'Patiënt moet weer koning worden' Het mannelijk tekort Denkwijzer Onze taal Vendex-klinieken willen functie van 'bakker op de hoek' gaan vervullen ZATERDAG 28 FEBRUARI 1987 EXTRA PAGINA 23 Op 19 maart opent in Den Haag de eerste particuliere kliniek van Vendex haar poorten. Een Medisch Diagnostisch en Advies Centrum (MDAC), zo heet het officieel. De bedenker is de Nijmeegse uroloog J. B. J. Boerema. In Nijmegen drijft hij al enige tijd een soortgelijk onderzoekscentrum. Met Vendex International sloot hij een contract af om tot in totaal tien vestigingen te komen. Het MDAC werkt vooral met part-time specialisten en doet eenvoudige onderzoeken die anders in de poli's van de ziekenhuizen gebeuren. Het lijstje: interne geneeskunde, hart-en vaatziekten, longziekten, maag/darmziekten, oogheelkunde, keel-, neus- en oorheelkunde, röntgendiagnostiek/echografie, manuele geneeskunde, gynaecologie, urologie, en i toekomst diëtetiek. Deze Week adviseerde het college voor ziekenhuisvoorzieningen de minister van wvc I over de vergunning die dokter Boerema nodig Maar de arts zit als zakenman niet bij de pakken Hij blijft in de aanval. door Ko van Leeuwen Dokter Boerema (rechts) in een van de behandelkamers van de Haagse MD AC-vestiging. Naast hem de directeur van de kliniekde Leidse arts B.J. van Boheemen. «fotogpd» „Wij zijn bezig met een volstrekt nieuwe vorm van gezondheidszorg. Door het contract dat we enkele we ken geleden met Vendex afsloten zijn we nu in de gelegenheid onze filosofie verder gestalte te geven. Die komt er op neer dat we werken aan de uitbreiding en de versterking aan de eerstelijns gezondheids zorg." "Dat zijn dus de huisartsen, verloskun digen en de wijkverpleging. In de we reld van de gezondheidszorg wordt daar al jaren over gepraat, maar er is tot nu toe weinig van terecht gekomen. De af gelopen jaren groeide bij de huisarts de wil toch meer zelf te doen. Minder ver wijzen. In plaats van verwijsheer zullen ze weer geneesheer moeten worden". Dokter J. B. J. Boerema loopt over van zelfvertrouwen als hij de 'Boerema-fllo- sofie' etaleert. Hij is geen man om zijn tijd te verdoen. Wil je hem spreken, dan verwijst zijn secretaresse vriendelijk maar onverbiddelijk naar het publici teitsbureau dat Boerema's zaken regelt. De Nijmeegse uroloog zelf heeft nauwe lijks tijd voor gesprekjes tussendoor. Hij bevindt zich in het brandpunt van de be langstelling van de medische wereld waarin hij als een jonge hond tekeer gaat. Heeft hij met zijn onderzoekklinie- ken een gat in de markt ontdekt? Inefficiënt Boerema: „Onze gezondheidszorg is duur en inefficiënt. In de poliklinieken van de ziekenhuizen treft de patiënt lan ge wachttijden aan en het is een wereld waarin hij nauwelijks aan het woord komt. Het zijn in dit land de instituten die het woord voeren, niet de mensen. In het MDAC krijgt de patiënt weer de aan dacht waar hij recht op heeft. De klant in de medische wereld moet weer koning worden". Dokter Boerema noemt zichzelf de eerste die een oplossing heeft gevonden voor de naar zijn mening inefficiënte manier van werken in de poli's van de ziekenhuizen. Hij noemt zijn centra tus senstations. De verbindingsstreep tus sen huisarts en ziekenhuis. Boerema: „Het spreekt vanzelf dat de medische deskundigheid voorop staat, maar we zullen vooral kiezen voor een- patiëntvriendelijke en efficiënte dienst verlening. Dus geen lange wachttijden, en een volledige openheid naar de pa tiënt toe. Die patiënt kan bij ons rustig zijn dossier inzien, waarom moet dat voor hem geheim zijn?" Gaat het bij de Boerma-Vendex-centra om dure privéklinieken die alleen maar voor mensen met een dikke beurs te be kostigen zijn? Hoe staat het met de tarie- Boerema: „We hanteren de gebruike lijke tarieven zoals die nu ook in de zie kenhuizen gelden. In het Nijmeegse cen trum hebben we zestig procent particu liere en veertig procent ziekenfondspa tiënten. Het MDAC is er voor iedereen, dat wil ik graag onderstrepen. We zullen met onze specialisten een dienstverle ning van hoge kwaliteit moeten leveren. Doen we dat niet, dan prijzen we onszelf uit de markt. De patiënt als kritische consument, dat vind ik een verfrissend gegeven binnen de gezondheidszorg". Geringe klachten Om wie gaat het dokter Boerema, als hij aan zijn patiënten denkt? „Het gaat het om mensen met geringe klachten Vaak worden die te snel naar de specia list en het ziekenhuis verwezen". Hij spreekt van 450 verwijzingen per 1000 ziekenfondspatiënten per jaar ea zegt dan: „Dat zijn heel vaak mensen met milde klachten. Zo krijg je vanzelf lange wachttijden en overvolle poli's. Die mensen komen dan in het zieken huis terecht en die horen daar niet thuis. Dat willen wij voorkomen. De diagnos tiek moet ook snel gebeuren. Wij willen dat maximaal binnen 48 uur het resul taat van een onderzoek wordt bekendge maakt aan de patient en aan de huisarts. Want dat staat bij ons ook voorop: de pa tiënt blijft in handen van de huisarts, maar ook buiten het interne ziekenhuis systeem. Op dat systeem ga ik nu niet verder in, dat zal onze tweede stap zijn. Maar de routinezorg hoort in het zieken huis niet thuis". De ziekenhuizen bekijken de verrich tingen van Boerema en de zijnen met ar gusogen. De MDAC's zijn iedere werk dag geopend tot 's avonds elf uur. Op zaterdagochtend zijn ze ook open. Boe rema: „Doordat we ook 's avonds open zijn hoeven mensen niet vrij van hun werk te nemen. In de ziekenhuizen kan zoiets blijkbaar niet". Twee ziekenhuizen in ons land zijn in middels overgegaan tot een avondspreek uur voor hun polikliniek. Het kan geen toeval zijn dat het hier gaat om het Cani- sius Ziekenhuis in Nijmegen en het Ro de Kruisziekenhuis in Den Haag. In Nij megen draait een MDAC sinds septem ber vorig jaar en in Den Haag leggen werklui de laatste hand aan het kapitale herenhuis aan de Laan Copes van Cat- tenburch, waar op 19 maart de eerste MDAC van Boerema en Vendex open- Geprikkeld Boerema: „Het MDAC heeft blijkbaar een positieve uitwerking. Het heeft ze geprikkeld, ik vind dat een goed ding. Het is het mooiste nieuws sinds dagen. Dat wij ook specialisten wakker schud den, blijkt wel uit de situatie in Nijme gen. Daar bestaat een plaatselijke spe cialisten vereniging. Die buigen zich nu over onze centra. De laatste keer dat ze eerder hadden vergaderd was in 1981. Zes jaar lang hadden ze blijkbaar niets te bespreken. Nu zijn ze weer bijeen. Door onze prikkel zijn ze wakker geworden". De medische onderzoekcentra van Boerema mogen er niet zomaar zijn. Zo'n medisch diagnostisch centrum heeft een vergunning van de overheid nodig. Die heeft Boerema niet. Voor Nij megen heeft hij er - zij het onder protest - wel een bij het ministerie van wvc aan gevraagd. Het college voor ziekenhuis voorzieningen, dat de minister in dit soort zaken adviseert, bracht vorige week een negatief advies uit. De klinie ken zouden de totale kosten van de ge zondheidszorg alleen maar hoger maken en bovendien voegen ze volgens dit ad viescollege niets toe aan de bestaande voorzieningen. Wat nu? Dokter Boerema is niet van die uit spraken onder de indruk. Eerder heeft hij al aangekondigd desnoods juridische stappen te nemen, mocht het besluit van de minister negatief uitvallen. Boerema: „Het college voor zieken huisvoorzieningen. Maar ten eerste zijn wij helemaal geen ziekenhuisvoorzie ning. En ten tweede gaat het slechts om een advies, dat kan de minister ook naast zich neerleggen. Wij hebben al ge ruime tijd zeer nauw contact met wvc. Wij worden daar als een zeer serieuze on derneming beschouwd. Het is trouwens opvallend dat het adviescollege zich he lemaal niet heeft uitgesproken over de doelmatigheid, zegt u maar gerust de commerciële opzet van onze MDAC's". Bedrijfsmatig „De vorm en de omvang waarin we de centra gaan opzetten, en onze bedrijfs matige aanpak, dat trekt toch zeer de aandacht. Vroeger functioneerde de spe cialist ook buiten het ziekenhuis. Later hebben ze die grote kasten van zieken huizen bedacht, waarin alles moest wor den ondergebracht. Met onze centra gaan we terug naar een menselijker be nadering. Terug naar de bakker op de hoek". De ziekenhuizen zijn verre van geluk kig met de ontwikkelingen zoals dokter Boerema zich die voorstelt. Wat gaat er gebeuren wanneer na diagnose in een MDAC blijkt dat opname in een zieken huis voor de patiënt noodzakelijk is? Moet daar dan het hele onderzoek nog eens opnieuw worden gedaan? Boerema legt uit dat hij werkt met spe cialisten die ook al in de ziekenhuizen werken: „Als basisspecialisten hebben we cardiologen in full-time dienst. Maar we werken vooral met specialisten die ook al in een ziekenhuis werken. Dat doen we op huurbasis, of op percentage of uurbasis. Niet op basis van verrichtin gen. Als onze specialisten een onderzoek hebben gedaan en een patient moet naar een ziekenhuis, dan verwijzen we door naar het ziekenhuis waar ook onze spe cialist werkt. Die hoeft daar het onder zoek met over te doen, want dat heeft hij al in het MDAC gedaan. En verder, we hebben te maken met specialisten, niet met de directies". De Leidse specialist B. J. van Bohee men wordt directeur van de nieuwe MDAC-vestiging in Den Haag. Hij straalt een identieke zelfverzekerdheid uit als Boerema. „We hebben ruim vol doende aanbod van specialisten. We hoeven ze niet te zoeken hoor, ze komen zelf bij ons, we hoeven maar te kiezen". Namen wil hij nog niet kwijt, als het om de Haagse kliniek gaat. Van Bohee men legt uit: „We zitten nu echt nog in het stadium van de besprekingen en het zou niet netjes zijn daarop vooruit te lo pen. Van veel specialisten is het nog niet definitief of ze komen, maar ik kan wel met zekerheid zeggen dat we op 19 maart iedereen in huis hebben. De pa tiënt die hier voor diagnose komt krijgt dan ook steeds met dezelfde specialist te maken. Dat moet vertrouwen geven". Als we het hebben over de salariëring van de specialisten in het MDAC zegt Van Boheemen: „In veel gevallen zullen ze het erbij doen. Het is heus niet zo dat een specialist hier een dik tweede salaris gaat verdienen. Maar de moneymakers komen hier toch niet naartoe. De men sen die hier willen werken zullen vanzelf ook dat stukje idealisme hebben wat er voor nodig is". De ziekenfondsen hebben officieel la ten meten de verrichtingen in een MDAC van Vendex-Boerema niet de vergoeden. En hoe staan de particuliere verzeke raars tegenover deze initiatieven? Als de patiënt eenmaal naar het MDAC komt, wie zal dan zijn rekening betalen? Boerema verzekert dat er al verschei dene verzekeraars zijn die de MDAC- consulten betalen. Boerema: „Wij hante ren de officiële tarieven. Vendex geeft onze centra anderhalf tot twee jaar om quitte te draaien. Daarna gaan we onder die tarieven zitten. Niemand is daar ooit ondergedoken. In Nijmegen krijgt het MDAC 40 procent ziekenfondspatiën ten, die betalen bij ons niets. Wij zijn zo filantropisch dat wij alle declaraties van ziekenfondspatiënten opsparen. We hebben informele contacten met de zie kenfondsen en ik verwacht dat we over twee maanden met elkaar om de tafel zullen zitten". Hoe lang denkt Boerema nodig te heb ben om met de ziekenfondsen rond te ko men. ofwel: hoe lang kan hij het opspa ren van de declaraties voor ziekenfonds patiënten uitzingen? „Lang genoeg. Formeel r kenfondsen een bepaald standpunt in, maar de informele contacten zijn zo dat onze verwachtingen echt niet te hoog ge grepen zijn. Ik heb een grote mate van zekerheid dat het in orde komt. Met de ziekenhuizen is het net zoiets. Er is veel verschil tussen het formele en het infor mele standpunt. Onze specialisten van het centrum in Nijmegen komen uit de grote ziekenhuizen in die regio. Elke specialist en elke huisarts bieden wij sa menwerking aan. Ja, dat directies dat met argusogen volgen, dat is ook duide lijk. Want wij trekken de routinezorg uit het ziekenhuis. Je moet aan de patient denken. Die hoort niet met milde klach ten in het ziekenhuis". Dokter Boerema spuit zijn filosofieën over de gezondheidszorg snel en slagvaardig. Hij trekt de routinezorg weg uit het ziekenhuis. Dan hou je plaats over. Komen er nog meer bedden leeg te staan dan nu al het geval is? Boerema: „Jaarlijks staan er 15.000 dure bedden leeg. Er zal ingeleverd moe ten worden en er is ook een overheidsbe leid in die richting. Dat zal zich binnen zeer korte tijd aandienen en het zal strik ter zijn dan onder mevrouw Gardeniers. Patiënten verblijven nu gemiddeld elf dagen in het ziekenhuisbed, maar ze ho ren er maar vijf dagen op thuis. Revali datie hoeft geen duur ziekenhuisbed te kosten. Ziekenhuizen zullen waarschijn lijk moeten worden omgebouwd. Waar nog veel over gedacht wordt, dat is de vergrijzing en de dubbelvergrijzing. De vraag om verpleeghulp zal groot wor den. Dat zal ook een stuk verpleeghuis functie creëren". Is hij via het informele circuit tot af spraken met de ziekenhuizen gekomen? Want hoe regelt hij anders de opvang dan zijn patiënten. „Het is een van onze prioriteiten. Er zullen goede afspraken moeten zijn met de bestaande ziekenhuizen. Iemand die een inspanningstest bij ons ondergaat en een hartkwaal krijgt, die zal snel ge holpen moeten worden. In Nijmegen zijn die afspraken er wel. Nee, geen con- tractmatige afspraken, want dan dient zich het formalisme weer aan. Maar car diologie bij ons in Nijmegen heeft duide lijke afspraken met het Academisch Zie kenhuis daar. In geval van calamiteiten kunnen patiënten daarheen". Boerema: „Meneer Dreesmann heeft zich al eerder behoorlijk kenbaar ge maakt op het terrein van de dienstverle ning. Met onze bedrijfsmatige opzet en onze effciënte manier van werken den ken wij te kunnen overhouden. Met wat wij overhouden kunnen we van alles doen. De tarieven kunnen bijvoorbeeld omlaag, we kunnen goede investeringen doen waardoor we nóg efficiënter en pa tiëntvriendelijker kunnen werken. En ten slotte zal er ook een stukje overblij ven voor de mensen die dit op poten zet ten". Wat de toekomstinvesteringen betreft glimlacht dokter Boerema veelbeteke nend als hij zegt: „Een niersteenvergrui zer bijvoorbeeld. Die heeft mijn hoogste aandacht. Ook daar wil ik binnen twee maanden op terugkomen". DOOR JOOP VAN DER HORST In Staphorst ziet men graag dat kinde ren van de basisschool alle vijftien cou pletten van het Wilhelmus uit het hoofd leren. Ik ben daar niet op tegen maar ik zou net als Filippus aan de kamerling willen vragen: "Verstaat gij ook hetgeen gij leest"? (Handelingen 8:30). Want het Wilhelmus is niet zo makkelijk. ledereen kent het eerste couplet. La ten we daar eens naar kijken. U kunt ondertussen van mij aannemen dat de volgende veertien coupletten niet een voudiger zijn. Wilhelmus van Nassouwe Ben ick van Duytschen bloet Den Vaderlant ghetrouwe Blijf ick tot inden doet Een Prince van Oraengien Ben ick vrij onverveert Den Coninck van Hispaengien Heb ick altijt gheeert Meteen de eerste regels zijn al moei lijk. Wordt Willem van Oranje hier toe gezongen? Wie is de ickvan regel 2? Is dat degeen die zingt voor Willem van Oranje? Waarom vraagt die ick of hij van Duits bloed is? Weet hij het niet ze ker? Vraagt hij het nu aan Willem van Oranje? Om welk vaderland (3) gaat het eigenlijk in ons volkslied? Hoe zit het met die altijd geëerde koning van Span je? Er was toch een plechtige afzwering van Philips II door de edelen? Sommige vragen zijn te beantwoor den Het Wilhelmus werd waarschijnlijk gedicht in 1570, dus nog vóór de afzwe ring van Philips II. De maker is onbe kend, al bestaat er een sterk vermoe den dat het Marnix van St. Aldegonde was. De ick van regel 2 is dezelfde als in regel 6: prins van Oranje. In het hele couplet is dus Willem van Oranje aan het woord. Marnix, als hij de maker was, legt dus deze woorden Willem van Oranje in de mond. Willem is, zoals bekend, in 1533 op de Dillenburg geboren. De Dillenburg was het familieslot in het Duitse Nas sau. Nassau werd pas in 1868 bij Prui sen ingelijfd. Zegt Willem nu in de eer ste regels dat hij, als Nassauwer, van Duitse bloede is? Is dat politiek gezien wel handig, in 15709 Het "vaderland" zou dan Duitsland zijn. of Nassau. De meeste geleerden nemen echter aan dat Duytsch of Duits hier niet slaat op het huidige Duitsland maar op Ne derland. Onze taal werd vroeger ook het Diets genoemd (vergelijk de Engelse benaming voor onze taal: Dutch). Wil lem van Oranje spreekt dan wel degelijk over Nederland. Hij zegt van Neder landse bloede te zijn en het vaderland (Nederland) tot in de dood getrouw te blijven. De eerste twee regels moeten we dan misschien anders opvatten. Niet omdat hij een Nassauwer is. is hij van Neder lands bloed, maar hoewel hij een Nas sauwer is. Hoe zit dat? De geleerden zijn daar nooit goed uit gekomen. Sommigen zeggen dat Wil lem van Oranje hier te lande zo uitge strekte bezittingen had, dat hij gerust als Nederlander mocht gelden. Anderen vatten toch Duytsch op als het tegen woordige "Duits", en vrij in regel 6 als "zelfstandig". De betekenis is dan dat Willem als soeverein vorst het recht heeft om tegen Philips "als vorst Jegen vorst" te vechten. Maar het vaderland is dan niet Nederland. En het motief voor zijn strijd blijft onduidelijk. Het zal dus wel over Nederland gaan. Over het Wilhelmus is een boeken kast vol geschreven, maar ik ben het eigenlijk met de Staphorsters eens dat je een mooi lied niet altijd hoeft te begrij pen om het te kunnen waarderen. Macuto, een decadente badplaats aan de Caribische zee vlak boven Caracas. Ik ben er, in afwachting van de opening van een psychologenconferentie, voor een aantal dagen ondergebracht in hel wulps-luxe Sheraton hotel. Een van de buitenwereld door middel van hoge hek ken en gewapende veiligheidsagenten afgegrendeld, kunstmatig paradijs. Het hotel heeft, gewoon vier zwembaden, tal loze tennisbanen, een golfcourse, een pal mentuin ter grootte van een tropisch re genwoud compleet met papegaaien en apen en zelfs een theater dat zich met de Stopera kan meten. De gasten, allemaal mensen die het zelf niet hoeven te betalen omdat ze bij een luchtvaart- of oliemaat schappij werken. De meeste bedienden zijn al gekleurd. Schaars maar duur ge klede vrouwen en vettig glimmende ma cho mannen liggen tussen de palmbomen als roedels leeuwen in een safaripark. Alleen voor voedsel, drank, een bad of de terugkeer naar hun weelderig hok wan neer het donker wordt, komen ze in bewe ging. Na vier dagen niksdoen begin ook ik de eerste symptomen van geestelijke stil stand te bespeuren. Ik besluit iets te on dernemen voor het te laat is. Een onaan zienlijk bordje ergens in de hotellobby laat weten dal er die zondag om 9.00 uur een dienst wordt gehouden. Hoewel ik op tamelijk gespannen'voet sta met diverse kerkgenootschappen, schuif ik toch een paar minuten voor de aangekondigde tijd een voor de gelegenheid aangepaste conferentiezaal binnen. Angstvallig ga ik op de achterste rij zitten. Niemand die mij hier kent, maar ik wil als kerk gan ger toch niet te veel opvallen. Bovendien, als ik iets zou moeten doen of innemen dat mijn godsdienstige limiet te boven gaat. dan kan ik zo zonder veel opzien wegsluipen. Buiten mij bevinden zich uitslui tend vrouwen in de zaal. Ik tel er zo'n vijftien. Als de mis al begonnen is komen er nog zo'n twintig mensen beschaamd binnen, onder wie twee echtparen en een paar kinderen. Omdat de liturgie in het Spaans is, waar ik nogal wat moeite mee heb, dwalen mijn gedachten steeds af. Zo zit ik te bedenken dat kerkbezoek een ta melijk passieve aangelegenheid is, die bovendien enige volgzaamheid vereist. Vrouwen zijn daar waarschijnlijk beter in dan mannen vanwege een andere bio logische uitrusting. Ze hebben eenvoudig minder testosteron, dat agressieve hor moon. Het woeste jongetje van acht (schat ik) vóór mij en het rustige, ver moedelijke even oude meisje daarvoor lijken deze theorie te bevestigen. Als ik naar de druk pratende en bewe gende priester vooraan kijk, krijg ik een lumineus idee. Natuurlijk, daarom spe len mannen voor priester, dominee of voorganger en vrouwen voor volgelingen en is dat ook sinds onheugelijke tijden steeds zo geweest. Rome en Simonis heb ben altijd al gelijk gehad. Want God zelf heeft het zo gewild. Hij heeft mannen en vrouwen van nature zo geschapen dat de rolverdeling in de kerken geen discussie behoeft. Even bekruipt me enige twijfel als ik zie hoe de man links van mij zowat de hele ceremonie als een zombie voor zich uit blijft staren. Zijn vrouw is ondertus sen voortdurend in de weer om het woes te jongetje van acht stil en op zijn plaats te houden. Maar ik stel me gerust met de gedachte dat ze dat vermoedelijk zo af gesproken hebben. De ene zondag hij en de andere zij en vandaag is het toevallig A door René Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden haar beurt. Dan schiet me een recent on derzoek te binnen naar verschillen m de bouw van hersenen bij mannen en vrou wen. Uit dat onderzoek lijkt de conclusie te trekken dat de verbinding tussen de linker- en rechterhersenhelft. de zoge naamde balk of corpus callosum, bij vrouwen duidelijk dikker is dan bij mannen. Bij vrouwen lopen er dus meer verbindingen heen en weer tussen beide hersenhelften. Nu is al een tijd geleden vastgesteld, onder andere door de Ame rikaan Roger Sperry die daarvoor in 1971 de Nobelprijs kreeg, dat de functies van de hersenhelften onderling tot op ze kere hoogte verschillen. De linkerhelft is meer gespecialiseerd in zaken als ratio neel en analytisch denken, in logica, wis kunde en in taal, terwijl de rechterheljt vooral is uitgerust voor denken in beel den fantasieëen, emoties, kunst en der gelijke. Omdat we in een technologische cultuur leven, die vooral een beroep doet op de functies van de linkerhelft en om dat de mannelijke hersenen zich gemak kelijker kunnen specialiseren - er zijn immers minder verbindingen met de an dere kant - zijn mannen ten opzicht van vrouwen in het voordeel. Bij vrouwen lukt de specialisatie minder goed. want signalen of boodschappen uit de rechter helft zullen vaker de activiteiten van de linkerhelft storen. Begrijpelijk dus dat vrouwen lang niet zo enthousiast te ma ken zijn voor zaken als computers, au to's. vliegtuigen, ruimtevaart, geluidsin stallaties en noem maar op. Je wordt in deze lijd bepaald minder op de wenken bediend als je een meer evenwichtige geest hebt. Logisch gezien kan het je zelfs tot belachelijk gedrag brengen. Want wie is er nou nog zo dwaas, zo irrationeel, om naar een kerkdienst te gaan voor contact met een bovennatuurlijke God terwijl de linkerhelft hem al lang wetenschappelijk dood heeft verklaard. Had Freud met ge lijk? Is godsdienst niet een infantiel rest- verschijnsel? Het gevolg van onvoldoen de gespecialiseerde hersenen, zoals onze voorouders die hadden en kinderen die nog hebben0 Daarom luisteren kinderen, die over dag op school taal en rekenen leren, 's avonds voor het naar bed gaan toch met open mond naar sprookjes en andere fantastische verhalen over helden, spo ken, tovenaars en over goed en kwaad. Maar bij 'normale' volwassenen heeft er een specialisatie naar links toe plaatsge vonden en verdwijnt het irrationele, zo niet volledig, dan in elk geval toch als storende factor in het leven van alledag. Behalve dan bij vrouwen die blijkbaar meer dan mannen in geestelijk opzicht op twee hersenhelften blijven hinken Daarom houden zij zich veel meer dan mannen met allerlei gevoelszaken bezig, met relaties, willen ze altijd maar over allerlei dingen praten en raken gemak kelijk verdrietig of overstuur over din gen waar een 'verstandige' man gewoon overheen stapt. En daarom kan het ge beuren dat zij in een omgeving vol tech nische hoogstandjes en snufjes zoals dit Sheratonpaleis, waar voor een God niets meer te regelen valt, in een primitief bi zar gedrag vervallen als het bijwonen van een kerkdienst. Op dit punt werd mijn diepzinnige ge- dachtengang onderbroken door een merkwaardig gebeuren De aanwezigen begonnen, direct na de communie of avondmaal, links en recht om zich heen elkaar een hand te geven en te felicite ren. Dat deed ook de vrouw naast mij. Ze draaide zich naar mij om, keek mij vriendelijk aan en greep zachtjes mijn hand. Ze hield die even vast en terwijl ze me in de ogen bleef kijken, zei ze iets dat ik niet verstond maar dat hartelijk klonk. Hoewel ik van het gebaar niets be greep, trof het mij als heel aangenaam. Even had ik het gevoel alsof de emotione le afstand die normaal is tussen onbe kenden, werd opgeheven. Voor de rest van de dienst en de dag bleef het na-ef fect van dat gevoel bij me hangen. Het maakte dat het me niet speet gegaan te zijn. De moraal? De linkerhelft zou nooit op het idee zijn gekomen 'zomaar' handen te gaan schudden. Het wachten is dan ook op een methode waarmee bij man nen wat extra kabeltjes kunnen worden gelegd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 23