'Banden binnenstad-Stationsplein aanhalen' Kamer van Koophandel ziet goede mogelijkheden rond Leids station Kleinschalig bedrijfsleven in Leiden herstelt zich akelaars h J® I4 mm "We hebben genoeg van brandjes blussen' ZATERDAG 14 MAART 1987 BEDRIJVEN PAGINA 31 "Een unieke kans om een enorme economische ontwikkeling door te maken", zo omschrijft de Kamer van Koophandel de ontwikkelingen die op en rond het Leidse station plaats hebben. "Wat ontbreekt is een samenhang tussen die verschil lende ontwikkelingen. Daarbij moet in onze ogen de band tussen de bin nenstad en het Stationsplein wor den aangehaald", vinden drs A. Berkhout, algemeen secretaris, en drs C.A. Broeksma, secretaris van de Kamer van Koophandel. Om de mogelijkheden tot de ontwik keling van het stationsgebied aan te ge ven, vroeg de Kamer van Koophandel vorig jaar aan drie hoogleraren een rap port op te stellen. Prof. dr. G.J. Lam- booy, hoogleraar regionale economie aan de Universiteit van Amsterdam, Prof. dr. M. de Smidt, hoogleraar sociale en economische geografie aan de Rijks universiteit te Utrecht en Prof. Dr. E. Wever, hoogleraar economische geogra fie aan de Katholieke Universiteit te Nij megen presenteerden eind vorig jaar een "ideeënschets' voor de ontwikkeling van het stationsgebied. 'Zwarte gat' In het rapport, getiteld 'Een sleutel tot Leiden', kwam het drietal wij- i tot de conclusie dat het sta- door Willem Spierdijk tionsgebied wel het brandpunt zou kun nen zijn van de economische ontwikke ling van de Leidse agglomeratie, maar zich momenteel als Leidens 'zwarte gat' manifesteert. "Het moet mogelijk zijn dat Leiden profiteert van de economische oplevin gen in de gebieden rond Schiphol (Am sterdam-Zuid) en in de Haagse agglo meratie. De uitstralingseffecten kunnen elkaar versterken. Het kan echter ook zo zijn dat de grotere agglomeraties de be drijvigheid in de Leidse regio wegzui gen, en zo een vacuümzone doen ont staan", zo luidt de redenering van de drie hoogleraren. Lambooy, De Smidt en Wever stelden zich tevens op het standpunt dat overleg over de toekomstige ontwikkeling van het stationsgebied door de gemeente Leiden, Nederlandse Spoorwegen en Academisch Ziekenhuis "een wat smal le basis is voor het ontwikkelen van een omvattende en evenwichtige visie". Deze ongetwijfeld door de Kamer van Koophandel ingefluisterde stellingname heeft inmiddels tot effect gehad dat ver tegenwoordigers van de Kamer nu wel deel uitmaken van de projectgroep die zich bezig houdt met de ontwikkelingen rond het station. Onafhankelijk van het lidmaatschap van die projectgroep heeft de Kamer van Koophandel overigens een duidelijke vi sie op de economische activiteiten rond het station. Zo vinden Berkhout en Broeksma het een groot voordeel dat het stationsgebied zo dicht aansluit op het centrum van de stad. "De binnenstad is het visitekaartje van de stad. De kwali teit van diensten als winkelcentra en ho- reca-voorzieningen zijn zeer belangrijk voor het imago van een stad. Dat Leiden een oud historisch centrum heeft is een aantrekkelijk aspect". De belangrijkste economische ontwikkelingen in Leiden voltrokken zich de afgelopen jaren in het westelijk gedeelte van de stad, langs de aanvoerwegen naar en rond het Leidse station. Eerst kwam de kantorenstrook langs de Plesmanlaan tot ontwikkeling. In het Leeuwenhoek-gebied werd er een 'bio-sciencepark' opgericht met een Academisch Bedrijven Centrum, waardoor samenwerking tussen universiteit en bedrijfsleven gemakkelijker kan verlopen. Vlakbij het station realiseerde de gemeente de kantorenlokatie 'Schuttersveld'. Rond het Stationsplein staat nog meer te gebeuren. De Nederlandse Spoorwegen hebben vorig jaar plannen ontvouwd voor de bouw van een nieuw station in Leiden. De gemeente overweegt nu meteen al lang bestaande plannen om de verkeersproblemen in het gebied op te lossen door het aanleggen van een verkeerstunnel onder het Stationsplein, ten uitvoer te brengen. Daarnaast biedt de vrijkomende ruimte op het terrein van het Academisch Ziekenhuis achter het station de mogelijkheid voor verdere economische ontwikkelingen in het stationsgebied. Aantrekkelijk voor bedrijven is bovendien dat de PTT besloten heeft om een 'glasvezelkabel' in Leiden aan te leggen. Daardoor wordt de mogelijkheid tot informatie-overdracht per computer aanzienlijk verbeterd. Toegangspoort De Stationsweg en Steenstraat moe ten volgens Berkhout het karakter krij gen van een toegangspoort tot de stad. "Het imago van dit deel van de stad kan nog worden opgevijzeld. De vestiging van nog enkele kwalitatief goede bedrij ven in dat gedeelte van de stad kan de balans doen doorslaan en Steenstraat en Stationsweg een hoge status bezorgen. Een aantal winkels en horeca-voorzie- ningen in de buurt van het station zij van een kwalitatief niet zo'n hoog gehalte". De secretaris van de Kamer vindt wel dat de gemeente het economisch beleid meer richting moet geven. "Men laat de ontwikkeling te veel op z'n beloop. Op papier is er wel een beleid, maar de prak tijk strookt daar niet mee. Bijvoorbeeld: de bestemmingsplannen stemmen niet overeen met de huidige situatie of met de toestand die in de toekomst gewenst wordt. Zo behoort het eerste gedeelte van de Haarlemmerstraat niet eens tot het kernwinkelapparaat. Dat betekent toch dat het bedrijfsleven minder moge lijkheden heeft of uitputtende procedu res nodig heeft om het gewenste toch te bereiken. Kortom, er moeten formeel de voorwaarden geschapen worden voor een goede economische ontwikkeling in de binnenstad". Berkhout en Broeksma denken dat er van de aanwezigheid van de universiteit in Leiden een stimulans voor de bedrij vigheid in Leiden kan uitgaan. "Erg be langrijk is dat bij de universiteit al de ervaring aanwezig is om de contacten met het bedrijfsleven te leggen. Hoewel andere steden anders willen doen ver moeden, is Leiden daarin moet echter ook voor gezorgd worden dat er in Leiden voldoende produktie- mogelijkheden zijn. Positief is dat de on dernemers in het ABC-bedrijvencen- trum al de ruimte hebben gekregen in leegstaand gebouwen van het AZL. Er bestaat dus een positieve houding om economische activiteiten toe te staan op het AZL-terrein". Schiphollijn Behalve van de aanwezigheid van de universiteit en ziekenhuis moet Leiden volgens de Kamer van Koophandel ook kunnen profiteren van de aanwezigheid van Schiphol op korte afstand en de Schiphollijn. Vooral in Amsterdam- Zuid hebben zich nogal wat bedrijven gevestigd met het oog op de nabijheid van een luchthaven. Toch zien Berkhout en Broeksma de hoofdstad niet als een echte concurrent voor Leiden. "Je moet niet proberen te concurreren met het grootstedelijk milieu, Leiden moet een eigen profiel ontwikkelen. Ook de ruim te in de eerste ring rond Schiphol is be perkt, voor sommige bedrijven is het A. Berkhout (links) en C.A. Broeksma van de Kamer van Koophandel: "De hand tussen de binnenstad en het Stationsplein met worden aange haald". (foto Jan Holvast! misschien niet eens zo aantrekkelijk om in de dure eerste zone te zitten" De provincie en de Kamer van Koop handel zijn intussen een onderzoek ge start om te bekijken wat de effecten zijn van de luchthaven op de vestiging van bedrijven in de Randstad. Bekeken wordt welk type bedrijven zich in deze regio vestigt en in hoeverre die bedrij ven zijn aangewezen op de luchthaven. De gemeenten in deze regio hebben al te kennen gegeven deel te willen nemen aan het onderzoek. "Zo'n onderzoek is hard nodig", vindt Berkhout, "Schiphol behoort tot de grootste luchthavens van Europa. De kracht van het vliegveld is gelegen in de vele variaties van bedrij- ;n er om heen. Schiphol is nu actueel" In het onderzoek zal het effect van Schiphol bekeken worden in samen hang met de Rotterdamse haven. Broeksma: "Dit aspect zal waarschijn lijk ook aan de orde komen in de vierde nota ruimtelijke ordening, het 'seaport- airport' concept. De functie van de Randstad als distributie-knooppunt van West-Europa zal nader uitgewerkt wor-. den. De regio Rijnland kan profiteren van die ontwikkeling". Pleidooi Voorwaarde daarbij is wel dat er vol doende bedrijfsterrein beschikbaar is in de regio. Al eerder hield de Kamer van Koophandel een pleidooi om de Oost- vlietpolder (gedeeltelijk) voor de huis vesting van bedrijven te reserveren. De polder ten zuiden van Leiden zou de laatste mogelijkheid zijn om voldoende bedrijfsterrein binnen de gemeentegren zen te creëren. De Leidse gemeenteraad legde het standpunt van de Kamer naast zich neer en bestemde de Oostvlietpol- der voor recreatie. De Kamer van Koophandel blijft ech ter van mening dat de Oostvlietpolder tevens een economische bestemming krijgt. Berkhout: "Het zou een stap in de goede richting zijn wanneer de politiek bereid is geen bestemming op het ge beid te leggen. Wij vragen niet om een gebied voor bedrijven met een grootte van 50 of 75 hectare". Berkhout en Broeksma vinden ook dat uitgifte van kantoorruimte niet snel genoeg gaat. "De ontwikkeling van de kantoren op het Schuttersveld stag neert. Er zit weinig voortgang in de bouw van kantoren. Aan de ander kant moeten andere ontwikkelingen met de aanwas van kantoorruimte samen gaan. Bijvoorbeeld: "Het is zinloos om nieuwe kantoren te bouwen zonder te zorgen voor voldoende parkeerruimte". Ook de andere verkeersproblemen rond het station behoeven volgens de Kamer van Koophandel een oplossing. Broeksma: "De grootste verkeersproble men van Leiden liggen rond het slation. Wanneer de secundaire weg 4, die aan sluit op de Plesmanlaan gereed is, wordt de verkeersstroom langs het station nog groter. Er moeten ingrijpende maatrege len genomen worden". Berkhout vult aan: "Het is essentieel om de verkeers stromen te scheiden, bijvoorbeeld door ondertunnelling. Dan kan er een goede doorstroming ontstaan". De gemeentelijk ambtelijk apparaat is overigens al bezig om plannen voor een tunnel voor het autoverkeer onder het Stationsplein te ontwikkelen. Die onder grondse doorgang zou op het Stations plein voorbij de Plesmanrotonde begin nen en pas op de Schipholweg eindigen. Verkeer dat af wil slaan om de Rijnsbur- gerweg of het Schuttersveld op te gaan, komt bij het kruispunt weer boven de grond. Met dit plan is een bedrag van ongeveer dertig miljoen gemoeid. Behal ve het bijeenbrengen van de financien is een probleem hoe de beschikbare ruim te boven de grond wordt verdeeld. De NZH claimt meer ruimte voor bussen, gemeente en Nederlandse Spoorwegen willen juist het grootste gedeelte van de ruimte benutten voor de voetgangers. De ondertunneling zal zeker een lange periode van bouwactiviteiten tot gevolg hebben. Berkhout vindt dat geen pro bleem: "Om de verkeersproblemen op te lossen moet een stuk overlast op de koop worden toegenomen. Zie het maar als een investering. Ik denk dat het sta tionsgebied dat waard is". Veel vraag naar alternatieve vestigingsplaatsen 'Veel ambachtelijke bedrijven heb ben de Leidse binnenstad verlaten' was de alarmerende conclusie van een rapport dat het RIGO (Research Instituut Gebouwde Omgeving) enke le jaren geleden uitbracht. Het RIGO stelde vast dat het aantal ambachte lijke bedrijven in de jaren zeventig met zo'n 40 procent was afgenomen. Sindsdien heeft het kleinschalige be drijfsleven zich hersteld, is de conclu sie van het hoofd van de directie eco nomische zaken van de gemeente, Amptmeijer. De stadsvernieuwing heeft volgens hem een nieuwe dimen sie gekregen, de economische stads vernieuwing luidt het herstel van de bedrijvigheid in de binnenstad in. De ondernemer krijgt de laatste ja ren steeds meer aandacht van de ge meente, zegt Amptmeijer: "Kijk bij voorbeeld eens naar de bestemmings plannen. De laatste plannen zijn voor het bedrijfsleven veel flexibeler. Aller lei bepalingen wat wel en niet mag, zijn minder gedetailleerd opgesteld". Hij wijst er ook op dat het belang dat de gemeente aan het bedrijfsleven hecht, tot uiting is gekomen in de groei van de directie economische zaken waar nu ondermeer een speciale man voor de bedrijfscontacten zetelt. Bedrijven die in de binnenstad in de knel zijn komen te zitten, vinden steeds vaker een open oor bij de gemeente, voor hen is zelfs een speciale werkgroep 'herhuisves ting niet-gemeentelijke instellingen' in het leven geroepen. Daarbij moet wor den gesteld dat verplaatsing van be drijven uit de binnenstad ook in het be lang van de gemeente is wanneer het gaat om ondernemingen die overlast veroorzaken. Bedrijfshal Voor deze laatste categorie onderne mingen zijn in de afgelopen jaren in hoog tempo een aantal alternatieve vestigingsmogelijkheden geschapen. Leiden kent inmiddels twee bedrijfs verzamelgebouwen: Olga en Mostert. Deze functioneren behalve als broed plaats voor beginnende ondernemers ook als uitwijkmogelijkheid voor bin- nenstadsbedrijven. Het bedrijvencen trum aan de Stadspolderweg mag dan wel geen verzamelgebouw heten maar heeft dezelfde functie. Amptmeijer wijst er op dat de gemeente momenteel ook druk bezig is met de ontwikkeling van het voormalige PTT-gebouw aan het Ir. Driessenplein. Ook dat wordt vermoedelijk door een semi-ambachte- lijk bedrijf in gebruik worden geno- De gemeente heeft de plannen van makelaar Wildschut om op non-profit basis een bedrijfshal voor onderne mers uit de binnenstad te bouwen dan ook met open armen ontvangen en alle medewerking aan realisatie ervan ver leend. De hal van Wildschut is bedoeld voor ondernemingen die om wat voor reden dan ook uit de binnenstad moe ten verdwijnen zij het dat milieu-hin derlijke bedrijven worden uitgesloten. De makelaar rekent op lage huurprij zen: "Onder de 100 gulden per vierkan te meter. Maar koop of lease is ook mo gelijk". Wildschut heeft sinds de eerste aankondiging al 15 positieve reacties gehad. De lijst van huurders wordt in overleg met de gemeente opgesteld. Wildschut sluit niet uit dat de onder- nemersmarkt ruimte biedt voor nog een bedrijfsverzamelgebouw, een ver wachting die door economische zaken wordt onderschreven. "Ik denk dat ook bij bedrijven buiten de binnenstad behoefte is aan kleinschalige be drijfsruimte omdat ze om wat voor re den dan ook in de knel komen te zitten. Wanneer die behoefte daadwerkelijk blijkt, zullen we daar wat aan doen. Ruimte is er in Leiden voorlopig nog voldoende", aldus Groenewegen van de directie Economisch Zaken. Kielzog De belangrijkste resultaten van de economische stadsvernieuwing zijn te rug te vinden in de animo van grote bedrijven te investeren in Leiden. De nieuwbouw van C&A, de plannen voor nieuwbouw van de Hema en de bereid heid van een projectontwikkelaar als Erica b.v. om op grote schaal te bou wen en te verbouwen zijn enkele voor beelden van de economische stadsver- V JS99H Wildschut: "Ik denk dat ook bij be drijven buiten de binnenstad behoefte is aan kleinschalige bedrijfsruimte". (foto Henk Bouwman) nieuwing. Belangrijk element daarin is dat de kleine ondernemer in het kiel zog van dergelijke grootschalige inves teringen wordt meegesleurd en bereid is zijn eigen pandje ook op te knappen. De economische stadsvernieuwing verspreid zich op deze wijze als een inktvlek door de binnenstad. Evenals het RIGO vier jaar geleden constateerde, verdwijnen er nog steeds bedrijven uit de binnenstad. Vooral milieu-gevoelige ondernemingen of bedrijven die veel opslagruimte nodig hebben, vertrekken naar elders. Zij het dat dit elders door de arbeid van de ge meente (Groenewegen: "De gemeente neemt met de ene en geeft met de an dere hand") vaak binnen de stadsgren zen ligt en de werkgelegenheid voorj Leiden behouden blijft. Wonen en werken in de binnenstad blijft echter een belangrijke doelstelling van het ge meentelijk beleid ook al gaat dit niet voor alle bedrijvigheid op. GERT VISSER Vroegtijdige bestrijding stress in bedrijfsleven Terwijl nagenoeg alle taboes in onze samenleving zijn doorbroken, hangt nog steeds een hardnekkig stilzwij gen rond het verschijnsel overspan nenheid. Overwerkte personeelsleden van bedrijven ontvangen de eerste tijd geen enkele steun of begeleiding en belanden vaak na een langdurige crisisperiode in de geestelijke gezond heidszorg. Twee Alphense psychotherapeuten hebben hierop ingespeeld. Volgens psychiater Th.K. de Graaf (45) en kli nisch psycholoog B.J. Steinberg (40) is hun adviesbureau voor signalering en behandeling van stress-reacties een unicum in ons land. Over de landsgren zen bestaan dergelijke advies bureaus al langer en op grote schaal. Ze worden ingeschakeld door bedrijven, die baat hebben bij voorspoedig herstel van overspannen werknemers. "In onze zelfstandige praktijken wor den we bijzonder vaak geconfronteerd met patiënten, die lijden onder stress verschijnselen van hun werk. En er zijn er heel wat die vastlopen in hun baan. We hebben genoeg van het steeds weer brandjes blussen", vertelt De Graaf. Samen met Steilberg' heeft hij vroeger in een kliniek gewerkt. Het adviesbureautje is de vrucht van de toevallige hernieuwde kennismaking in Alphen. Isolement De Graaf: "De mensen komen na maanden bij ons terecht via de huisarts of het Riagg. We willen graag in een eerder stadium ingrijpen zodat die per sonen weer snel en goed voorbereid in hun normale doen kunnen komen. Te rug aan het werk is het beste bij over spannenheid. De term overwerkt doet ten onrechte vermoeden dat een lange tijd van rust heilzaam werkt. De cliën ten komen dan in een isolement". Voor de hulp van het team moet wel worden betaald; de cliënten hebben geen doorverwijzing op medisch ad vies en daarom springt het ziekenfonds of de verzekering niet bij. De doel groep bestaat uit werknemers in sleu- j telposities by kleinere bedrijven. Grote s als multinationals hebben ei De psychotherapeuten Steilberg (links) en De Graaf gaan de markt op met hun vroegtijdige stressbestrijding: "Overspannenheid geldt nog steeds als een smet op iemands arbeidsverleden". (foto Nanno Bioupoti gen psychologische diensten. De bege leiding van personeelsleden die over spannen dreigen te raken of daardoor reeds zijn vastgelopen, is overigens af trekbaar voor de belasting. Steiberg: "De grote winst voor de be drijven is dat hun zieke werknemers veel eerder zijn hersteld. Wanneer ie mand in een belangrijke positie weg valt, dan is dat niet alleen erg voor die persoon, maar ook voor de onderne ming. Zijn superieuren schamen zich vaak voor het opgelegde zware taken pakket en bezoeken de patiënt niet uit angst voor beschuldigingen. De werk nemer voelt zich uitgerangeerd. Over spannenheid geldt nog steeds als een smet op iemands arbeidsverleden". Begeleiding De werkwijze van het Alphense ad viesbureau is als volgt: een werkgever roept de hulp in en dan wordt samen met hem en het betreffende perso neelslid een begeleidingsplan opge steld. De therapie wordt alleen gege ven met toestemming van de werkne mer. De zogeheten systeemgerichte be handeling bestaat uit gesprekken bij de werknemer thuis, op het bedrijf of in de praktijk van de therapeuten. Al les gaat in nauw overleg met de be drijfsarts. De behandeling duurt door gaans drie maanden, met maximum van een jaar. In die gevallen wordt doorverwezen naar de geestelijke ge zondheidszorg. Steilberg zegt dat het nieuwe bureau niet is te vergelijke met de gangbare organisatie-adviesbureaus: "Wij kijken heel anders door de problemen heen. We nemen de hele woon- en werkom geving van de cliënt onder de loep en wanneer de oorzaak van de spannin gen geen projectie is en in het bedrijf blijkt te liggen, dan kunnen we een be roep doen op andere adviesbureaus. Dat wordt dan een wisselwerking". MARK VAN DIJK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 31