'Patiënt moet weer koning worden'
Het mannelijk tekort
Denkwijzer
Onze taal
Vendex-klinieken willen functie van
'bakker op de hoek' gaan vervullen
ZATERDAG 28 FEBRUARI 1987
EXTRA
PAGINA 23
Op 19 maart opent in Den Haag de eerste particuliere
kliniek van Vendex haar poorten. Een Medisch
Diagnostisch en Advies Centrum (MDAC), zo heet het
officieel. De bedenker is de Nijmeegse uroloog J. B. J.
Boerema. In Nijmegen drijft hij al enige tijd een
soortgelijk onderzoekscentrum.
Met Vendex International sloot hij een contract af om
tot in totaal tien vestigingen te komen. Het MDAC
werkt vooral met part-time specialisten en doet
eenvoudige onderzoeken die anders in de poli's van de
ziekenhuizen gebeuren. Het lijstje: interne
geneeskunde, hart-en vaatziekten, longziekten,
maag/darmziekten, oogheelkunde, keel-, neus- en
oorheelkunde, röntgendiagnostiek/echografie,
manuele geneeskunde, gynaecologie, urologie, en i
toekomst diëtetiek.
Deze Week adviseerde het college voor
ziekenhuisvoorzieningen de minister van wvc I
over de vergunning die dokter Boerema nodig
Maar de arts zit als zakenman niet bij de pakken
Hij blijft in de aanval.
door Ko van Leeuwen
Dokter Boerema (rechts) in een van de behandelkamers van de Haagse MD AC-vestiging. Naast hem de directeur
van de kliniekde Leidse arts B.J. van Boheemen. «fotogpd»
„Wij zijn bezig met een volstrekt
nieuwe vorm van gezondheidszorg.
Door het contract dat we enkele we
ken geleden met Vendex afsloten
zijn we nu in de gelegenheid onze
filosofie verder gestalte te geven.
Die komt er op neer dat we werken
aan de uitbreiding en de versterking
aan de eerstelijns gezondheids
zorg."
"Dat zijn dus de huisartsen, verloskun
digen en de wijkverpleging. In de we
reld van de gezondheidszorg wordt daar
al jaren over gepraat, maar er is tot nu
toe weinig van terecht gekomen. De af
gelopen jaren groeide bij de huisarts de
wil toch meer zelf te doen. Minder ver
wijzen. In plaats van verwijsheer zullen
ze weer geneesheer moeten worden".
Dokter J. B. J. Boerema loopt over van
zelfvertrouwen als hij de 'Boerema-fllo-
sofie' etaleert. Hij is geen man om zijn
tijd te verdoen. Wil je hem spreken, dan
verwijst zijn secretaresse vriendelijk
maar onverbiddelijk naar het publici
teitsbureau dat Boerema's zaken regelt.
De Nijmeegse uroloog zelf heeft nauwe
lijks tijd voor gesprekjes tussendoor. Hij
bevindt zich in het brandpunt van de be
langstelling van de medische wereld
waarin hij als een jonge hond tekeer
gaat. Heeft hij met zijn onderzoekklinie-
ken een gat in de markt ontdekt?
Inefficiënt
Boerema: „Onze gezondheidszorg is
duur en inefficiënt. In de poliklinieken
van de ziekenhuizen treft de patiënt lan
ge wachttijden aan en het is een wereld
waarin hij nauwelijks aan het woord
komt. Het zijn in dit land de instituten
die het woord voeren, niet de mensen. In
het MDAC krijgt de patiënt weer de aan
dacht waar hij recht op heeft. De klant in
de medische wereld moet weer koning
worden".
Dokter Boerema noemt zichzelf de
eerste die een oplossing heeft gevonden
voor de naar zijn mening inefficiënte
manier van werken in de poli's van de
ziekenhuizen. Hij noemt zijn centra tus
senstations. De verbindingsstreep tus
sen huisarts en ziekenhuis.
Boerema: „Het spreekt vanzelf dat de
medische deskundigheid voorop staat,
maar we zullen vooral kiezen voor een-
patiëntvriendelijke en efficiënte dienst
verlening. Dus geen lange wachttijden,
en een volledige openheid naar de pa
tiënt toe. Die patiënt kan bij ons rustig
zijn dossier inzien, waarom moet dat
voor hem geheim zijn?"
Gaat het bij de Boerma-Vendex-centra
om dure privéklinieken die alleen maar
voor mensen met een dikke beurs te be
kostigen zijn? Hoe staat het met de tarie-
Boerema: „We hanteren de gebruike
lijke tarieven zoals die nu ook in de zie
kenhuizen gelden. In het Nijmeegse cen
trum hebben we zestig procent particu
liere en veertig procent ziekenfondspa
tiënten. Het MDAC is er voor iedereen,
dat wil ik graag onderstrepen. We zullen
met onze specialisten een dienstverle
ning van hoge kwaliteit moeten leveren.
Doen we dat niet, dan prijzen we onszelf
uit de markt. De patiënt als kritische
consument, dat vind ik een verfrissend
gegeven binnen de gezondheidszorg".
Geringe klachten
Om wie gaat het dokter Boerema, als
hij aan zijn patiënten denkt? „Het gaat
het om mensen met geringe klachten
Vaak worden die te snel naar de specia
list en het ziekenhuis verwezen".
Hij spreekt van 450 verwijzingen per
1000 ziekenfondspatiënten per jaar ea
zegt dan: „Dat zijn heel vaak mensen
met milde klachten. Zo krijg je vanzelf
lange wachttijden en overvolle poli's.
Die mensen komen dan in het zieken
huis terecht en die horen daar niet thuis.
Dat willen wij voorkomen. De diagnos
tiek moet ook snel gebeuren. Wij willen
dat maximaal binnen 48 uur het resul
taat van een onderzoek wordt bekendge
maakt aan de patient en aan de huisarts.
Want dat staat bij ons ook voorop: de pa
tiënt blijft in handen van de huisarts,
maar ook buiten het interne ziekenhuis
systeem. Op dat systeem ga ik nu niet
verder in, dat zal onze tweede stap zijn.
Maar de routinezorg hoort in het zieken
huis niet thuis".
De ziekenhuizen bekijken de verrich
tingen van Boerema en de zijnen met ar
gusogen. De MDAC's zijn iedere werk
dag geopend tot 's avonds elf uur. Op
zaterdagochtend zijn ze ook open. Boe
rema: „Doordat we ook 's avonds open
zijn hoeven mensen niet vrij van hun
werk te nemen. In de ziekenhuizen kan
zoiets blijkbaar niet".
Twee ziekenhuizen in ons land zijn in
middels overgegaan tot een avondspreek
uur voor hun polikliniek. Het kan geen
toeval zijn dat het hier gaat om het Cani-
sius Ziekenhuis in Nijmegen en het Ro
de Kruisziekenhuis in Den Haag. In Nij
megen draait een MDAC sinds septem
ber vorig jaar en in Den Haag leggen
werklui de laatste hand aan het kapitale
herenhuis aan de Laan Copes van Cat-
tenburch, waar op 19 maart de eerste
MDAC van Boerema en Vendex open-
Geprikkeld
Boerema: „Het MDAC heeft blijkbaar
een positieve uitwerking. Het heeft ze
geprikkeld, ik vind dat een goed ding.
Het is het mooiste nieuws sinds dagen.
Dat wij ook specialisten wakker schud
den, blijkt wel uit de situatie in Nijme
gen. Daar bestaat een plaatselijke spe
cialisten vereniging. Die buigen zich nu
over onze centra. De laatste keer dat ze
eerder hadden vergaderd was in 1981.
Zes jaar lang hadden ze blijkbaar niets te
bespreken. Nu zijn ze weer bijeen. Door
onze prikkel zijn ze wakker geworden".
De medische onderzoekcentra van
Boerema mogen er niet zomaar zijn.
Zo'n medisch diagnostisch centrum
heeft een vergunning van de overheid
nodig. Die heeft Boerema niet. Voor Nij
megen heeft hij er - zij het onder protest
- wel een bij het ministerie van wvc aan
gevraagd. Het college voor ziekenhuis
voorzieningen, dat de minister in dit
soort zaken adviseert, bracht vorige
week een negatief advies uit. De klinie
ken zouden de totale kosten van de ge
zondheidszorg alleen maar hoger maken
en bovendien voegen ze volgens dit ad
viescollege niets toe aan de bestaande
voorzieningen. Wat nu?
Dokter Boerema is niet van die uit
spraken onder de indruk. Eerder heeft
hij al aangekondigd desnoods juridische
stappen te nemen, mocht het besluit van
de minister negatief uitvallen.
Boerema: „Het college voor zieken
huisvoorzieningen. Maar ten eerste zijn
wij helemaal geen ziekenhuisvoorzie
ning. En ten tweede gaat het slechts om
een advies, dat kan de minister ook
naast zich neerleggen. Wij hebben al ge
ruime tijd zeer nauw contact met wvc.
Wij worden daar als een zeer serieuze on
derneming beschouwd. Het is trouwens
opvallend dat het adviescollege zich he
lemaal niet heeft uitgesproken over de
doelmatigheid, zegt u maar gerust de
commerciële opzet van onze MDAC's".
Bedrijfsmatig
„De vorm en de omvang waarin we de
centra gaan opzetten, en onze bedrijfs
matige aanpak, dat trekt toch zeer de
aandacht. Vroeger functioneerde de spe
cialist ook buiten het ziekenhuis. Later
hebben ze die grote kasten van zieken
huizen bedacht, waarin alles moest wor
den ondergebracht. Met onze centra
gaan we terug naar een menselijker be
nadering. Terug naar de bakker op de
hoek".
De ziekenhuizen zijn verre van geluk
kig met de ontwikkelingen zoals dokter
Boerema zich die voorstelt. Wat gaat er
gebeuren wanneer na diagnose in een
MDAC blijkt dat opname in een zieken
huis voor de patiënt noodzakelijk is?
Moet daar dan het hele onderzoek nog
eens opnieuw worden gedaan?
Boerema legt uit dat hij werkt met spe
cialisten die ook al in de ziekenhuizen
werken: „Als basisspecialisten hebben
we cardiologen in full-time dienst. Maar
we werken vooral met specialisten die
ook al in een ziekenhuis werken. Dat
doen we op huurbasis, of op percentage
of uurbasis. Niet op basis van verrichtin
gen. Als onze specialisten een onderzoek
hebben gedaan en een patient moet naar
een ziekenhuis, dan verwijzen we door
naar het ziekenhuis waar ook onze spe
cialist werkt. Die hoeft daar het onder
zoek met over te doen, want dat heeft hij
al in het MDAC gedaan. En verder, we
hebben te maken met specialisten, niet
met de directies".
De Leidse specialist B. J. van Bohee
men wordt directeur van de nieuwe
MDAC-vestiging in Den Haag. Hij
straalt een identieke zelfverzekerdheid
uit als Boerema. „We hebben ruim vol
doende aanbod van specialisten. We
hoeven ze niet te zoeken hoor, ze komen
zelf bij ons, we hoeven maar te kiezen".
Namen wil hij nog niet kwijt, als het
om de Haagse kliniek gaat. Van Bohee
men legt uit: „We zitten nu echt nog in
het stadium van de besprekingen en het
zou niet netjes zijn daarop vooruit te lo
pen. Van veel specialisten is het nog niet
definitief of ze komen, maar ik kan wel
met zekerheid zeggen dat we op 19
maart iedereen in huis hebben. De pa
tiënt die hier voor diagnose komt krijgt
dan ook steeds met dezelfde specialist te
maken. Dat moet vertrouwen geven".
Als we het hebben over de salariëring
van de specialisten in het MDAC zegt
Van Boheemen: „In veel gevallen zullen
ze het erbij doen. Het is heus niet zo dat
een specialist hier een dik tweede salaris
gaat verdienen. Maar de moneymakers
komen hier toch niet naartoe. De men
sen die hier willen werken zullen vanzelf
ook dat stukje idealisme hebben wat er
voor nodig is".
De ziekenfondsen hebben officieel la
ten meten de verrichtingen in een MDAC
van Vendex-Boerema niet de vergoeden.
En hoe staan de particuliere verzeke
raars tegenover deze initiatieven? Als de
patiënt eenmaal naar het MDAC komt,
wie zal dan zijn rekening betalen?
Boerema verzekert dat er al verschei
dene verzekeraars zijn die de MDAC-
consulten betalen. Boerema: „Wij hante
ren de officiële tarieven. Vendex geeft
onze centra anderhalf tot twee jaar om
quitte te draaien. Daarna gaan we onder
die tarieven zitten. Niemand is daar ooit
ondergedoken. In Nijmegen krijgt het
MDAC 40 procent ziekenfondspatiën
ten, die betalen bij ons niets. Wij zijn zo
filantropisch dat wij alle declaraties van
ziekenfondspatiënten opsparen. We
hebben informele contacten met de zie
kenfondsen en ik verwacht dat we over
twee maanden met elkaar om de tafel
zullen zitten".
Hoe lang denkt Boerema nodig te heb
ben om met de ziekenfondsen rond te ko
men. ofwel: hoe lang kan hij het opspa
ren van de declaraties voor ziekenfonds
patiënten uitzingen?
„Lang genoeg. Formeel r
kenfondsen een bepaald standpunt in,
maar de informele contacten zijn zo dat
onze verwachtingen echt niet te hoog ge
grepen zijn. Ik heb een grote mate van
zekerheid dat het in orde komt. Met de
ziekenhuizen is het net zoiets. Er is veel
verschil tussen het formele en het infor
mele standpunt. Onze specialisten van
het centrum in Nijmegen komen uit de
grote ziekenhuizen in die regio. Elke
specialist en elke huisarts bieden wij sa
menwerking aan. Ja, dat directies dat
met argusogen volgen, dat is ook duide
lijk. Want wij trekken de routinezorg uit
het ziekenhuis. Je moet aan de patient
denken. Die hoort niet met milde klach
ten in het ziekenhuis".
Dokter Boerema spuit zijn filosofieën
over de gezondheidszorg snel en
slagvaardig. Hij trekt de routinezorg
weg uit het ziekenhuis. Dan hou je plaats
over. Komen er nog meer bedden leeg te
staan dan nu al het geval is?
Boerema: „Jaarlijks staan er 15.000
dure bedden leeg. Er zal ingeleverd moe
ten worden en er is ook een overheidsbe
leid in die richting. Dat zal zich binnen
zeer korte tijd aandienen en het zal strik
ter zijn dan onder mevrouw Gardeniers.
Patiënten verblijven nu gemiddeld elf
dagen in het ziekenhuisbed, maar ze ho
ren er maar vijf dagen op thuis. Revali
datie hoeft geen duur ziekenhuisbed te
kosten. Ziekenhuizen zullen waarschijn
lijk moeten worden omgebouwd. Waar
nog veel over gedacht wordt, dat is de
vergrijzing en de dubbelvergrijzing. De
vraag om verpleeghulp zal groot wor
den. Dat zal ook een stuk verpleeghuis
functie creëren".
Is hij via het informele circuit tot af
spraken met de ziekenhuizen gekomen?
Want hoe regelt hij anders de opvang
dan zijn patiënten.
„Het is een van onze prioriteiten. Er
zullen goede afspraken moeten zijn met
de bestaande ziekenhuizen. Iemand die
een inspanningstest bij ons ondergaat
en een hartkwaal krijgt, die zal snel ge
holpen moeten worden. In Nijmegen
zijn die afspraken er wel. Nee, geen con-
tractmatige afspraken, want dan dient
zich het formalisme weer aan. Maar car
diologie bij ons in Nijmegen heeft duide
lijke afspraken met het Academisch Zie
kenhuis daar. In geval van calamiteiten
kunnen patiënten daarheen".
Boerema: „Meneer Dreesmann heeft
zich al eerder behoorlijk kenbaar ge
maakt op het terrein van de dienstverle
ning. Met onze bedrijfsmatige opzet en
onze effciënte manier van werken den
ken wij te kunnen overhouden. Met wat
wij overhouden kunnen we van alles
doen. De tarieven kunnen bijvoorbeeld
omlaag, we kunnen goede investeringen
doen waardoor we nóg efficiënter en pa
tiëntvriendelijker kunnen werken. En
ten slotte zal er ook een stukje overblij
ven voor de mensen die dit op poten zet
ten".
Wat de toekomstinvesteringen betreft
glimlacht dokter Boerema veelbeteke
nend als hij zegt: „Een niersteenvergrui
zer bijvoorbeeld. Die heeft mijn hoogste
aandacht. Ook daar wil ik binnen twee
maanden op terugkomen".
DOOR JOOP VAN DER HORST
In Staphorst ziet men graag dat kinde
ren van de basisschool alle vijftien cou
pletten van het Wilhelmus uit het hoofd
leren. Ik ben daar niet op tegen maar ik
zou net als Filippus aan de kamerling
willen vragen: "Verstaat gij ook hetgeen
gij leest"? (Handelingen 8:30). Want het
Wilhelmus is niet zo makkelijk.
ledereen kent het eerste couplet. La
ten we daar eens naar kijken. U kunt
ondertussen van mij aannemen dat de
volgende veertien coupletten niet een
voudiger zijn.
Wilhelmus van Nassouwe
Ben ick van Duytschen bloet
Den Vaderlant ghetrouwe
Blijf ick tot inden doet
Een Prince van Oraengien
Ben ick vrij onverveert
Den Coninck van Hispaengien
Heb ick altijt gheeert
Meteen de eerste regels zijn al moei
lijk. Wordt Willem van Oranje hier toe
gezongen? Wie is de ickvan regel 2? Is
dat degeen die zingt voor Willem van
Oranje? Waarom vraagt die ick of hij
van Duits bloed is? Weet hij het niet ze
ker? Vraagt hij het nu aan Willem van
Oranje? Om welk vaderland (3) gaat het
eigenlijk in ons volkslied? Hoe zit het
met die altijd geëerde koning van Span
je? Er was toch een plechtige afzwering
van Philips II door de edelen?
Sommige vragen zijn te beantwoor
den Het Wilhelmus werd waarschijnlijk
gedicht in 1570, dus nog vóór de afzwe
ring van Philips II. De maker is onbe
kend, al bestaat er een sterk vermoe
den dat het Marnix van St. Aldegonde
was. De ick van regel 2 is dezelfde als in
regel 6: prins van Oranje. In het hele
couplet is dus Willem van Oranje aan
het woord. Marnix, als hij de maker was,
legt dus deze woorden Willem van
Oranje in de mond.
Willem is, zoals bekend, in 1533 op
de Dillenburg geboren. De Dillenburg
was het familieslot in het Duitse Nas
sau. Nassau werd pas in 1868 bij Prui
sen ingelijfd. Zegt Willem nu in de eer
ste regels dat hij, als Nassauwer, van
Duitse bloede is? Is dat politiek gezien
wel handig, in 15709 Het "vaderland"
zou dan Duitsland zijn. of Nassau.
De meeste geleerden nemen echter
aan dat Duytsch of Duits hier niet slaat
op het huidige Duitsland maar op Ne
derland. Onze taal werd vroeger ook het
Diets genoemd (vergelijk de Engelse
benaming voor onze taal: Dutch). Wil
lem van Oranje spreekt dan wel degelijk
over Nederland. Hij zegt van Neder
landse bloede te zijn en het vaderland
(Nederland) tot in de dood getrouw te
blijven.
De eerste twee regels moeten we dan
misschien anders opvatten. Niet omdat
hij een Nassauwer is. is hij van Neder
lands bloed, maar hoewel hij een Nas
sauwer is. Hoe zit dat?
De geleerden zijn daar nooit goed uit
gekomen. Sommigen zeggen dat Wil
lem van Oranje hier te lande zo uitge
strekte bezittingen had, dat hij gerust
als Nederlander mocht gelden. Anderen
vatten toch Duytsch op als het tegen
woordige "Duits", en vrij in regel 6 als
"zelfstandig". De betekenis is dan dat
Willem als soeverein vorst het recht
heeft om tegen Philips "als vorst Jegen
vorst" te vechten. Maar het vaderland is
dan niet Nederland. En het motief voor
zijn strijd blijft onduidelijk. Het zal dus
wel over Nederland gaan.
Over het Wilhelmus is een boeken
kast vol geschreven, maar ik ben het
eigenlijk met de Staphorsters eens dat
je een mooi lied niet altijd hoeft te begrij
pen om het te kunnen waarderen.
Macuto, een decadente badplaats aan de
Caribische zee vlak boven Caracas. Ik
ben er, in afwachting van de opening
van een psychologenconferentie, voor
een aantal dagen ondergebracht in hel
wulps-luxe Sheraton hotel. Een van de
buitenwereld door middel van hoge hek
ken en gewapende veiligheidsagenten
afgegrendeld, kunstmatig paradijs. Het
hotel heeft, gewoon vier zwembaden, tal
loze tennisbanen, een golfcourse, een pal
mentuin ter grootte van een tropisch re
genwoud compleet met papegaaien en
apen en zelfs een theater dat zich met de
Stopera kan meten. De gasten, allemaal
mensen die het zelf niet hoeven te betalen
omdat ze bij een luchtvaart- of oliemaat
schappij werken. De meeste bedienden
zijn al gekleurd. Schaars maar duur ge
klede vrouwen en vettig glimmende ma
cho mannen liggen tussen de palmbomen
als roedels leeuwen in een safaripark.
Alleen voor voedsel, drank, een bad of de
terugkeer naar hun weelderig hok wan
neer het donker wordt, komen ze in bewe
ging.
Na vier dagen niksdoen begin ook ik
de eerste symptomen van geestelijke stil
stand te bespeuren. Ik besluit iets te on
dernemen voor het te laat is. Een onaan
zienlijk bordje ergens in de hotellobby
laat weten dal er die zondag om 9.00 uur
een dienst wordt gehouden. Hoewel ik op
tamelijk gespannen'voet sta met diverse
kerkgenootschappen, schuif ik toch een
paar minuten voor de aangekondigde
tijd een voor de gelegenheid aangepaste
conferentiezaal binnen. Angstvallig ga
ik op de achterste rij zitten. Niemand die
mij hier kent, maar ik wil als kerk gan
ger toch niet te veel opvallen. Bovendien,
als ik iets zou moeten doen of innemen
dat mijn godsdienstige limiet te boven
gaat. dan kan ik zo zonder veel opzien
wegsluipen.
Buiten mij bevinden zich uitslui
tend vrouwen in de zaal. Ik tel er zo'n
vijftien. Als de mis al begonnen is komen
er nog zo'n twintig mensen beschaamd
binnen, onder wie twee echtparen en een
paar kinderen. Omdat de liturgie in het
Spaans is, waar ik nogal wat moeite mee
heb, dwalen mijn gedachten steeds af. Zo
zit ik te bedenken dat kerkbezoek een ta
melijk passieve aangelegenheid is, die
bovendien enige volgzaamheid vereist.
Vrouwen zijn daar waarschijnlijk beter
in dan mannen vanwege een andere bio
logische uitrusting. Ze hebben eenvoudig
minder testosteron, dat agressieve hor
moon. Het woeste jongetje van acht
(schat ik) vóór mij en het rustige, ver
moedelijke even oude meisje daarvoor
lijken deze theorie te bevestigen.
Als ik naar de druk pratende en bewe
gende priester vooraan kijk, krijg ik een
lumineus idee. Natuurlijk, daarom spe
len mannen voor priester, dominee of
voorganger en vrouwen voor volgelingen
en is dat ook sinds onheugelijke tijden
steeds zo geweest. Rome en Simonis heb
ben altijd al gelijk gehad. Want God zelf
heeft het zo gewild. Hij heeft mannen en
vrouwen van nature zo geschapen dat de
rolverdeling in de kerken geen discussie
behoeft.
Even bekruipt me enige twijfel als ik
zie hoe de man links van mij zowat de
hele ceremonie als een zombie voor zich
uit blijft staren. Zijn vrouw is ondertus
sen voortdurend in de weer om het woes
te jongetje van acht stil en op zijn plaats
te houden. Maar ik stel me gerust met de
gedachte dat ze dat vermoedelijk zo af
gesproken hebben. De ene zondag hij en
de andere zij en vandaag is het toevallig
A
door René Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden
haar beurt. Dan schiet me een recent on
derzoek te binnen naar verschillen m de
bouw van hersenen bij mannen en vrou
wen. Uit dat onderzoek lijkt de conclusie
te trekken dat de verbinding tussen de
linker- en rechterhersenhelft. de zoge
naamde balk of corpus callosum, bij
vrouwen duidelijk dikker is dan bij
mannen. Bij vrouwen lopen er dus meer
verbindingen heen en weer tussen beide
hersenhelften. Nu is al een tijd geleden
vastgesteld, onder andere door de Ame
rikaan Roger Sperry die daarvoor in
1971 de Nobelprijs kreeg, dat de functies
van de hersenhelften onderling tot op ze
kere hoogte verschillen. De linkerhelft is
meer gespecialiseerd in zaken als ratio
neel en analytisch denken, in logica, wis
kunde en in taal, terwijl de rechterheljt
vooral is uitgerust voor denken in beel
den fantasieëen, emoties, kunst en der
gelijke. Omdat we in een technologische
cultuur leven, die vooral een beroep doet
op de functies van de linkerhelft en om
dat de mannelijke hersenen zich gemak
kelijker kunnen specialiseren - er zijn
immers minder verbindingen met de an
dere kant - zijn mannen ten opzicht van
vrouwen in het voordeel. Bij vrouwen
lukt de specialisatie minder goed. want
signalen of boodschappen uit de rechter
helft zullen vaker de activiteiten van de
linkerhelft storen. Begrijpelijk dus dat
vrouwen lang niet zo enthousiast te ma
ken zijn voor zaken als computers, au
to's. vliegtuigen, ruimtevaart, geluidsin
stallaties en noem maar op. Je wordt in
deze lijd bepaald minder op de wenken
bediend als je een meer evenwichtige
geest hebt. Logisch gezien kan het je zelfs
tot belachelijk gedrag brengen. Want wie
is er nou nog zo dwaas, zo irrationeel, om
naar een kerkdienst te gaan voor contact
met een bovennatuurlijke God terwijl de
linkerhelft hem al lang wetenschappelijk
dood heeft verklaard. Had Freud met ge
lijk? Is godsdienst niet een infantiel rest-
verschijnsel? Het gevolg van onvoldoen
de gespecialiseerde hersenen, zoals onze
voorouders die hadden en kinderen die
nog hebben0
Daarom luisteren kinderen, die over
dag op school taal en rekenen leren,
's avonds voor het naar bed gaan toch
met open mond naar sprookjes en andere
fantastische verhalen over helden, spo
ken, tovenaars en over goed en kwaad.
Maar bij 'normale' volwassenen heeft er
een specialisatie naar links toe plaatsge
vonden en verdwijnt het irrationele, zo
niet volledig, dan in elk geval toch als
storende factor in het leven van alledag.
Behalve dan bij vrouwen die blijkbaar
meer dan mannen in geestelijk opzicht
op twee hersenhelften blijven hinken
Daarom houden zij zich veel meer dan
mannen met allerlei gevoelszaken bezig,
met relaties, willen ze altijd maar over
allerlei dingen praten en raken gemak
kelijk verdrietig of overstuur over din
gen waar een 'verstandige' man gewoon
overheen stapt. En daarom kan het ge
beuren dat zij in een omgeving vol tech
nische hoogstandjes en snufjes zoals dit
Sheratonpaleis, waar voor een God niets
meer te regelen valt, in een primitief bi
zar gedrag vervallen als het bijwonen
van een kerkdienst.
Op dit punt werd mijn diepzinnige ge-
dachtengang onderbroken door een
merkwaardig gebeuren De aanwezigen
begonnen, direct na de communie of
avondmaal, links en recht om zich heen
elkaar een hand te geven en te felicite
ren. Dat deed ook de vrouw naast mij. Ze
draaide zich naar mij om, keek mij
vriendelijk aan en greep zachtjes mijn
hand. Ze hield die even vast en terwijl ze
me in de ogen bleef kijken, zei ze iets
dat ik niet verstond maar dat hartelijk
klonk. Hoewel ik van het gebaar niets be
greep, trof het mij als heel aangenaam.
Even had ik het gevoel alsof de emotione
le afstand die normaal is tussen onbe
kenden, werd opgeheven. Voor de rest
van de dienst en de dag bleef het na-ef
fect van dat gevoel bij me hangen. Het
maakte dat het me niet speet gegaan te
zijn.
De moraal? De linkerhelft zou nooit op
het idee zijn gekomen 'zomaar' handen
te gaan schudden. Het wachten is dan
ook op een methode waarmee bij man
nen wat extra kabeltjes kunnen worden
gelegd.