OEKEN Prentenboeken aantrekkelijk voor iedereen Vlaamse letterkunde van niveau 'Colometa' stelt tevreden DE KEER Arps beeldende poëzie Het moderne leven LITERATUUR ZATERDAG 28 FEBRUARI 1987 PAGINA 31 "Het schijnt dat maar weinig men sen buiten Catalonie weten wie de ze onzichtbare vrouw was, die in prachtig Catalaans zulke mooie en indringende romans schreef zoals er in de huidige literatuur niet veel zijn". Aan het woord is Gabriel Garcia Mórquez; de vrouw over wie hij het heeft, heet Mercé Rodo- reda. Mercé Rodoreda, het is een naam die je zou kunnen tegenkomen in het werk van Mórquez. Wie heeft er ooit van haar gehoord? Ze lijkt één van die schrijvers te zijn die ten on rechte worden vergeten. Ten onrechte ja, want wie haar roman 'Colometa' - onlangs in ver taling bij de Bezige Bij verschenen - leest, begrijpt wat Mórquez be doelt als hij schrijft: "Ik las het boek indertijd in het Spaans en mijn verbazing was alleen maar te vergelijken met die welke de eerste lezing van Juan Rulfo's Pedro Pa ramo in mij had opgeroepen, of schoon beide boeken niet meer ge meen hebben dan het transparante van hun schoonheid". Colometa, de hoofdpersoon van deze Catalaanse roman, is een meisje uit Barcelona, die tijdens een feest op de Placa del Diamant kennis maakt met Quimet, die haar overigens Colometa doopt, want ze heet in werkelijkheid Natèlia. Ze trouwen, want Colometa heeft gehoord dat je er goed aan doet om jong te trouwen. "Je hebt een man nodig en een dak boven je hoofd". Het lijkt een normaal hu welijk te worden. Natuurlijk, Qui met is niet altijd de makkelijkste, neem zijn passie voor duiven, maar verder zijn er niet zoveel schaduw zijden. De oorlog zal pas werkelijk roet in het eten gooien. Jaren dertig: Quimet moet als soldaat van het Volksfront ten strijde trekken te gen de fascisten die de macht in Spanje willen veroveren. Voor Colometa wordt het steeds moeilijker om haar hoofd boven water te houden. Als Quimet sneu velt, lijkt de nacht definitief te zijn aangebroken. Hoe moeten zij en haar twee kinderen het redden? Ze overweegt zelfmoord te plegen, sa men met haar kinderen. Maar ge lukkig... Mórquez heeft het over transpa rante schoonheid. Je zou ook kun nen zeggen dat Rodoreda vlinder achtig schrijft. Lang niet alles wordt direct gezegd, ze suggereert veel, met als gevolg dat de lezer nog beter beseft hoe ernstig de si tuatie precies is. "En terwijl hij zo zat te praten, peuterde hij met zijn nagel in de naad van de tafel en wipte de broodkruimeltjes eruit die erin za ten, en ik verwonderde me erover dat hij iets deed wat ik ook af en toe deed maar wat hij me nooit had zien doen". Het lijkt een nietszeg gend fragment, maar ondertussen tovert Rodoreda een wereld te voorschijn die maar door één ding wordt bepaald: honger. 'Colometa' is een roman over een sombere tijd, de lezer wordt onder gedompeld in een poel van ellende. toch voel je je na lezing niet gedes illusioneerd. Integendeel zelfs: te vreden, is het laatste woord van het boek en ook de lezer is op dat mo ment tevreden. Waarom? Ik denk dat het boek opbeurend is omdat Rodoreda erin slaagt om een naie- ve volksvrouw te beschrijven die koste wat het kost overeind wil blijven staan. Rodoreda heeft over zichzelf ge zegd: "Misschien is de belangrijk ste van al mijn eigenschappen een soort van onschuld die het mij mo gelijk maakt me in de wereld waar in ik moet leven, goed te voelen". Haar hoofdpersoon is ook zo ie mand. En helaas zijn er te weinig van dit soort mensen op aarde. WIM BRANDS Vormen prentenboeken louter ple zierig, pretentieloos kijk/leesver- maak, of is er nog een 'hoger doel' mee gediend? Jazeker: een goed prentenboek kan jonge kinderen beter leren waarnemen, ontwikkelt het taalgevoel, stimuleert de fanta sie enz. Maar ook ouderen hoeven zich niet te groot te voelen om eens een prentenboek door te bladeren, want veel uitgaven zijn een lust voor het oog en richten zich op een breed lezerspubliek. Allereerst een aantal prenten boeken dat vooral voor peuters en kleuters is bestemd. Een van de meest fraaie uitgaven van de afge lopen tijd is 'Monkie' van Dieter Schubert. Een prentenboek zonder tekst, met alleen tekeningen. Nu is die tekst ook niet nodig, want de illustraties vertellen glashelder wat er aan de hand is. Een jongetje raakt zijn knuffelbeest, een aapje, kwijt. Na veel omzwervingen komt het beestje in handen van een pop pendokter die het verfomfaaide aapje opknapt en in z'n etalage zet. Op een dag komt het kind langs Een simpel, maar prachtig gete kend verhaal dat iedereen beslist keer op keer zal willen bekijken. Met dit boek valt veel te doen: zelf vertellen, er een en ander bij fanta seren, het kind laten vertellen. De tekeningen zijn ruim opgezet, kleurig en vol details maar heel overzichtelijk. En Schubert tekent allerinnemendst: let eens op de manier waarop hij de muisjes te kent die het speelgoedbeestje in hun hol slepen! Vorig jaar won Max Velthuijs een Gouden Penseel met 'Klein Mannetje vindt het geluk'. Het re cent verschenen 'Klein Mannetje helpt een vriend' is gemaakt vol gens dezelfde opzet. Afgekaderde tekeningen (schilderijtjes) met dui delijke vormen en heldere kleuren. Een verhaal dat positieve gedach ten wil meegeven: 'vrienden laatje niet in de steek' en 'ook met kleine dingen kun je best tevreden zijn'. Velthuijs verweeft dit positieve denken in een verhaal over Kikker die een fles vindt met een roep om hulp. Samen met Klein Mannetje, eend en de familie Konijn gaan ze op zoek naar de afzender van de boodschap. Dit 'Klein Mannetje'-boek is niet zo'n juweeltje als het vorige. Het is minder mooi rond geschreven, niet alle onderdelen passen naadloos op elkaar (waar komt die fles op eens vandaan bijvoorbeeld?). On danks deze aanmerkingen een van de betere prentenboeken: mooi, goed en verzorgd. De illustrator Janosch heeft grote produktie, waarin lang niet alles even geslaagd is. Maar zijn 'Ik maak je weer beter', een nieuw ver haal rond Beer en Tijger, vormt toch wel een uitschieter. Tijger is ziek - er zit een streepje bij hem scheef! - en Beer slooft zich uit om het hem naar de zin te ma ken. Een verhaal vol warmte en sfeer met als ingrediënten: roman tiek, sentiment, humor en de rots vaste overtuiging dat vriendschap alles overwint. Een optimistische, troostrijke vertelling met prachtige tekeningen, zoals de kikker die op elke illustratie terugkeert en zijn eigen verhaal speelt. De tekst is eenvoudig en kan zo worden voor gelezen. 'Ook draken moeten slapen' van Jeanne Willis en Susan Varley is een prentenboek dat op humoristi sche wijze 'bang zijn in het donker' bespreekbaar en hanteerbaar maakt. De tekeningen met een ver tederend draakje in de hoofdrol zijn heel aansprekend. Helaas wordt de tekst ontsierd door het kunstmatige en gezochte rijm. Voor ouderen Ook voor oudere kinderen en volwassenen is er veel moois op de Illustratie Lisbeth Zwerger uit Roodkapje. markt. Zoals 'Geel en Roze van Wil liam Steig, iets voor fijnproevers. Twee houten poppen, Geel en Ro ze, liggen te zonnen op een krant. Geel vraagt zich af hoe hij is ont staan. Volgens Roze zijn ze beide gemaakt, maar dat gelooft Geel niet. "We zijn door toeval ont staan", beweert hij. En vervolgens houdt hij een ingewikkeld verhaal om zijn theorie te bewijzen. 'Geel en Roze' is een prenten boek met een heel aparte sfeer. De opbouw van het verhaal, de teke ningen, de gesprekken tussen Geel en Roze: alles is verfijnd vol subti liteiten en absurditeiten. Een com pliment aan Bob den Uyl voor zijn voortreffelijke vertaling. Ik las er gens dat dit boekje doet denken aan de conversatie van twee heren in het tv-programma Herenleed. Geen gekke vergelijking. 'De reuzenpanda' van Jin Xugi is een van de betere boeken uit de in formatieve reeks dierenboeken van Meulenhoff. 'De reuzenpanda' geeft in woord en beeld duidelijke informatie over dit vertederende, vreedzame dier. Heel helder en pakkend verteld, met prachtige fo to's. Onbegrijpelijk alleen dat het onderschrift bij de foto's op blad zijde 26 en 27 gedrukt staat op de pagina's daarvoor. 'De reuzenpan da' kan vanaf 5 jaar worden voor gelezen en vanaf 8 jaar zelf worden gelezen. Illustrator Tony Ross heeft een hoge produktie van constant hoge kwaliteit. 'Susan en de Kwelgeest' is een van zijn nieuwste prenten boeken, een prachtverhaal met de (licht verteerbare) moraal: je eigen moeilijkheden vallen reuze mee als je die van anderen kent. Een bood schap die lichtvoetig en speels wordt uitgewerkt. 't Verhaal begint met een kwel geest wiens taak het is moeilijkhe den bij de mensen te bezorgen. Op een nacht komt hij terecht bij het meisje Susan, die hem huilend be kent dat ze 't "vreselijk moeilijk" heeft. Onder de indruk verzamelt de Kwelgeest razendsnel de moei lijkheden van andere mensen, gooit ze op een hoop en laat Susan kiezen. U raadt het al: ze kiest uit eindelijk voor haar eigen proble men, want wat anderen allemaal moeten verstouwen.... Zoals gewoonlijk gaat Ross in gegeven en uitwerking uiterst ori gineel te werk. Hij geeft de Moei lijkheden weer als rare gedrochtjes waarbij hij erin slaagt ze zo te teke nen dat hun vorm overeenkomt met het Probleem. Het is moeilijk uit te leggen, je moet het eigenlijk zien. Een prima boek. 'Hallo wij zijn Theo en Thea' is een soort Bescheurboek van Koot en Bie, maar dan voor jonger pu bliek. Een bonte verzameling gein en ongein, waarbij het laatste naar mijn mening overheerst. Ik twijfel er echter niet aan of dit boek warm zal worden onthaald. Veel poep en seks en idiote foto's. Die foto's vond ik nog het leukste, want pret tig gestoord is dit tweetal wel. Menig illustrator vergrijpt zich bij tijd en wijle aan sprookjes. In de meeste gevallen is het resultaat teleurstellend, omdat het voortbor duurt op wat anderen allang heb ben bedacht. Maar soms klinkt nog wel eens een origineel geluid door. Zoals Lisbeth Zwerger met haar il lustraties bij Grimm's Roodkapje. Haar tekenpen geven de afgeklo ven (sorry) verhalen weer wat glans. De manier waarop Zwerger de wolf uitbeeldt is heel vermake lijk. Ze tekent zo dat ook ouderen met plezier dit overbekende sprookje zullen lezen. Jammer dat de tekst er wel erg bekaaid vanaf is gekomen. "Een gebeurtenis in de boek drukkunst". Zo kondigt uitgever Ploegsma 'De spiegelsteen' aan, een boek waarin zeven hologram men in de illustraties zijn ver werkt. Hologrammen geven een driedimensionale illusie en sugge reren een dieptewerking. 'De Spie gelsteen' vertelt over een jongetje dat in de spiegel kijkt en plotseling een ander ziet, op een gegeven moment door de spiegel heenstapt en in een soort midde leeuwse wereld belandt. Daar wordt hij door een geheimzinnige geleerde gedwongen een spiegel steen uit zee op te duiken. Een wat mager verhaal met mooie platen, maar helaas maar mooi voor even. Zelfs de indruk die de hologram men maken is tijdelijk. Na één keer lezen leg je het boek weg en pakt het alleen nog maar om iemand te laten zien wat een hologram is. Dat kan toch niet de bedoeling zijn ge weest van deze kostbare uitgave. MARGOT KLOMPMAKER Monkie, Dieter Schubert, uitg. Lem- niscaat; Klein Mannetje helpt een vriend, Max Velthuijs, uitg. De Vier Windstre- Ik maak je weer beter, Janosch, uitg. Casterman: Ook draken moeten slapen. Willis/ Varley, uitg. Lemniscaat; Geel en Roze, William Steig, uitg. Querido; De reuzenpanda, Jin Xugi, uitg. Meu- lenhoff; Susan en de Kwelgeest, Tony Ross en Hiawyn Oram, uitg. Unieboek; Hallo, wij zijn Theo en Thea, uitg» Harmonie; Roodkapje, Lisbeth Zwerger, uitg. Westfriesland; De spiegelsteen, uitg. Ploegsma. De kunstenaar ,Arp (1887-1966) werd geboren te Straatsburg in de Elzas, op de grens van het Franse en het Duitse taalgebied, als zoon van een Duitse vader en een Franse moeder. Hij ontwikkelde een perfecte tweeta ligheid. Hans of Jean Arp - zijn voornaam wisselt al naar gelang het taalgebied - is vooral bekend als beeldend kunstenaar, als maker van beelden, reliëfs, collages, tekeningen, tapisserieën. Zijn karakteristieke abstracte vormen doen denken aan de organische structuur van planten en aan de rondingen van het menselijk lichaam. Ze zijn door hun verfijnd gevoel voor maat harmonisch en klassiek. Arp functioneerde graag in groepsverband. Hij heeft niet alleen liefde vol samengewerkt met zijn vrouw Sophie Taeuber. hij was ook med- oprichter van Dada-Ziirich en Dada-Keulen en nam actief deel aan de surrealistische beweging in Parijs. Met de Rus El Lissitzky schreef hij 'Les ismes de l'art' (1925). Samen met Sophie Taeuber en de uit Leiden afkomstige grondlegger van De Stijl, Theo van Doesburg, maakte hij de beroemde schilderingen in het danslokaal L'Aubette te Straatsburg, die helaas in de Tweede Wereldoorlog zijn verwoest. Zowel Van Doesburg als Hans Arp waren goed bevriend met de Duitse dadaïst Kurt Schwitters. Alle drie waren ze behalve beeldend kunstenaar ook dichter, Arp zowel in het Duits als in het Frans. Schwitters en Arp. die beiden zeer geestig waren en van nonsens hielden, spraken volgens Hans Richter onderling vaak een kunstmatig dialekt van het Duits, dat boven alle conventies verheven was, vol prachtige ritmes, associaties en klanken en daarbij vol nieuwe denkwijzen en sensaties. Vanuit diezelfde mentaliteit zijn ook Arps gedichten tot stand geko men. Arp zei: "Woorden hebben voor mij steeds iets fris, iets geheimzin nigs behouden. Ik ga met ze om als een kind met bouwstenen. Ik betast ze en behandel ze als sculpturen. Ik verleen ze een plastisch volume, dat onafhankelijk is van hun betekenis". Doordat taalelementen in de eerste plaats gebruikt worden als bouwe lementen, waarvan klank en ritme belangrijker zijn dan betekenis, wor den de normale, aan het taalgebruik eigene, betekenisbeperkingen door broken. Een gevolg van deze opzet is dat de gedichten meerzinnig wor den, open, geschikt voor allerlei interpretaties, maar steeds met een rest aan onverklaarbaarheid en met de suggestie van humor die nonsens zo vaak aankleeft. Voor de bouw van 'open' gedichten, die gebaseerd zijn op een, gedeel telijke. schending van taalregels, staan verscheidene procedures ter be schikking. Men kan bv. via toevalstrucjes woorden, zinstukken of zinnen selecteren en ze willekeurig achter elkaar plaatsen. Men kan zich gecon centreerd openstellen voor het onbewuste en spontaan neerschrijven wat er in je opkomt, zonder nadenken of verbetering. Men kan het ingegeve- ne zo onleesbaar opschrijven dat de uiteindelijke tekst meebepaald wordt door de gissingen van de drukker. Allemaal trucjes die Arp heeft toegepast en er zijn er meer. Later maakt Arp gedichten die niet meer berusten op de schending van taalconventies, maar op onmogelijke of onwaarschijnlijke combinaties van realia, zoals in dromen: het principe van de olifant op muggepootjes. Deze 'droomgedichten', die heel beeldend zijn, bevallen me veel beter dan de 'taaischendingen', de teksten met toevallige verbale bouwelemen ten. Als voorbeeld van zo'n droomgedicht citeer ik 'Met een groen li chaam': De stad en alles erin is groen. In de kortst mogelijke tijd worden reizigers die de stad bezoeken er groen. Velen komen uit verre landen toegesneld om groen te worden. Sommigen brengen hun paarden en honden mee opdat ook zij groen zullen worden. Alle bewoners van deze stad enkele uitzonderingen daargelaten zijn grasgroen en benijden de weinigen die al groen zijn als dennebomen. Slechts één bewoner van deze stad wordt niet groen. Wat zou hij er niet voor overhebben om groen te worden! Hij zou zelfs met de dag kleiner en kleiner willen worden als hij maar groen was. Hij lijdt er vreselijk onder en verkeert in een staat van grote irritatie. Uit jaloezie slaat hij weke groene planten kapot. Hij is ontroostbaar omdat hij niet groen is. Met een groen lichaam zo meent hij zou het leven kinderspel zijn. Zo geeft de bundel 'Onze dagelijkse droom' een goed beeld van de verscheidenheid van Arps poëzie. Vanzelfsprekend zijn alleen goed ver taalbare gedichten voor deze bloemlezing gekozen. Veel gedichten, Fran se zowel als Duitse, zijn nl. niet of moeilijk vertaalbaar, omdat ze tezeer gebonden zijn aan het idiomatische materiaal van de taal in kwestie. Want hoezeer het Duits ook verwant is met het Nederlands, een woord speling als 'weisst du schwarzt du' is in het Nederlands niet goed te vertalen. Peter Nijmeijer vertaalde uit het Duits, Laurens Vancrevel (nom-de-plume van Meulenhoffdirecteur Laurens van Krevelen) uit het Frans. De vertalingen zijn prima, al verbeeld ik me dat Peter Nijmeijer zijn neiging tot barok soms niet helemaal heeft kunnen bedwingen. CHRISTIAAN VISSER Nog altijd blijkt een redacteur schap bij het beroemde en beruch te Amsterdamse studentenweek blad Propria Cures een spring plank te kunnen vormen naar een verdere carrière in de literatuur. Ook de literaire loopbaan van Henk Lagerwaard begon bij Pro pria Cures, daarna besprak hij boe ken in NRC/Handelsblad en de laatste maanden verschenen twee romans van zijn hand: Straatge ruchten en Verkeerd applaus. Vlaamse letterkunde - wordt die nog op enig niveau beoefend? "Wie in Vlaanderen buiten de kring van volksvertellers treedt, hetzij met taalexperimenten. probleemro mans of ander werk met smalle doelgroep, bouwt maar hoogst zel den een eigen publiek op", consta teert Wim Zaal als "een Hollander over het zuiden" in zijn merkwaar dige boekje 'Vlak bij Vlaanderen', "De Vlaamse auteur die de kans krijgt in het noorden uit te geven, zal die meestal dus aangrijpen". Wie Zaals interessante beschou wing over de schaarse bekende, maar voornamelijk volstrekt ob scure Vlaamse schrijvers leest, mag vrezen dat de letterkunde van onze zuiderburen maar zelden de grens zal passeren. Enerzijds gaat men in Vlaanderen hartstochtelijk op in het volschrijven van enkel door doorzetters gelezen tijdschrif tjes, anderzijds is er de starre over heersing van de katholiek-conser- ADVERTENTIE in Leiden op Nieuwe Rijn 13 bij BOEKHANDEL KOOYKER vatieve en dus middelmatige ge schriften. De taal is ook al een probleem, zelfs "hét probleem van de Vlaam se schrijvers", citeert Wim Zaal de criticus Guido Geerts. "Dat de vlaamse critici daar helemaal niets van merken is een kwalijke zaak voor de kwaliteit van de literatuur in deze gewesten". Maar de belangrijkste redenen waarom deze literatuur niet tot Ne derland doordringt, zijn toch van meer zakelijke aard. De uitgevers, als zo vaak, zijn mede verantwoor delijk. Ze hebben de mond vol "over volksopvoeding, het boek als cultuurdrager, ABN, het lage lees percentage in Vlaanderen en de onwil der Hollanders om Vlaamse boeken te kopen", maar moeten ook de hand in eigen boezem ste ken. "Minstens even grote belem meringen om de Nederlandse lezer te bereiken zijn de zwakke verte genwoordiging die de Vlaamse uit geverijen in het noorden hebben, en het gebrek aan propaganda". Met dit laatste slaat Zaal natuur lijk de spijker op de kop. In Neder land ontvangen we ter recensie maar sporadisch literair werk uit Vlaanderen en ik ken voorbeelden, waarbij ik er bij de auteur op moest aandringen zijn uitgever te bewe gen een recensie-exemplaar van zijn nieuwe boek te sturen. En dan nog: in arren moede stuurde de schrijver dan maar een eigen ex emplaar op. Wie oprecht begeert inzicht te krijgen in de hedendaagse literaire kunst in Vlaanderen, moet zich in de malste bochten wringen - meestal tevergeefs. Een stap op weg is het lezen van Wim Zaals liefdevolle tirade voor, over en tegen Vlaamse auteurs en instanties, die eigenhandig de op mars der binnenlandse letteren te genwerken, verhinderen, om zeep helpen. Een van de weinige auteurs die oprecht probeert aan zijn benauw de omgeving te ontvluchten is Bob van Laerhoven die ook in Neder land enig opzien baarde met zijn kleurrijke. gewaagde roman 'Nachtspel'. Zijn recent versche nen roman 'Schermen' vertoont de hem typerende grand guinol-achti ge trekken, een griezel- annex de tective-sfeer die enigszins inhaakt op zijn SF-verleden. Hoofdpersoon in deze "Psychomythe" is Lefèvre, die sinds zijn jeugd op zoek is naar aanzien en macht. Het verhaal speelt zich grotendeels af in het Pa rijs van rond de eeuwwisseling, wanneer Lefèvre te maken krijgt met een moordenaar, een zigeuner die hij nog kent vanuit zijn jeugd. De macht van zijn tegenstander, zo blijkt uit de afloop, is boven het menselijke verheven. Dit thrillerachtige gegeven met magisch-realistische elementen is niet het enig interessante aan het boek; minstens zo boeiend zijn de perfect weergegeven, duistere fin de siècle-sfeer en de intrigerende ontmoetingen met de ongelukkige Breuer, leermeester en voormalig medewerker van Freud. Een ont moeting die de lezer voert langs de vroege theorieën rond (seksuele) hysterie, een gegeven dat volmaakt accordeert met het feitelijke ver- haalthema. Meer nog dan in Nachtspel weet Van Laerhoven door zijn gedron gen, krachtige en tegelijk beheer ste stijl de spanning er tot het eind toe in te houden. Een opmerkelijk, zeker on-Nederlands (om van Vlaanderen maar niet te spreken) boek dat niettemin de Nederlandse taal in ongeschonden staat houdt. Zeer aanbevolen, evenals het twee tal gebundelde toneelstukjes De Ark/Salto Mortale, dat ook Van Laerhovens talent als toneelschrij ver bewijst. Met het scherpe, tragi-komische verhaal "Durven Schrijven" komt van Laerhoven ook voor in het ta melijk unieke (in het licht van bo ven beschreven Vlaamse literaire zelfhaat) 'Mooie jonge goden', een bundel verhalen van 13 jonge Vlaamse auteurs "die ons taalge bied morgen een literatuur van for maat zullen bezorgen en daar van daag al mee begonnen zijn". De ti tel. de kwajongensomslag (met schaars loof verhuld, naakt en mis plaatst schaterend jongmens - zes tiger jaren-leut) en het idiote ope ningsverhaal van Frank Albers doen het ergste vrezen. Het valt mee, gelukkig. De andere twaalf, voor een deel debuterend, slagen er wel degelijk in een meer dan acceptabel pro duct te leveren. Behalve Van Laerhoven zijn het vooral de bijdragen van Herman Brusselmans ("J'ai deux amours"), Frans Denissen ("Een avond"), Stefan Hartmans vooral ("Een gro ter hoofd"), Guido van Heulen- donk (met het wat overbeschaafde "Kanaries") en Wim Neetens ("De juiste mensen"), die bewijzen dat Vlaanderen hoognodig zijn literair talent dient te exDorteren. Een geval apart tenslotte in de Vlaamse letteren lijkt me André Janssens, die blijk geeft van uit zonderlijke vertelgaven. De 58-jari ge auteur is kennelijk een laat bloeier (eerder verschenen van hem verhalenbundels in 1984 en 1985), maar dan een van ongewoon niveau. In een ongecompliceerde, ratelende stijl vertelt hij in de no velle 'Een dag van Sneeuw' over de liefde van de eenzame Leo voor de al even afwerende Jet, die voorna melijk sneeuwlandschappen schil dert. Voor het tot een mooie ver houding komt, krijgt Leo bericht dat Jet is verongelukt en inmiddels begraven. Ontzetting. Maar nader hand komt hij enkele malen een meisje tegen dat het evenbeeld is van zijn verloren geliefde. Leeft Jet nog? Een subliem verteld verhaal, niet alleen door het aardige gegeven, maar vooral ook door de buitelen de, geestige verteltrant en de onaf gebroken ingelaste uitweidingen en fantastische uitstapjes naar an dere onderwerpen. Uiteindelijk komen alle draden bij elkaar: een wonder geweven web. Datzelfde zien we ook in het iets ernstiger 'Een gesprek' dat het bundeltje completeert. Met hetzelf de natuurlijke verteltalent laat Janssens twee gescheiden mensen aan het woord. Via een tedere, fas cinerende dialoog kijkt het tweetal terug naar het verleden; beiden ko men (mét de lezer) steeds nader tot elkaar, tot het geheim van hun lief de en scheiding middels een ver rassende ontknoping de meer ge voelige lezer(es) een stiekeme traan ontlokt. Als men op Andre Janssens al kritiek wil leveren, ligt die inder daad op het gebied van sentiment. De auteur schrijft zo makkelijk, be heerst zijn stijl zo volkomen, dat hij moet uitkijken het zich niet al te makkelijk te maken. Niettemin is Janssens, voor de zuid- èn noord nederlandse letteren een uitzon derlijke aanwinst. Vooral dit boek je mag u zich niet laten ontgaan. Als ik van deze moeizaam bijeen gesprokkelde voorbeelden van Vlaamse letterkunde al zo genoten heb, wat een literaire rijkdom wordt ons daar in het zuiden dan niet onthouden?. ROB VOOREN Vlak bij Vlaanderen. Een Hollander over het zuiden. Wim Zaal, Uitg. Man- teau, Antwerpen/Amsterdam, 20,511. Schermen. Bob van Laerhoven, Uitg. Exa, Antwerpen, 24,90. De Ark/Salto Mortale. Bob van Laerho ven, uitg. Dedalus en Exa, Antwerpen, 11,-. Mooie jonge goden. Vlaams Literair Talent. Uitg. Kritak, Leuven, 27,50. Een dag van Sneeuw, gevolgd door Een Gesprek. André Janssens, Uitg. Hadewljch. Schoten, f 19,90. Zijn proza doet bepaald niet aan als het werk van een beginneling Het is vol vernuft en heeft onge woon veel vaart. Lagerwaard schrijft op een even vermakelijke als sarcastische wijze over het mo derne leven met een algehele vrij moedigheid. Hij kan vergeleken worden met Marijke Höweler en Maijan Berk. Lagerwaard laat in zijn korte boeken bijzonder veel gebeuren Hij laat vaak handig een verhaal er-J gens midden in een gesprek begin-| nen, een handig middel om een| vertelling snel op gang te krijgen I 'Verkeerd applaus' speelt in de vo-l ze wereld van de televisie, maar Lagerwaard is zo verstandig geen werkelijk bestaande presentato ren. omroeporganisaties en derge lijke te noemen. De hoofdfiguren uit 'Straatge rucht' doen een onderzoek naar et nische minderheden en ze krijgen onder andere verhalen te horen over rituele slachtingen. Ook in dit boek weet hij de al te exacte aan duidingen te omzeilen. Lagerwaard lijkt een geknipte fi guur om toneel te schrijven. Zijn sterkste punt vormen namelijk de dialogen, dikwijls zijn de regels tussen het gesproken woord nicti veel meer dan verbindende tek-» sten. Zodra iemand gaat spreken is het bijna altijd treffend ADVERTENTIE BOEKHANDEL LEIDEN LEIDERDORP OEGSTGEEST - KATWIJK VOORSCHOTEN Alle op deze pagina besproken boeken zijn bij ons dlrekt lever baar, óf vla onze TERMINAL te bestellen en dan binnen drie da* gen verkrijgbaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 31