Z$EERDAG 7 MAART 1987 ®E5EBgra. PAGINA 21 Een trend die vorig jaar al opgang maakte, lijkt zich dit voorjaar uitbundig te gaan nestelen in het modebeeld: de jaren vijftig. De pot Brylcreem mag dan vervangen zijn door een vetloze haargelei, de petticoat is weer 'in' en hetzelfde geldt voor ouderwetse sleeën, rock roll, trouwplannen (inclusief voorafgaande verloving), stropdassen en kokerrokken. Jongeren kunnen er niet genoeg van krijgen. Maar is hun kijk op die periode niet een tikje te romantisch? Gerard van Putten, in feite nimmer de jaren vijftig ontgroeid, blikt terug op die periode waarin Nederland herrees. door Gerard van Putten Wat zou zovele mannen er toch toe bewegen om vrijwillig de ademha ling te bemoeilijken door de nek af te knellen met een stropdas? Een andere vraag: hebt u zich wel eens afgevraagd waarom sommige vrou wen zichzelf bewegingsbeperkin gen opleggen door in een kokerrok te stappen? En wat te denken van die meisjes die zich de grootste moeite moeten getroos ten om op een stoel te gaan zitten, omdat ze nu eenmaal hebben besloten ter gele genheid van het avohdje-uit een jurk aan te trekken met de spanwijdte van een lampekap? Het antwoord laat zich kort en bondig omschrijven met een woord van vier let ters: mode. En die schrijft naar de opvat tingen van bijvoorbeeld de Parijse cou turier Pierre Cardin dwingend voor dat de petticoat elke elegante damesstap met geruis dient te begeleiden. Hij speelt daarmee in op de behoefte die kennelijk vooral onder jongeren leeft om van het jaar 1987 een replica van 1957 te maken. Ook de Amerikaanse cineast Frank Coppola beïnvloedt met zijn sui kerzoete rolprent Peggy Sue got married. de hang naar de jaren vijftig die thans zo trendy is. Het beeld dat Coppola in zijn film oproept, kleurt de kijk op een maat schappij die met name de in een 'no non- sense-tijdperk' opgegroeide yuppies, dinky's (double income, no kids), dis co's, kakkers en andere trendgevoelige dragers van inkeurige modieuze kleding onwezenlijk en tegelijkertijd zo roman tisch voorkomen. Voorzover dat al niet was gebeurd, laat menigeen zich in de bioscopen bekeren tot de leefstijl van een periode waarin Doris Day en Elvis Presley de aanbeden en ongrijpbare hoofdfiguren waren in jongens- en meis jesdromen. Wasplank Wie vandaag de dag in staat blijkt op de dansvloer een 'quick step' uit te voe ren, wordt niet langer versleten voor een „uitsloverige huppelende wasplank" die in de voltooid verleden tijd leeft. Hij en zij dwingen nu evenveel respect af als vroeger hun ouders bij Albert van Lin- gen („het vulgende paer veur de quick step, please"). Zelfs in disco's wordt de enigszins monotone lichaamskronkel als bodycultuur geregeld afgetikt door de ouderwetse stijldans. Op dansscho len maken jongens weer diepe buigin gen voor de meisjes die ze'ten dans vra gen, waar een dergelijk gebaar van hof felijkheid recentelijk uitsluitend door een „slijmbal" kon worden gemaakt. De dansscholen zelf floreren weer als in de jaren vijftig. En dat terwijl de tijd nog maar kort achter ons ligt dat ze een be klagenswaardig bestaan leidden. Een béétje modebewuste kapper heeft zich intussen de snijtechniek eigen ge maakt, volgens welke de kippekont op het achterhoofd kan ontstaan. De fabri kanten van haarcrèmes durven weer met potjes vet en flessen brillantine op de markt te verschijnen. Dergelijke pro- dukten vinden vooral aftrek bij de per fectionistisch ingestelde rockers nieuwe stijl, die gelijk de nozems van toen in de mening verkeren dat een vetkuif pas een vetkuif is als die is gedraaid met behulp van een fluim van die kleverige witte substantie. Kortom, het lange sluikhaar is thans voorgoed tot de mode van een verdwaal de welzijnswerker verklaard. Het losge knoopte boordje dreigt uit te raken, zo als de kreet 'uit' al lang niet meer in is. Natuurlijk zijn er nog van die eigenwijze stoethaspels die het eenvoudig vertik ken om staande voor de spiegel een Amerikaanse knoop in de das te strik ken. Maar het moment lijkt aanslaande dat de verklaarde dassenhater in het ver volg ofwel wordt nagewezen als de ver zuurde provo die maar niet in staat blijkt af te kicken van de woelige jaren zestig, ofwel meewarig wordt bekeken als de exibitionist die zo nodig wil showen met z'n anderhalve borsthaar. Herzien De vraag is natuurlijk of de disco's van vandaag net zo leven als de teenagers van de jaren vijftig. Die vraag moet ont kennend worden beantwoord, het gaat slechts om uiterlijk vertoon. Al vervoer je je met een solex of een 1 op 2 lopend slagschip van Amerikaanse snit, dat be tekent nog niet dat dan het leven van het verleden in het heden wordt geleefd. Dat zou trouwens niet kunnen, want de ge dragsregels en normen die de menselij ke omgang bepalen zijn drastisch her zien sinds de tijd dat Amy Groskamp- ten Have een en ander in haar boek 'Hoe hoort het eigenlijk' als het enige juiste voorlegde aan het Nederlandse volk. De sociale controle werd destijds uitge voerd met een nauwgezetheid alsof die bij wet was geregeld. De seksuele mo raal verkeerde in de beslotenheid van het tochtende portiek. Verkering (zo heette dat) mocht, maar dan bij voor keur als het geflirt" tussen meissie en vrijer zich ingetogen voltrok onder ou derlijk toezicht. In de tijd waaraan Jules Deelder stof voor urenlang geleuter ontleende, lieten talloze weekends zich regeren door het ouderlijk gezag dat verplicht meeëten gebood en uren ganzeborden aan de pro minent in het midden van de huiskamer geplaatste tafel. Als de geliefden van die tijd zich al eens aan de huiselijke gezel ligheid mochten onttrekken, moest het avondje-uit wel om uiterlijk elf uur zijn beëindigd. Aan de ouderlijke bezorgd heid die soms in hinderlijke bemoei zucht ontaardde, kwarrt zelfs op de „gro te dag" geen einde. Want ook de ambte naar van de burgerlijke stand kon de paartjes, die toe waren aan het laatste Bill Haley and his Comets: zedenverwilderende invloed. (foto Kippa» geheim van gemaakt. En als men geen ruchtbaarheid wilde geven aan gedane zaken die eigenlijk niet konden, dan was er altijd nog de doofpot. Moppentapper Max Tailleur trad in die dagen trouwens avond aan avond op in 'De Doofpot'. Maar lang niet iedereen was in de gelegenheid naar Amsterdam af te reizen teneinde te kunnen lachen om de 'witzen' over Moos en Bram. In hoofdzaak verschafte de radio of -distri butie het gewenste amusement, dat zich uitsluitend in gewijde stilte liet beluiste ren. Wie het als kind waagde te zeuren en te dreinen ten tijde van de Bonte Dinsdagavondtrein, de Familie Door snee, Dorus met meneer Cor Steijn of het voetbalverslag van Leo Pagano, kon een fikse uitbranderverwachten. Zo doende kon het gebeuren dat op een ge geven moment heel Nederland te pas en te onpas „niet op reageren, Lena" blaat te, omdat Wim Sonneveld dat in zijn creatie van Willem Parel eens voor de microfoon had geroepen. Grootste stuk Moeders wil was wet in die dagen, al was de emancipatie nog niet zover door gevoerd om pa ervan te weerhouden het grootste stuk vlees voor zich op te eisen, omdat die toevallig 85 gulden schoon per week inbracht.,De maatschappelijke welstand liet zich aflezen aan de kwali teit van de zondagse kleren, die moesten worden aangetrokken na de wekelijkse wasbeurt. De rest van de week kwam het er minder op aan kleding voor het mooie te dragen, de volgens de radioles- sen van Ida de Leeuw-Van Rees („Met naald en schaar") vermaakte rok of broek van de oudere zuster of broer wa ren dan al mooi genoeg. Tegen degene die als eerste in de straat een televisietoestel in huis had, werd met gemengde gevoelens aangeke ken. In het kneuterige, bekrompen den ken van die tijd paste de al snel gemaak te conclusie: „Zullen ze wel op de lat hebben gekocht". Kinderen hielden er uit eigenbelang andere opvattingen op na: desnoods lieten ze zich een hele woensdagmiddag de schenen beurs schoppen door dat verwende joch van wie de ouders toevallig in het bezit wa ren van een kijkkast. Wie Tante Hannie, Dappere Dodo en Coco en de Vliegende Knorrepot in zwart-wit wilde zien, moest pijn lijden. De dag erop kreeg dat zelfde verwende joch dan wel de afreke ning. Geld lenen en op de pof kopen was bij na een schande. Zoals van een huwbaar meisje werd verwacht dat ze haar uitzet bij elkaar spaarde, zo diende men vol gens de gedragsregels van toen ook krom te liggen voor een huishoudelijk apparaat. En dat was dan in de regel geen koelkast, want die gold als overbo dige luxe. Er waren immers genoeg weckpotten voorhanden om groente in te bewaren. En melk drinken op een broeierige zondag kon, als er maar een natte dweil om de fles werd gebonden. Logica De jaren vijftig kenden een rechtlijni ge logica die in het huidige tijdsgewricht volstrekt onlogisch lijkt. De man van het wekelijkse boekenpraatje voor de radio, dr. P.J. Ritter junior, was en bleef junior, ook al was hij op zekër ogenblik 85 jaar. Maar los daarvan: meer dan nu werd er geoordeeld en veroordeeld, zonder de portee van de zaak te kennen. De ouders hout) uit het hoofd leerden^stond in me nige slaapkamer de door de ouders afge dankte radio afgestemd op Radio Lu xemburg. Dat was hèt station waar de Amerikaan se hits werden gedraaid die enkele maanden later pas bij Pete Felleman op Hilversum konden worden beluisterd. Wie wilde bijblijven, wie maar enigszins serieus wenste te worden genomen, die luisterde naar Radio Luxemburg. Hoe sjiek en interessant stond het immers niet om te kunnen zeggen dat de nieuw ste van Cannonball Adderley zo jazzy achtig de pan uit swingde en dat Fabian, Paul Anka, The Everly Brothers, Tab Hunter, Frank Avalon en Pat Boone als rock-and-rollzangers minimaal dezelfde kwaliteiten hadden als Presley. Kauwgum De nozemcultuur belijden kon alleen als de kiezen onophoudelijk kauwden op een plak kauwgum van het merk 'Monty'. De plaatjes van de aanbeden helden en heldinnen werden gratis in de verpakking erbij geleverd. En al had je dan zelf de oorlog niet meegemaakt, het was toch een (zij het wat verlate) verzets daad om de mof die de weg vroeg de ver keerde kant op te sturen en op het strand de kuil dicht te gooien van die andere mof die het had gewaagd het bordje 'Morgen komm icfr wieder' te plaatsen bij het resultaat van zijn noeste graafwerk. De jaren vijftig, dat was de periode waarin mr. G.B.J. Hiltermann nog een man van gezag was. Zoals ook Max Tak in New York, Albert Milhado met z'n ge sproken brief uit Londen en niet te ver geten Voskuil. De jaren vijftig waren bo vendien het tijdperk waarin Paulus de Boskabouter kleuters naar bed praatte, Benny Vreden een ieder en ook Barend Bluf wilde doen geloven dat de politie je beste kameraad was en mevrouw Lott- gering-Hildebrand onze andijvie voor kookte via de radiomicrofoon. De jaren vijftig, dat was het tijdperk waarin Suurhoff de aow ontwierp die naderhand bij voortduring is toege schreven aan Drees. Het tijdperk van de Koude Oorlog en de Bestedingsbeper king, het tijdperk waarin Drees en Rom- me elkaar altijd wel weer vonden in een of ander compromis en het tijdperk waarin Paul Vlaanderen niettegenstaan de zijn beperkte gezichtsvermogen („Ik zie je heel vaag, Ina") ontelbare misda den oploste. In die tijd wisten we nog niet af van het bestaan van de broer van Luns, ter wijl een discutabel verleden in die perio de geenszins een beletsel vormde voor diegene die zich geroepen voelde tot het ambt van minister-president. Vrijer Hoezeer bepaalde jongeren van tegen woordig zich voelen aangetrokken tot de omgangsvormen van die tijd, het zou ze moeite kosten <wn werkelijk volgens de leefregels van de jaren vijftig te leven. Eenvoudig omdat ze volgens andere en vrijere opvoednormen zijn opgegroeid. Omdat ze ook gewend zijn aan een luxe- re luxe dan die van de jaren vyftig. Naar verluidt stelt een zekere ontwerper nu pogingen in het werk om de drollenvan ger weer in de mode te brengen. Als dat zo is, wordt het hoog tyd de jaren vyftig voorgoed tot verleden tijd te verklaren. Want wie gaat er nu uit eigen wil voor gek bij lopen? stadium van de omgangsregeling 'ver liefd, verloofd, getrouwd', daarvan niet verlossen. Als gevolg van de woning nood moesten tallozen hun huwelijksle ven beginnen in de gebonden vrijheid van jarenlange inwoning. Het dagelijkse bestaan van de jaren vijftig liet zich voornamelijk doorleven in de huisje-boompje-beestje sfeer, waarop geen 'agoog' ook maar enige in vloed kon uitoefenen. Wat goed was voor het gezin, dat werd in de huiselijke kring wel bepaald. Met uitzondering van de dominee en pastoor hoefde geen vreemde snoeshaan dat te komen vertel len. Weekgeld Over de politieke voorkeur spraken de Nederlanders zich dertig jaar geleden zelden uit, dat ging niemand iets aan. Trouwens, ook over de hoogte van het toen weekgeld geheten salaris werd niet gesproken. Het menselijk verkeer ver liep in die dagen in een verdraagzaam heid die in menig opzicht thans als on verdraagzaam zou worden ervaren, al was het ook weer zo dat buren toen nog van eikaars bestaan op de hoogte waren en elkaar in geval van nood te hulp schoten. Maar met het zoontje van die vent die in verkiezingstijd zijn raam be plakte met een affiche van de CPN mocht na de inval van de Russen in Hon garije in geen geval worden gespeeld. Wee je gebeente, als je je ook inliet met die knul van die NSB'er om de hoek. En wat ook te denken van de christelijke buren die liever naar de kilometers ver derop z'n nering hebbende kruidenier wandelden dan naar de tegenover hen wonende grutter die van katholieke hui- Geloof en politiek bakenden haar scherp het doen en het denken af. Tus sen wat kon en wat niet kon. Als niet- gelovige lid worden van de katholieke sportclub kon niet, en daar werd door het bestuur van die vereniging ook geen Kathleen Turner als bakvis in 'Peg gy Sue got mar ried'. Yuppies, dinky's en disco's zijn dol op dit soort uitmonste ringen. De omme keer van een leef stijl? Advertentie uit de jaren vijftig. Voorjaarsmode 1987: petticoatge ruis. die bijvoorbeeld het „ongeluk" hadden een zoon of dochter te hebben die zich uitdosten als Elvis Presley en Brigitte Bardot, werden bij herhaling beklaagd. Nozems werden die „opgeschoten jon gelui" genoemd. Ze moesten wel voor galg en rad opgroeien. Althans, zo heette het in de mond van de degene die trouw het burgerfatsoen beleed. De rock-and- roll die door Bill Haley and his Comets rond 1955 werd geëxporteerd naar Ne derland, had volgens zekere opvoedkun digen een zedenverwilderende invloed op de opgroeiende bakvissen die zich al gauw 'teenager' of 'tiener' lieten noe men. Er waren zelfs onderwijzers die met de stelligheid waarmee toentertijd onderwijs placht te worden gegeven hun leerlingen voorhielden dat rock-and-roll een gekte was en dat Presley en Little Richard rijp waren voor het krankzinni gengesticht. Ondertussen was dat vele nozems en degenen die daarvoor wilden doorgaan een zorg. Waar hun ouders op Hilversum I en II de hits van Johnny Jordaan, Tan te Leen, Max van Praag, Eddy Christia- ni, Annie de Reuver en de latere toto baas Fred Stairwood (Frits van Turen-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 21