkmuziek
gewend zijn. Beide solisten die
deel uit maken van de Staar be
schikken over prachtige expres
sieve stemmen, en voelden zich
even goed in deze stijl van zingen
als in de operafragmenten na de
pauze thuis. Het stemtype van de
jeugdige sopraan Wilma Verbeet
was meer geschikt voor het lich
tere opera-genre dan voor de
cantate van Mozart, die zij met te
weinig diepte zong.
Zoals gezegd worden flinke
dynamische effecten door de
Staar niet geschuwd, maar zijn
toch passender in de dramtische
operafragmenten als het Pel
grimskoor uit Tannhauser van
Wagner of het koor van de zigeu
ners uit De Troubadour van Ver
di, dan in een negro-spiritual als
Deep river. Op Roger Moens
rustte de weinig dankbare en
zware taak om de voor orkest ge
schreven begeleidingen te verta
len in pianoklanken. Hij deed dit
niet alleen voortreffelijk, maar in
de inleiding op het fragment uit
Norma van Bellini zelfs indruk
wekkend. Een haast overdonde
rend gezongen Hallelujah uit de
Messiah van Handel bezegelde
het succes van de Staar. Na af
loop werden heel wat passerende
koorleden aan hun jasje getrok
ken met de uitnodiging: kom
nog eens terug.
MIES ALBARDA
Tsjechisch blaaskwintet vakkundig
Concert door het Academia Blaas
kwintet, bestaande uit Jiri Marsalek
fluit, Otto Trnka hobo, Peter Donèk
klarinet, Miroslav Kubicek hoorn en
Josef Janda fagot. Zij speelden
werken van Haydn, Reicha, Trojan,
Mozart, Foerster en De Groot. Ge
hoord op 22 maart in het Groene
Kerkje.
OEGSTGEEST Zou het inbeel
ding zjjn of is er voor een blaas
kwintet minder belangstelling
dan voor kamermuziek, waarin
strijker,s_en/of piano meespelen?
Erg vol was het Groene Kerkje in
elk geval niet gisteravond, toen
er een eenmalig concert plaats
had van het Academia Kwintet
uit Praag; een concert, dat de
VPRO-radio wél de moeite van
het opnemen waard vond. Dege
nen die deze uitvoering gemist
hebben, kunnen het concert op
14 mei a.s. op de radio alsnog be
luisteren.
De vijf Tsjechische musici
hadden zich voor de pauze naar
een hoogtepunt toegespeeld: een
divertimento van V. Trojan, be
staande uit een aantal delen die
elk zeer levendig een bepaalde
stemming en sfeer uitbeeldden,
zoals de ondertiteling aangaf: zo
merfeest, promenade, ochtend
schemering etc. Gestoken ip een
jasje van gematigd moderne snit
liet de compositie af en toe zijn
Tsjechische afkomst doorsche
meren en in melodieën en ritmen
uit de volksmuziek.
De divertimenti van de twee
Weense klassieken, Hay dn en
Mozart, werden in vergelijking
met de andere werken enigszins
afstandelijk uitgevoerd, waar
door ze in de ware zin van het
woord niet meer dan verstrooi
ende en onderhoudende muziek
stukken bleven. Antonin Reicha,
Tsjechisch fluitist uit de tijd van
Beethoven, wordt wel de vader
van de blaaskwintetten ge
noemd. Hij heeft er dan ook niet
minder dan 24 geschreven. In
zijn virtuose en levendige kwin
tet in Es heeft hij dankbaar het
verschil in timbre tus«en de ver
schillende "blaasinstrumenten
aangegrepen om de structuur
van het stuk in contrasterende
kleuren te verduidelijken.
Het spel van de Praagse Musici
kenmerkte zich door een grote
vakkundigheid, waarin af en toe
een zekere gedrevenheid of zelfs
gejaagdheid te horen was. In de
klassieke werken stoorde dat
soms, maar in het eerder ge
noemde kwintet van Trojan en
ook in het toegevoegde kwintet
opus 95 van Foerster kwam deze
stijl van spelen volledig tot zijn
recht. Deze laat-romantische
compositie liet melodieën aan
zwellen die nooit echt ophielden.
Tot slot speelden ze de zeer in
de smaak vallende Suite over "In
Holland staat een huis" van onze
landgenoot Hugo de Groot. Na
hartelijk applaus volgde nog een
korte Tsjechische toegift.
MONICA SCHIKS
ROTTERDAM (ANP) - Nederland
krijgt een nationaal museum voor
naïeve kunst. Het wordt gehuis
vest in het Henkesgebouw in Rot
terdam, een beschermd monument
in Delfshavèn, dat wordt gerestau
reerd en verbouwd. Met bruikle
nen uit vier musea en verzamelin
gen van particulieren kan bij de
opening, die op zijn vroegst in 1989
zal zijn, meteen een goed overzicht
worden geboden van de Neder
landse oude en moderne naïeve
kunst. De nieuwe instelling be
weegt zich daarnaast op het gebied
van de naïeve kunst van elders. Dit
heeft de secretaris van de Stichting
Museum voor Naïeve Kunst, E. M.
Benjaminse-Reith, vrijdag meege
deeld.
De bruiklenen voor het nieuwe
museum komen van het Stedelijk
Museum in Amsterdam, het Frans-
Hals-museum in Haarlem, het
.Westfries Museum in Hoorn en
Museum Het Princessehof in
Leeuwarden. De belangstelling
voor naïeve kunst is de laatste ja
ren internationaal toegenomen.
Daarvan getuigen de musea die re
cent werden gesticht, zoals in
West-Duitsland in Neuss en in
Böblingen, bij onze zuiderburen in
AMSTERDAM - De nieuwe Nederlandse speelfilm 'Iris' is in Amsterdam in pers)première gegaan. Op de foto Lasne bij Brussel en in Frankrijk
l.n.r. de regiseuse Mady Saks, de schrijver van het gelijknamige boek, Felix Thijssen, en hoofdrolspeelster jn de Halle St. Pierre in Parijs, in
lonique v.d. Ven. (foto anp> Nice en in het Bretonse Laval.
Herman Finkers
'EHBO is mijn lust en mijn leven',
soloprogramma van en door Her
man Finkers. Gezien op 21 maart in
Tripodia, Katwijk. Op 14 april te
zien in de Leidse Schouwburg.
KATWIJK - "Ja, ja, ik ben me er
eentje" zegt Herman Finkers aan
het begin van zijn soloprogram
ma. Het publiek reageert van
meet af aan enthousiast, zodat de
avond al eigenlijk niet meer stuk
kan. Finkers behoort tot de
groep jonge kleinkunstenaars,
die op dit ogenblik flink van zich
doet spreken. Net als bijvoor
beeld bij de groep 'Mon Chérie
en de Herenflikken' en bij caba
retière Brigitte Kaandorp geldt
ook in zijn geval een geraffineerd
gebruik van een bepaald soort
knulligheid als een belangrijk
handelsmerk, hoewel hij waar
schijnlijk dit stijlmiddel het
minst bewust hanteert. De
droogkomieke uitstraling en het
broodnuchtere stemgeluid met
licht accent zijn er gewoon en
blijken in elk geval het nodige ef
fect te sorteren.
Slaat een grap goed aan, kijkt
Herman Finkers goedmoedig, te
vreden en lichtelijk verbaasd de
zaal in. "Ik ben al lang blij dat ik
werk heb". Het is één van de re
lativerende opmerkingen, die
voor de nieuwe generatie cabare
tiers kenmerkend is. Inhoudelijk
is het ruim anderhalf uur duren
de programma flinterdun. 'EH
BO is mijn lust en mijn leven' is
dan ook een willekeurig gekozen
titel. Pleisters en eerste hulp-ver
lening komen slechts af en toe
ter sprake, en dan alleen nog in
het gedeelte voor de pauze.
Van conférences, waarin
steeds verschillende onderwer
pen aan de orde komen, is geen
sprake. Typetjes-maken doet hij
evenmin nauwelijks. Het pro
gramma bestaat uit een reeks
korte tot zeer korte anekdotes, al
dan niet met behulp van rekwi
sieten: een kort schimmenspel,
een demonstratie 'abstract schil
deren' en zelfs vuurwerk komen
er aan te pas. De grappen zelf zijn
over het algemeen erg simpel.
Finkers plaatst ze echter met een
perfect gevoel voor timing, zodat
je meestal toch wel moet lachen.
'EHBO is mijn lust en mijn le
ven' is oppervlakkig, maar zeker
ook amusant.
De opzet van het geheel zou
meer lijn kunnen hebben; soms
is het zelfs rommelig. Door het
achter elkaar zetten van tal van
ideetjes en invallen is het pro
gramma avondvullend gewor
den. Illustratief voor de werkwij
ze is, dat Finkers op een gegeven
moment versjes uit zijn aante
kenboekje voorleest.
Soms begeleidt hij zich zelf op
de piano, meestal werkt hij met
een geluidsband, die hij gebruikt
voor een orkestrale begeleiding
van zijn liedjes en voor een paar
geluidseffecten. Hij zingt zelfs
een duet met een dame, wier
stem op band is vastgelegd. Dat
laatste zet aan het denken. Menig
cabaretier stort zich vandaag de
dag op een solo-optreden. Dat zal
mede ingegeven zijn door de
overweging om de financiële risi
co's zo gering mogelijk te hou
den. Begrijpelijk, maar toch is en
blijft een avondvullend optreden
voor één man of vrouw een niet
te onderschatten tour de force.
Samenwerking tussen twee of
meer veelbelovende cabaretiers
verdient daarom sterke aanbeve
ling. Het zou vele nieuwe moge
lijkheden bieden. Bovendien
voorkomt men op die manier het
niet denkbeeldige gevaar, dat we
op al die solisten uitgekeken ra
ken. Wie nog niet verwend en
uitgekeken is, kan op 14 april in
de Leidse schouwburg naar Her
man Finkers gaan kijken.
WIJNAND ZEILSTRA
e Olga de Roos beet even op haar lip toen
Concertgebouw de Nederlandse Muziek-
AMSTERDAM - De saxoj
zij gisteren in het Amsterd
prijs ontving.