OEKEN
Prentenboeken
aantrekkelijk
voor iedereen
Vlaamse letterkunde van niveau
'Colometa' stelt tevreden
DE
KEER
Arps beeldende poëzie
Het moderne leven
LITERATUUR
ZATERDAG 28 FEBRUARI 1987
PAGINA 31
"Het schijnt dat maar weinig men
sen buiten Catalonie weten wie de
ze onzichtbare vrouw was, die in
prachtig Catalaans zulke mooie en
indringende romans schreef zoals
er in de huidige literatuur niet veel
zijn". Aan het woord is Gabriel
Garcia Mórquez; de vrouw over
wie hij het heeft, heet Mercé Rodo-
reda.
Mercé Rodoreda, het is een naam
die je zou kunnen tegenkomen in
het werk van Mórquez. Wie heeft er
ooit van haar gehoord? Ze lijkt één
van die schrijvers te zijn die ten on
rechte worden vergeten.
Ten onrechte ja, want wie haar
roman 'Colometa' - onlangs in ver
taling bij de Bezige Bij verschenen
- leest, begrijpt wat Mórquez be
doelt als hij schrijft: "Ik las het
boek indertijd in het Spaans en
mijn verbazing was alleen maar te
vergelijken met die welke de eerste
lezing van Juan Rulfo's Pedro Pa
ramo in mij had opgeroepen, of
schoon beide boeken niet meer ge
meen hebben dan het transparante
van hun schoonheid".
Colometa, de hoofdpersoon van
deze Catalaanse roman, is een
meisje uit Barcelona, die tijdens
een feest op de Placa del Diamant
kennis maakt met Quimet, die haar
overigens Colometa doopt, want ze
heet in werkelijkheid Natèlia.
Ze trouwen, want Colometa
heeft gehoord dat je er goed aan
doet om jong te trouwen. "Je hebt
een man nodig en een dak boven je
hoofd". Het lijkt een normaal hu
welijk te worden. Natuurlijk, Qui
met is niet altijd de makkelijkste,
neem zijn passie voor duiven, maar
verder zijn er niet zoveel schaduw
zijden.
De oorlog zal pas werkelijk roet
in het eten gooien. Jaren dertig:
Quimet moet als soldaat van het
Volksfront ten strijde trekken te
gen de fascisten die de macht in
Spanje willen veroveren.
Voor Colometa wordt het steeds
moeilijker om haar hoofd boven
water te houden. Als Quimet sneu
velt, lijkt de nacht definitief te zijn
aangebroken. Hoe moeten zij en
haar twee kinderen het redden? Ze
overweegt zelfmoord te plegen, sa
men met haar kinderen. Maar ge
lukkig...
Mórquez heeft het over transpa
rante schoonheid. Je zou ook kun
nen zeggen dat Rodoreda vlinder
achtig schrijft. Lang niet alles
wordt direct gezegd, ze suggereert
veel, met als gevolg dat de lezer
nog beter beseft hoe ernstig de si
tuatie precies is.
"En terwijl hij zo zat te praten,
peuterde hij met zijn nagel in de
naad van de tafel en wipte de
broodkruimeltjes eruit die erin za
ten, en ik verwonderde me erover
dat hij iets deed wat ik ook af en
toe deed maar wat hij me nooit had
zien doen". Het lijkt een nietszeg
gend fragment, maar ondertussen
tovert Rodoreda een wereld te
voorschijn die maar door één ding
wordt bepaald: honger.
'Colometa' is een roman over een
sombere tijd, de lezer wordt onder
gedompeld in een poel van ellende.
toch voel je je na lezing niet gedes
illusioneerd. Integendeel zelfs: te
vreden, is het laatste woord van het
boek en ook de lezer is op dat mo
ment tevreden. Waarom? Ik denk
dat het boek opbeurend is omdat
Rodoreda erin slaagt om een naie-
ve volksvrouw te beschrijven die
koste wat het kost overeind wil
blijven staan.
Rodoreda heeft over zichzelf ge
zegd: "Misschien is de belangrijk
ste van al mijn eigenschappen een
soort van onschuld die het mij mo
gelijk maakt me in de wereld waar
in ik moet leven, goed te voelen".
Haar hoofdpersoon is ook zo ie
mand. En helaas zijn er te weinig
van dit soort mensen op aarde.
WIM BRANDS
Vormen prentenboeken louter ple
zierig, pretentieloos kijk/leesver-
maak, of is er nog een 'hoger doel'
mee gediend? Jazeker: een goed
prentenboek kan jonge kinderen
beter leren waarnemen, ontwikkelt
het taalgevoel, stimuleert de fanta
sie enz. Maar ook ouderen hoeven
zich niet te groot te voelen om eens
een prentenboek door te bladeren,
want veel uitgaven zijn een lust
voor het oog en richten zich op een
breed lezerspubliek.
Allereerst een aantal prenten
boeken dat vooral voor peuters en
kleuters is bestemd. Een van de
meest fraaie uitgaven van de afge
lopen tijd is 'Monkie' van Dieter
Schubert. Een prentenboek zonder
tekst, met alleen tekeningen. Nu is
die tekst ook niet nodig, want de
illustraties vertellen glashelder wat
er aan de hand is. Een jongetje
raakt zijn knuffelbeest, een aapje,
kwijt. Na veel omzwervingen komt
het beestje in handen van een pop
pendokter die het verfomfaaide
aapje opknapt en in z'n etalage zet.
Op een dag komt het kind langs
Een simpel, maar prachtig gete
kend verhaal dat iedereen beslist
keer op keer zal willen bekijken.
Met dit boek valt veel te doen: zelf
vertellen, er een en ander bij fanta
seren, het kind laten vertellen. De
tekeningen zijn ruim opgezet,
kleurig en vol details maar heel
overzichtelijk. En Schubert tekent
allerinnemendst: let eens op de
manier waarop hij de muisjes te
kent die het speelgoedbeestje in
hun hol slepen!
Vorig jaar won Max Velthuijs
een Gouden Penseel met 'Klein
Mannetje vindt het geluk'. Het re
cent verschenen 'Klein Mannetje
helpt een vriend' is gemaakt vol
gens dezelfde opzet. Afgekaderde
tekeningen (schilderijtjes) met dui
delijke vormen en heldere kleuren.
Een verhaal dat positieve gedach
ten wil meegeven: 'vrienden laatje
niet in de steek' en 'ook met kleine
dingen kun je best tevreden zijn'.
Velthuijs verweeft dit positieve
denken in een verhaal over Kikker
die een fles vindt met een roep om
hulp. Samen met Klein Mannetje,
eend en de familie Konijn gaan ze
op zoek naar de afzender van de
boodschap.
Dit 'Klein Mannetje'-boek is niet
zo'n juweeltje als het vorige. Het is
minder mooi rond geschreven, niet
alle onderdelen passen naadloos
op elkaar (waar komt die fles op
eens vandaan bijvoorbeeld?). On
danks deze aanmerkingen een van
de betere prentenboeken: mooi,
goed en verzorgd.
De illustrator Janosch heeft
grote produktie, waarin lang niet
alles even geslaagd is. Maar zijn 'Ik
maak je weer beter', een nieuw ver
haal rond Beer en Tijger, vormt
toch wel een uitschieter. Tijger is
ziek - er zit een streepje bij hem
scheef! - en Beer slooft zich
uit om het hem naar de zin te ma
ken. Een verhaal vol warmte en
sfeer met als ingrediënten: roman
tiek, sentiment, humor en de rots
vaste overtuiging dat vriendschap
alles overwint. Een optimistische,
troostrijke vertelling met prachtige
tekeningen, zoals de kikker die op
elke illustratie terugkeert en zijn
eigen verhaal speelt. De tekst is
eenvoudig en kan zo worden voor
gelezen.
'Ook draken moeten slapen' van
Jeanne Willis en Susan Varley is
een prentenboek dat op humoristi
sche wijze 'bang zijn in het donker'
bespreekbaar en hanteerbaar
maakt. De tekeningen met een ver
tederend draakje in de hoofdrol
zijn heel aansprekend. Helaas
wordt de tekst ontsierd door het
kunstmatige en gezochte rijm.
Voor ouderen
Ook voor oudere kinderen en
volwassenen is er veel moois op de
Illustratie Lisbeth Zwerger uit Roodkapje.
markt. Zoals 'Geel en Roze van Wil
liam Steig, iets voor fijnproevers.
Twee houten poppen, Geel en Ro
ze, liggen te zonnen op een krant.
Geel vraagt zich af hoe hij is ont
staan. Volgens Roze zijn ze beide
gemaakt, maar dat gelooft Geel
niet. "We zijn door toeval ont
staan", beweert hij. En vervolgens
houdt hij een ingewikkeld verhaal
om zijn theorie te bewijzen.
'Geel en Roze' is een prenten
boek met een heel aparte sfeer. De
opbouw van het verhaal, de teke
ningen, de gesprekken tussen Geel
en Roze: alles is verfijnd vol subti
liteiten en absurditeiten. Een com
pliment aan Bob den Uyl voor zijn
voortreffelijke vertaling. Ik las er
gens dat dit boekje doet denken
aan de conversatie van twee heren
in het tv-programma Herenleed.
Geen gekke vergelijking.
'De reuzenpanda' van Jin Xugi is
een van de betere boeken uit de in
formatieve reeks dierenboeken
van Meulenhoff. 'De reuzenpanda'
geeft in woord en beeld duidelijke
informatie over dit vertederende,
vreedzame dier. Heel helder en
pakkend verteld, met prachtige fo
to's. Onbegrijpelijk alleen dat het
onderschrift bij de foto's op blad
zijde 26 en 27 gedrukt staat op de
pagina's daarvoor. 'De reuzenpan
da' kan vanaf 5 jaar worden voor
gelezen en vanaf 8 jaar zelf worden
gelezen.
Illustrator Tony Ross heeft een
hoge produktie van constant hoge
kwaliteit. 'Susan en de Kwelgeest'
is een van zijn nieuwste prenten
boeken, een prachtverhaal met de
(licht verteerbare) moraal: je eigen
moeilijkheden vallen reuze mee als
je die van anderen kent. Een bood
schap die lichtvoetig en speels
wordt uitgewerkt.
't Verhaal begint met een kwel
geest wiens taak het is moeilijkhe
den bij de mensen te bezorgen. Op
een nacht komt hij terecht bij het
meisje Susan, die hem huilend be
kent dat ze 't "vreselijk moeilijk"
heeft. Onder de indruk verzamelt
de Kwelgeest razendsnel de moei
lijkheden van andere mensen,
gooit ze op een hoop en laat Susan
kiezen. U raadt het al: ze kiest uit
eindelijk voor haar eigen proble
men, want wat anderen allemaal
moeten verstouwen....
Zoals gewoonlijk gaat Ross in
gegeven en uitwerking uiterst ori
gineel te werk. Hij geeft de Moei
lijkheden weer als rare gedrochtjes
waarbij hij erin slaagt ze zo te teke
nen dat hun vorm overeenkomt
met het Probleem. Het is moeilijk
uit te leggen, je moet het eigenlijk
zien. Een prima boek.
'Hallo wij zijn Theo en Thea' is
een soort Bescheurboek van Koot
en Bie, maar dan voor jonger pu
bliek. Een bonte verzameling gein
en ongein, waarbij het laatste naar
mijn mening overheerst. Ik twijfel
er echter niet aan of dit boek warm
zal worden onthaald. Veel poep en
seks en idiote foto's. Die foto's
vond ik nog het leukste, want pret
tig gestoord is dit tweetal wel.
Menig illustrator vergrijpt zich
bij tijd en wijle aan sprookjes. In
de meeste gevallen is het resultaat
teleurstellend, omdat het voortbor
duurt op wat anderen allang heb
ben bedacht. Maar soms klinkt nog
wel eens een origineel geluid door.
Zoals Lisbeth Zwerger met haar il
lustraties bij Grimm's Roodkapje.
Haar tekenpen geven de afgeklo
ven (sorry) verhalen weer wat
glans. De manier waarop Zwerger
de wolf uitbeeldt is heel vermake
lijk. Ze tekent zo dat ook ouderen
met plezier dit overbekende
sprookje zullen lezen. Jammer dat
de tekst er wel erg bekaaid vanaf is
gekomen.
"Een gebeurtenis in de boek
drukkunst". Zo kondigt uitgever
Ploegsma 'De spiegelsteen' aan,
een boek waarin zeven hologram
men in de illustraties zijn ver
werkt. Hologrammen geven een
driedimensionale illusie en sugge
reren een dieptewerking. 'De Spie
gelsteen' vertelt over een jongetje
dat in de spiegel kijkt en
plotseling een ander ziet, op een
gegeven moment door de spiegel
heenstapt en in een soort midde
leeuwse wereld belandt. Daar
wordt hij door een geheimzinnige
geleerde gedwongen een spiegel
steen uit zee op te duiken. Een wat
mager verhaal met mooie platen,
maar helaas maar mooi voor even.
Zelfs de indruk die de hologram
men maken is tijdelijk. Na één keer
lezen leg je het boek weg en pakt
het alleen nog maar om iemand te
laten zien wat een hologram is. Dat
kan toch niet de bedoeling zijn ge
weest van deze kostbare uitgave.
MARGOT KLOMPMAKER
Monkie, Dieter Schubert, uitg. Lem-
niscaat;
Klein Mannetje helpt een vriend,
Max Velthuijs, uitg. De Vier Windstre-
Ik maak je weer beter, Janosch, uitg.
Casterman:
Ook draken moeten slapen. Willis/
Varley, uitg. Lemniscaat;
Geel en Roze, William Steig, uitg.
Querido;
De reuzenpanda, Jin Xugi, uitg. Meu-
lenhoff;
Susan en de Kwelgeest, Tony Ross
en Hiawyn Oram, uitg. Unieboek;
Hallo, wij zijn Theo en Thea, uitg»
Harmonie;
Roodkapje, Lisbeth Zwerger, uitg.
Westfriesland;
De spiegelsteen, uitg. Ploegsma.
De kunstenaar ,Arp (1887-1966) werd geboren te Straatsburg in de Elzas,
op de grens van het Franse en het Duitse taalgebied, als zoon van een
Duitse vader en een Franse moeder. Hij ontwikkelde een perfecte tweeta
ligheid. Hans of Jean Arp - zijn voornaam wisselt al naar gelang het
taalgebied - is vooral bekend als beeldend kunstenaar, als maker van
beelden, reliëfs, collages, tekeningen, tapisserieën.
Zijn karakteristieke abstracte vormen doen denken aan de organische
structuur van planten en aan de rondingen van het menselijk lichaam. Ze
zijn door hun verfijnd gevoel voor maat harmonisch en klassiek.
Arp functioneerde graag in groepsverband. Hij heeft niet alleen liefde
vol samengewerkt met zijn vrouw Sophie Taeuber. hij was ook med-
oprichter van Dada-Ziirich en Dada-Keulen en nam actief deel aan de
surrealistische beweging in Parijs. Met de Rus El Lissitzky schreef hij
'Les ismes de l'art' (1925). Samen met Sophie Taeuber en de uit Leiden
afkomstige grondlegger van De Stijl, Theo van Doesburg, maakte hij de
beroemde schilderingen in het danslokaal L'Aubette te Straatsburg, die
helaas in de Tweede Wereldoorlog zijn verwoest.
Zowel Van Doesburg als Hans Arp waren goed bevriend met de Duitse
dadaïst Kurt Schwitters. Alle drie waren ze behalve beeldend kunstenaar
ook dichter, Arp zowel in het Duits als in het Frans. Schwitters en Arp.
die beiden zeer geestig waren en van nonsens hielden, spraken volgens
Hans Richter onderling vaak een kunstmatig dialekt van het Duits, dat
boven alle conventies verheven was, vol prachtige ritmes, associaties en
klanken en daarbij vol nieuwe denkwijzen en sensaties.
Vanuit diezelfde mentaliteit zijn ook Arps gedichten tot stand geko
men. Arp zei: "Woorden hebben voor mij steeds iets fris, iets geheimzin
nigs behouden. Ik ga met ze om als een kind met bouwstenen. Ik betast
ze en behandel ze als sculpturen. Ik verleen ze een plastisch volume, dat
onafhankelijk is van hun betekenis".
Doordat taalelementen in de eerste plaats gebruikt worden als bouwe
lementen, waarvan klank en ritme belangrijker zijn dan betekenis, wor
den de normale, aan het taalgebruik eigene, betekenisbeperkingen door
broken. Een gevolg van deze opzet is dat de gedichten meerzinnig wor
den, open, geschikt voor allerlei interpretaties, maar steeds met een rest
aan onverklaarbaarheid en met de suggestie van humor die nonsens zo
vaak aankleeft.
Voor de bouw van 'open' gedichten, die gebaseerd zijn op een, gedeel
telijke. schending van taalregels, staan verscheidene procedures ter be
schikking. Men kan bv. via toevalstrucjes woorden, zinstukken of zinnen
selecteren en ze willekeurig achter elkaar plaatsen. Men kan zich gecon
centreerd openstellen voor het onbewuste en spontaan neerschrijven wat
er in je opkomt, zonder nadenken of verbetering. Men kan het ingegeve-
ne zo onleesbaar opschrijven dat de uiteindelijke tekst meebepaald
wordt door de gissingen van de drukker. Allemaal trucjes die Arp heeft
toegepast en er zijn er meer.
Later maakt Arp gedichten die niet meer berusten op de schending van
taalconventies, maar op onmogelijke of onwaarschijnlijke combinaties
van realia, zoals in dromen: het principe van de olifant op muggepootjes.
Deze 'droomgedichten', die heel beeldend zijn, bevallen me veel beter
dan de 'taaischendingen', de teksten met toevallige verbale bouwelemen
ten. Als voorbeeld van zo'n droomgedicht citeer ik 'Met een groen li
chaam':
De stad en alles erin is groen.
In de kortst mogelijke tijd worden reizigers
die de stad bezoeken er groen.
Velen komen uit verre landen toegesneld
om groen te worden.
Sommigen brengen hun paarden en honden mee
opdat ook zij groen zullen worden.
Alle bewoners van deze stad
enkele uitzonderingen daargelaten
zijn grasgroen en benijden de weinigen
die al groen zijn als dennebomen.
Slechts één bewoner van deze stad wordt niet groen.
Wat zou hij er niet voor overhebben om groen te worden!
Hij zou zelfs met de dag kleiner en kleiner willen worden
als hij maar groen was.
Hij lijdt er vreselijk onder
en verkeert in een staat van grote irritatie.
Uit jaloezie slaat hij weke groene planten kapot.
Hij is ontroostbaar
omdat hij niet groen is.
Met een groen lichaam
zo meent hij
zou het leven kinderspel zijn.
Zo geeft de bundel 'Onze dagelijkse droom' een goed beeld van de
verscheidenheid van Arps poëzie. Vanzelfsprekend zijn alleen goed ver
taalbare gedichten voor deze bloemlezing gekozen. Veel gedichten, Fran
se zowel als Duitse, zijn nl. niet of moeilijk vertaalbaar, omdat ze tezeer
gebonden zijn aan het idiomatische materiaal van de taal in kwestie.
Want hoezeer het Duits ook verwant is met het Nederlands, een woord
speling als 'weisst du schwarzt du' is in het Nederlands niet goed te
vertalen. Peter Nijmeijer vertaalde uit het Duits, Laurens Vancrevel
(nom-de-plume van Meulenhoffdirecteur Laurens van Krevelen) uit het
Frans. De vertalingen zijn prima, al verbeeld ik me dat Peter Nijmeijer
zijn neiging tot barok soms niet helemaal heeft kunnen bedwingen.
CHRISTIAAN VISSER
Nog altijd blijkt een redacteur
schap bij het beroemde en beruch
te Amsterdamse studentenweek
blad Propria Cures een spring
plank te kunnen vormen naar een
verdere carrière in de literatuur.
Ook de literaire loopbaan van
Henk Lagerwaard begon bij Pro
pria Cures, daarna besprak hij boe
ken in NRC/Handelsblad en de
laatste maanden verschenen twee
romans van zijn hand: Straatge
ruchten en Verkeerd applaus.
Vlaamse letterkunde - wordt die
nog op enig niveau beoefend? "Wie
in Vlaanderen buiten de kring van
volksvertellers treedt, hetzij met
taalexperimenten. probleemro
mans of ander werk met smalle
doelgroep, bouwt maar hoogst zel
den een eigen publiek op", consta
teert Wim Zaal als "een Hollander
over het zuiden" in zijn merkwaar
dige boekje 'Vlak bij Vlaanderen',
"De Vlaamse auteur die de kans
krijgt in het noorden uit te geven,
zal die meestal dus aangrijpen".
Wie Zaals interessante beschou
wing over de schaarse bekende,
maar voornamelijk volstrekt ob
scure Vlaamse schrijvers leest,
mag vrezen dat de letterkunde van
onze zuiderburen maar zelden de
grens zal passeren. Enerzijds gaat
men in Vlaanderen hartstochtelijk
op in het volschrijven van enkel
door doorzetters gelezen tijdschrif
tjes, anderzijds is er de starre over
heersing van de katholiek-conser-
ADVERTENTIE
in Leiden
op Nieuwe Rijn 13
bij
BOEKHANDEL
KOOYKER
vatieve en dus middelmatige ge
schriften.
De taal is ook al een probleem,
zelfs "hét probleem van de Vlaam
se schrijvers", citeert Wim Zaal de
criticus Guido Geerts. "Dat de
vlaamse critici daar helemaal niets
van merken is een kwalijke zaak
voor de kwaliteit van de literatuur
in deze gewesten".
Maar de belangrijkste redenen
waarom deze literatuur niet tot Ne
derland doordringt, zijn toch van
meer zakelijke aard. De uitgevers,
als zo vaak, zijn mede verantwoor
delijk. Ze hebben de mond vol
"over volksopvoeding, het boek als
cultuurdrager, ABN, het lage lees
percentage in Vlaanderen en de
onwil der Hollanders om Vlaamse
boeken te kopen", maar moeten
ook de hand in eigen boezem ste
ken. "Minstens even grote belem
meringen om de Nederlandse lezer
te bereiken zijn de zwakke verte
genwoordiging die de Vlaamse uit
geverijen in het noorden hebben,
en het gebrek aan propaganda".
Met dit laatste slaat Zaal natuur
lijk de spijker op de kop. In Neder
land ontvangen we ter recensie
maar sporadisch literair werk uit
Vlaanderen en ik ken voorbeelden,
waarbij ik er bij de auteur op moest
aandringen zijn uitgever te bewe
gen een recensie-exemplaar van
zijn nieuwe boek te sturen. En dan
nog: in arren moede stuurde de
schrijver dan maar een eigen ex
emplaar op.
Wie oprecht begeert inzicht te
krijgen in de hedendaagse literaire
kunst in Vlaanderen, moet zich in
de malste bochten wringen -
meestal tevergeefs.
Een stap op weg is het lezen van
Wim Zaals liefdevolle tirade voor,
over en tegen Vlaamse auteurs en
instanties, die eigenhandig de op
mars der binnenlandse letteren te
genwerken, verhinderen, om zeep
helpen.
Een van de weinige auteurs die
oprecht probeert aan zijn benauw
de omgeving te ontvluchten is Bob
van Laerhoven die ook in Neder
land enig opzien baarde met zijn
kleurrijke. gewaagde roman
'Nachtspel'. Zijn recent versche
nen roman 'Schermen' vertoont de
hem typerende grand guinol-achti
ge trekken, een griezel- annex de
tective-sfeer die enigszins inhaakt
op zijn SF-verleden. Hoofdpersoon
in deze "Psychomythe" is Lefèvre,
die sinds zijn jeugd op zoek is naar
aanzien en macht. Het verhaal
speelt zich grotendeels af in het Pa
rijs van rond de eeuwwisseling,
wanneer Lefèvre te maken krijgt
met een moordenaar, een zigeuner
die hij nog kent vanuit zijn jeugd.
De macht van zijn tegenstander, zo
blijkt uit de afloop, is boven het
menselijke verheven.
Dit thrillerachtige gegeven met
magisch-realistische elementen is
niet het enig interessante aan het
boek; minstens zo boeiend zijn de
perfect weergegeven, duistere fin
de siècle-sfeer en de intrigerende
ontmoetingen met de ongelukkige
Breuer, leermeester en voormalig
medewerker van Freud. Een ont
moeting die de lezer voert langs de
vroege theorieën rond (seksuele)
hysterie, een gegeven dat volmaakt
accordeert met het feitelijke ver-
haalthema.
Meer nog dan in Nachtspel weet
Van Laerhoven door zijn gedron
gen, krachtige en tegelijk beheer
ste stijl de spanning er tot het eind
toe in te houden. Een opmerkelijk,
zeker on-Nederlands (om van
Vlaanderen maar niet te spreken)
boek dat niettemin de Nederlandse
taal in ongeschonden staat houdt.
Zeer aanbevolen, evenals het twee
tal gebundelde toneelstukjes De
Ark/Salto Mortale, dat ook Van
Laerhovens talent als toneelschrij
ver bewijst.
Met het scherpe, tragi-komische
verhaal "Durven Schrijven" komt
van Laerhoven ook voor in het ta
melijk unieke (in het licht van bo
ven beschreven Vlaamse literaire
zelfhaat) 'Mooie jonge goden', een
bundel verhalen van 13 jonge
Vlaamse auteurs "die ons taalge
bied morgen een literatuur van for
maat zullen bezorgen en daar van
daag al mee begonnen zijn". De ti
tel. de kwajongensomslag (met
schaars loof verhuld, naakt en mis
plaatst schaterend jongmens - zes
tiger jaren-leut) en het idiote ope
ningsverhaal van Frank Albers
doen het ergste vrezen. Het valt
mee, gelukkig.
De andere twaalf, voor een deel
debuterend, slagen er wel degelijk
in een meer dan acceptabel pro
duct te leveren.
Behalve Van Laerhoven zijn het
vooral de bijdragen van Herman
Brusselmans ("J'ai deux amours"),
Frans Denissen ("Een avond"),
Stefan Hartmans vooral ("Een gro
ter hoofd"), Guido van Heulen-
donk (met het wat overbeschaafde
"Kanaries") en Wim Neetens ("De
juiste mensen"), die bewijzen dat
Vlaanderen hoognodig zijn literair
talent dient te exDorteren.
Een geval apart tenslotte in de
Vlaamse letteren lijkt me André
Janssens, die blijk geeft van uit
zonderlijke vertelgaven. De 58-jari
ge auteur is kennelijk een laat
bloeier (eerder verschenen van
hem verhalenbundels in 1984 en
1985), maar dan een van ongewoon
niveau. In een ongecompliceerde,
ratelende stijl vertelt hij in de no
velle 'Een dag van Sneeuw' over de
liefde van de eenzame Leo voor de
al even afwerende Jet, die voorna
melijk sneeuwlandschappen schil
dert. Voor het tot een mooie ver
houding komt, krijgt Leo bericht
dat Jet is verongelukt en inmiddels
begraven. Ontzetting. Maar nader
hand komt hij enkele malen een
meisje tegen dat het evenbeeld is
van zijn verloren geliefde. Leeft Jet
nog?
Een subliem verteld verhaal, niet
alleen door het aardige gegeven,
maar vooral ook door de buitelen
de, geestige verteltrant en de onaf
gebroken ingelaste uitweidingen
en fantastische uitstapjes naar an
dere onderwerpen. Uiteindelijk
komen alle draden bij elkaar: een
wonder geweven web.
Datzelfde zien we ook in het iets
ernstiger 'Een gesprek' dat het
bundeltje completeert. Met hetzelf
de natuurlijke verteltalent laat
Janssens twee gescheiden mensen
aan het woord. Via een tedere, fas
cinerende dialoog kijkt het tweetal
terug naar het verleden; beiden ko
men (mét de lezer) steeds nader tot
elkaar, tot het geheim van hun lief
de en scheiding middels een ver
rassende ontknoping de meer ge
voelige lezer(es) een stiekeme
traan ontlokt.
Als men op Andre Janssens al
kritiek wil leveren, ligt die inder
daad op het gebied van sentiment.
De auteur schrijft zo makkelijk, be
heerst zijn stijl zo volkomen, dat
hij moet uitkijken het zich niet al te
makkelijk te maken. Niettemin is
Janssens, voor de zuid- èn noord
nederlandse letteren een uitzon
derlijke aanwinst. Vooral dit boek
je mag u zich niet laten ontgaan.
Als ik van deze moeizaam bijeen
gesprokkelde voorbeelden van
Vlaamse letterkunde al zo genoten
heb, wat een literaire rijkdom
wordt ons daar in het zuiden dan
niet onthouden?.
ROB VOOREN
Vlak bij Vlaanderen. Een Hollander
over het zuiden. Wim Zaal, Uitg. Man-
teau, Antwerpen/Amsterdam, 20,511.
Schermen. Bob van Laerhoven, Uitg.
Exa, Antwerpen, 24,90.
De Ark/Salto Mortale. Bob van Laerho
ven, uitg. Dedalus en Exa, Antwerpen,
11,-.
Mooie jonge goden. Vlaams Literair
Talent. Uitg. Kritak, Leuven, 27,50.
Een dag van Sneeuw, gevolgd door
Een Gesprek. André Janssens, Uitg.
Hadewljch. Schoten, f 19,90.
Zijn proza doet bepaald niet aan
als het werk van een beginneling
Het is vol vernuft en heeft onge
woon veel vaart. Lagerwaard
schrijft op een even vermakelijke
als sarcastische wijze over het mo
derne leven met een algehele vrij
moedigheid. Hij kan vergeleken
worden met Marijke Höweler en
Maijan Berk.
Lagerwaard laat in zijn korte
boeken bijzonder veel gebeuren
Hij laat vaak handig een verhaal er-J
gens midden in een gesprek begin-|
nen, een handig middel om een|
vertelling snel op gang te krijgen I
'Verkeerd applaus' speelt in de vo-l
ze wereld van de televisie, maar
Lagerwaard is zo verstandig geen
werkelijk bestaande presentato
ren. omroeporganisaties en derge
lijke te noemen.
De hoofdfiguren uit 'Straatge
rucht' doen een onderzoek naar et
nische minderheden en ze krijgen
onder andere verhalen te horen
over rituele slachtingen. Ook in dit
boek weet hij de al te exacte aan
duidingen te omzeilen.
Lagerwaard lijkt een geknipte fi
guur om toneel te schrijven. Zijn
sterkste punt vormen namelijk de
dialogen, dikwijls zijn de regels
tussen het gesproken woord nicti
veel meer dan verbindende tek-»
sten. Zodra iemand gaat spreken is
het bijna altijd treffend
ADVERTENTIE
BOEKHANDEL
LEIDEN LEIDERDORP
OEGSTGEEST - KATWIJK
VOORSCHOTEN
Alle op deze pagina besproken
boeken zijn bij ons dlrekt lever
baar, óf vla onze TERMINAL te
bestellen en dan binnen drie da*
gen verkrijgbaar.